Algemeen handboek: dienen in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen Titelpagina Overzicht van recente wijzigingenDit is een overzicht van recente wijzigingen in het Algemeen handboek. 0. Inleidend overzicht 0.0. InleidingDit handboek is opgesteld voor algemene en plaatselijke leidinggevenden, die het als referentiekader bij bestuurlijke kerktaken gebruiken. 0.1. Dit handboekDit handboek is opgesteld voor algemene en plaatselijke leidinggevenden, die het als referentiekader bij bestuurlijke kerktaken gebruiken. 0.2. Aanpassing en facultatief materiaalDit handboek is opgesteld voor algemene en plaatselijke leidinggevenden, die het als referentiekader bij bestuurlijke kerktaken gebruiken. 0.3. UpdatesDit handboek is opgesteld voor algemene en plaatselijke leidinggevenden, die het als referentiekader bij bestuurlijke kerktaken gebruiken. 0.4. Vragen over instructiesDit handboek is opgesteld voor algemene en plaatselijke leidinggevenden, die het als referentiekader bij bestuurlijke kerktaken gebruiken. 0.5. TerminologieDit handboek is opgesteld voor algemene en plaatselijke leidinggevenden, die het als referentiekader bij bestuurlijke kerktaken gebruiken. 0.6. Contact met de hoofdzetel van de kerk of het gebiedskantoorDit handboek is opgesteld voor algemene en plaatselijke leidinggevenden, die het als referentiekader bij bestuurlijke kerktaken gebruiken. Leerstellig fundament 1. Gods plan en uw rol in zijn werk van heil en verhoging 1.0. InleidingDit hoofdstuk geeft u een visie van Gods plan van geluk, zijn werk van heil en verhoging, en het doel van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. 1.1. Gods plan van gelukDit hoofdstuk geeft u een visie van Gods plan van geluk, zijn werk van heil en verhoging, en het doel van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. 1.2. Gods werk van heil en verhoging 1.2. Gods werk van heil en verhogingDit hoofdstuk geeft u een visie van Gods plan van geluk, zijn werk van heil en verhoging, en het doel van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. 1.2.1. Het evangelie van Jezus Christus nalevenDit hoofdstuk geeft u een visie van Gods plan van geluk, zijn werk van heil en verhoging, en het doel van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. 1.2.2. Voor behoeftigen zorgenDit hoofdstuk geeft u een visie van Gods plan van geluk, zijn werk van heil en verhoging, en het doel van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. 1.2.3. Allen uitnodigen om het evangelie te ontvangenDit hoofdstuk geeft u een visie van Gods plan van geluk, zijn werk van heil en verhoging, en het doel van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. 1.2.4. Families voor eeuwig verenigenDit hoofdstuk geeft u een visie van Gods plan van geluk, zijn werk van heil en verhoging, en het doel van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. 1.3. Doel van de kerk 1.3. Doel van de kerkDit hoofdstuk geeft u een visie van Gods plan van geluk, zijn werk van heil en verhoging, en het doel van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. 1.3.1. Priesterschapsgezag en -sleutelsDit hoofdstuk geeft u een visie van Gods plan van geluk, zijn werk van heil en verhoging, en het doel van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. 1.3.2. Verbonden en verordeningenDit hoofdstuk geeft u een visie van Gods plan van geluk, zijn werk van heil en verhoging, en het doel van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. 1.3.3. Profetische leidingDit hoofdstuk geeft u een visie van Gods plan van geluk, zijn werk van heil en verhoging, en het doel van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. 1.3.4. De SchriftenDit hoofdstuk geeft u een visie van Gods plan van geluk, zijn werk van heil en verhoging, en het doel van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. 1.3.5. Begeleiding bij evangeliestudie en -onderwijsDit hoofdstuk geeft u een visie van Gods plan van geluk, zijn werk van heil en verhoging, en het doel van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. 1.3.6. Gelegenheden voor dienen en leidinggevenDit hoofdstuk geeft u een visie van Gods plan van geluk, zijn werk van heil en verhoging, en het doel van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. 1.3.7. Gemeenschap van heiligenDit hoofdstuk geeft u een visie van Gods plan van geluk, zijn werk van heil en verhoging, en het doel van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. 1.4. Uw rol in Gods werkDit hoofdstuk geeft u een visie van Gods plan van geluk, zijn werk van heil en verhoging, en het doel van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. 2. Individuele leden en gezinnen steunen in Gods werk van heil en verhoging 2.0. InleidingDit hoofdstuk geeft u inzicht in de rol van het gezin in Gods plan, Gods werk van heil en verhoging thuis, en het verband tussen thuis en de kerk. 2.1. De rol van het gezin in Gods plan 2.1. De rol van het gezin in Gods planDit hoofdstuk geeft u inzicht in de rol van het gezin in Gods plan, Gods werk van heil en verhoging thuis, en het verband tussen thuis en de kerk. 2.1.1. Eeuwige familiesDit hoofdstuk geeft u inzicht in de rol van het gezin in Gods plan, Gods werk van heil en verhoging thuis, en het verband tussen thuis en de kerk. 2.1.2. Man en vrouwDit hoofdstuk geeft u inzicht in de rol van het gezin in Gods plan, Gods werk van heil en verhoging thuis, en het verband tussen thuis en de kerk. 2.1.3. Ouders en kinderenDit hoofdstuk geeft u inzicht in de rol van het gezin in Gods plan, Gods werk van heil en verhoging thuis, en het verband tussen thuis en de kerk. 2.2. Gods werk van heil en verhoging thuis 2.2. Gods werk van heil en verhoging thuisDit hoofdstuk geeft u inzicht in de rol van het gezin in Gods plan, Gods werk van heil en verhoging thuis, en het verband tussen thuis en de kerk. 2.2.1. De Geest thuis uitnodigenDit hoofdstuk geeft u inzicht in de rol van het gezin in Gods plan, Gods werk van heil en verhoging thuis, en het verband tussen thuis en de kerk. 2.2.2. De sabbat heiligenDit hoofdstuk geeft u inzicht in de rol van het gezin in Gods plan, Gods werk van heil en verhoging thuis, en het verband tussen thuis en de kerk. 2.2.3. Het evangelie thuis bestuderen en lerenDit hoofdstuk geeft u inzicht in de rol van het gezin in Gods plan, Gods werk van heil en verhoging thuis, en het verband tussen thuis en de kerk. 2.2.4. Thuisavond en andere activiteitenDit hoofdstuk geeft u inzicht in de rol van het gezin in Gods plan, Gods werk van heil en verhoging thuis, en het verband tussen thuis en de kerk. 2.2.5. Steun aan individuele ledenDit hoofdstuk geeft u inzicht in de rol van het gezin in Gods plan, Gods werk van heil en verhoging thuis, en het verband tussen thuis en de kerk. 2.3. Het verband tussen thuis en de kerkDit hoofdstuk geeft u inzicht in de rol van het gezin in Gods plan, Gods werk van heil en verhoging thuis, en het verband tussen thuis en de kerk. 3. Priesterschapsbeginselen 3.0. InleidingOnze hemelse Vader maakt gebruik van het priesterschap om āde onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengenā (Mozes 1:39). 3.1. Herstelling van het priesterschapOnze hemelse Vader maakt gebruik van het priesterschap om āde onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengenā (Mozes 1:39). 3.2. Zegeningen van het priesterschapOnze hemelse Vader maakt gebruik van het priesterschap om āde onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengenā (Mozes 1:39). 3.3. Melchizedeks priesterschap en AƤronisch priesterschap 3.3. Melchizedeks priesterschap en AƤronisch priesterschapOnze hemelse Vader maakt gebruik van het priesterschap om āde onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengenā (Mozes 1:39). 3.3.1. Melchizedeks priesterschapOnze hemelse Vader maakt gebruik van het priesterschap om āde onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengenā (Mozes 1:39). 3.3.2. AƤronisch priesterschapOnze hemelse Vader maakt gebruik van het priesterschap om āde onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengenā (Mozes 1:39). 3.4. Priesterschapsgezag 3.4. PriesterschapsgezagOnze hemelse Vader maakt gebruik van het priesterschap om āde onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengenā (Mozes 1:39). 3.4.1. PriesterschapssleutelsOnze hemelse Vader maakt gebruik van het priesterschap om āde onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengenā (Mozes 1:39). 3.4.2. Verlening van priesterschap en ordeningOnze hemelse Vader maakt gebruik van het priesterschap om āde onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengenā (Mozes 1:39). 3.4.3. Delegatie van priesterschapsgezag om in de kerk te dienenOnze hemelse Vader maakt gebruik van het priesterschap om āde onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengenā (Mozes 1:39). 3.4.4. Priesterschapsgezag rechtschapen uitoefenenOnze hemelse Vader maakt gebruik van het priesterschap om āde onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengenā (Mozes 1:39). 3.5. Priesterschapsmacht 3.5. PriesterschapsmachtOnze hemelse Vader maakt gebruik van het priesterschap om āde onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengenā (Mozes 1:39). 3.5.1. VerbondenOnze hemelse Vader maakt gebruik van het priesterschap om āde onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengenā (Mozes 1:39). 3.5.2. VerordeningenOnze hemelse Vader maakt gebruik van het priesterschap om āde onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengenā (Mozes 1:39). 3.6. Priesterschap en gezinOnze hemelse Vader maakt gebruik van het priesterschap om āde onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengenā (Mozes 1:39). 4. Leidinggevenden en raden in de Kerk van Jezus Christus 4.0. InleidingU hebt als leidinggevende in de kerk het voorrecht om deel te nemen aan het werk van onze hemelse Vader, namelijk āde onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengenā (Mozes 1:39). 4.1. Doel van leidinggeven in de kerkU hebt als leidinggevende in de kerk het voorrecht om deel te nemen aan het werk van onze hemelse Vader, namelijk āde onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengenā (Mozes 1:39). 4.2. Beginselen van leidinggeven in de kerk 4.2. Beginselen van leidinggeven in de kerkU hebt als leidinggevende in de kerk het voorrecht om deel te nemen aan het werk van onze hemelse Vader, namelijk āde onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengenā (Mozes 1:39). 4.2.1. Geestelijke voorbereidingU hebt als leidinggevende in de kerk het voorrecht om deel te nemen aan het werk van onze hemelse Vader, namelijk āde onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengenā (Mozes 1:39). 4.2.2. Al Gods kinderen bedienenU hebt als leidinggevende in de kerk het voorrecht om deel te nemen aan het werk van onze hemelse Vader, namelijk āde onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengenā (Mozes 1:39). 4.2.3. Onderwijzen in het evangelie van Jezus ChristusU hebt als leidinggevende in de kerk het voorrecht om deel te nemen aan het werk van onze hemelse Vader, namelijk āde onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengenā (Mozes 1:39). 4.2.4. Rechtschapen presiderenU hebt als leidinggevende in de kerk het voorrecht om deel te nemen aan het werk van onze hemelse Vader, namelijk āde onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengenā (Mozes 1:39). 4.2.5. Taken delegeren en rekenschap laten afleggenU hebt als leidinggevende in de kerk het voorrecht om deel te nemen aan het werk van onze hemelse Vader, namelijk āde onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengenā (Mozes 1:39). 4.2.6. Anderen voorbereiden op leidinggeven en onderwijzenU hebt als leidinggevende in de kerk het voorrecht om deel te nemen aan het werk van onze hemelse Vader, namelijk āde onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengenā (Mozes 1:39). 4.2.7. Bijeenkomsten, lessen en activiteiten met een duidelijk doel plannenU hebt als leidinggevende in de kerk het voorrecht om deel te nemen aan het werk van onze hemelse Vader, namelijk āde onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengenā (Mozes 1:39). 4.2.8. Uw inspanningen evaluerenU hebt als leidinggevende in de kerk het voorrecht om deel te nemen aan het werk van onze hemelse Vader, namelijk āde onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengenā (Mozes 1:39). 4.3. Raden in de kerkU hebt als leidinggevende in de kerk het voorrecht om deel te nemen aan het werk van onze hemelse Vader, namelijk āde onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengenā (Mozes 1:39). 4.4. Beginselen voor doeltreffende raden 4.4. Beginselen voor doeltreffende radenU hebt als leidinggevende in de kerk het voorrecht om deel te nemen aan het werk van onze hemelse Vader, namelijk āde onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengenā (Mozes 1:39). 4.4.1. Doelen van radenU hebt als leidinggevende in de kerk het voorrecht om deel te nemen aan het werk van onze hemelse Vader, namelijk āde onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengenā (Mozes 1:39). 4.4.2. Raadsvergaderingen voorbereidenU hebt als leidinggevende in de kerk het voorrecht om deel te nemen aan het werk van onze hemelse Vader, namelijk āde onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengenā (Mozes 1:39). 4.4.3. Bespreking en beslissingenU hebt als leidinggevende in de kerk het voorrecht om deel te nemen aan het werk van onze hemelse Vader, namelijk āde onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengenā (Mozes 1:39). 4.4.4. EensgezindheidU hebt als leidinggevende in de kerk het voorrecht om deel te nemen aan het werk van onze hemelse Vader, namelijk āde onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengenā (Mozes 1:39). 4.4.5. Actie en verantwoordingU hebt als leidinggevende in de kerk het voorrecht om deel te nemen aan het werk van onze hemelse Vader, namelijk āde onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengenā (Mozes 1:39). 4.4.6. VertrouwelijkheidU hebt als leidinggevende in de kerk het voorrecht om deel te nemen aan het werk van onze hemelse Vader, namelijk āde onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengenā (Mozes 1:39). Kerkorganisatie 5. Algemene en gebiedsleiding 5.0. InleidingDit hoofdstuk beschrijft de rol van leidinggevenden op algemeen en gebiedsniveau. 5.1. Algemene kerkleiding 5.1. Algemene kerkleidingDit hoofdstuk beschrijft de rol van leidinggevenden op algemeen en gebiedsniveau. 5.1.1. Algemene autoriteitenDit hoofdstuk beschrijft de rol van leidinggevenden op algemeen en gebiedsniveau. 5.1.2. Algemene functionarissenDit hoofdstuk beschrijft de rol van leidinggevenden op algemeen en gebiedsniveau. 5.2. Gebiedsleiding 5.2. GebiedsleidingDit hoofdstuk beschrijft de rol van leidinggevenden op algemeen en gebiedsniveau. 5.2.1. GebiedspresidiumDit hoofdstuk beschrijft de rol van leidinggevenden op algemeen en gebiedsniveau. 5.2.2. GebiedszeventigersDit hoofdstuk beschrijft de rol van leidinggevenden op algemeen en gebiedsniveau. 5.2.3. GebiedsraadDit hoofdstuk beschrijft de rol van leidinggevenden op algemeen en gebiedsniveau. 5.2.4. Coƶrdinerende raadDit hoofdstuk beschrijft de rol van leidinggevenden op algemeen en gebiedsniveau. 5.2.5. GebiedsroepingenDit hoofdstuk beschrijft de rol van leidinggevenden op algemeen en gebiedsniveau. 6. Leiding op ringniveau 6.1. Doel van een ringDe Heer vestigt ringen voor āde vergaderingā van zijn volk en als āeen bescherming [ā¦] en een toevluchtā tegen de wereld (Leer en Verbonden 115:6). Leden en leidinggevenden in een ring zetten zich samen voor Gods werk van heil en verhoging in. 6.2. Ringpresidium 6.2. RingpresidiumDe Heer vestigt ringen voor āde vergaderingā van zijn volk en als āeen bescherming [ā¦] en een toevluchtā tegen de wereld (Leer en Verbonden 115:6). Leden en leidinggevenden in een ring zetten zich samen voor Gods werk van heil en verhoging in. 6.2.1. Presiderende hogepriesterDe Heer vestigt ringen voor āde vergaderingā van zijn volk en als āeen bescherming [ā¦] en een toevluchtā tegen de wereld (Leer en Verbonden 115:6). Leden en leidinggevenden in een ring zetten zich samen voor Gods werk van heil en verhoging in. 6.2.2. Gods werk van heil en verhoging in de ring leidenDe Heer vestigt ringen voor āde vergaderingā van zijn volk en als āeen bescherming [ā¦] en een toevluchtā tegen de wereld (Leer en Verbonden 115:6). Leden en leidinggevenden in een ring zetten zich samen voor Gods werk van heil en verhoging in. 6.2.3. Gewone rechterDe Heer vestigt ringen voor āde vergaderingā van zijn volk en als āeen bescherming [ā¦] en een toevluchtā tegen de wereld (Leer en Verbonden 115:6). Leden en leidinggevenden in een ring zetten zich samen voor Gods werk van heil en verhoging in. 6.2.4. Documenten, financiĆ«n en eigendommenDe Heer vestigt ringen voor āde vergaderingā van zijn volk en als āeen bescherming [ā¦] en een toevluchtā tegen de wereld (Leer en Verbonden 115:6). Leden en leidinggevenden in een ring zetten zich samen voor Gods werk van heil en verhoging in. 6.3. Verschillen tussen het gezag van districtspresidenten en dat van ringpresidentenDe Heer vestigt ringen voor āde vergaderingā van zijn volk en als āeen bescherming [ā¦] en een toevluchtā tegen de wereld (Leer en Verbonden 115:6). Leden en leidinggevenden in een ring zetten zich samen voor Gods werk van heil en verhoging in. 6.4. Ringsecretaris, assistent-ringsecretarissen, ringadministrateur en assistent-ringadministrateurs 6.4.1. Ringsecretaris en assistent-ringsecretarissenDe Heer vestigt ringen voor āde vergaderingā van zijn volk en als āeen bescherming [ā¦] en een toevluchtā tegen de wereld (Leer en Verbonden 115:6). Leden en leidinggevenden in een ring zetten zich samen voor Gods werk van heil en verhoging in. 6.4.2. Ringadministrateur en assistent-ringadministrateursDe Heer vestigt ringen voor āde vergaderingā van zijn volk en als āeen bescherming [ā¦] en een toevluchtā tegen de wereld (Leer en Verbonden 115:6). Leden en leidinggevenden in een ring zetten zich samen voor Gods werk van heil en verhoging in. 6.5. Hoge raad 6.5. Hoge raadDe Heer vestigt ringen voor āde vergaderingā van zijn volk en als āeen bescherming [ā¦] en een toevluchtā tegen de wereld (Leer en Verbonden 115:6). Leden en leidinggevenden in een ring zetten zich samen voor Gods werk van heil en verhoging in. 6.5.1. Ringpresidium vertegenwoordigenDe Heer vestigt ringen voor āde vergaderingā van zijn volk en als āeen bescherming [ā¦] en een toevluchtā tegen de wereld (Leer en Verbonden 115:6). Leden en leidinggevenden in een ring zetten zich samen voor Gods werk van heil en verhoging in. 6.5.2. Zitting hebben in ringraden en -comitĆ©sDe Heer vestigt ringen voor āde vergaderingā van zijn volk en als āeen bescherming [ā¦] en een toevluchtā tegen de wereld (Leer en Verbonden 115:6). Leden en leidinggevenden in een ring zetten zich samen voor Gods werk van heil en verhoging in. 6.5.3. Leiding aan organisaties van de ring gevenDe Heer vestigt ringen voor āde vergaderingā van zijn volk en als āeen bescherming [ā¦] en een toevluchtā tegen de wereld (Leer en Verbonden 115:6). Leden en leidinggevenden in een ring zetten zich samen voor Gods werk van heil en verhoging in. 6.6. Ringpatriarch 6.6. RingpatriarchDe Heer vestigt ringen voor āde vergaderingā van zijn volk en als āeen bescherming [ā¦] en een toevluchtā tegen de wereld (Leer en Verbonden 115:6). Leden en leidinggevenden in een ring zetten zich samen voor Gods werk van heil en verhoging in. 6.6.1. Ringpatriarch roepen, steun verlenen en ordenenDe Heer vestigt ringen voor āde vergaderingā van zijn volk en als āeen bescherming [ā¦] en een toevluchtā tegen de wereld (Leer en Verbonden 115:6). Leden en leidinggevenden in een ring zetten zich