‘34. Financiën en verificaties’, Algemeen handboek: dienen in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen (2024).
‘34. Financiën en verificaties’, Algemeen handboek.
34.
Financiën en verificaties
34.0
Inleiding
Dankzij de tiende en andere offergaven kan de kerk Gods werk van heil en verhoging uitvoeren (zie 1.2). Die kerkgelden zijn heilig. Ze vertegenwoordigen de offers en het geloof van de leden van de kerk (zie Markus 12:41–44).
Enkele toepassingen van de tiende en andere offergaven ten behoeve van het werk van de Heer zijn:
-
Tempels, kerken en andere noodzakelijke gebouwen van de kerk bouwen en onderhouden.
-
De activiteiten en aangelegenheden van de kerk en de plaatselijke kerkunits bekostigen.
-
Het evangelie over de hele wereld uitdragen.
-
De programma’s van de kerk, zoals onderwijs en familiegeschiedenis, bekostigen.
-
Behoeftigen van voedsel, onderdak en andere levensbehoeften voorzien.
Ringpresidenten en bisschoppen hebben de heilige plicht op kerkgelden toe te zien (zie Leer en Verbonden 72:9–10). Dit geld mag alleen door gemachtigde leden voor geautoriseerde kerkdoeleinden worden gebruikt. Het moet zorgvuldig geregistreerd en beschermd worden.
34.1
Financiën: leidinggevenden in de ring
34.1.1
Ringpresidium
De ringpresident heeft de volgende taken inzake ringfinanciën. Hij delegeert een deel van dit werk aan zijn raadgevers en de administrateurs.
De ringpresident:
-
Leert en inspireert de leden om een volledige tiende te betalen en een royale vastengave bij te dragen (zie 34.3).
-
Ziet erop toe dat de gelden van de ring correct worden verwerkt en verantwoord (zie 34.5).
-
Controleert elke maand het financiële overzicht en ziet erop toe dat eventuele kwesties meteen worden opgelost.
-
Ziet erop toe dat bisschappen, leidinggevenden en administrateurs hun taken met betrekking tot gewijde kerkgelden leren.
-
Stelt het jaarlijkse ringbudget op en beheert het (zie 34.6).
-
Ziet erop toe dat de richtlijnen voor de budgettoelage in de ring worden gevolgd (zie 34.6.2).
-
Bespreekt regelmatig met iedere bisschop de wijkfinanciën.
-
Controleert of elke wijk jaarlijks tiendeverklaringen van de leden ontvangt.
-
Ziet erop toe dat wachtwoorden voor toegang tot de financiële systemen van de kerk nooit worden gedeeld.
-
Ziet erop toe dat het verificatiecomité van de ring is gevormd en dat het naar behoren functioneert (zie 34.7.1).
-
Is beschikbaar gedurende de verificatie van de ringfinanciën om vragen te beantwoorden (zie 34.7).
-
Controleert verificaties van de financiële documenten op ring- en wijkniveau, en ziet erop toe dat alle eventuele kwesties meteen worden opgelost (zie 34.7).
-
Ziet erop toe dat de ring en wijken zich houden aan alle toepasselijke belastingwetten (zie 34.8).
34.1.2
Ringadministrateurs
De ringpresident wijst de financiële administratie toe aan de ringadministrateur of een assistent-ringadministrateur. Administrateurs houden zich stipt aan de geldende richtlijnen om de kerkgelden te beschermen en om te waarborgen dat de kerkdocumenten correct worden bijgewerkt.
De administrateur heeft de volgende taken:
-
Hij registreert de bedragen en stort al het ontvangen geld met een lid van het ringpresidium.
-
Hij controleert elke maand het financiële overzicht en ziet erop toe dat eventuele kwesties meteen worden opgelost.
-
Hij assisteert het ringpresidium bij het opstellen van het jaarlijkse ringbudget (zie 34.6.1 en 34.6.2).
-
Hij controleert of elke wijk het jaarlijkse tiendestatusrapport heeft ingediend.