samen voor Gods werk van heil en verhoging in. 6.6.2. Tweede ringpatriarch roepenDe Heer vestigt ringen voor āde vergaderingā van zijn volk en als āeen bescherming [ā¦] en een toevluchtā tegen de wereld (Leer en Verbonden 115:6). Leden en leidinggevenden in een ring zetten zich samen voor Gods werk van heil en verhoging in. 6.6.3. Nieuwe ringpatriarch instruerenDe Heer vestigt ringen voor āde vergaderingā van zijn volk en als āeen bescherming [ā¦] en een toevluchtā tegen de wereld (Leer en Verbonden 115:6). Leden en leidinggevenden in een ring zetten zich samen voor Gods werk van heil en verhoging in. 6.6.4. Toezien op de werkzaamheden van de ringpatriarchDe Heer vestigt ringen voor āde vergaderingā van zijn volk en als āeen bescherming [ā¦] en een toevluchtā tegen de wereld (Leer en Verbonden 115:6). Leden en leidinggevenden in een ring zetten zich samen voor Gods werk van heil en verhoging in. 6.6.5. Vertrouwelijkheid van patriarchale zegensDe Heer vestigt ringen voor āde vergaderingā van zijn volk en als āeen bescherming [ā¦] en een toevluchtā tegen de wereld (Leer en Verbonden 115:6). Leden en leidinggevenden in een ring zetten zich samen voor Gods werk van heil en verhoging in. 6.6.6. Patriarch die voor een andere functie wordt geroepenDe Heer vestigt ringen voor āde vergaderingā van zijn volk en als āeen bescherming [ā¦] en een toevluchtā tegen de wereld (Leer en Verbonden 115:6). Leden en leidinggevenden in een ring zetten zich samen voor Gods werk van heil en verhoging in. 6.6.7. Typisten van patriarchale zegensDe Heer vestigt ringen voor āde vergaderingā van zijn volk en als āeen bescherming [ā¦] en een toevluchtā tegen de wereld (Leer en Verbonden 115:6). Leden en leidinggevenden in een ring zetten zich samen voor Gods werk van heil en verhoging in. 6.7. Ringorganisaties 6.7. RingorganisatiesDe Heer vestigt ringen voor āde vergaderingā van zijn volk en als āeen bescherming [ā¦] en een toevluchtā tegen de wereld (Leer en Verbonden 115:6). Leden en leidinggevenden in een ring zetten zich samen voor Gods werk van heil en verhoging in. 6.7.1. Presidiums zustershulpvereniging, jongemannen, jongevrouwen, jeugdwerk en zondagsschool van de ringDe Heer vestigt ringen voor āde vergaderingā van zijn volk en als āeen bescherming [ā¦] en een toevluchtā tegen de wereld (Leer en Verbonden 115:6). Leden en leidinggevenden in een ring zetten zich samen voor Gods werk van heil en verhoging in. 6.7.2. Jongemannenpresidium van de ringDe Heer vestigt ringen voor āde vergaderingā van zijn volk en als āeen bescherming [ā¦] en een toevluchtā tegen de wereld (Leer en Verbonden 115:6). Leden en leidinggevenden in een ring zetten zich samen voor Gods werk van heil en verhoging in. 6.7.3. Secretarissen en secretaresses van ringorganisatiesDe Heer vestigt ringen voor āde vergaderingā van zijn volk en als āeen bescherming [ā¦] en een toevluchtā tegen de wereld (Leer en Verbonden 115:6). Leden en leidinggevenden in een ring zetten zich samen voor Gods werk van heil en verhoging in. 6.8. Deskundigen van de ringDe Heer vestigt ringen voor āde vergaderingā van zijn volk en als āeen bescherming [ā¦] en een toevluchtā tegen de wereld (Leer en Verbonden 115:6). Leden en leidinggevenden in een ring zetten zich samen voor Gods werk van heil en verhoging in. 7. De bisschap 7.1. De bisschop en zijn raadgevers 7.1. De bisschop en zijn raadgeversDe bisschop draagt de priesterschapssleutels om leiding te geven aan het kerkwerk in de wijk. Hij vormt met zijn raadgevers een bisschap. Zij worden door het ringpresidium begeleid en aangestuurd. Zij behartigen het welzijn van de leden in de wijk met liefde en zorg, en helpen hen om een ware volgeling van Jezus Christus te worden. 7.1.1. Presiderende hogepriesterDe bisschop draagt de priesterschapssleutels om leiding te geven aan het kerkwerk in de wijk. Hij vormt met zijn raadgevers een bisschap. Zij worden door het ringpresidium begeleid en aangestuurd. Zij behartigen het welzijn van de leden in de wijk met liefde en zorg, en helpen hen om een ware volgeling van Jezus Christus te worden. 7.1.2. President van de AƤronische priesterschapDe bisschop draagt de priesterschapssleutels om leiding te geven aan het kerkwerk in de wijk. Hij vormt met zijn raadgevers een bisschap. Zij worden door het ringpresidium begeleid en aangestuurd. Zij behartigen het welzijn van de leden in de wijk met liefde en zorg, en helpen hen om een ware volgeling van Jezus Christus te worden. 7.1.3. Gewone rechterDe bisschop draagt de priesterschapssleutels om leiding te geven aan het kerkwerk in de wijk. Hij vormt met zijn raadgevers een bisschap. Zij worden door het ringpresidium begeleid en aangestuurd. Zij behartigen het welzijn van de leden in de wijk met liefde en zorg, en helpen hen om een ware volgeling van Jezus Christus te worden. 7.1.4. Gods werk van heil en verhoging in de wijk coƶrdinerenDe bisschop draagt de priesterschapssleutels om leiding te geven aan het kerkwerk in de wijk. Hij vormt met zijn raadgevers een bisschap. Zij worden door het ringpresidium begeleid en aangestuurd. Zij behartigen het welzijn van de leden in de wijk met liefde en zorg, en helpen hen om een ware volgeling van Jezus Christus te worden. 7.1.5. Documenten, financiĆ«n en het kerkgebouwDe bisschop draagt de priesterschapssleutels om leiding te geven aan het kerkwerk in de wijk. Hij vormt met zijn raadgevers een bisschap. Zij worden door het ringpresidium begeleid en aangestuurd. Zij behartigen het welzijn van de leden in de wijk met liefde en zorg, en helpen hen om een ware volgeling van Jezus Christus te worden. 7.2. Verschillen tussen een gemeentepresidium en een bisschapDe bisschop draagt de priesterschapssleutels om leiding te geven aan het kerkwerk in de wijk. Hij vormt met zijn raadgevers een bisschap. Zij worden door het ringpresidium begeleid en aangestuurd. Zij behartigen het welzijn van de leden in de wijk met liefde en zorg, en helpen hen om een ware volgeling van Jezus Christus te worden. 7.3. Wijksecretaris en assistent-wijksecretarissenDe bisschop draagt de priesterschapssleutels om leiding te geven aan het kerkwerk in de wijk. Hij vormt met zijn raadgevers een bisschap. Zij worden door het ringpresidium begeleid en aangestuurd. Zij behartigen het welzijn van de leden in de wijk met liefde en zorg, en helpen hen om een ware volgeling van Jezus Christus te worden. 7.4. Wijkadministrateur en assistent-wijkadministrateursDe bisschop draagt de priesterschapssleutels om leiding te geven aan het kerkwerk in de wijk. Hij vormt met zijn raadgevers een bisschap. Zij worden door het ringpresidium begeleid en aangestuurd. Zij behartigen het welzijn van de leden in de wijk met liefde en zorg, en helpen hen om een ware volgeling van Jezus Christus te worden. 8. Ouderlingenquorum 8.1. Doel en organisatie 8.1. Doel en organisatieDit hoofdstuk bevat informatie voor de leiders van ouderlingen en hogepriesters. 8.1.1. DoelDit hoofdstuk bevat informatie voor de leiders van ouderlingen en hogepriesters. 8.1.2. Lidmaatschap in het ouderlingenquorumDit hoofdstuk bevat informatie voor de leiders van ouderlingen en hogepriesters. 8.1.3. Aan plaatselijke behoeften aanpassenDit hoofdstuk bevat informatie voor de leiders van ouderlingen en hogepriesters. 8.2. Aan Gods werk van heil en verhoging deelnemen 8.2. Aan Gods werk van heil en verhoging deelnemenDit hoofdstuk bevat informatie voor de leiders van ouderlingen en hogepriesters. 8.2.1. Het evangelie van Jezus Christus nalevenDit hoofdstuk bevat informatie voor de leiders van ouderlingen en hogepriesters. 8.2.2. Voor behoeftigen zorgenDit hoofdstuk bevat informatie voor de leiders van ouderlingen en hogepriesters. 8.2.3. Allen uitnodigen om het evangelie te ontvangenDit hoofdstuk bevat informatie voor de leiders van ouderlingen en hogepriesters. 8.2.4. Families voor eeuwig verenigenDit hoofdstuk bevat informatie voor de leiders van ouderlingen en hogepriesters. 8.3. Quorumleiding ouderlingen 8.3.1. Ringpresidium en bisschopDit hoofdstuk bevat informatie voor de leiders van ouderlingen en hogepriesters. 8.3.2. HogeraadslidDit hoofdstuk bevat informatie voor de leiders van ouderlingen en hogepriesters. 8.3.3. Quorumpresidium ouderlingenDit hoofdstuk bevat informatie voor de leiders van ouderlingen en hogepriesters. 8.3.4. SecretarisDit hoofdstuk bevat informatie voor de leiders van ouderlingen en hogepriesters. 8.3.5. Aanvullende roepingenDit hoofdstuk bevat informatie voor de leiders van ouderlingen en hogepriesters. 8.4. Toekomstige ouderlingen op het Melchizedeks priesterschap voorbereidenDit hoofdstuk bevat informatie voor de leiders van ouderlingen en hogepriesters. 8.5. Leden met een handicapDit hoofdstuk bevat informatie voor de leiders van ouderlingen en hogepriesters. 9. Zustershulpvereniging 9.1. Doel en organisatie 9.1. Doel en organisatieDe zustershulpvereniging helpt Gods kinderen om zich voor te bereiden op hun terugkeer in zijn tegenwoordigheid. 9.1.1. DoelDe zustershulpvereniging helpt Gods kinderen om zich voor te bereiden op hun terugkeer in zijn tegenwoordigheid. 9.1.2. Lidmaatschap in de ZHVDe zustershulpvereniging helpt Gods kinderen om zich voor te bereiden op hun terugkeer in zijn tegenwoordigheid. 9.1.3. Aan plaatselijke behoeften aanpassenDe zustershulpvereniging helpt Gods kinderen om zich voor te bereiden op hun terugkeer in zijn tegenwoordigheid. 9.2. Aan Gods werk van heil en verhoging deelnemen 9.2. Aan Gods werk van heil en verhoging deelnemenDe zustershulpvereniging helpt Gods kinderen om zich voor te bereiden op hun terugkeer in zijn tegenwoordigheid. 9.2.1. Het evangelie van Jezus Christus nalevenDe zustershulpvereniging helpt Gods kinderen om zich voor te bereiden op hun terugkeer in zijn tegenwoordigheid. 9.2.2. Voor behoeftigen zorgenDe zustershulpvereniging helpt Gods kinderen om zich voor te bereiden op hun terugkeer in zijn tegenwoordigheid. 9.2.3. Allen uitnodigen om het evangelie te ontvangenDe zustershulpvereniging helpt Gods kinderen om zich voor te bereiden op hun terugkeer in zijn tegenwoordigheid. 9.2.4. Families voor eeuwig verenigenDe zustershulpvereniging helpt Gods kinderen om zich voor te bereiden op hun terugkeer in zijn tegenwoordigheid. 9.3. ZHV-leiding 9.3.1. BisschopDe zustershulpvereniging helpt Gods kinderen om zich voor te bereiden op hun terugkeer in zijn tegenwoordigheid. 9.3.2. ZHV-presidiumDe zustershulpvereniging helpt Gods kinderen om zich voor te bereiden op hun terugkeer in zijn tegenwoordigheid. 9.3.3. SecretaresseDe zustershulpvereniging helpt Gods kinderen om zich voor te bereiden op hun terugkeer in zijn tegenwoordigheid. 9.3.4. Aanvullende roepingenDe zustershulpvereniging helpt Gods kinderen om zich voor te bereiden op hun terugkeer in zijn tegenwoordigheid. 9.4. Jongevrouwen op deelname in de ZHV voorbereidenDe zustershulpvereniging helpt Gods kinderen om zich voor te bereiden op hun terugkeer in zijn tegenwoordigheid. 9.5. ZHV-leiding op ringniveauDe zustershulpvereniging helpt Gods kinderen om zich voor te bereiden op hun terugkeer in zijn tegenwoordigheid. 9.6. Aanvullende beleidsregels en richtlijnen 9.6. Aanvullende beleidsregels en richtlijnenDe zustershulpvereniging helpt Gods kinderen om zich voor te bereiden op hun terugkeer in zijn tegenwoordigheid. 9.6.1. Leden met een handicapDe zustershulpvereniging helpt Gods kinderen om zich voor te bereiden op hun terugkeer in zijn tegenwoordigheid. 9.6.2. Lees- en schrijfvaardigheidDe zustershulpvereniging helpt Gods kinderen om zich voor te bereiden op hun terugkeer in zijn tegenwoordigheid. 10. AƤronische-priesterschapsquorums 10.1. Doel en organisatie 10.1. Doel en organisatieIn de AƤronische-priesterschapsquorums leren jongemannen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 10.1.1. DoelIn de AƤronische-priesterschapsquorums leren jongemannen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 10.1.2. Thema AƤronische-priesterschapsquorumsIn de AƤronische-priesterschapsquorums leren jongemannen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 10.1.3. QuorumsIn de AƤronische-priesterschapsquorums leren jongemannen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 10.1.4. PriesterschapssleutelsIn de AƤronische-priesterschapsquorums leren jongemannen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 10.1.5. Quorums aan plaatselijke behoeften aanpassenIn de AƤronische-priesterschapsquorums leren jongemannen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 10.2 Aan Gods werk van heil en verhoging deelnemen 10.2 Aan Gods werk van heil en verhoging deelnemenIn de AƤronische-priesterschapsquorums leren jongemannen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 10.2.1. Het evangelie van Jezus Christus nalevenIn de AƤronische-priesterschapsquorums leren jongemannen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 10.2.2. Voor behoeftigen zorgenIn de AƤronische-priesterschapsquorums leren jongemannen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 10.2.3. Allen uitnodigen om het evangelie te ontvangenIn de AƤronische-priesterschapsquorums leren jongemannen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 10.2.4. Families voor eeuwig verenigenIn de AƤronische-priesterschapsquorums leren jongemannen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 10.3. BisschapIn de AƤronische-priesterschapsquorums leren jongemannen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 10.4. Jonge quorumleiders 10.4.1. Roepen, steun verlenen en aanstellenIn de AƤronische-priesterschapsquorums leren jongemannen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 10.4.2. TakenIn de AƤronische-priesterschapsquorums leren jongemannen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 10.4.3. Vergadering van het quorumpresidiumIn de AƤronische-priesterschapsquorums leren jongemannen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 10.4.4. JongerenwijkraadIn de AƤronische-priesterschapsquorums leren jongemannen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 10.5. Adviseurs en deskundigenIn de AƤronische-priesterschapsquorums leren jongemannen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 10.6. Jongemannen op het Melchizedeks priesterschap voorbereidenIn de AƤronische-priesterschapsquorums leren jongemannen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 10.7. Jongemannenleiding op ringniveauIn de AƤronische-priesterschapsquorums leren jongemannen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 10.8. Aanvullende beleidsregels en richtlijnen 10.8.1. Jongeren beschermenIn de AƤronische-priesterschapsquorums leren jongemannen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 10.8.2. Jongemannen met een handicapIn de AƤronische-priesterschapsquorums leren jongemannen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 10.8.3. Emblemen voor kinderen en jongerenIn de AƤronische-priesterschapsquorums leren jongemannen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 10.8.4. Vastengaven inzamelenIn de AƤronische-priesterschapsquorums leren jongemannen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 11. Jongevrouwen 11.1. Doel en organisatie 11.1. Doel en organisatieIn de jongevrouwenorganisatie leren jongevrouwen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 11.1.1. DoelIn de jongevrouwenorganisatie leren jongevrouwen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 11.1.2. JongevrouwenthemaIn de jongevrouwenorganisatie leren jongevrouwen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 11.1.3. KlassenIn de jongevrouwenorganisatie leren jongevrouwen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 11.2. Aan Gods werk van heil en verhoging deelnemen 11.2. Aan Gods werk van heil en verhoging deelnemenIn de jongevrouwenorganisatie leren jongevrouwen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 11.2.1. Het evangelie van Jezus Christus nalevenIn de jongevrouwenorganisatie leren jongevrouwen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 11.2.2. Voor behoeftigen zorgenIn de jongevrouwenorganisatie leren jongevrouwen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 11.2.3. Allen uitnodigen om het evangelie te ontvangenIn de jongevrouwenorganisatie leren jongevrouwen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 11.2.4. Families voor eeuwig verenigenIn de jongevrouwenorganisatie leren jongevrouwen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 11.3. Jongevrouwenleiding op wijkniveau 11.3.1. BisschapIn de jongevrouwenorganisatie leren jongevrouwen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 11.3.2. Volwassen jongevrouwenpresidiumIn de jongevrouwenorganisatie leren jongevrouwen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 11.3.3. SecretaresseIn de jongevrouwenorganisatie leren jongevrouwen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 11.3.4. Klaspresidium en -secretaresseIn de jongevrouwenorganisatie leren jongevrouwen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 11.3.5. AdviseusesIn de jongevrouwenorganisatie leren jongevrouwen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 11.3.6. DeskundigenIn de jongevrouwenorganisatie leren jongevrouwen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 11.4. Jongevrouwen op hun overgang naar de ZHV voorbereidenIn de jongevrouwenorganisatie leren jongevrouwen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 11.5. Jongevrouwenleiding op ringniveauIn de jongevrouwenorganisatie leren jongevrouwen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 11.6. Aanvullende beleidsregels en richtlijnen 11.6.1. Jongeren beschermenIn de jongevrouwenorganisatie leren jongevrouwen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 11.6.2. Jongevrouwen met een handicapIn de jongevrouwenorganisatie leren jongevrouwen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 11.6.3. Emblemen voor kinderen en jongerenIn de jongevrouwenorganisatie leren jongevrouwen wat het inhoudt om heilige verbonden te sluiten en na te komen, en hun bekering tot Jezus Christus en zijn evangelie te verdiepen. 12. Jeugdwerk 12.1. Doel en organisatie 12.1. Doel en organisatieHet jeugdwerk is een thuisgerichte, kerkgesteunde organisatie voor kinderen van 1,5ā11 jaar. 12.1.1. DoelenHet jeugdwerk is een thuisgerichte, kerkgesteunde organisatie voor kinderen van 1,5ā11 jaar. 12.1.2. JeugdwerkthemaHet jeugdwerk is een thuisgerichte, kerkgesteunde organisatie voor kinderen van 1,5ā11 jaar. 12.1.3. KinderkamerHet jeugdwerk is een thuisgerichte, kerkgesteunde organisatie voor kinderen van 1,5ā11 jaar. 12.1.4. KlassenHet jeugdwerk is een thuisgerichte, kerkgesteunde organisatie voor kinderen van 1,5ā11 jaar. 12.1.5. ZangperiodeHet jeugdwerk is een thuisgerichte, kerkgesteunde organisatie voor kinderen van 1,5ā11 jaar. 12.1.6. Kinderprogramma in de avondmaalsdienstHet jeugdwerk is een thuisgerichte, kerkgesteunde organisatie voor kinderen van 1,5ā11 jaar. 12.1.7. Voorbereiding op de tempel en het priesterschapHet jeugdwerk is een thuisgerichte, kerkgesteunde organisatie voor kinderen van 1,5ā11 jaar. 12.2. Aan Gods werk van heil en verhoging deelnemen 12.2. Aan Gods werk van heil en verhoging deelnemenHet jeugdwerk is een thuisgerichte, kerkgesteunde organisatie voor kinderen van 1,5ā11 jaar. 12.2.1. Het evangelie van Jezus Christus nalevenHet jeugdwerk is een thuisgerichte, kerkgesteunde organisatie voor kinderen van 1,5ā11 jaar. 12.2.2. Voor behoeftigen zorgenHet jeugdwerk is een thuisgerichte, kerkgesteunde organisatie voor kinderen van 1,5ā11 jaar. 12.2.3. Allen uitnodigen om het evangelie te ontvangenHet jeugdwerk is een thuisgerichte, kerkgesteunde organisatie voor kinderen van 1,5ā11 jaar. 12.2.4. Families voor eeuwig verenigenHet jeugdwerk is een thuisgerichte, kerkgesteunde organisatie voor kinderen van 1,5ā11 jaar. 12.3. Jeugdwerkleiding op wijkniveau 12.3.1. BisschapHet jeugdwerk is een thuisgerichte, kerkgesteunde organisatie voor kinderen van 1,5ā11 jaar. 12.3.2. JeugdwerkpresidiumHet jeugdwerk is een thuisgerichte, kerkgesteunde organisatie voor kinderen van 1,5ā11 jaar. 12.3.3. SecretaresseHet jeugdwerk is een thuisgerichte, kerkgesteunde organisatie voor kinderen van 1,5ā11 jaar. 12.3.4. Dirigent(e) en pianist(e)Het jeugdwerk is een thuisgerichte, kerkgesteunde organisatie voor kinderen van 1,5ā11 jaar. 12.3.5. Leerkrachten en kinderkamerleid(st)ersHet jeugdwerk is een thuisgerichte, kerkgesteunde organisatie voor kinderen van 1,5ā11 jaar. 12.3.6. Activiteitenleid(st)ersHet jeugdwerk is een thuisgerichte, kerkgesteunde organisatie voor kinderen van 1,5ā11 jaar. 12.4. Jeugdwerkleiding op ringniveauHet jeugdwerk is een thuisgerichte, kerkgesteunde organisatie voor kinderen van 1,5ā11 jaar. 12.5. Aanvullende beleidsregels en richtlijnen 12.5.1. Kinderen beschermenHet jeugdwerk is een thuisgerichte, kerkgesteunde organisatie voor kinderen van 1,5ā11 jaar. 12.5.2. Kinderen met bijzondere behoeftenHet jeugdwerk is een thuisgerichte, kerkgesteunde organisatie voor kinderen van 1,5ā11 jaar. 12.5.3. Mannen met een functie in het jeugdwerkHet jeugdwerk is een thuisgerichte, kerkgesteunde organisatie voor kinderen van 1,5ā11 jaar. 12.5.4. Toiletten en veiligheidHet jeugdwerk is een thuisgerichte, kerkgesteunde organisatie voor kinderen van 1,5ā11 jaar. 12.5.5. RollenspelenHet jeugdwerk is een thuisgerichte, kerkgesteunde organisatie voor kinderen van 1,5ā11 jaar. 12.5.6. KGW-ringenHet jeugdwerk is een thuisgerichte, kerkgesteunde organisatie voor kinderen van 1,5ā11 jaar. 12.5.7. Het programma Kinderen en jongeren introducerenHet jeugdwerk is een thuisgerichte, kerkgesteunde organisatie voor kinderen van 1,5ā11 jaar. 13. Zondagsschool 13.1. DoelDe zondagsschool draagt aan Gods heilswerk bij op aanwijzing van leiders die priesterschapssleutels dragen. 13.2. Zondagsschoolleiding op wijkniveau 13.2.1. BisschapDe zondagsschool draagt aan Gods heilswerk bij op aanwijzing van leiders die priesterschapssleutels dragen. 13.2.2. ZondagsschoolpresidentDe zondagsschool draagt aan Gods heilswerk bij op aanwijzing van leiders die priesterschapssleutels dragen. 13.2.3. Leerkrachten in de zondagsschoolDe zondagsschool draagt aan Gods heilswerk bij op aanwijzing van leiders die priesterschapssleutels dragen. 13.3. Zondagsschoolklassen 13.3. ZondagsschoolklassenDe zondagsschool draagt aan Gods heilswerk bij op aanwijzing van leiders die priesterschapssleutels dragen. 13.3.1. Kleine gemeentenDe zondagsschool draagt aan Gods heilswerk bij op aanwijzing van leiders die priesterschapssleutels dragen. 13.3.2. Zondagsschoolklassen voor specifieke groepenDe zondagsschool draagt aan Gods heilswerk bij op aanwijzing van leiders die priesterschapssleutels dragen. 13.4. Onderwijzen en leren in de wijk verbeterenDe zondagsschool draagt aan Gods heilswerk bij op aanwijzing van leiders die priesterschapssleutels dragen. 13.5. Thuis het onderwijs en leerplezier verbeterenDe zondagsschool draagt aan Gods heilswerk bij op aanwijzing van leiders die priesterschapssleutels dragen. 13.6. Zondagsschoolleiding op ringniveauDe zondagsschool draagt aan Gods heilswerk bij op aanwijzing van leiders die priesterschapssleutels dragen. 13.7. Aanvullende richtlijnen 13.7.1. Leden met een handicapDe zondagsschool draagt aan Gods heilswerk bij op aanwijzing van leiders die priesterschapssleutels dragen. 13.7.2. LeermiddelencentrumDe zondagsschool draagt aan Gods heilswerk bij op aanwijzing van leiders die priesterschapssleutels dragen. 14. Alleenstaande leden 14.0. InleidingEen aanzienlijk deel van het ledental van de kerk bestaat uit mannen en vrouwen die niet zijn getrouwd, die zijn gescheiden, of die weduwe of weduwnaar zijn. Leidinggevenden bieden hun steun aan deze leden en betrekken ze bij het werk van de kerk. 14.1. Alleenstaande leden in geografische units 14.1. Alleenstaande leden in geografische unitsEen aanzienlijk deel van het ledental van de kerk bestaat uit mannen en vrouwen die niet zijn getrouwd, die zijn gescheiden, of die weduwe of weduwnaar zijn. Leidinggevenden bieden hun steun aan deze leden en betrekken ze bij het werk van de kerk. 14.1.1. Leiding op ringniveauEen aanzienlijk deel van het ledental van de kerk bestaat uit mannen en vrouwen die niet zijn getrouwd, die zijn gescheiden, of die weduwe of weduwnaar zijn. Leidinggevenden bieden hun steun aan deze leden en betrekken ze bij het werk van de kerk. 14.1.2. Leiding op wijkniveauEen aanzienlijk deel van het ledental van de kerk bestaat uit mannen en vrouwen die niet zijn getrouwd, die zijn gescheiden, of die weduwe of weduwnaar zijn. Leidinggevenden bieden hun steun aan deze leden en betrekken ze bij het werk van de kerk. 14.2. Aan Gods werk van heil en verhoging deelnemen 14.2. Aan Gods werk van heil en verhoging deelnemenEen aanzienlijk deel van het ledental van de kerk bestaat uit mannen en vrouwen die niet zijn getrouwd, die zijn gescheiden, of die weduwe of weduwnaar zijn. Leidinggevenden bieden hun steun aan deze leden en betrekken ze bij het werk van de kerk. 14.2.1. Het evangelie van Jezus Christus nalevenEen aanzienlijk deel van het ledental van de kerk bestaat uit mannen en vrouwen die niet zijn getrouwd, die zijn gescheiden, of die weduwe of weduwnaar zijn. Leidinggevenden bieden hun steun aan deze leden en betrekken ze bij het werk van de kerk. 14.2.2. Voor behoeftigen zorgenEen aanzienlijk deel van het ledental van de kerk bestaat uit mannen en vrouwen die niet zijn getrouwd, die zijn gescheiden, of die weduwe of weduwnaar zijn. Leidinggevenden bieden hun steun aan deze leden en betrekken ze bij het werk van de kerk. 14.2.3. Allen uitnodigen om het evangelie te ontvangenEen aanzienlijk deel van het ledental van de kerk bestaat uit mannen en vrouwen die niet zijn getrouwd, die zijn gescheiden, of die weduwe of weduwnaar zijn. Leidinggevenden bieden hun steun aan deze leden en betrekken ze bij het werk van de kerk. 14.2.4. Families voor eeuwig verenigenEen aanzienlijk deel van het ledental van de kerk bestaat uit mannen en vrouwen die niet zijn getrouwd, die zijn gescheiden, of die weduwe of weduwnaar zijn. Leidinggevenden bieden hun steun aan deze leden en betrekken ze bij het werk van de kerk. 14.3. Wijken en ringen voor jonge alleenstaande volwassenen en wijken voor alleenstaande volwassenenEen aanzienlijk deel van het ledental van de kerk bestaat uit mannen en vrouwen die niet zijn getrouwd, die zijn gescheiden, of die weduwe of weduwnaar zijn. Leidinggevenden bieden hun steun aan deze leden en betrekken ze bij het werk van de kerk. 14.4. Aanvullende beleidsregels en richtlijnen 14.4.1. OntmoetingsplaatsenEen aanzienlijk deel van het ledental van de kerk bestaat uit mannen en vrouwen die niet zijn getrouwd, die zijn gescheiden, of die weduwe of weduwnaar zijn. Leidinggevenden bieden hun steun aan deze leden en betrekken ze bij het werk van de kerk. 14.4.2. MaandagavondEen aanzienlijk deel van het ledental van de kerk bestaat uit mannen en vrouwen die niet zijn getrouwd, die zijn gescheiden, of die weduwe of weduwnaar zijn. Leidinggevenden bieden hun steun aan deze leden en betrekken ze bij het werk van de kerk. 14.4.3. Extra ouderlingenquorums en zustershulpverenigingenEen aanzienlijk deel van het ledental van de kerk bestaat uit mannen en vrouwen die niet zijn getrouwd, die zijn gescheiden, of die weduwe of weduwnaar zijn. Leidinggevenden bieden hun steun aan deze leden en betrekken ze bij het werk van de kerk. 14.4.4. Leden geroepen in units voor alleenstaande ledenEen aanzienlijk deel van het ledental van de kerk bestaat uit mannen en vrouwen die niet zijn getrouwd, die zijn gescheiden, of die weduwe of weduwnaar zijn. Leidinggevenden bieden hun steun aan deze leden en betrekken ze bij het werk van de kerk. 14.4.5. SchoolvakantiesEen aanzienlijk deel van het ledental van de kerk bestaat uit mannen en vrouwen die niet zijn getrouwd, die zijn gescheiden, of die weduwe of weduwnaar zijn. Leidinggevenden bieden hun steun aan deze leden en betrekken ze bij het werk van de kerk. 14.4.6. Gesprekken in wijken en ringen voor jonge alleenstaande volwassenenEen aanzienlijk deel van het ledental van de kerk bestaat uit mannen en vrouwen die niet zijn getrouwd, die zijn gescheiden, of die weduwe of weduwnaar zijn. Leidinggevenden bieden hun steun aan deze leden en betrekken ze bij het werk van de kerk. 14.4.7. Deelname aan activiteiten voor alleenstaande ledenEen aanzienlijk deel van het ledental van de kerk bestaat uit mannen en vrouwen die niet zijn getrouwd, die zijn gescheiden, of die weduwe of weduwnaar zijn. Leidinggevenden bieden hun steun aan deze leden en betrekken ze bij het werk van de kerk. 14.4.8. Alleenstaande oudersEen aanzienlijk deel van het ledental van de kerk bestaat uit mannen en vrouwen die niet zijn getrouwd, die zijn gescheiden, of die weduwe of weduwnaar zijn. Leidinggevenden bieden hun steun aan deze leden en betrekken ze bij het werk van de kerk. 15. Seminarie en instituut voor godsdienstonderwijs 15.0. InleidingSeminarie en instituut voor godsdienstonderwijs (S&I) assisteert ouders en kerkleid(st)ers bij hun streven om het geloof van jongeren en jongvolwassenen in Jezus Christus en zijn herstelde evangelie te vergroten. 15.1. Seminarie 15.1. SeminarieSeminarie en instituut voor godsdienstonderwijs (S&I) assisteert ouders en kerkleid(st)ers bij hun streven om het geloof van jongeren en jongvolwassenen in Jezus Christus en zijn herstelde evangelie te vergroten. 15.1.1. LeerkrachtenSeminarie en instituut voor godsdienstonderwijs (S&I) assisteert ouders en kerkleid(st)ers bij hun streven om het geloof van jongeren en jongvolwassenen in Jezus Christus en zijn herstelde evangelie te vergroten. 15.1.2. Gebouwen, apparatuur en materialenSeminarie en instituut voor godsdienstonderwijs (S&I) assisteert ouders en kerkleid(st)ers bij hun streven om het geloof van jongeren en jongvolwassenen in Jezus Christus en zijn herstelde evangelie te vergroten. 15.1.3. Klasfunctionarissen en -activiteitenSeminarie en instituut voor godsdienstonderwijs (S&I) assisteert ouders en kerkleid(st)ers bij hun streven om het geloof van jongeren en jongvolwassenen in Jezus Christus en zijn herstelde evangelie te vergroten. 15.1.4. Seminariepunten en diplomeringSeminarie en instituut voor godsdienstonderwijs (S&I) assisteert ouders en kerkleid(st)ers bij hun streven om het geloof van jongeren en jongvolwassenen in Jezus Christus en zijn herstelde evangelie te vergroten. 15.1.5. SchooltijdseminarieSeminarie en instituut voor godsdienstonderwijs (S&I) assisteert ouders en kerkleid(st)ers bij hun streven om het geloof van jongeren en jongvolwassenen in Jezus Christus en zijn herstelde evangelie te vergroten. 15.2. Instituut 15.2. InstituutSeminarie en instituut voor godsdienstonderwijs (S&I) assisteert ouders en kerkleid(st)ers bij hun streven om het geloof van jongeren en jongvolwassenen in Jezus Christus en zijn herstelde evangelie te vergroten. 15.2.1. Andere godsdienstcursussenSeminarie en instituut voor godsdienstonderwijs (S&I) assisteert ouders en kerkleid(st)ers bij hun streven om het geloof van jongeren en jongvolwassenen in Jezus Christus en zijn herstelde evangelie te vergroten. 15.3. Kerkscholen en kerkelijke onderwijsinstellingenSeminarie en instituut voor godsdienstonderwijs (S&I) assisteert ouders en kerkleid(st)ers bij hun streven om het geloof van jongeren en jongvolwassenen in Jezus Christus en zijn herstelde evangelie te vergroten. Gods werk van heil en verhoging Het evangelie van Jezus Christus naleven 16. Het evangelie van Jezus Christus nalevenWe leven het evangelie na als we geloof in Jezus Christus oefenen, ons dagelijks bekeren, verbonden met God sluiten wanneer we de verordeningen van heil en verhoging ontvangen, en tot het einde toe volharden door die verbonden na te komen. 17. Evangelieonderwijs 17. EvangelieonderwijsDoeltreffend evangelieonderwijs vergroot het getuigenis en geloof van de leden in onze hemelse Vader en Jezus Christus. 17.1. Beginselen van onderwijs in de geest van Christus 17.1. Beginselen van onderwijs in de geest van ChristusDoeltreffend evangelieonderwijs vergroot het getuigenis en geloof van de leden in onze hemelse Vader en Jezus Christus. 17.1.1. Heb lief wie u onderwijstDoeltreffend evangelieonderwijs vergroot het getuigenis en geloof van de leden in onze hemelse Vader en Jezus Christus. 17.1.2. Onderwijs met de GeestDoeltreffend evangelieonderwijs vergroot het getuigenis en geloof van de leden in onze hemelse Vader en Jezus Christus. 17.1.3. Onderwijs in de leerDoeltreffend evangelieonderwijs vergroot het getuigenis en geloof van de leden in onze hemelse Vader en Jezus Christus. 17.1.4. Zet aan tot ijverig lerenDoeltreffend evangelieonderwijs vergroot het getuigenis en geloof van de leden in onze hemelse Vader en Jezus Christus. 17.2. Het evangelie thuis leren en onderwijzenDoeltreffend evangelieonderwijs vergroot het getuigenis en geloof van de leden in onze hemelse Vader en Jezus Christus. 17.3. Taken van leidinggevendenDoeltreffend evangelieonderwijs vergroot het getuigenis en geloof van de leden in onze hemelse Vader en Jezus Christus. 17.4. LeerkrachtenraadDoeltreffend evangelieonderwijs vergroot het getuigenis en geloof van de leden in onze hemelse Vader en Jezus Christus. 17.5 Leerkrachtenraad voor oudersDoeltreffend evangelieonderwijs vergroot het getuigenis en geloof van de leden in onze hemelse Vader en Jezus Christus. 18. Priesterschapsverordeningen verrichten en zegens geven 18.0. InleidingVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.1. Verordeningen van heil en verhogingVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.2. Overige verordeningen en zegensVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.3. Deelname aan verordeningen of zegensVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.4. Verordeningen voor minderjarige kinderenVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.5. Verordeningen verricht voor en door personen met een handicapVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.6. Kinderen een naam en een zegen geven 18.6. Kinderen een naam en een zegen gevenVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.6.1. Wie geeft de zegenVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.6.2. InstructiesVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.6.3. Formulier Inschrijving kind en certificaat van zegenVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.7. Doop 18.7. DoopVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.7.1. Goedkeuring voor iemands doop en bevestigingVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.7.2. DoopdienstVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.7.3. Wie verricht de verordeningVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.7.4. Waar wordt de verordening verrichtVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.7.5. KledingVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.7.6. GetuigenVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.7.7. InstructiesVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.7.8. DoopkaartVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.8. Bevestiging en gave van de Heilige Geest 18.8. Bevestiging en gave van de Heilige GeestVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.8.1. Wie verricht de verordeningVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.8.2. InstructiesVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.8.3. Formulier en certificaat Doop en bevestigingVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.9. Het avondmaal 18.9. Het avondmaalVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.9.1. Goedkeuring om het avondmaal te bedienenVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.9.2. Wie verricht de verordeningVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.9.3. Richtlijnen voor het avondmaalVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.9.4. InstructiesVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.10. Het priesterschap verlenen en tot een ambt ordenen 18.10. Het priesterschap verlenen en tot een ambt ordenenVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.10.1. Melchizedeks priesterschapVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.10.2. AƤronisch priesterschapVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.10.3. Steunverlening voordat een lid wordt geordendVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.10.4. Wie verricht de verordeningVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.10.5. InstructiesVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.10.6. Ordeningskaart en -certificaatVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.11. Leden voor een roeping aanstellen 18.11. Leden voor een roeping aanstellenVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.11.1. Wie verricht de aanstellingVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.11.2. InstructiesVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.12. Olie wijden 18.12. Olie wijdenVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.12.1. Wie verricht de verordeningVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.12.2. InstructiesVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.13. Zieken zalven 18.13. Zieken zalvenVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.13.1. Wie geeft de zegenVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.13.2. InstructiesVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.14. Zegen tot troost en raad, waaronder een vaderlijke zegen 18.14.1. Wie geeft de zegenVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.14.2. InstructiesVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.15. Woning wijden 18.15. Woning wijdenVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.15.1. Wie verricht de wijdingVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.15.2. InstructiesVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.16. Graf wijden 18.16.1. Wie wijdt het grafVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.16.2. InstructiesVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.17. Patriarchale zegen 18.17. Patriarchale zegenVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.17.1. Een patriarchale zegen ontvangenVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.17.2. Afschrift van een patriarchale zegenVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.17.3. Meer informatieVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.18. Tempelbegiftiging en -verzegelingVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 18.19. Overzicht van ordeningenVerordeningen en zegens zijn gewijde handelingen die met het gezag van het priesterschap en in de naam van Jezus Christus worden verricht. Priesterschapsdragers die verordeningen verrichten en zegens geven, volgen het voorbeeld van de Heiland, die veel mensen zegende. 19. Muziek 19.1. Het doel van muziek in de kerkGewijde muziek is een essentieel onderdeel van kerkbijeenkomsten. 19.2. Muziek thuisGewijde muziek is een essentieel onderdeel van kerkbijeenkomsten. 19.3. Muziek in kerkbijeenkomsten 19.3. Muziek in kerkbijeenkomstenGewijde muziek is een essentieel onderdeel van kerkbijeenkomsten. 19.3.1. Muziek plannen voor kerkbijeenkomstenGewijde muziek is een essentieel onderdeel van kerkbijeenkomsten. 19.3.2. Muziek in de avondmaalsdienstGewijde muziek is een essentieel onderdeel van kerkbijeenkomsten. 19.3.3. Muziek in klassen en andere bijeenkomsten op wijkniveauGewijde muziek is een essentieel onderdeel van kerkbijeenkomsten. 