-
Hij neemt deel aan de verificaties van de ringverificateurs en verwerkt zo nodig de correcties (zie 34.7).
-
Hij assisteert bisschappen met de instructie aan wijkadministrateurs.
Administrateurs dragen het Melchizedeks priesterschap en hebben een geldige tempelaanbeveling. Zie 33.3.2 en 33.3.3 voor meer informatie over het roepen van ringadministrateurs.
34.2
Financiën: leidinggevenden in de wijk
34.2.1
Bisschap
De bisschop heeft de volgende taken inzake wijkfinanciën. Hij delegeert een deel van dit werk aan zijn raadgevers en de administrateurs.
De bisschop:
-
Leert en inspireert de leden om een volledige tiende te betalen en een royale vastengave bij te dragen (zie 34.3).
-
Ziet erop toe dat de gelden van de wijk correct worden verwerkt en verantwoord (zie 34.5).
-
Controleert elke maand het financiële overzicht en ziet erop toe dat eventuele kwesties meteen worden opgelost.
-
Ziet erop toe dat leidinggevenden en administrateurs hun taken met betrekking tot gewijde kerkgelden leren.
-
Stelt het jaarlijkse wijkbudget op en beheert het (zie 34.6).
-
Ziet erop toe dat de richtlijnen voor de budgettoelage in de wijk worden gevolgd (zie 34.6.2).
-
Heeft jaarlijks gesprekken met de wijkleden in verband met hun tiendeverklaring.
-
Ziet erop toe dat wachtwoorden voor toegang tot de financiële systemen van de kerk nooit worden gedeeld.
-
Is beschikbaar gedurende de verificatie van de wijkfinanciën om vragen te beantwoorden en ziet erop toe dat eventuele kwesties meteen worden opgelost (zie 34.7).
34.2.2
Wijkadministrateurs
De bisschop wijst de verwerking van de financiële administratie toe aan de wijkadministrateur of een assistent-wijkadministrateur. Administrateurs houden zich stipt aan de geldende richtlijnen om de kerkgelden te beschermen en om te waarborgen dat de kerkdocumenten correct worden bijgewerkt.
De administrateur heeft de volgende taken:
-
Hij registreert de bedragen en stort al het ontvangen geld met een lid van de bisschap.
-
Hij controleert elke maand het financiële overzicht en ziet erop toe dat eventuele kwesties meteen worden opgelost.
-
Hij assisteert de bisschap bij het opstellen van het jaarlijkse wijkbudget (zie 34.6.1 en 34.6.2).
-
Hij ziet erop toe dat de leden toegang hebben tot hun bijdragenoverzichten en assisteert daar zo nodig bij.
-
Hij helpt de bisschop bij het opstellen en registreren van tiendeverklaringen.
-
Hij neemt deel aan de verificaties van de ringverificateurs en verwerkt zo nodig de correcties (zie 34.7).
Administrateurs dragen het Melchizedeks priesterschap en hebben een geldige tempelaanbeveling. Zie 33.4.2 en 33.4.3 voor meer informatie over het roepen van wijkadministrateurs.
34.3
Bijdragen
Kerkleiders brengen de beginselen van tiende en andere offergaven onder de aandacht van de leden en moedigen hen aan om die beginselen na te leven. Mensen die geen lid van de kerk zijn, mogen ook bijdragen doen. Maar alleen kerkleden mogen tiende betalen.
De leden worden aangemoedigd om hun bijdragen waar mogelijk online te doen (zie donations.ChurchofJesusChrist.org). Maar zij mogen hun bijdragen en een ingevuld formulier Tiende en andere offergaven ook aan de bisschop of een van zijn raadgevers overhandigen (zie 34.5.2). Als leden een cheque gebruiken, moet die aan De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen worden uitgeschreven.
34.3.1
Tiende
Tiende is het afdragen van een tiende deel van iemands inkomen aan Gods kerk (zie Leer en Verbonden 119:3–4; onder opbrengsten wordt inkomen verstaan). Alle leden met inkomen betalen tiende.