19.3.4. Muziek in de ringconferentieGewijde muziek is een essentieel onderdeel van kerkbijeenkomsten. 19.3.5. Andere muziek in de kapelGewijde muziek is een essentieel onderdeel van kerkbijeenkomsten. 19.3.6. MuziekinstrumentenGewijde muziek is een essentieel onderdeel van kerkbijeenkomsten. 19.3.7. KorenGewijde muziek is een essentieel onderdeel van kerkbijeenkomsten. 19.4. Muziek: leidinggevenden in de wijk 19.4.1. BisschapGewijde muziek is een essentieel onderdeel van kerkbijeenkomsten. 19.4.2. Muziekcoƶrdinator van de wijkGewijde muziek is een essentieel onderdeel van kerkbijeenkomsten. 19.4.3. Aanvullende roepingenGewijde muziek is een essentieel onderdeel van kerkbijeenkomsten. 19.5. Muziek: leidinggevenden in de ring 19.5.1. RingpresidiumGewijde muziek is een essentieel onderdeel van kerkbijeenkomsten. 19.5.2. Muziekcoƶrdinator van de ringGewijde muziek is een essentieel onderdeel van kerkbijeenkomsten. 19.5.3. Muziekdeskundigen van de ringGewijde muziek is een essentieel onderdeel van kerkbijeenkomsten. 19.6. Muziekcursussen en -bronnenGewijde muziek is een essentieel onderdeel van kerkbijeenkomsten. 19.7. Aanvullende beleidsregels en richtlijnen 19.7.1. Muziek aanschaffen en gebruikenGewijde muziek is een essentieel onderdeel van kerkbijeenkomsten. 19.7.2. Gebruik van instrumenten in het kerkgebouw voor oefening, privĆ©les en recitalsGewijde muziek is een essentieel onderdeel van kerkbijeenkomsten. 19.7.3. BuurtkorenGewijde muziek is een essentieel onderdeel van kerkbijeenkomsten. 20. Activiteiten 20.1. DoelenKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.2. Activiteiten plannen 20.2. Activiteiten plannenKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.2.1. Verantwoordelijkheid voor de planning van activiteitenKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.2.2. Allen uitnodigen om deel te nemenKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.2.3. NormenKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.2.4. Evenwicht en verscheidenheidKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.2.5. Activiteiten agenderenKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.2.6. Bekostiging van activiteitenKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.3. Activiteiten van een ring, meerdere ringen of het gebied 20.3.1. Algemene richtlijnenKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.3.2. RingactiviteitenKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.3.3. Activiteiten van meerdere ringen of van het gebiedKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.3.4. Voldoen aan het kerkbeleid inzake reizenKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.4. JeugdconferentieKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.5. Beleid en richtlijnen inzake de keuze en planning van activiteiten 20.5. Beleid en richtlijnen inzake de keuze en planning van activiteitenKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.5.1. CommerciĆ«le of politieke activiteitenKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.5.2. Dansavonden en muziekKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.5.3. MaandagavondKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.5.4. OudejaarsactiviteitenKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.5.5. Activiteiten met overnachtingenKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.5.6. De Godheid uitbeeldenKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.5.7. Gebeden en devotionals bij activiteitenKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.5.8. SabbatheiligingKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.5.9. SportKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.5.10. TempelbezoekKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.5.11. Niet-toegestane activiteitenKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.6. Beleid en richtlijnen inzake de bekostiging van activiteiten 20.6. Beleid en richtlijnen inzake de bekostiging van activiteitenKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.6.1. Activiteiten bekostigd uit wijk- of ringbudgetKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.6.2. Bekostiging van jongerenkampenKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.6.3. Bekostiging van FSY-conferentiesKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.6.4. Bekostiging van uitrusting en benodigdhedenKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.6.5. GeldinzamelingenKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.7. Veiligheidsbeleid en -richtlijnen inzake activiteiten 20.7. Veiligheidsbeleid en -richtlijnen inzake activiteitenKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.7.1. Toezicht door volwassenenKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.7.2. Leeftijdseisen voor deelnemers aan jongerenactiviteitenKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.7.3. VerzekeringenKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.7.4. Toestemming van oudersKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.7.5. Melding van misbruik en mishandelingKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.7.6. Veiligheidsmaatregelen, hulp bij en melding van ongelukkenKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.7.7. ReizenKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.8. Bestuurlijk beleid inzake activiteiten 20.8. Bestuurlijk beleid inzake activiteitenKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.8.1. Auteursrechtelijk beschermd materiaalKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.8.2. Huur van niet-kerkelijke accommodatie voor activiteitenKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). 20.8.3. Belastbare activiteitenKerkactiviteiten brengen kerkleden en anderen als āmedeburgers van de heiligenā samen (Efeze 2:19). Voor behoeftigen zorgen 21. Bediening 21.0. InleidingDe Heiland heeft ons met zijn voorbeeld laten zien wat bediening betekent, doordat Hij uit liefde voor zijn Vader en diens kinderen een dienend leven leidde. 21.1. Taken van dienende zusters en broedersDe Heiland heeft ons met zijn voorbeeld laten zien wat bediening betekent, doordat Hij uit liefde voor zijn Vader en diens kinderen een dienend leven leidde. 21.2. Bedieningswerk organiseren 21.2. Bedieningswerk organiserenDe Heiland heeft ons met zijn voorbeeld laten zien wat bediening betekent, doordat Hij uit liefde voor zijn Vader en diens kinderen een dienend leven leidde. 21.2.1. Bedieningstaken toewijzenDe Heiland heeft ons met zijn voorbeeld laten zien wat bediening betekent, doordat Hij uit liefde voor zijn Vader en diens kinderen een dienend leven leidde. 21.2.2. Bedieningstaken voor jongerenDe Heiland heeft ons met zijn voorbeeld laten zien wat bediening betekent, doordat Hij uit liefde voor zijn Vader en diens kinderen een dienend leven leidde. 21.2.3. VoltijdzendelingenDe Heiland heeft ons met zijn voorbeeld laten zien wat bediening betekent, doordat Hij uit liefde voor zijn Vader en diens kinderen een dienend leven leidde. 21.3. BedieningsgesprekkenDe Heiland heeft ons met zijn voorbeeld laten zien wat bediening betekent, doordat Hij uit liefde voor zijn Vader en diens kinderen een dienend leven leidde. 21.4. Bedieningswerk coƶrdinerenDe Heiland heeft ons met zijn voorbeeld laten zien wat bediening betekent, doordat Hij uit liefde voor zijn Vader en diens kinderen een dienend leven leidde. 22. In materiĆ«le behoeften voorzien en zelfredzaamheid bevorderen 22.0. InleidingKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.1. Zelfredzaamheid bevorderen 22.1. Zelfredzaamheid bevorderenKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.1.1. Geestelijke krachtKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.1.2. Lichamelijke en emotionele gezondheidKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.1.3. Opleiding en werkKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.1.4. Materieel voorbereid zijnKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.2. Bediening aan mensen met materiĆ«le en emotionele behoeften 22.2. Bediening aan mensen met materiĆ«le en emotionele behoeftenKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.2.1. Het voorraadhuis van de HeerKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.2.2. De wet van vasten en vastengavenKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.2.3. DienenKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.2.4. Humanitaire hulpKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.3. Model voor bevordering van zelfredzaamheid en bediening aan behoeftigen 22.3. Model voor bevordering van zelfredzaamheid en bediening aan behoeftigenKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.3.1. Uitzoeken wie hulp nodig hebbenKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.3.2. Samen met leden kortetermijnbehoeften in kaart brengen en lenigenKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.3.3. Zelfredzaamheid voor de lange termijn bij leden bevorderenKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.3.4. Bediening aan mensen met emotionele behoeftenKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.4. Beginselen voor hulp van de kerk 22.4. Beginselen voor hulp van de kerkKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.4.1. Persoonlijke en gezinsverantwoordelijkheid aanmoedigenKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.4.2. Tijdelijke hulp voor essentiĆ«le behoeften verlenenKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.4.3. Middelen of diensten in plaats van geld verschaffenKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.4.4. Leden werk of dienstverlening laten verrichtenKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.4.5. Informatie over hulp van de kerk vertrouwelijk houdenKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.5. Beleid inzake hulp van de kerk 22.5. Beleid inzake hulp van de kerkKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.5.1. Beleid met betrekking tot ontvangers van kerkhulpKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.5.2. Beleid inzake het gebruik van vastengavenKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.5.3. Beleid inzake betalingenKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.5.4. Beleid inzake betalingen die een bisschop of ringpresident zouden bevoordelenKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.5.5. Bescherming tegen ongepast gebruik van geldenKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.6. Rol van leidinggevenden in de wijk 22.6.1. Bisschop en zijn raadgeversKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.6.2. Presidiums van ZHV en ouderlingenquorumKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.6.3. Dienende broeders of zustersKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.6.4. Welzijns- en zelfredzaamheidsdeskundigen van de wijkKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.6.5. Overzicht van roepingen en rollenKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.7. Rol van de wijkraadKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.8. Rol van de jongerenwijkraadKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.9. Rol van leidinggevenden in de ring 22.9.1. Ringpresident en zijn raadgeversKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.9.2. HogeraadsledenKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.9.3. ZHV-presidium van de ringKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.9.4. Welzijns- en zelfredzaamheidsdeskundigen van de ringKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.10. Rol van de ringraad 22.10. Rol van de ringraadKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.10.1. Door de ring gecoƶrdineerde hulpbronnenKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.10.2. Gespecialiseerde werkgroepenKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.11. Rol van de bisschoppenraad van de ringKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.12. Overheids- en maatschappelijke instantiesKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. 22.13. Hulpbronnen van de kerkKerkleden verbinden zich om āelkaars lasten te dragen, [ā¦] te treuren met hen die treuren [ā¦] en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebbenā (Mosiah 18:8ā9). Zorgen voor wie in materiĆ«le nood verkeren, is onderdeel van het werk van heil en verhoging. Die bedienende taak berust bij alle leden van de kerk. Allen uitnodigen om het evangelie te ontvangen 23. Het evangelie uitdragen, en nieuwe en terugkerende leden sterken 23.0. InleidingAllen uitnodigen om het evangelie te ontvangen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. 23.1. Het evangelie uitdragen 23.1. Het evangelie uitdragenAllen uitnodigen om het evangelie te ontvangen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. 23.1.1. LiefhebbenAllen uitnodigen om het evangelie te ontvangen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. 23.1.2. DelenAllen uitnodigen om het evangelie te ontvangen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. 23.1.3. UitnodigenAllen uitnodigen om het evangelie te ontvangen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. 23.2. Nieuwe leden sterkenAllen uitnodigen om het evangelie te ontvangen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. 23.3. Terugkerende leden sterkenAllen uitnodigen om het evangelie te ontvangen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. 23.4. Wekelijkse coƶrdinatievergaderingen houdenAllen uitnodigen om het evangelie te ontvangen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. 23.5. Leidinggevenden in de ring 23.5. Leidinggevenden in de ringAllen uitnodigen om het evangelie te ontvangen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. 23.5.1. RingpresidiumAllen uitnodigen om het evangelie te ontvangen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. 23.5.2. RingcomitĆ© leidinggevenden van volwassenenAllen uitnodigen om het evangelie te ontvangen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. 23.5.3. HogeraadsledenAllen uitnodigen om het evangelie te ontvangen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. 23.5.4. ZHV-presidium van de ringAllen uitnodigen om het evangelie te ontvangen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. 23.6. Leidinggevenden in de wijk 23.6. Leidinggevenden in de wijkAllen uitnodigen om het evangelie te ontvangen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. 23.6.1. BisschapAllen uitnodigen om het evangelie te ontvangen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. 23.6.2. Quorumpresidium ouderlingen en ZHV-presidiumAllen uitnodigen om het evangelie te ontvangen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. 23.6.3. WijkzendingsleiderAllen uitnodigen om het evangelie te ontvangen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. 23.6.4. WijkzendelingenAllen uitnodigen om het evangelie te ontvangen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. 23.6.5. Wijkraad en jongerenwijkraadAllen uitnodigen om het evangelie te ontvangen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. 23.6.6. Wijkplan om het evangelie uit te dragen, en nieuwe en terugkerende leden te sterkenAllen uitnodigen om het evangelie te ontvangen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. 24. Zendingsaanbevelingen en -taken 24.0. InleidingDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.1. Oproep om te dienenDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.2. Zendingstaken 24.2. ZendingstakenDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.2.1. Jonge onderwijszendelingenDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.2.2. Jonge servicezendelingenDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.2.3. SeniorzendelingenDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.2.4. SeniorservicezendelingenDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.2.5. Overzicht van zendingstakenDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.3. Voorbereiding op en kwalificatie voor een zending 24.3. Voorbereiding op en kwalificatie voor een zendingDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.3.1. Bekering tot Jezus ChristusDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.3.2. Aan de evangelienormen voldoenDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.3.3. Lichamelijke, psychische en emotionele gezondheidDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.3.4. FinanciĆ«nDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.3.5. Rol van familieleden en leidinggevenden in de voorbereiding van zendelingenDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.4. Zendelingen aanbevelen 24.4. Zendelingen aanbevelenDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.4.1. GezondheidscontrolesDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.4.2. Gesprekken en aanbevelingsformulierenDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.4.3. Aanbevelingen insturenDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.4.4. Wie niet in staat zijn om een voltijdzending te vervullenDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.5. Na de zendingsoproep 24.5. Na de zendingsoproepDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.5.1. Tempelbegiftiging en tempelbezoekDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.5.2. AvondmaalsdienstenDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.5.3. Zendelingen aanstellenDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.6. Zending in een andere plaats 24.6. Zending in een andere plaatsDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.6.1. Vertrek naar het zendingsveldDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.6.2. In het veldDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.6.3. Van een zending terugkerenDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.7. Servicezending 24.7.1. Mogelijkheden voor servicezendelingen vaststellenDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.7.2. Huisvesting en vervoerDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.7.3. Instructie en toezichtDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.7.4. Servicezendelingen in wijk- of ringroepingenDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.7.5. Duur van een servicezendingDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.8. Na een zending 24.8.1. TempelaanbevelingenDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.8.2. Ontheffingsgesprek met zendelingDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.8.3. Zendingsverslag uitbrengen en in avondmaalsdienst sprekenDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.8.4. RoepingenDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.9. Informatiebronnen voor zendingsaanbevelingen en -taken 24.9.1. Handleidingen en formulierenDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.9.2. WebsitesDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. 24.9.3. ContactgegevensDe Heer als zendeling dienen, is een heilig voorrecht. Het brengt de betrokkene zelf en wie hij of zij dient eeuwige zegeningen. Families voor eeuwig verenigen 25. Tempelwerk en familiegeschiedenis in wijk en ring 25.0. InleidingFamilies voor eeuwig verenigen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. Tempelwerk en familiegeschiedenis maken de vereniging en verzegeling van familieleden voor de eeuwigheid mogelijk. 25.1. Deelname van leden en leidinggevenden aan tempelwerk en familiegeschiedenis 25.1. Deelname van leden en leidinggevenden aan tempelwerk en familiegeschiedenisFamilies voor eeuwig verenigen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. Tempelwerk en familiegeschiedenis maken de vereniging en verzegeling van familieleden voor de eeuwigheid mogelijk. 25.1.1. Individuele verantwoordelijkheid voor tempelbezoekFamilies voor eeuwig verenigen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. Tempelwerk en familiegeschiedenis maken de vereniging en verzegeling van familieleden voor de eeuwigheid mogelijk. 25.1.2. Wijk- en ringtempelreizenFamilies voor eeuwig verenigen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. Tempelwerk en familiegeschiedenis maken de vereniging en verzegeling van familieleden voor de eeuwigheid mogelijk. 25.2. Tempelwerk en familiegeschiedenis in de wijk organiseren 25.2.1. BisschapFamilies voor eeuwig verenigen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. Tempelwerk en familiegeschiedenis maken de vereniging en verzegeling van familieleden voor de eeuwigheid mogelijk. 25.2.2. Quorumpresidium ouderlingen en ZHV-presidiumFamilies voor eeuwig verenigen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. Tempelwerk en familiegeschiedenis maken de vereniging en verzegeling van familieleden voor de eeuwigheid mogelijk. 25.2.3. Wijkleider tempelwerk en familiegeschiedenisFamilies voor eeuwig verenigen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. Tempelwerk en familiegeschiedenis maken de vereniging en verzegeling van familieleden voor de eeuwigheid mogelijk. 25.2.4. Consulenten tempelwerk en familiegeschiedenis van de wijkFamilies voor eeuwig verenigen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. Tempelwerk en familiegeschiedenis maken de vereniging en verzegeling van familieleden voor de eeuwigheid mogelijk. 25.2.5. WijkraadFamilies voor eeuwig verenigen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. Tempelwerk en familiegeschiedenis maken de vereniging en verzegeling van familieleden voor de eeuwigheid mogelijk. 25.2.6. Wijkplan tempelwerk en familiegeschiedenisFamilies voor eeuwig verenigen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. Tempelwerk en familiegeschiedenis maken de vereniging en verzegeling van familieleden voor de eeuwigheid mogelijk. 25.2.7. Coƶrdinatie tempelwerk en familiegeschiedenis in de wijkFamilies voor eeuwig verenigen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. Tempelwerk en familiegeschiedenis maken de vereniging en verzegeling van familieleden voor de eeuwigheid mogelijk. 25.2.8. Cursus Voorbereiding op de tempelFamilies voor eeuwig verenigen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. Tempelwerk en familiegeschiedenis maken de vereniging en verzegeling van familieleden voor de eeuwigheid mogelijk. 25.3. Tempelwerk en familiegeschiedenis in de ring organiseren 25.3. Tempelwerk en familiegeschiedenis in de ring organiserenFamilies voor eeuwig verenigen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. Tempelwerk en familiegeschiedenis maken de vereniging en verzegeling van familieleden voor de eeuwigheid mogelijk. 25.3.1. RingpresidiumFamilies voor eeuwig verenigen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. Tempelwerk en familiegeschiedenis maken de vereniging en verzegeling van familieleden voor de eeuwigheid mogelijk. 25.3.2. RingcomitĆ© leidinggevenden van volwassenenFamilies voor eeuwig verenigen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. Tempelwerk en familiegeschiedenis maken de vereniging en verzegeling van familieleden voor de eeuwigheid mogelijk. 25.3.3. HogeraadsledenFamilies voor eeuwig verenigen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. Tempelwerk en familiegeschiedenis maken de vereniging en verzegeling van familieleden voor de eeuwigheid mogelijk. 25.3.4. ZHV-presidium van de ringFamilies voor eeuwig verenigen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. Tempelwerk en familiegeschiedenis maken de vereniging en verzegeling van familieleden voor de eeuwigheid mogelijk. 25.3.5. Consulenten tempelwerk en familiegeschiedenis van de ringFamilies voor eeuwig verenigen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. Tempelwerk en familiegeschiedenis maken de vereniging en verzegeling van familieleden voor de eeuwigheid mogelijk. 25.3.6. FamilySearch-centraFamilies voor eeuwig verenigen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. Tempelwerk en familiegeschiedenis maken de vereniging en verzegeling van familieleden voor de eeuwigheid mogelijk. 25.3.7. Coƶrdinator FamilySearch-centrumFamilies voor eeuwig verenigen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. Tempelwerk en familiegeschiedenis maken de vereniging en verzegeling van familieleden voor de eeuwigheid mogelijk. 25.3.8. Gebiedsadviseurs tempelwerk en familiegeschiedenisFamilies voor eeuwig verenigen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. Tempelwerk en familiegeschiedenis maken de vereniging en verzegeling van familieleden voor de eeuwigheid mogelijk. 25.4. Hulpbronnen voor familiegeschiedenis 25.4.1. FamilySearch.org, Beschikbare verordeningen en FamilySearch-appsFamilies voor eeuwig verenigen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. Tempelwerk en familiegeschiedenis maken de vereniging en verzegeling van familieleden voor de eeuwigheid mogelijk. 25.4.2. Mijn familie: herinneringen die ons dichter tot elkaar brengenFamilies voor eeuwig verenigen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. Tempelwerk en familiegeschiedenis maken de vereniging en verzegeling van familieleden voor de eeuwigheid mogelijk. 25.4.3. Vrijwilligersactiviteiten rond familiegeschiedenisFamilies voor eeuwig verenigen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. Tempelwerk en familiegeschiedenis maken de vereniging en verzegeling van familieleden voor de eeuwigheid mogelijk. 25.5. Tempelwerkers voordragen en roepen 25.5.1. Tempelwerkers voordragenFamilies voor eeuwig verenigen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. Tempelwerk en familiegeschiedenis maken de vereniging en verzegeling van familieleden voor de eeuwigheid mogelijk. 25.5.2. Vereisten voor tempelwerkersFamilies voor eeuwig verenigen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. Tempelwerk en familiegeschiedenis maken de vereniging en verzegeling van familieleden voor de eeuwigheid mogelijk. 25.5.3. Tempelwerkers roepen en aanstellenFamilies voor eeuwig verenigen, is onderdeel van Gods werk van heil en verhoging. Tempelwerk en familiegeschiedenis maken de vereniging en verzegeling van familieleden voor de eeuwigheid mogelijk. 26. Tempelaanbevelingen 26.0. InleidingDe tempel betreden is een heilig voorrecht. Leidinggevenden in wijk en ring moedigen alle leden aan om een geldige tempelaanbeveling waardig te zijn en te hebben, ook als ze niet in de buurt van een tempel wonen. 26.1. Soorten tempelaanbevelingenDe tempel betreden is een heilig voorrecht. Leidinggevenden in wijk en ring moedigen alle leden aan om een geldige tempelaanbeveling waardig te zijn en te hebben, ook als ze niet in de buurt van een tempel wonen. 26.2. Tempelaanbevelingen veilig bewaren 26.2.1. Priesterschapsleiders stellen tempelaanbevelingen veiligDe tempel betreden is een heilig voorrecht. Leidinggevenden in wijk en ring moedigen alle leden aan om een geldige tempelaanbeveling waardig te zijn en te hebben, ook als ze niet in de buurt van een tempel wonen. 26.2.2. Verloren of gestolen aanbevelingenDe tempel betreden is een heilig voorrecht. Leidinggevenden in wijk en ring moedigen alle leden aan om een geldige tempelaanbeveling waardig te zijn en te hebben, ook als ze niet in de buurt van een tempel wonen. 26.2.3. Houders van een aanbeveling die de evangelienormen niet nalevenDe tempel betreden is een heilig voorrecht. Leidinggevenden in wijk en ring moedigen alle leden aan om een geldige tempelaanbeveling waardig te zijn en te hebben, ook als ze niet in de buurt van een tempel wonen. 26.3. Algemene richtlijnen voor tempelaanbevelingen verstrekken 26.3. Algemene richtlijnen voor tempelaanbevelingen verstrekkenDe tempel betreden is een heilig voorrecht. Leidinggevenden in wijk en ring moedigen alle leden aan om een geldige tempelaanbeveling waardig te zijn en te hebben, ook als ze niet in de buurt van een tempel wonen. 26.3.1. Tempelaanbevelingsgesprekken met leden in wijken en gemeentenDe tempel betreden is een heilig voorrecht. Leidinggevenden in wijk en ring moedigen alle leden aan om een geldige tempelaanbeveling waardig te zijn en te hebben, ook als ze niet in de buurt van een tempel wonen. 26.3.2. Tempelaanbevelingsgesprekken met leden in afgelegen gebiedenDe tempel betreden is een heilig voorrecht. Leidinggevenden in wijk en ring moedigen alle leden aan om een geldige tempelaanbeveling waardig te zijn en te hebben, ook als ze niet in de buurt van een tempel wonen. 26.3.3. Een tempelaanbevelingsgesprek voerenDe tempel betreden is een heilig voorrecht. Leidinggevenden in wijk en ring moedigen alle leden aan om een geldige tempelaanbeveling waardig te zijn en te hebben, ook als ze niet in de buurt van een tempel wonen. 26.4. Tempelaanbeveling aan onbegiftigde leden verstrekken 26.4.1. Algemene richtlijnenDe tempel betreden is een heilig voorrecht. Leidinggevenden in wijk en ring moedigen alle leden aan om een geldige tempelaanbeveling waardig te zijn en te hebben, ook als ze niet in de buurt van een tempel wonen. 26.4.2. Tempelaanbevelingen voor pasgedoopte ledenDe tempel betreden is een heilig voorrecht. Leidinggevenden in wijk en ring moedigen alle leden aan om een geldige tempelaanbeveling waardig te zijn en te hebben, ook als ze niet in de buurt van een tempel wonen. 26.4.3. Tempelaanbevelingen voor alleen plaatsvervangende dopen en bevestigingenDe tempel betreden is een heilig voorrecht. Leidinggevenden in wijk en ring moedigen alle leden aan om een geldige tempelaanbeveling waardig te zijn en te hebben, ook als ze niet in de buurt van een tempel wonen. 26.4.4. Tempelaanbevelingen voor verzegeling van levende kinderen aan oudersDe tempel betreden is een heilig voorrecht. Leidinggevenden in wijk en ring moedigen alle leden aan om een geldige tempelaanbeveling waardig te zijn en te hebben, ook als ze niet in de buurt van een tempel wonen. 26.5. Tempelaanbevelingen verstrekken in bijzondere situaties 26.5.1. Leden die hun begiftiging willen ontvangenDe tempel betreden is een heilig voorrecht. Leidinggevenden in wijk en ring moedigen alle leden aan om een geldige tempelaanbeveling waardig te zijn en te hebben, ook als ze niet in de buurt van een tempel wonen. 26.5.2. Pasgedoopte ledenDe tempel betreden is een heilig voorrecht. Leidinggevenden in wijk en ring moedigen alle leden aan om een geldige tempelaanbeveling waardig te zijn en te hebben, ook als ze niet in de buurt van een tempel wonen. 26.5.3. Jonge zendelingen die na hun zending naar huis gaanDe tempel betreden is een heilig voorrecht. Leidinggevenden in wijk en ring moedigen alle leden aan om een geldige tempelaanbeveling waardig te zijn en te hebben, ook als ze niet in de buurt van een tempel wonen. 26.5.4. Leden die minder dan een jaar in de wijk wonenDe tempel betreden is een heilig voorrecht. Leidinggevenden in wijk en ring moedigen alle leden aan om een geldige tempelaanbeveling waardig te zijn en te hebben, ook als ze niet in de buurt van een tempel wonen. 26.5.5. Na echtscheiding, scheiding van tafel en bed of nietigverklaring van een huwelijkDe tempel betreden is een heilig voorrecht. Leidinggevenden in wijk en ring moedigen alle leden aan om een geldige tempelaanbeveling waardig te zijn en te hebben, ook als ze niet in de buurt van een tempel wonen. 26.5.6. Leden met naaste verwanten die zich openlijk tegen de kerk keren of tot afvallige groeperingen behorenDe tempel betreden is een heilig voorrecht. Leidinggevenden in wijk en ring moedigen alle leden aan om een geldige tempelaanbeveling waardig te zijn en te hebben, ook als ze niet in de buurt van een tempel wonen. 26.5.7. Personen die zich als transgender beschouwenDe tempel betreden is een heilig voorrecht. Leidinggevenden in wijk en ring moedigen alle leden aan om een geldige tempelaanbeveling waardig te zijn en te hebben, ook als ze niet in de buurt van een tempel wonen. 26.5.8. Leden die een ernstige zonde hebben begaanDe tempel betreden is een heilig voorrecht. Leidinggevenden in wijk en ring moedigen alle leden aan om een geldige tempelaanbeveling waardig te zijn en te hebben, ook als ze niet in de buurt van een tempel wonen. 26.5.9. Leden die zich hebben laten herdopen en herbevestigen na intrekking of opzegging van hun lidmaatschapDe tempel betreden is een heilig voorrecht. Leidinggevenden in wijk en ring moedigen alle leden aan om een geldige tempelaanbeveling waardig te zijn en te hebben, ook als ze niet in de buurt van een tempel wonen. 27. Eigen tempelverordeningen 27.0. InleidingDe tempel is het huis des Heren. Alles in de tempel wijst ons op onze Heiland, Jezus Christus. In tempels nemen we deel aan heilige verordeningen en sluiten we verbonden met onze hemelse Vader die ons aan Hem en aan onze Heiland binden. Deze verbonden en verordeningen bereiden ons voor op onze terugkeer in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader en om voor eeuwig in familieverband verzegeld te zijn. 27.1. Tempelverordeningen ontvangen 27.1.1. Voorbereiding op de tempelverordeningenDe tempel is het huis des Heren. Alles in de tempel wijst ons op onze Heiland, Jezus Christus. In tempels nemen we deel aan heilige verordeningen en sluiten we verbonden met onze hemelse Vader die ons aan Hem en aan onze Heiland binden. Deze verbonden en verordeningen bereiden ons voor op onze terugkeer in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader en om voor eeuwig in familieverband verzegeld te zijn. 27.1.2. Tempelverordeningen plannenDe tempel is het huis des Heren. Alles in de tempel wijst ons op onze Heiland, Jezus Christus. In tempels nemen we deel aan heilige verordeningen en sluiten we verbonden met onze hemelse Vader die ons aan Hem en aan onze Heiland binden. Deze verbonden en verordeningen bereiden ons voor op onze terugkeer in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader en om voor eeuwig in familieverband verzegeld te zijn. 27.1.3. Leden met een lichamelijke handicapDe tempel is het huis des Heren. Alles in de tempel wijst ons op onze Heiland, Jezus Christus. In tempels nemen we deel aan heilige verordeningen en sluiten we verbonden met onze hemelse Vader die ons aan Hem en aan onze Heiland binden. Deze verbonden en verordeningen bereiden ons voor op onze terugkeer in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader en om voor eeuwig in familieverband verzegeld te zijn. 27.1.4. Tempeldienst in moedertaalDe tempel is het huis des Heren. Alles in de tempel wijst ons op onze Heiland, Jezus Christus. In tempels nemen we deel aan heilige verordeningen en sluiten we verbonden met onze hemelse Vader die ons aan Hem en aan onze Heiland binden. Deze verbonden en verordeningen bereiden ons voor op onze terugkeer in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader en om voor eeuwig in familieverband verzegeld te zijn. 27.1.5. Kleding voor tempelbezoekDe tempel is het huis des Heren. Alles in de tempel wijst ons op onze Heiland, Jezus Christus. In tempels nemen we deel aan heilige verordeningen en sluiten we verbonden met onze hemelse Vader die ons aan Hem en aan onze Heiland binden. Deze verbonden en verordeningen bereiden ons voor op onze terugkeer in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader en om voor eeuwig in familieverband verzegeld te zijn. 27.1.6. KinderopvangDe tempel is het huis des Heren. Alles in de tempel wijst ons op onze Heiland, Jezus Christus. In tempels nemen we deel aan heilige verordeningen en sluiten we verbonden met onze hemelse Vader die ons aan Hem en aan onze Heiland binden. Deze verbonden en verordeningen bereiden ons voor op onze terugkeer in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader en om voor eeuwig in familieverband verzegeld te zijn. 27.1.7. Met leden spreken na hun eerste tempelbezoekDe tempel is het huis des Heren. Alles in de tempel wijst ons op onze Heiland, Jezus Christus. In tempels nemen we deel aan heilige verordeningen en sluiten we verbonden met onze hemelse Vader die ons aan Hem en aan onze Heiland binden. Deze verbonden en verordeningen bereiden ons voor op onze terugkeer in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader en om voor eeuwig in familieverband verzegeld te zijn. 27.2. De begiftiging 27.2. De begiftigingDe tempel is het huis des Heren. Alles in de tempel wijst ons op onze Heiland, Jezus Christus. In tempels nemen we deel aan heilige verordeningen en sluiten we verbonden met onze hemelse Vader die ons aan Hem en aan onze Heiland binden. Deze verbonden en verordeningen bereiden ons voor op onze terugkeer in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader en om voor eeuwig in familieverband verzegeld te zijn. 27.2.1. Wie de begiftiging mogen ontvangenDe tempel is het huis des Heren. Alles in de tempel wijst ons op onze Heiland, Jezus Christus. In tempels nemen we deel aan heilige verordeningen en sluiten we verbonden met onze hemelse Vader die ons aan Hem en aan onze Heiland binden. Deze verbonden en verordeningen bereiden ons voor op onze terugkeer in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader en om voor eeuwig in familieverband verzegeld te zijn. 27.2.2. Besluiten wanneer de begiftiging het beste kan worden ontvangenDe tempel is het huis des Heren. Alles in de tempel wijst ons op onze Heiland, Jezus Christus. In tempels nemen we deel aan heilige verordeningen en sluiten we verbonden met onze hemelse Vader die ons aan Hem en aan onze Heiland binden. Deze verbonden en verordeningen bereiden ons voor op onze terugkeer in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader en om voor eeuwig in familieverband verzegeld te zijn. 27.2.3. De begiftiging plannen en afsprekenDe tempel is het huis des Heren. Alles in de tempel wijst ons op onze Heiland, Jezus Christus. In tempels nemen we deel aan heilige verordeningen en sluiten we verbonden met onze hemelse Vader die ons aan Hem en aan onze Heiland binden. Deze verbonden en verordeningen bereiden ons voor op onze terugkeer in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader en om voor eeuwig in familieverband verzegeld te zijn. 27.3. Verzegeling van man en vrouw 27.3. Verzegeling van man en vrouwDe tempel is het huis des Heren. Alles in de tempel wijst ons op onze Heiland, Jezus Christus. In tempels nemen we deel aan heilige verordeningen en sluiten we verbonden met onze hemelse Vader die ons aan Hem en aan onze Heiland binden. Deze verbonden en verordeningen bereiden ons voor op onze terugkeer in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader en om voor eeuwig in familieverband verzegeld te zijn. 27.3.1. Wie zich in een tempel mogen laten verzegelenDe tempel is het huis des Heren. Alles in de tempel wijst ons op onze Heiland, Jezus Christus. In tempels nemen we deel aan heilige verordeningen en sluiten we verbonden met onze hemelse Vader die ons aan Hem en aan onze Heiland binden. Deze verbonden en verordeningen bereiden ons voor op onze terugkeer in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader en om voor eeuwig in familieverband verzegeld te zijn. 27.3.2. Tempelverzegeling plannen en afsprekenDe tempel is het huis des Heren. Alles in de tempel wijst ons op onze Heiland, Jezus Christus. In tempels nemen we deel aan heilige verordeningen en sluiten we verbonden met onze hemelse Vader die ons aan Hem en aan onze Heiland binden. Deze verbonden en verordeningen bereiden ons voor op onze terugkeer in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader en om voor eeuwig in familieverband verzegeld te zijn. 27.3.3. Huwelijk voor dit leven in de tempelDe tempel is het huis des Heren. Alles in de tempel wijst ons op onze Heiland, Jezus