Het verbondsvolk van de Heer leeft al sinds de oudheid de wet van tiende na (zie Genesis 14:18–20; Leviticus 27:30–32). De Heer heeft gezegd: ‘De vertiending van mijn volk […] zal voor eeuwig een vaste wet voor hen zijn’ (Leer en Verbonden 119:3–4).
Tiende is heilig voor de Heer, en de leden eren Hem door tiende te betalen. Het is een uiting van geloof in God en zijn beloften. Wie tiende betalen, krijgen deze belofte van de Heer: ‘Beproef Mij toch hierin, zegt de Heere van de legermachten, of Ik niet de vensters van de hemel voor u zal openen, en zegen over u zal uitgieten, zodat er geen schuren genoeg zullen zijn’ (Maleachi 3:10).
34.3.1.1
Gebruik van tiendegeld
Tiendegeld wordt altijd voor de doeleinden van de Heer gebruikt, op aanwijzing van de raad van tiendebesteding (zie Leer en Verbonden 120). Er worden enkele doeleinden in 34.0 genoemd.
34.3.1.2
Tiendeverklaring
De bisschop spreekt in de laatste maanden van elk jaar met ieder lid in verband met zijn of haar tiendeverklaring. Bij afwezigheid van de bisschop kan de ringpresident in zeldzame gevallen een van de raadgevers van de bisschop machtigen om die taak te vervullen.
Alle leden worden voor een gesprek met de bisschop uitgenodigd om:
-
Hun tiendestatus aan de bisschop kenbaar te maken.
-
Te controleren of hun bijdragen goed zijn geboekt.
Zo mogelijk wonen alle leden van een gezin, inclusief de kinderen, samen het gesprek bij.
Tijdens de tiendeverklaring spreekt de bisschop zijn waardering uit aan de leden voor hun getrouwheid. Hij zet ook het beginsel van tiende uiteen, moedigt de leden aan om een gulle vastengave te geven en bespreekt andere relevante zaken.
De hoofdzetel van de kerk of het gebiedskantoor verstrekt instructies in verband met de tiendeverklaring.
34.3.2
Vastengaven
Kerkleiders moedigen de leden aan de vastenwet na te leven. Dat houdt onder meer in een royale vastengave te geven (zie 22.2.2).
In sommige wijken kan de bisschop Aäronisch-priesterschapsdragers opdracht geven om de vastengaven te innen. De bisschop houdt daarbij rekening met het aantal beschikbare Aäronisch-priesterschapsdragers, hun veiligheid, en de meerwaarde voor leden die anders wellicht niets zouden bijdragen.
De vastengaven worden altijd door een koppel priesterschapsdragers ingezameld. Zij geven de vastengaven onmiddellijk aan een lid van de bisschap.
De leden geven geen andere bijdragen mee, zoals tiende of andere offergaven, aan wie de vastengaven komen ophalen.
In 22.5.2 wordt uitgelegd hoe de vastengaven kunnen worden gebruikt.
34.3.3
Zendingsfondsen
Bijdragen aan het zendingsfonds van de wijk worden voornamelijk gebruikt om voltijdzendelingen uit de wijk bij te staan. Als er een surplus in een wijk is, kan dat gebruikt worden om andere zendelingen in de ring bij te staan. Als er een surplus in een ring is, kan dat gebruikt worden voor andere ringen in de coördinerende raad, op aanwijzing van de gebiedszeventiger die de raad presideert.
Er wordt geen geld uit het zendingsfonds van de wijk rechtstreeks naar individuele zendelingen gestuurd. Evenmin mogen er uit dit fonds zendingsactiviteiten in de wijk of ring worden bekostigd.
Bijdragen aan het algemeen zendingsfonds worden voor het algemene zendingswerk van de kerk aangewend.
De ringpresident en de bisschop maken het geld uit zendingsfondsen dat de ring en de wijk redelijkerwijs niet nodig hebben, over naar het algemeen zendingsfonds aan de hoofdzetel van de kerk of het gebiedskantoor.
Zie 24.3.4 voor meer informatie over zendingsfondsen en zendelingen financieren.
34.3.4
Andere bijdragen
Leden kunnen ook financieel bijdragen aan andere goedgekeurde categorieën. Als gevers het formulier Tiende en andere offergaven gebruiken, noteren ze de categorienaam in het vak ‘Overige’.
Ringen en wijken maken in het vak ‘Overige’ geen categorieën aan om geld in te zamelen of uit te geven voor projecten die niet door het gebiedspresidium zijn goedgekeurd. De leden nemen voor een lijst met goedgekeurde categorieën contact op met de wijkadministrateur.
34.3.5
Philanthropies
Philanthropies of The Church of Jesus Christ of Latter-day Saints is een afdeling van het kantoor van de Presiderende Bisschap. Deze afdeling coördineert en bevordert de filantropische donaties aan de kerk en aan haar gelieerde liefdadigheidsorganisaties en -activiteiten, buiten de tiende en offergaven om. Informatie over doneren, wordt aangevraagd bij het kantoor van Philanthropies:
Philanthropies
1450 North University Avenue
Provo, UT 84604-6080, VS
Telefoon: +1 801 356 5300 of +1 800 525 8074
34.3.6
Bijdragen in natura, waaronder tiende
De kerk raadt doorgaans het betalen van tiende en andere offergaven in natura af. Bij voorkeur verkopen de leden de goederen zelf, waarna ze de tiende en andere offergaven in geld betalen. In sommige gevallen kunnen bijdragen in natura wel aanvaard worden. In sommige delen van de wereld kan dat zelfs de gebruikelijke gang van zaken zijn.
De kerk accepteert (1) aandelen, obligaties en andere effecten die direct verhandeld kunnen worden, en (2) verhandelbaar onroerend goed. De leden kunnen een e-mail sturen naar DonationsInKind@ChurchofJesusChrist.org voor instructies in verband met deze bijdragen in natura. Als leden andere zaken willen bijdragen, moet de ringpresident eerst toestemming van de hoofdzetel van de kerk of het gebiedskantoor krijgen, voordat hij de bisschop toestaat die zaken aan te nemen.
Kwitanties aan leden die bijdragen in natura doen, worden alleen door de hoofdzetel van de kerk of het gebiedskantoor verstrekt.
34.3.7
Bijdragen worden niet terugbetaald
Als de tiende en andere offergaven aan de kerk zijn afgestaan, behoren ze de Heer toe. Ze zijn dan aan Hem gewijd. Al die bijdragen zijn vrijwillig afgestaan. De gever kan niet bepalen waaraan ze ten goede komen, noch daarop enige invloed uitoefenen, eigendomsrecht laten gelden of enig voordeel verwachten anders dan de zegeningen van de Heer.
Ringpresidenten en bisschoppen laten betalers van tiende en offergaven weten dat die bijdragen niet worden terugbetaald. Evenmin worden vooraf betaalde bijdragen aan het zendingsfonds terugbetaald.
34.4
Vertrouwelijkheid van tiende en andere offergaven
Het bedrag dat een gever aan tiende en andere offergaven betaalt, is vertrouwelijk. Alleen de bisschop en wie bevoegd zijn om de bijdragen te verwerken of te bekijken, dienen toegang tot deze gegevens te hebben. Ringpresidiums, bisschappen en administrateurs behoren nooit ongepast de tiendestatus van een lid te bespreken. Ook bespreken ze niet het totaalbedrag van de ontvangen tiende of andere offergaven.
34.5
Omgaan met kerkgelden
De ringpresident en de bisschop zien erop toe dat alle gelden van de kerk correct worden verwerkt. Dat is een heilige taak die bij hun roeping hoort. Hierna volgen de algemene beginselen. Bisschappen en administrateurs bekijken de video ‘Gewijde gelden, gewijde taken’ minstens één keer per jaar.