Christus. In tempels nemen we deel aan heilige verordeningen en sluiten we verbonden met onze hemelse Vader die ons aan Hem en aan onze Heiland binden. Deze verbonden en verordeningen bereiden ons voor op onze terugkeer in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader en om voor eeuwig in familieverband verzegeld te zijn. 27.3.4. Wie een tempelverzegeling mogen bijwonenDe tempel is het huis des Heren. Alles in de tempel wijst ons op onze Heiland, Jezus Christus. In tempels nemen we deel aan heilige verordeningen en sluiten we verbonden met onze hemelse Vader die ons aan Hem en aan onze Heiland binden. Deze verbonden en verordeningen bereiden ons voor op onze terugkeer in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader en om voor eeuwig in familieverband verzegeld te zijn. 27.3.5. HuwelijksreceptiesDe tempel is het huis des Heren. Alles in de tempel wijst ons op onze Heiland, Jezus Christus. In tempels nemen we deel aan heilige verordeningen en sluiten we verbonden met onze hemelse Vader die ons aan Hem en aan onze Heiland binden. Deze verbonden en verordeningen bereiden ons voor op onze terugkeer in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader en om voor eeuwig in familieverband verzegeld te zijn. 27.4. Verzegeling van levende kinderen aan ouders 27.4. Verzegeling van levende kinderen aan oudersDe tempel is het huis des Heren. Alles in de tempel wijst ons op onze Heiland, Jezus Christus. In tempels nemen we deel aan heilige verordeningen en sluiten we verbonden met onze hemelse Vader die ons aan Hem en aan onze Heiland binden. Deze verbonden en verordeningen bereiden ons voor op onze terugkeer in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader en om voor eeuwig in familieverband verzegeld te zijn. 27.4.1. Aanbevelingen verstrekken voor verzegeling van levende kinderen aan oudersDe tempel is het huis des Heren. Alles in de tempel wijst ons op onze Heiland, Jezus Christus. In tempels nemen we deel aan heilige verordeningen en sluiten we verbonden met onze hemelse Vader die ons aan Hem en aan onze Heiland binden. Deze verbonden en verordeningen bereiden ons voor op onze terugkeer in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader en om voor eeuwig in familieverband verzegeld te zijn. 27.4.2. Contact opnemen met de tempelDe tempel is het huis des Heren. Alles in de tempel wijst ons op onze Heiland, Jezus Christus. In tempels nemen we deel aan heilige verordeningen en sluiten we verbonden met onze hemelse Vader die ons aan Hem en aan onze Heiland binden. Deze verbonden en verordeningen bereiden ons voor op onze terugkeer in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader en om voor eeuwig in familieverband verzegeld te zijn. 27.4.3. KinderopvangDe tempel is het huis des Heren. Alles in de tempel wijst ons op onze Heiland, Jezus Christus. In tempels nemen we deel aan heilige verordeningen en sluiten we verbonden met onze hemelse Vader die ons aan Hem en aan onze Heiland binden. Deze verbonden en verordeningen bereiden ons voor op onze terugkeer in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader en om voor eeuwig in familieverband verzegeld te zijn. 27.4.4. Wie een verzegeling van levende kinderen aan ouders voltrektDe tempel is het huis des Heren. Alles in de tempel wijst ons op onze Heiland, Jezus Christus. In tempels nemen we deel aan heilige verordeningen en sluiten we verbonden met onze hemelse Vader die ons aan Hem en aan onze Heiland binden. Deze verbonden en verordeningen bereiden ons voor op onze terugkeer in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader en om voor eeuwig in familieverband verzegeld te zijn. 27.4.5. Wie een verzegeling van levende kinderen aan ouders mag bijwonenDe tempel is het huis des Heren. Alles in de tempel wijst ons op onze Heiland, Jezus Christus. In tempels nemen we deel aan heilige verordeningen en sluiten we verbonden met onze hemelse Vader die ons aan Hem en aan onze Heiland binden. Deze verbonden en verordeningen bereiden ons voor op onze terugkeer in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader en om voor eeuwig in familieverband verzegeld te zijn. 28. Tempelverordeningen voor de overledenen 28.0. InleidingDe ringpresident en bisschop onderwijzen de leden in de leerstellige basis van het tempelwerk, en maken ze de wachttijden en het verdere beleid omtrent tempelwerk duidelijk. 28.1. Algemene richtlijnen voor het verrichten van plaatsvervangende verordeningen 28.1. Algemene richtlijnen voor het verrichten van plaatsvervangende verordeningenDe ringpresident en bisschop onderwijzen de leden in de leerstellige basis van het tempelwerk, en maken ze de wachttijden en het verdere beleid omtrent tempelwerk duidelijk. 28.1.1. De namen van overledenen klaarmaken voor tempelverordeningenDe ringpresident en bisschop onderwijzen de leden in de leerstellige basis van het tempelwerk, en maken ze de wachttijden en het verdere beleid omtrent tempelwerk duidelijk. 28.1.2. Wie aan verordeningen voor de overledenen mogen deelnemenDe ringpresident en bisschop onderwijzen de leden in de leerstellige basis van het tempelwerk, en maken ze de wachttijden en het verdere beleid omtrent tempelwerk duidelijk. 28.1.3. Deelname door leden met een lichamelijke of verstandelijke handicapDe ringpresident en bisschop onderwijzen de leden in de leerstellige basis van het tempelwerk, en maken ze de wachttijden en het verdere beleid omtrent tempelwerk duidelijk. 28.1.4. Reservering makenDe ringpresident en bisschop onderwijzen de leden in de leerstellige basis van het tempelwerk, en maken ze de wachttijden en het verdere beleid omtrent tempelwerk duidelijk. 28.1.5. Tempeldienst in moedertaalDe ringpresident en bisschop onderwijzen de leden in de leerstellige basis van het tempelwerk, en maken ze de wachttijden en het verdere beleid omtrent tempelwerk duidelijk. 28.1.6. Kleding voor tempelbezoekDe ringpresident en bisschop onderwijzen de leden in de leerstellige basis van het tempelwerk, en maken ze de wachttijden en het verdere beleid omtrent tempelwerk duidelijk. 28.1.7. KinderopvangDe ringpresident en bisschop onderwijzen de leden in de leerstellige basis van het tempelwerk, en maken ze de wachttijden en het verdere beleid omtrent tempelwerk duidelijk. 28.2. Tempelverordeningen voor overledenen verrichten 28.2. Tempelverordeningen voor overledenen verrichtenDe ringpresident en bisschop onderwijzen de leden in de leerstellige basis van het tempelwerk, en maken ze de wachttijden en het verdere beleid omtrent tempelwerk duidelijk. 28.2.1. Doop en bevestiging voor de dodenDe ringpresident en bisschop onderwijzen de leden in de leerstellige basis van het tempelwerk, en maken ze de wachttijden en het verdere beleid omtrent tempelwerk duidelijk. 28.2.2. Begiftiging (inclusief voorverordeningen)De ringpresident en bisschop onderwijzen de leden in de leerstellige basis van het tempelwerk, en maken ze de wachttijden en het verdere beleid omtrent tempelwerk duidelijk. 28.2.3. Verzegeling aan huwelijkspartner en verzegeling van kinderen aan oudersDe ringpresident en bisschop onderwijzen de leden in de leerstellige basis van het tempelwerk, en maken ze de wachttijden en het verdere beleid omtrent tempelwerk duidelijk. 28.3. Bijzondere omstandigheden 28.3. Bijzondere omstandighedenDe ringpresident en bisschop onderwijzen de leden in de leerstellige basis van het tempelwerk, en maken ze de wachttijden en het verdere beleid omtrent tempelwerk duidelijk. 28.3.1. Kinderen die voor hun geboorte overlijden (doodgeboren en miskraam)De ringpresident en bisschop onderwijzen de leden in de leerstellige basis van het tempelwerk, en maken ze de wachttijden en het verdere beleid omtrent tempelwerk duidelijk. 28.3.2. Kinderen die voor hun achtste overlijdenDe ringpresident en bisschop onderwijzen de leden in de leerstellige basis van het tempelwerk, en maken ze de wachttijden en het verdere beleid omtrent tempelwerk duidelijk. 28.3.3. Overledenen met een verstandelijke handicapDe ringpresident en bisschop onderwijzen de leden in de leerstellige basis van het tempelwerk, en maken ze de wachttijden en het verdere beleid omtrent tempelwerk duidelijk. 28.3.4. Personen van wie men aanneemt dat ze dood zijnDe ringpresident en bisschop onderwijzen de leden in de leerstellige basis van het tempelwerk, en maken ze de wachttijden en het verdere beleid omtrent tempelwerk duidelijk. 28.3.5. Personen van wie het kerklidmaatschap is ingetrokken of die het hebben opgezegdDe ringpresident en bisschop onderwijzen de leden in de leerstellige basis van het tempelwerk, en maken ze de wachttijden en het verdere beleid omtrent tempelwerk duidelijk. Kerkbestuur 29. Bijeenkomsten in de kerk 29.0. InleidingHeiligen der laatste dagen komen samen om te aanbidden, elkaar op te bouwen, het evangelie te leren en erin te onderwijzen. 29.1. Bijeenkomsten plannen en leidenHeiligen der laatste dagen komen samen om te aanbidden, elkaar op te bouwen, het evangelie te leren en erin te onderwijzen. 29.2. Bijeenkomsten op wijkniveau 29.2.1. AvondmaalsdienstHeiligen der laatste dagen komen samen om te aanbidden, elkaar op te bouwen, het evangelie te leren en erin te onderwijzen. 29.2.2. Vasten-en-getuigenisdienstHeiligen der laatste dagen komen samen om te aanbidden, elkaar op te bouwen, het evangelie te leren en erin te onderwijzen. 29.2.3. WijkconferentieHeiligen der laatste dagen komen samen om te aanbidden, elkaar op te bouwen, het evangelie te leren en erin te onderwijzen. 29.2.4. BisschapsvergaderingHeiligen der laatste dagen komen samen om te aanbidden, elkaar op te bouwen, het evangelie te leren en erin te onderwijzen. 29.2.5. WijkraadsvergaderingHeiligen der laatste dagen komen samen om te aanbidden, elkaar op te bouwen, het evangelie te leren en erin te onderwijzen. 29.2.6. JongerenwijkraadsvergaderingHeiligen der laatste dagen komen samen om te aanbidden, elkaar op te bouwen, het evangelie te leren en erin te onderwijzen. 29.2.7. Andere bijeenkomsten en klassen in de wijkHeiligen der laatste dagen komen samen om te aanbidden, elkaar op te bouwen, het evangelie te leren en erin te onderwijzen. 29.2.8. Schemaās voor zondagse bijeenkomstenHeiligen der laatste dagen komen samen om te aanbidden, elkaar op te bouwen, het evangelie te leren en erin te onderwijzen. 29.2.9. Pasen en KerstmisHeiligen der laatste dagen komen samen om te aanbidden, elkaar op te bouwen, het evangelie te leren en erin te onderwijzen. 29.3. Bijeenkomsten op ringniveau 29.3.1. RingconferentieHeiligen der laatste dagen komen samen om te aanbidden, elkaar op te bouwen, het evangelie te leren en erin te onderwijzen. 29.3.2. Algemene ringpriesterschapsvergaderingHeiligen der laatste dagen komen samen om te aanbidden, elkaar op te bouwen, het evangelie te leren en erin te onderwijzen. 29.3.3. Priesterschapsleidersvergadering van de ringHeiligen der laatste dagen komen samen om te aanbidden, elkaar op te bouwen, het evangelie te leren en erin te onderwijzen. 29.3.4. Leid(st)ersvergaderingen van de ringHeiligen der laatste dagen komen samen om te aanbidden, elkaar op te bouwen, het evangelie te leren en erin te onderwijzen. 29.3.5. Vergadering van het ringpresidiumHeiligen der laatste dagen komen samen om te aanbidden, elkaar op te bouwen, het evangelie te leren en erin te onderwijzen. 29.3.6. HogeraadsvergaderingHeiligen der laatste dagen komen samen om te aanbidden, elkaar op te bouwen, het evangelie te leren en erin te onderwijzen. 29.3.7. RingraadsvergaderingHeiligen der laatste dagen komen samen om te aanbidden, elkaar op te bouwen, het evangelie te leren en erin te onderwijzen. 29.3.8. Vergadering ringcomitĆ© leidinggevenden van volwassenenHeiligen der laatste dagen komen samen om te aanbidden, elkaar op te bouwen, het evangelie te leren en erin te onderwijzen. 29.3.9. Vergadering ringcomitĆ© leidinggevenden van jongerenHeiligen der laatste dagen komen samen om te aanbidden, elkaar op te bouwen, het evangelie te leren en erin te onderwijzen. 29.3.10. Vergadering van de bisschoppenraad van de ringHeiligen der laatste dagen komen samen om te aanbidden, elkaar op te bouwen, het evangelie te leren en erin te onderwijzen. 29.3.11. Overige bijeenkomsten op ringniveauHeiligen der laatste dagen komen samen om te aanbidden, elkaar op te bouwen, het evangelie te leren en erin te onderwijzen. 29.4. Coƶrdinerende raadsvergaderingenHeiligen der laatste dagen komen samen om te aanbidden, elkaar op te bouwen, het evangelie te leren en erin te onderwijzen. 29.5. Uitvaartdiensten en andere bijeenkomsten voor een overledene 29.5. Uitvaartdiensten en andere bijeenkomsten voor een overledeneHeiligen der laatste dagen komen samen om te aanbidden, elkaar op te bouwen, het evangelie te leren en erin te onderwijzen. 29.5.1. Algemene beginselenHeiligen der laatste dagen komen samen om te aanbidden, elkaar op te bouwen, het evangelie te leren en erin te onderwijzen. 29.5.2. Steun aan de familie biedenHeiligen der laatste dagen komen samen om te aanbidden, elkaar op te bouwen, het evangelie te leren en erin te onderwijzen. 29.5.3. Condoleancebezoek (indien gebruikelijk)Heiligen der laatste dagen komen samen om te aanbidden, elkaar op te bouwen, het evangelie te leren en erin te onderwijzen. 29.5.4. Uitvaartdienst (indien gebruikelijk)Heiligen der laatste dagen komen samen om te aanbidden, elkaar op te bouwen, het evangelie te leren en erin te onderwijzen. 29.5.5. Begrafenis of crematieHeiligen der laatste dagen komen samen om te aanbidden, elkaar op te bouwen, het evangelie te leren en erin te onderwijzen. 29.5.6. Diensten voor wie geen lid van de kerk zijnHeiligen der laatste dagen komen samen om te aanbidden, elkaar op te bouwen, het evangelie te leren en erin te onderwijzen. 29.6. Gebeden in kerkbijeenkomstenHeiligen der laatste dagen komen samen om te aanbidden, elkaar op te bouwen, het evangelie te leren en erin te onderwijzen. 29.7. Bijeenkomsten streamen en virtuele bijeenkomsten houdenHeiligen der laatste dagen komen samen om te aanbidden, elkaar op te bouwen, het evangelie te leren en erin te onderwijzen. 29.8. Fotoās en video-opnamen van bijeenkomstenHeiligen der laatste dagen komen samen om te aanbidden, elkaar op te bouwen, het evangelie te leren en erin te onderwijzen. 29.9. Tolken voor bijeenkomstenHeiligen der laatste dagen komen samen om te aanbidden, elkaar op te bouwen, het evangelie te leren en erin te onderwijzen. 30. Roepingen in de kerk 30.0. InleidingDe Heer roept mannen en vrouwen door zijn geĆÆnspireerde dienstknechten voor taken in de kerk. Die roepingen bieden betrokkenen de mogelijkheid om anderen van dienst te zijn. 30.1. Bepalen wie te roepen 30.1.1. Algemene richtlijnenDe Heer roept mannen en vrouwen door zijn geĆÆnspireerde dienstknechten voor taken in de kerk. Die roepingen bieden betrokkenen de mogelijkheid om anderen van dienst te zijn. 30.1.2. Roepingen voor nieuwe ledenDe Heer roept mannen en vrouwen door zijn geĆÆnspireerde dienstknechten voor taken in de kerk. Die roepingen bieden betrokkenen de mogelijkheid om anderen van dienst te zijn. 30.1.3. Roepingen voor niet-ledenDe Heer roept mannen en vrouwen door zijn geĆÆnspireerde dienstknechten voor taken in de kerk. Die roepingen bieden betrokkenen de mogelijkheid om anderen van dienst te zijn. 30.1.4. VertrouwelijkheidDe Heer roept mannen en vrouwen door zijn geĆÆnspireerde dienstknechten voor taken in de kerk. Die roepingen bieden betrokkenen de mogelijkheid om anderen van dienst te zijn. 30.1.5. Voordracht en goedkeuring van roepingenDe Heer roept mannen en vrouwen door zijn geĆÆnspireerde dienstknechten voor taken in de kerk. Die roepingen bieden betrokkenen de mogelijkheid om anderen van dienst te zijn. 30.2. Een roeping verlenenDe Heer roept mannen en vrouwen door zijn geĆÆnspireerde dienstknechten voor taken in de kerk. Die roepingen bieden betrokkenen de mogelijkheid om anderen van dienst te zijn. 30.3. Steun verlenen aan leden in een roepingDe Heer roept mannen en vrouwen door zijn geĆÆnspireerde dienstknechten voor taken in de kerk. Die roepingen bieden betrokkenen de mogelijkheid om anderen van dienst te zijn. 30.4. Leden voor een roeping aanstellenDe Heer roept mannen en vrouwen door zijn geĆÆnspireerde dienstknechten voor taken in de kerk. Die roepingen bieden betrokkenen de mogelijkheid om anderen van dienst te zijn. 30.5. DiensttermijnDe Heer roept mannen en vrouwen door zijn geĆÆnspireerde dienstknechten voor taken in de kerk. Die roepingen bieden betrokkenen de mogelijkheid om anderen van dienst te zijn. 30.6. Leden van een kerkfunctie ontheffenDe Heer roept mannen en vrouwen door zijn geĆÆnspireerde dienstknechten voor taken in de kerk. Die roepingen bieden betrokkenen de mogelijkheid om anderen van dienst te zijn. 30.7. Een bisschop roepen, ordenen en aanstellenDe Heer roept mannen en vrouwen door zijn geĆÆnspireerde dienstknechten voor taken in de kerk. Die roepingen bieden betrokkenen de mogelijkheid om anderen van dienst te zijn. 30.8. Overzicht van roepingen 30.8. Overzicht van roepingenDe Heer roept mannen en vrouwen door zijn geĆÆnspireerde dienstknechten voor taken in de kerk. Die roepingen bieden betrokkenen de mogelijkheid om anderen van dienst te zijn. 30.8.1. WijkroepingenDe Heer roept mannen en vrouwen door zijn geĆÆnspireerde dienstknechten voor taken in de kerk. Die roepingen bieden betrokkenen de mogelijkheid om anderen van dienst te zijn. 30.8.2. GemeenteroepingenDe Heer roept mannen en vrouwen door zijn geĆÆnspireerde dienstknechten voor taken in de kerk. Die roepingen bieden betrokkenen de mogelijkheid om anderen van dienst te zijn. 30.8.3. RingroepingenDe Heer roept mannen en vrouwen door zijn geĆÆnspireerde dienstknechten voor taken in de kerk. Die roepingen bieden betrokkenen de mogelijkheid om anderen van dienst te zijn. 30.8.4. DistrictsroepingenDe Heer roept mannen en vrouwen door zijn geĆÆnspireerde dienstknechten voor taken in de kerk. Die roepingen bieden betrokkenen de mogelijkheid om anderen van dienst te zijn. 30.8.5. Roepingen in een groep voor militairenDe Heer roept mannen en vrouwen door zijn geĆÆnspireerde dienstknechten voor taken in de kerk. Die roepingen bieden betrokkenen de mogelijkheid om anderen van dienst te zijn. 31. Normengesprekken en andere gesprekken met leden 31.0. InleidingIedere ringpresident en bisschop is een ārechter in IsraĆ«lā (Leer en Verbonden 107:72). Met dit gezag voert hij normengesprekken en priesterschapsgesprekken. 31.1. Leidende beginselen 31.1.1. Geestelijke voorbereidingIedere ringpresident en bisschop is een ārechter in IsraĆ«lā (Leer en Verbonden 107:72). Met dit gezag voert hij normengesprekken en priesterschapsgesprekken. 31.1.2. Help het lid Gods liefde voelenIedere ringpresident en bisschop is een ārechter in IsraĆ«lā (Leer en Verbonden 107:72). Met dit gezag voert hij normengesprekken en priesterschapsgesprekken. 31.1.3. Help het lid uit de macht van de Heiland puttenIedere ringpresident en bisschop is een ārechter in IsraĆ«lā (Leer en Verbonden 107:72). Met dit gezag voert hij normengesprekken en priesterschapsgesprekken. 31.1.4. Zorg dat het lid zich op zijn of haar gemak en veilig voeltIedere ringpresident en bisschop is een ārechter in IsraĆ«lā (Leer en Verbonden 107:72). Met dit gezag voert hij normengesprekken en priesterschapsgesprekken. 31.1.5. Stel geĆÆnspireerde vragen en luister aandachtigIedere ringpresident en bisschop is een ārechter in IsraĆ«lā (Leer en Verbonden 107:72). Met dit gezag voert hij normengesprekken en priesterschapsgesprekken. 31.1.6. Moedig zelfredzaamheid aanIedere ringpresident en bisschop is een ārechter in IsraĆ«lā (Leer en Verbonden 107:72). Met dit gezag voert hij normengesprekken en priesterschapsgesprekken. 