34.5.1
Collegabeginsel
Het collegabeginsel vereist dat twee personen – een lid van de bisschap en een administrateur of twee leden van de bisschap – actief betrokken zijn bij het registreren en uitbetalen van kerkgelden. Dit beginsel is van essentieel belang om gewijde gelden en kerkleiders te beschermen.
Leidinggevenden dienen hun wachtwoord te allen tijde af te schermen en voor zich te houden (zie 33.9.1.1).
34.5.2
Tiende en andere offergaven in ontvangst nemen
De Heer heeft de heilige taak van het in ontvangst nemen en verantwoorden van de tiende en andere offergaven van de heiligen aan de bisschoppen toevertrouwd (zie Leer en Verbonden 42:30–33; 119). Alleen de bisschop en zijn raadgevers mogen de tiende en andere offergaven in ontvangst nemen. In geen geval mag hun vrouw, een ander gezinslid, een administrateur of ander wijklid deze bijdragen in ontvangst nemen. De enige uitzondering is als Aäronisch-priesterschapsdragers opdracht hebben om de vastengaven te innen (zie 34.3.2).
Kerkleiders en leden laten bijdragen niet onbeheerd achter.
34.5.3
Tiende en andere offergaven controleren en registreren
Bijdragen worden gecontroleerd en geregistreerd op de zondag dat ze in ontvangst zijn genomen. Een lid van de bisschap en een administrateur, of twee leden van de bisschap, maken samen de bijdragenenvelopjes open. Ze controleren of het ingesloten bedrag overeenkomt met het bedrag op het formulier Tiende en andere offergaven. Ze registreren elke bijdrage op correcte wijze. Als het ingesloten bedrag en het bedrag op het formulier niet overeenkomen, nemen ze zo snel mogelijk contact op met de gever om de discrepantie op te lossen.
34.5.4
Tiende en andere offergaven storten
Als is vastgesteld dat de geregistreerde bedragen met het ontvangen geld overeenkomen, wordt de storting voorbereid.
Als er een nachtkluis beschikbaar is, storten het lid van de bisschap en een andere Melchizedeks-priesterschapsdrager het geld op dezelfde dag dat het in ontvangst is genomen en gecontroleerd.
Als er geen nachtkluis beschikbaar is en de bank op zondag is gesloten, vraagt de bisschop een Melchizedeks-priesterschapsdrager om het geld op de eerstvolgende werkdag te storten. Doorgaans gaat het om een lid van de bisschap. Hij is verantwoordelijk voor het geld. Hij:
-
Let erop dat het geld veilig is tot het gestort kan worden.
-
Krijgt een stortingsbewijs, waarop de datum en het gestorte bedrag staan.
Voorts voltooien een lid van de bisschap en een administrateur, of twee leden van de bisschap, de volgende procedure op de volgende zondag, voordat ze ertoe overgaan om de die dag ingeleverde bijdragen te verwerken:
-
Zij vergelijken het stortingsbewijs met de stortingsdocumenten van de vorige week om na te gaan of het juiste bedrag is gestort.
-
Zij ondertekenen het stortingsbewijs en archiveren het met de andere bijdragengegevens.
34.5.5
Kerkgelden beschermen
Wie verantwoordelijk zijn voor kerkgelden mogen die nooit ’s nachts in het kerkgebouw laten liggen of onbeheerd achterlaten, bijvoorbeeld tijdens een dienst of activiteit.
34.5.6
Bijdragenoverzichten
Bijdragenoverzichten zijn op donations.ChurchofJesusChrist.org voor alle leden beschikbaar. Leidinggevenden moedigen de leden aan hun bijdragenoverzichten regelmatig door te nemen. Indien van toepassing zijn er ook officiële belastingverklaringen beschikbaar op donations.ChurchofJesusChrist.org, van de plaatselijke unit of van het gebiedskantoor.
34.5.7
Betalingen van ring en wijk beheren
Alle ringgelden worden in de financiële systemen van de kerk beheerd. De ringpresident beheert de ringfinanciën. Zijn raadgevers en administrateurs kunnen hem daarbij assisteren. De raadgever die als voorzitter van het verificatiecomité van de ring fungeert, is doorgaans niet betrokken bij de financiële administratie van de ring.
Alle wijkgelden worden in de financiële systemen van de kerk beheerd. De bisschop beheert de wijkfinanciën. Zijn raadgevers en administrateurs kunnen hem daarbij assisteren.
Betalingen worden doorgaans via internetbankieren of per cheque gedaan. In sommige gebieden mogen units een betaalkaart gebruiken.
Het is niet toegestaan zonder goedkeuring van de presiderende functionaris ring- of wijkuitgaven te doen.
Twee gemachtigde leiders moeten elke betaling goedkeuren. Een van hen moet lid van het ringpresidium of de bisschap zijn. Hoewel raadgevers betalingen mogen goedkeuren, moet de ringpresident of bisschop elke betaling controleren. Leiders mogen een betaling aan zichzelf niet goedkeuren.
Een bisschop geeft geen vastengaven uit, noch opdrachten tot hulp, voor hemzelf of zijn familieleden zonder de schriftelijke goedkeuring van de ringpresident. Schriftelijke toestemming van een lid van het gebiedspresidium is vereist voordat een bisschop vastengaven mag gebruiken of een opdracht van de bisschop voor de ringpresident of zijn familieleden kan goedkeuren. Zie 22.5.1.2 voor richtlijnen.
Een lid dat gemaakte kosten declareert, levert betalingsbewijzen of facturen elektronisch of als papieren exemplaar aan. Hij of zij vermeldt ook het doel, het bedrag en de datum van de aankoop.
Als er een voorschot wordt uitbetaald, dient het lid een betalingsverzoek in met vermelding van het doel, het bedrag en de datum. Het lid overlegt na uitgave van het geld (1) kwitanties of facturen voor het uitgegeven bedrag en (2) retourneert het geld dat niet is uitgegeven. Het geretourneerde geld moet worden teruggestort.
Gemachtigde leidinggevenden en administrateurs keuren geen betalingen goed zonder de uitgave en bijbehorende kwitanties of facturen zorgvuldig te controleren.
Ringen en wijken mogen geen eigen bankrekening openen en geen kleine kas bijhouden.
34.5.7.1
Elektronische betalingen
Als de ring of wijk elektronische betalingen gebruikt, wordt de leden aangeraden om hun persoonlijke bankrekeninggegevens in ‘Restitutierekening uitgaven’ onder Instellingen in Onlinebijdragen op donations.ChurchofJesusChrist.org in te voeren. De wijk of ring mag nooit fysieke of elektronische kopieën van de bankrekeninggegevens van leden bewaren.
34.5.7.2
Cheques
Als de ring of wijk cheques gebruikt, mogen die pas worden ondertekend als ze volledig zijn uitgeschreven. Chequeboeken of blanco betalingsopdrachten moeten opgeborgen worden in een afsluitbare lade of kast. Als ze uit de kast of lade zijn gehaald, mogen ze niet onbeheerd worden achtergelaten. Als er blanco cheques ontbreken, geeft de ringpresident of de bisschop de nummers van deze cheques onmiddellijk door aan de hoofdzetel van de kerk of het gebiedskantoor.
34.5.7.3
Bankkaarten
De ring of wijk mag voor uitgaven van de plaatselijke unit eventueel een bankkaart gebruiken voor transacties op verkooppunten of om geld op te nemen. De transacties en geldopnames met de kaart worden automatisch naar de financiële systemen van de kerk geüpload. Alle gebruik van de bankkaart moet direct worden geregistreerd. Gebeurt dat niet, dan kan de kaart worden geblokkeerd.
Alle saldo’s van de bankkaarten moeten minstens eenmaal per jaar op nul worden gezet.
34.5.8
Contante kas
Het gebiedskantoor geeft specifieke richtlijnen voor units die geen toegang tot een door de kerk goedgekeurde bankrekening hebben.