31.1.7. Bied steun in het bekeringsprocesIedere ringpresident en bisschop is een ārechter in IsraĆ«lā (Leer en Verbonden 107:72). Met dit gezag voert hij normengesprekken en priesterschapsgesprekken. 31.1.8. Reageer gepast op mishandeling of misbruikIedere ringpresident en bisschop is een ārechter in IsraĆ«lā (Leer en Verbonden 107:72). Met dit gezag voert hij normengesprekken en priesterschapsgesprekken. 31.2. Gesprekken 31.2.1. Doelen van gesprekkenIedere ringpresident en bisschop is een ārechter in IsraĆ«lā (Leer en Verbonden 107:72). Met dit gezag voert hij normengesprekken en priesterschapsgesprekken. 31.2.2. Soorten gesprekkenIedere ringpresident en bisschop is een ārechter in IsraĆ«lā (Leer en Verbonden 107:72). Met dit gezag voert hij normengesprekken en priesterschapsgesprekken. 31.2.3. Doop-en-bevestigingsgesprekkenIedere ringpresident en bisschop is een ārechter in IsraĆ«lā (Leer en Verbonden 107:72). Met dit gezag voert hij normengesprekken en priesterschapsgesprekken. 31.2.4. Gesprekken voor ordening tot een ambt in het AƤronisch priesterschapIedere ringpresident en bisschop is een ārechter in IsraĆ«lā (Leer en Verbonden 107:72). Met dit gezag voert hij normengesprekken en priesterschapsgesprekken. 31.2.5. TempelaanbevelingsgesprekkenIedere ringpresident en bisschop is een ārechter in IsraĆ«lā (Leer en Verbonden 107:72). Met dit gezag voert hij normengesprekken en priesterschapsgesprekken. 31.2.6. Gesprekken voor ordening tot een ambt in het Melchizedeks priesterschapIedere ringpresident en bisschop is een ārechter in IsraĆ«lā (Leer en Verbonden 107:72). Met dit gezag voert hij normengesprekken en priesterschapsgesprekken. 31.3. Andere gelegenheden voor leidinggevenden om met leden te spreken 31.3. Andere gelegenheden voor leidinggevenden om met leden te sprekenIedere ringpresident en bisschop is een ārechter in IsraĆ«lā (Leer en Verbonden 107:72). Met dit gezag voert hij normengesprekken en priesterschapsgesprekken. 31.3.1. Met jongeren sprekenIedere ringpresident en bisschop is een ārechter in IsraĆ«lā (Leer en Verbonden 107:72). Met dit gezag voert hij normengesprekken en priesterschapsgesprekken. 31.3.2. Met jonge alleenstaande volwassenen sprekenIedere ringpresident en bisschop is een ārechter in IsraĆ«lā (Leer en Verbonden 107:72). Met dit gezag voert hij normengesprekken en priesterschapsgesprekken. 31.3.3. Met leden over hun roeping en taken sprekenIedere ringpresident en bisschop is een ārechter in IsraĆ«lā (Leer en Verbonden 107:72). Met dit gezag voert hij normengesprekken en priesterschapsgesprekken. 31.3.4. Met leden over materiĆ«le behoeften en zelfredzaamheid sprekenIedere ringpresident en bisschop is een ārechter in IsraĆ«lā (Leer en Verbonden 107:72). Met dit gezag voert hij normengesprekken en priesterschapsgesprekken. 31.3.5. Met leden over huwelijk en echtscheiding sprekenIedere ringpresident en bisschop is een ārechter in IsraĆ«lā (Leer en Verbonden 107:72). Met dit gezag voert hij normengesprekken en priesterschapsgesprekken. 31.3.6. Professionele hulpverlening en therapieIedere ringpresident en bisschop is een ārechter in IsraĆ«lā (Leer en Verbonden 107:72). Met dit gezag voert hij normengesprekken en priesterschapsgesprekken. 31.4. Virtueel met leden sprekenIedere ringpresident en bisschop is een ārechter in IsraĆ«lā (Leer en Verbonden 107:72). Met dit gezag voert hij normengesprekken en priesterschapsgesprekken. 32. Bekering en kerklidmaatschapsraden 32.0. InleidingBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.1. Bekering en vergevingBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.2. Doeleinden van lidmaatschapsrestricties of lidmaatschapsintrekking 32.2. Doeleinden van lidmaatschapsrestricties of lidmaatschapsintrekkingBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.2.1. Anderen beschermenBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.2.2. Bekering mogelijk maken, zodat iemand toegang tot Jezusā verlossende macht krijgtBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.2.3. De integriteit van de kerk beschermenBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.3. De rol van rechters in IsraĆ«lBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.4. Zondebelijdenis, geheimhouding en melding aan overheidsinstanties 32.4.1. ZondebelijdenisBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.4.2. Ernstige onbeleden of ontkende zondenBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.4.3. Informatie verzamelenBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.4.4. VertrouwelijkheidBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.4.5. Melden bij overheidsinstantiesBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.5. Hulpverleningskaders voor iemands bekering 32.5. Hulpverleningskaders voor iemands bekeringBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.5.1. Overzicht van de kadersBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.5.2. Kader en tijd bepalenBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.6. Ernst van de zonde en kerkbeleid 32.6. Ernst van de zonde en kerkbeleidBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.6.1. Wanneer een lidmaatschapsraad verplicht isBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.6.2. Wanneer een lidmaatschapsraad noodzakelijk kan zijnBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.6.3. Wanneer de ringpresident met het gebiedspresidium overlegt of een lidmaatschapsraad of een andere actie noodzakelijk isBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.6.4. Wanneer een lidmaatschapsraad doorgaans niet noodzakelijk isBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.7. Omstandigheden van de betrokkene 32.7. Omstandigheden van de betrokkeneBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.7.1. Omvang van de zondeBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.7.2. Belangen van het slachtofferBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.7.3. Blijken van bekeringBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.7.4. Schending van tempelverbondenBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.7.5. Vertrouwens- of gezagspositieBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.7.6. HerhalingBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.7.7. Leeftijd, volwassenheid en ervaringBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.7.8. Verstandelijke vermogensBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.7.9. Vrijwillige zondebelijdenisBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.7.10. Tijd tussen zonde en belijdenisBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.7.11. Zonden waarbij leden uit verschillende wijken of ringen betrokken zijnBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.8. Persoonlijke begeleiding en informele lidmaatschapsrestricties 32.8. Persoonlijke begeleiding en informele lidmaatschapsrestrictiesBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.8.1. Persoonlijke begeleidingBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.8.2. Mensen helpen om verslavingen en pornografiegebruik aan te pakkenBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.8.3. Informele lidmaatschapsrestrictiesBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.9. Deelname en verantwoordelijkheid 32.9. Deelname en verantwoordelijkheidBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.9.1. RingpresidentBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.9.2. Hoge raadBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.9.3. Bisschop (of gemeentepresident in een ring)Bekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.9.4. ZendingspresidentBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.9.5. Districts- of gemeentepresident in een zendingsgebiedBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.9.6. Ring- of wijkadministrateurBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.9.7. Deelname in uitzonderlijke situatiesBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.9.8. Bepalen welke leider een raad in uitzonderlijke situaties houdtBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.10. Procedures voor lidmaatschapsraden 32.10.1. Kennisgevingsbrief sturen en de raad voorbereidenBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.10.2. Verklaringen van slachtoffers krijgenBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.10.3. De raad leidenBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.11. Besluiten van lidmaatschapsraden 32.11. Besluiten van lidmaatschapsradenBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.11.1. Blijft volwaardig lidBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.11.2. Persoonlijke begeleiding door de bisschop of ringpresidentBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.11.3. Formele lidmaatschapsrestrictiesBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.11.4. Intrekking van het lidmaatschapBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.11.5. Vragen over moeilijke kwestiesBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.11.6. Bevoegdheid van het Eerste PresidiumBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.12. Kennisgevingen en aankondigingen 32.12. Kennisgevingen en aankondigingenBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.12.1. Iemand van het besluit verwittigenBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.12.2. Anderen in kennis stellen van het besluitBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.12.3. Lidmaatschapsopzegging bekendmakenBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.13. Beroep tegen een besluitBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.14. Rapporten en lidmaatschapskaarten 32.14.1. Rapport kerklidmaatschapsraadBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.14.2. Formele lidmaatschapsrestrictiesBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.14.3. Documenten na kerklidmaatschapsintrekkingBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.14.4. Documenten na heropneming in de kerkBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.14.5. Lidmaatschapskaarten met een aantekeningBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.14.6. Diefstal van kerkgelden rapporterenBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.14.7. Overhevelingsrestrictie op lidmaatschapskaartenBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.14.8. Lidmaatschapskaarten van leden in penitentiaire inrichtingenBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.14.9. Verzoeken tot lidmaatschapsopzeggingBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.15. Blijven bedienenBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.16. Opheffing van formele restricties of heropneming in de kerk 32.16.1. Lidmaatschapsraden om formele restricties op te heffen of iemand opnieuw op te nemenBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.16.2. Heropneming na opzegging kerklidmaatschapBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.17. Kerkdeelname, ordening en herstel van zegeningen na heropneming 32.17.1. Kerkdeelname en ordeningBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 32.17.2. Herstel van zegeningenBekering speelt zich meestal af tussen een kerklid, God, en wie mogelijk benadeeld zijn door de zonden van het lid. Soms moet een bisschop of ringpresident kerkleden echter terzijde staan in hun bekeringsproces. 33. Documenten en rapporten 33.0. InleidingDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.1. Overzicht van kerkdocumentenDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.2. Algemene instructies voor administrateursDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.3. Documenten en rapporten van de ring 33.3.1. RingpresidiumDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.3.2. RingadministrateurDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.3.3. Assistent-ringadministrateurDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.4. Documenten en rapporten van de wijk 33.4.1. BisschapDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.4.2. WijkadministrateurDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.4.3. Assistent-wijkadministrateurDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.4.4. Leidinggevenden in priesterschapsquorums en organisatiesDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.5. Rapporten ledenparticipatie 33.5. Rapporten ledenparticipatieDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.5.1. Soorten rapportenDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.5.2. LedenlijstenDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.6. Lidmaatschapskaarten 33.6. LidmaatschapskaartenDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.6.1. Namen in kerkdocumentenDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.6.2. Ingeschreven ledenDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.6.3. Lidmaatschapskaarten van nieuwe leden in de wijkDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.6.4. Lidmaatschapskaarten van leden die verhuizen of tijdelijk elders verblijvenDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.6.5. Lidmaatschapskaarten van leden buiten de unitDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.6.6. Lidmaatschapskaarten van leden met een roeping buiten hun geografische wijkDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.6.7. Lidmaatschapskaarten van jonge alleenstaande volwassenenDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.6.8. Lidmaatschapskaarten van leden in het ziekenhuis of een zorginstellingDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.6.9. Lidmaatschapskaarten van leden in de krijgsmachtDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.6.10. Lidmaatschapskaarten van leden met een verstandelijke handicapDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.6.11. Lidmaatschapskaarten van dove of slechthorende ledenDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.6.12. Lidmaatschapskaarten van adoptiekinderenDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.6.13. Lidmaatschapskaarten van kinderen van gescheiden oudersDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.6.14. Lidmaatschapskaarten met een aantekeningDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.6.15. Overhevelingsrestrictie op lidmaatschapskaartenDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.6.16. Lidmaatschapskaarten uit het bestand āadres onbekendāDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.6.17. Verordeningsgegevens invoeren en corrigerenDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.6.18. Persoonsgegevens invoeren en corrigerenDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.6.19. Verificatie lidmaatschapskaartenDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.7. Geschiedkundige documenten 33.7.1. Geschiedkundige overzichten van wijk en ringDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.7.2. KerkgeschiedenisDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.8. Vertrouwelijkheid van documentenDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.9. Beheer van documenten 33.9. Beheer van documentenDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.9.1. BeschermingDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.9.2. BewaartermijnDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.9.3. VernietigingDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 33.10. Technisch specialisten van ring en wijkDoor een nauwkeurige administratie weten de kerkleiders wie de leden zijn en stellen ze vast wat hun behoeften zijn. 34. FinanciĆ«n en verificaties 34.0. InleidingDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.1. FinanciĆ«n: leidinggevenden in de ring 34.1.1. RingpresidiumDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.1.2. RingadministrateursDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.2. FinanciĆ«n: leidinggevenden in de wijk 34.2.1. BisschapDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.2.2. WijkadministrateursDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.3. Bijdragen 34.3. BijdragenDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.3.1. TiendeDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.3.2. VastengavenDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.3.3. ZendingsfondsenDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.3.4. Andere bijdragenDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.3.5. PhilanthropiesDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.3.6. Bijdragen in natura, waaronder tiendeDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.3.7. Bijdragen worden niet terugbetaaldDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.4. Vertrouwelijkheid van tiende en andere offergavenDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.5. Omgaan met kerkgelden 34.5. Omgaan met kerkgeldenDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.5.1. CollegabeginselDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.5.2. Tiende en andere offergaven in ontvangst nemenDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.5.3. Tiende en andere offergaven controleren en registrerenDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.5.4. Tiende en andere offergaven stortenDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.5.5. Kerkgelden beschermenDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.5.6. BijdragenoverzichtenDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.5.7. Betalingen van ring en wijk beherenDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.5.8. Contante kasDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.5.9. FinanciĆ«le documenten bijhoudenDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.6. Budget en uitgaven 34.6. Budget en uitgavenDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.6.1. Budgets van ring en wijkDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.6.2. BudgettoelageDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.6.3. Bijzondere activiteiten en projecten bekostigenDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.7. Verificaties 34.7.1. VerificatiecomitĆ© van de ringDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.7.2. RingverificateursDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.7.3. FinanciĆ«le verificatieDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.7.4. Gebiedsverificateurs en assistent-gebiedsverificateursDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.7.5. Verlies, diefstal, verduistering of onjuist gebruik van kerkgeldenDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.7.6. Financieel (assistent-)ringadministrateurDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.7.7. Voor meer informatieDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.8. Belasting 34.8. BelastingDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.8.1. BelastingvrijdomDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.8.2. Omzet- en gebruiksbelastingDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 34.8.3. OnroerendezaakbelastingDe kerkgelden zijn heilig en dienen zorgvuldig verantwoord en beschermd te worden. 