34.5.9
Financiële documenten bijhouden
Elke ring en wijk houdt de financiële documenten nauwkeurig bij. Met deze financiële documenten kunnen de ringpresident en de bisschop de heilige kerkgelden verantwoorden en beschermen. Nauwkeurige documenten zijn ook nodig om:
-
Budgets op te stellen.
-
De budgettoelage te beheren.
-
De leden te voorzien van informatie over hun financiële bijdragen.
-
Actie te ondernemen naar aanleiding van verificaties.
Administrateurs raadplegen de instructies van de hoofdzetel van de kerk of het gebiedskantoor over het gebruik en de bewaartermijn van rapporten en documenten. Financiële documenten worden minstens drie jaar na het lopende jaar bewaard. De plaatselijke wetten kunnen een langere bewaarduur voorschrijven.
34.6
Budget en uitgaven
Door middel van het budgettoelagesysteem worden de activiteiten en programma’s van ringen en wijken uit de algemene middelen van de kerk betaald. Dankzij dit systeem hoeven de leden geen budgetbijdragen te betalen. De budgettoelage is door getrouwe tiendebetaling mogelijk gemaakt.
Zo nodig verminderen en vereenvoudigen de leidinggevenden de activiteiten om binnen de budgettoelage te blijven. De meeste activiteiten moeten eenvoudig zijn en niets of weinig kosten.
34.6.1
Budgets van ring en wijk
Elke ring en wijk stelt een budget op als uitgangspunt van hun financieel beleid. De ringpresident beheert het ringbudget, de bisschop het wijkbudget. Zij kunnen een raadgever op hun aanwijzing toezicht op het budget laten houden. Zij mogen het opstellen van en toezicht houden op het budget ook aan een administrateur toewijzen.
Ruim voor het begin van het volgende kalenderjaar stellen het ringpresidium en de bisschap hun budget op. Hieronder staan richtlijnen:
-
Zij nemen de uitgaven van het afgelopen jaar door om inzicht te krijgen in terugkerende kosten.
-
Zij vragen de organisaties om een gedetailleerd overzicht van hun financiële behoeften.
-
Zij stellen het budget volgens goedgekeurde budgetrichtlijnen op. Budgets dienen ervoor te zorgen dat de begrote uitgaven niet hoger zijn dan de verwachte budgettoelage.
De budgettools in de financiële systemen van de kerk dienen zo mogelijk te worden gebruikt.
34.6.2
Budgettoelage
34.6.2.1
Budgettoelages
Budgettoelages worden per kwartaal toegekend op basis van opkomst in de volgende categorieën:
-
Avondmaalsdienst
-
Jongemannen
-
Jongevrouwen
-
Jeugdwerkkinderen (7–10 jaar)
-
Jonge alleenstaande volwassenen
Het is belangrijk dat de opkomst nauwkeurig en tijdig wordt gerapporteerd (zie 33.5.1.1).
Vóór elke kwartaaltoelage ontvangt de ringpresident informatie over het toe te kennen bedrag. Vervolgens bepaalt hij hoeveel geld er naar de wijken gaat. Hij ziet er in goed overleg met de bisschoppen op toe dat de ring en wijken een billijk en toereikend deel krijgen. Als er zich onvoorziene veranderingen voordoen die wijzigingen in de budgettoelages rechtvaardigen, ziet de ringpresident erop toe dat de wijzigingen billijk zijn.
De bisschop ziet toe op de verdeling van de budgettoelage in de wijk. Hij ziet erop toe dat de organisaties in de wijk een billijk en toereikend deel krijgen.
Priesterschapsleiders zien erop toe dat de budgettoelages en activiteiten voor de jongemannen en jongevrouwen billijk zijn en dat de toelages voor kinderen in het jeugdwerk toereikend zijn.
34.6.2.2
Gepast gebruik van budget
De ringpresident en de bisschop zien erop toe dat de budgettoelage verstandig wordt besteed. De toelage moet tot zegen van de leden worden gebruikt en de oogmerken van het evangelie bevorderen. Leidinggevenden zorgen er ook voor dat alle uitgaven binnen de toelage blijven.