35. Onderhoud en gebruik van kerkgebouwen 35.1. Doel 35.2. Rollen en taken 35.2.1. Afdeling Kerkgebouwfaciliteiten 35.2.2. Faciliteitenmanager van de kerk 35.2.3. Gebiedszeventiger 35.2.4. Ringpresidium 35.2.5. Ringvertegenwoordiger kerkgebouwen 35.2.6. Technisch specialisten van ring en wijk 35.2.7. Bisschap 35.2.8. Bisschop-beheerder 35.2.9. Wijkvertegenwoordiger kerkgebouw 35.2.10. Leden 35.3. Kerkgebouwen realiseren 35.3. Kerkgebouwen realiseren 35.3.1. Eerstespadeplechtigheid en gebouwen inwijden 35.4. Kerkgebouwen onderhouden 35.4.1. Kerkgebouwen schoonmaken en onderhouden 35.4.2. Reparaties aanvragen 35.4.3. Kerkgebouwinspectie 35.4.4. Energie- en waterbesparing 35.4.5. Veiligheid en beveiliging 35.5. Beleid inzake het gebruik van kerkgebouwen 35.5. Beleid inzake het gebruik van kerkgebouwen 35.5.1. Basisbeginselen en vereisten voor het gebruik van kerkgebouwen 35.5.2. Gebruik van kerkgebouwen 35.5.3. Gebruik van kerkgebouwen ā persoonlijk en gezin 35.5.4. Gebruik van kerkgebouwen door organisaties zonder winstoogmerk of door andere groepen of personen 35.5.5. Noodsituaties 35.5.6. Niet toegestaan gebruik van gebouwen 35.5.7. Andere beleidsregels en normen die op alle gebruik van toepassing zijn 36. Nieuwe units stichten, wijzigen en een naam geven 36.0. InleidingKerkleden behoren op grond van waar ze wonen tot een kerkunit (zie Mosiah 25:17ā24). Die kerkunits zijn nodig om het werk van de kerk onder het juiste priesterschapsgezag te organiseren en uit te voeren. 36.1. Stichting of wijziging van een ring of districtKerkleden behoren op grond van waar ze wonen tot een kerkunit (zie Mosiah 25:17ā24). Die kerkunits zijn nodig om het werk van de kerk onder het juiste priesterschapsgezag te organiseren en uit te voeren. 36.2. Stichting of wijziging van een wijk of gemeente in een ringKerkleden behoren op grond van waar ze wonen tot een kerkunit (zie Mosiah 25:17ā24). Die kerkunits zijn nodig om het werk van de kerk onder het juiste priesterschapsgezag te organiseren en uit te voeren. 36.3. Stichting of wijziging van een gemeente in een zendingsgebiedKerkleden behoren op grond van waar ze wonen tot een kerkunit (zie Mosiah 25:17ā24). Die kerkunits zijn nodig om het werk van de kerk onder het juiste priesterschapsgezag te organiseren en uit te voeren. 36.4. Kerkunits een naam geven 36.4. Kerkunits een naam gevenKerkleden behoren op grond van waar ze wonen tot een kerkunit (zie Mosiah 25:17ā24). Die kerkunits zijn nodig om het werk van de kerk onder het juiste priesterschapsgezag te organiseren en uit te voeren. 36.4.1. Ring of district een naam gevenKerkleden behoren op grond van waar ze wonen tot een kerkunit (zie Mosiah 25:17ā24). Die kerkunits zijn nodig om het werk van de kerk onder het juiste priesterschapsgezag te organiseren en uit te voeren. 36.4.2. Wijk of gemeente een naam gevenKerkleden behoren op grond van waar ze wonen tot een kerkunit (zie Mosiah 25:17ā24). Die kerkunits zijn nodig om het werk van de kerk onder het juiste priesterschapsgezag te organiseren en uit te voeren. 36.5. Voorgestelde wijzigingen doorvoeren 36.5.1. Ringen en districten wijzigenKerkleden behoren op grond van waar ze wonen tot een kerkunit (zie Mosiah 25:17ā24). Die kerkunits zijn nodig om het werk van de kerk onder het juiste priesterschapsgezag te organiseren en uit te voeren. 36.5.2. Wijken en gemeenten wijzigenKerkleden behoren op grond van waar ze wonen tot een kerkunit (zie Mosiah 25:17ā24). Die kerkunits zijn nodig om het werk van de kerk onder het juiste priesterschapsgezag te organiseren en uit te voeren. 36.6. Programma voor de kleine unitKerkleden behoren op grond van waar ze wonen tot een kerkunit (zie Mosiah 25:17ā24). Die kerkunits zijn nodig om het werk van de kerk onder het juiste priesterschapsgezag te organiseren en uit te voeren. 37. Gespecialiseerde ringen, wijken en gemeenten 37.0. InleidingEen ringpresident kan de stichting van een gespecialiseerde ring, wijk of gemeente voorstellen om de leden van dienst te zijn. 37.1. Wijken en gemeenten voor anderstaligen 37.1. Wijken en gemeenten voor anderstaligenEen ringpresident kan de stichting van een gespecialiseerde ring, wijk of gemeente voorstellen om de leden van dienst te zijn. 37.1.1. Lidmaatschap in een wijk of gemeente voor anderstaligenEen ringpresident kan de stichting van een gespecialiseerde ring, wijk of gemeente voorstellen om de leden van dienst te zijn. 37.1.2. Leidinggevenden in een wijk of gemeente voor anderstaligenEen ringpresident kan de stichting van een gespecialiseerde ring, wijk of gemeente voorstellen om de leden van dienst te zijn. 37.2. Wijken en gemeenten voor jonge alleenstaande volwassenen in een geografische ring 37.2. Wijken en gemeenten voor jonge alleenstaande volwassenen in een geografische ringEen ringpresident kan de stichting van een gespecialiseerde ring, wijk of gemeente voorstellen om de leden van dienst te zijn. 37.2.1. Lidmaatschap in een wijk of gemeente voor jonge alleenstaande volwassenen in een geografische ringEen ringpresident kan de stichting van een gespecialiseerde ring, wijk of gemeente voorstellen om de leden van dienst te zijn. 37.2.2. Leidinggevenden in een wijk of gemeente voor jonge alleenstaande volwassenen in een geografische ringEen ringpresident kan de stichting van een gespecialiseerde ring, wijk of gemeente voorstellen om de leden van dienst te zijn. 37.3. Ringen voor jonge alleenstaande volwassenen met hun wijken en gemeenten 37.3. Ringen voor jonge alleenstaande volwassenen met hun wijken en gemeentenEen ringpresident kan de stichting van een gespecialiseerde ring, wijk of gemeente voorstellen om de leden van dienst te zijn. 37.3.1. Lidmaatschap in een ring voor jonge alleenstaande volwassenen met zijn wijken en gemeentenEen ringpresident kan de stichting van een gespecialiseerde ring, wijk of gemeente voorstellen om de leden van dienst te zijn. 37.3.2. Leidinggevenden in een ring voor jonge alleenstaande volwassenen met zijn wijken en gemeentenEen ringpresident kan de stichting van een gespecialiseerde ring, wijk of gemeente voorstellen om de leden van dienst te zijn. 37.4. Ringen en wijken voor gehuwde studenten 37.4. Ringen en wijken voor gehuwde studentenEen ringpresident kan de stichting van een gespecialiseerde ring, wijk of gemeente voorstellen om de leden van dienst te zijn. 37.4.1. Lidmaatschap in ringen en wijken voor gehuwde studentenEen ringpresident kan de stichting van een gespecialiseerde ring, wijk of gemeente voorstellen om de leden van dienst te zijn. 37.4.2. Leidinggevenden in ringen en wijken voor gehuwde studentenEen ringpresident kan de stichting van een gespecialiseerde ring, wijk of gemeente voorstellen om de leden van dienst te zijn. 37.5. Wijken voor alleenstaande volwassenen 37.5. Wijken voor alleenstaande volwassenenEen ringpresident kan de stichting van een gespecialiseerde ring, wijk of gemeente voorstellen om de leden van dienst te zijn. 37.5.1. Lidmaatschap in een wijk voor alleenstaande volwassenenEen ringpresident kan de stichting van een gespecialiseerde ring, wijk of gemeente voorstellen om de leden van dienst te zijn. 37.5.2. Leidinggevenden in een wijk voor alleenstaande volwassenenEen ringpresident kan de stichting van een gespecialiseerde ring, wijk of gemeente voorstellen om de leden van dienst te zijn. 37.6. Wijken en gemeenten voor leden in bijzondere omstandighedenEen ringpresident kan de stichting van een gespecialiseerde ring, wijk of gemeente voorstellen om de leden van dienst te zijn. 37.7. Groepen in een ring, zendingsgebied of gebiedEen ringpresident kan de stichting van een gespecialiseerde ring, wijk of gemeente voorstellen om de leden van dienst te zijn. 37.8. Kerkunits op militaire basesEen ringpresident kan de stichting van een gespecialiseerde ring, wijk of gemeente voorstellen om de leden van dienst te zijn. 38. Kerkbeleid en -richtlijnen 38.1. Deelname in de kerk 38.1. Deelname in de kerkDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.1.1. Aanwezigheid in kerkdienstenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.1.2. Kerklid wordenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.1.3. TempelbezoekDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.1.4. Deelname en zegeningen van ongehuwde ledenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.1.5. Ongehuwde ouders onder 18 jaarDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.2. Beleid inzake verordeningen en zegens 38.2. Beleid inzake verordeningen en zegensDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.2.1. Verordeningen en zegens in een andere taal vertolkenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.2.2. Fotoās, opnamen en transcripties van verordeningen en zegensDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.2.3. Verordeningen streamenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.2.4. Verordeningen voor verstandelijk gehandicaptenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.2.5. Verordeningen en zegens door en voor lichamelijk gehandicaptenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.2.6. Verordeningen valideren of ratificerenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.2.7. Kinderen een naam en een zegen gevenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.2.8. Doop en bevestigingDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.2.9. PriesterschapsordeningDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.2.10. Patriarchale zegenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.3. Burgerlijk huwelijk 38.3. Burgerlijk huwelijkDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.3.1. Wie een burgerlijk huwelijk mag voltrekkenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.3.2. Burgerlijk huwelijk van leden uit andere unitsDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.3.3. Burgerlijk huwelijk voor wie geen lid van de kerk zijnDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.3.4. Burgerlijk huwelijk voltrekken in kerkgebouwenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.3.5. Huwelijksvoltrekking door een ambtenaar van de burgerlijke stand of in een openbaar gebouwDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.3.6. Ceremonie voor een burgerlijk huwelijkDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.4. Beleid bij verzegelingen 38.4. Beleid bij verzegelingenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.4.1. Verzegeling van man en vrouwDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.4.2. Verzegeling van kinderen aan oudersDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.5. Tempelkleding en garments 38.5.1. TempelkledingDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.5.2. Tempelkleding en garments aanschaffenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.5.3. Garments en tempelkleding voor leden met een handicap of allergieDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.5.4. Tempelkleding makenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.5.5. Het garment dragenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.5.6. Zorg dragen voor het garmentDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.5.7. Het garment dragen in de krijgsmacht, bij de brandweer, de politie of een soortgelijke instantieDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.5.8. Medische aandoeningen waardoor leden het garment niet kunnen dragenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.5.9. Garments en ceremoniĆ«le tempelkleding wegdoenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.5.10. Tempelkleding voor overledenenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.6. Beleid inzake morele kwesties 38.6. Beleid inzake morele kwestiesDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.6.1. AbortusDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.6.2. Misbruik en mishandelingDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.6.3. Kunstmatige inseminatieDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.6.4. GeboortebeperkingDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.6.5. Kuisheid en huwelijkstrouwDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.6.6. KinderpornografieDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.6.7. Sperma of eicellen afstaan of verkopenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.6.8. VrouwenbesnijdenisDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.6.9. VruchtbaarheidsbehandelingenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.6.10. IncestDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.6.11. ReageerbuisbevruchtingDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.6.12. Het occulteDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.6.13. PornografieDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.6.14. VooroordelenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.6.15. Gevoelens voor hetzelfde geslacht en homoseksueel gedragDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.6.16. HomohuwelijkDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.6.17. Seksuele voorlichtingDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.6.18. Seksueel misbruik, verkrachting en andere vormen van seksueel geweldDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.6.19. Ongehuwde aanstaande oudersDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.6.20. ZelfmoordDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.6.21. Operatieve sterilisatie (ook onderbreking van de zaadleider)Dit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.6.22. DraagmoederschapDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.6.23. Personen die zich als transgender beschouwenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.7. Beleid inzake medische en gezondheidskwesties 38.7.1. AutopsieDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.7.2. Begrafenis of crematieDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.7.3. Kinderen die voor hun geboorte overlijden (doodgeboren of miskraam)Dit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.7.4. EuthanasieDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.7.5. Mensen met hiv of aidsDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.7.6. HypnoseDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.7.7. Personen van wie het geslacht bij de geboorte niet duidelijk isDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.7.8. Medische zorg en gezondheidszorgDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.7.9. Medische marihuanaDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.7.10. Donatie en transplantatie van organen en weefselDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.7.11. Leven rekken (waaronder levensinstandhoudingssysteem)Dit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.7.12. Cursussen zelfbewustzijnDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.7.13. VaccinatiesDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.7.14. Het woord van wijsheid en gezonde gewoontenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8. Bestuurlijk beleid 38.8.1. Adoptie en pleegouderschapDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.2. AffiniteitsfraudeDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.3. Audiovisueel materiaalDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.4. Handtekeningen en fotoās van algemene autoriteiten, algemene functionarissen en gebiedszeventigersDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.5. BedrijvenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.6. Werknemers van de kerkDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.7. KerktijdschriftenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.8. Naam, woordmerk en symbool van de kerkDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.9. Communicatie met ringpresidenten en bisschoppen door werknemers en vrijwilligers van de kerkDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.10. ComputersDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.11. Auteursrechtelijk beschermd materiaalDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.12. LeermiddelenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.13. AdreslijstenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.14. Kleding en uiterlijkDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.15. Extreme voorbereiding of survivalismeDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.16. VastendagDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.17. Gokken en loterijenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.18. Gastsprekers of instructeursDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.19. ImmigratieDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.20. InternetDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.21. Internet-, satelliet- en videoapparatuurDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.22. LandswettenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.23. Juridische bijstand bij kerkzakenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.24. BrievenbussenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.25. Contact van leden met de hoofdzetel van de kerkDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.26. Leden en werkDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.27. Leden met een handicapDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.28. Hulp aan leden die door misdaad en gevangenschap getroffen zijnDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.29. Andere geloofsrichtingenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.30. Betrokkenheid bij politiek en samenlevingDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.31. Privacy van ledenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.32. Eigen publicatiesDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.33. Boodschappen van algemene autoriteiten, algemene functionarissen en gebiedszeventigers opnemen, transcriberen of streamenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.34. Verwijzen naar de kerk en haar ledenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.35. VluchtelingenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.36. Verzoeken om financiĆ«le steun van de kerkDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.37. Onderzoek en enquĆŖtes in de kerkDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.38. Plaatselijke restricties om het evangelie te verspreiden in acht nemenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.39. Veiligheidsmaatregelen in de welzijns- en zelfredzaamheidsbedrijven van de kerkDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.40. De SchriftenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.41. Informatie uit betrouwbare bronnen halenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.42. Seminars en vergelijkbare bijeenkomstenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.43. Steun aan leden in het ziekenhuis en zorgcentraDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.44. Belastbare activiteitenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.45. BelastingDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.8.46. Beleid inzake reizenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.9. Militaire zaken en geestelijke verzorging 38.9. Militaire zaken en geestelijke verzorgingDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.9.1. Militaire zaken: leidinggevenden in de ringDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.9.2. Militaire zaken: leidinggevenden in de wijkDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.9.3. OriĆ«ntatie militaire dienstDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.9.4. Kerkunits voor leden in de krijgsmachtDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.9.5. Groepsleiders in oorlogs- of afgelegen gebiedenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.9.6. Zending en dienstplichtDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.9.7. Geestelijk verzorgers van de kerkDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.9.8. Het garment in de krijgsmachtDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.9.9. ZendingsechtparenDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels. 38.9.10. Overige informatieDit hoofdstuk behandelt een reeks vraagstukken en kerkelijke beleidsregels.