De budgettoelages van ring en wijk worden gebruikt om alle activiteiten, programma’s, lesboeken en benodigdheden te betalen. De leden betalen doorgaans niet voor deelname aan activiteiten. Evenmin mag er van hen verlangd worden dat ze voor materiaal zorgen, huur- of toegangsprijzen betalen, of op eigen kosten lange afstanden afleggen. Leden mogen wel voor eten zorgen, als dat geen last voor ze vormt (zie 20.6.1).
Leden die extra aan de kerk willen bijdragen, kunnen hun bijdrage niet aan het ring- of wijkbudget toewijzen. In plaats daarvan raden leidinggevenden hen aan bij te dragen aan het vastengavenfonds, de zendingsfondsen, humanitaire hulp of andere goedgekeurde bijdragencategorieën.
Kerkbouw en -onderhoud, telefoons, energie en water, computers en reizen van priesterschapsleiders worden betaald uit de algemene middelen van de kerk overeenkomstig de actuele richtlijnen.
34.6.2.3
Overtollig budget
Overtollige gelden uit de budgettoelages mogen niet worden opgemaakt. Overtollige wijkgelden worden aan de ring terugbetaald. Overtollige ringgelden worden aan de kerk terugbetaald.
Ringen en wijken mogen bij uitzondering een deel van de ongebruikte toelage vasthouden als dat nodig is voor bepaalde activiteiten die voor het volgend jaar gepland staan, zoals een jeugdconferentie. Units mogen echter geen aanzienlijke bedragen uit de budgettoelage van het ene jaar naar het volgende overhevelen.
34.6.3
Bijzondere activiteiten en projecten bekostigen
34.6.3.1
Activiteiten voor een of meerdere ringen
Plaatselijke leiders wordt aangeraden om activiteiten voor een of meerdere ringen te houden om een gevoel van eenheid te scheppen en de kans te bieden op het ontwikkelen van vriendschapsbanden, vooral onder jongeren en jonge alleenstaande volwassenen. Leidinggevenden zorgen ervoor dat ze voldoende geld reserveren om een behoorlijk aantal activiteiten in de ring of met meerdere ringen mogelijk te maken.
De meeste activiteiten voor meerdere ringen worden bekostigd uit het budget van de deelnemende ringen. Gebiedsactiviteiten kunnen, na goedkeuring, uit het budget van het gebied of de hoofdzetel van de kerk bekostigd worden.
34.6.3.2
Bijzondere activiteiten en projecten
Zie hoofdstuk 20 voor informatie over bijzondere activiteiten en projecten.
34.7
Verificaties
34.7.1
Verificatiecomité van de ring
De ringpresident vormt een verificatiecomité van de ring. Dit comité ziet erop toe dat de financiën van ring en wijk volgens het kerkbeleid worden verwerkt. Het bestaat uit een van de raadgevers van de ringpresident als voorzitter, en twee andere ringleden met inzicht in financiële zaken of die hierin kunnen worden geïnstrueerd. Deze broeders of zusters hebben een geldige tempelaanbeveling.
De raadgever die als voorzitter fungeert, keurt normaal gesproken geen betalingen goed en is ook niet betrokken bij de financiële administratie van de ring.
De comitéleden mogen geen ringverificateur zijn. Evenmin mogen zij de financiële administratie van de ring of de wijk bijhouden.
34.7.2
Ringverificateurs
De ringpresident of zijn raadgever die voorzitter is van het verificatiecomité van de ring, roept minstens twee ringverificateurs. Deze broeders en zusters hebben een geldige tempelaanbeveling. Ze hebben zo mogelijk ervaring op het gebied van boekhouding of verificatie. Ze moeten door het ringpresidium en de hoge raad worden goedgekeurd. Er vindt echter geen steunverlening plaats. De ringpresident bepaalt of ze al dan niet worden aangesteld.
Ook hogeraadsleden kunnen dienst doen als ringverificateur. De ringadministrateur en assistent-ringadministrateurs mogen echter niet als verificateur worden geroepen. Verificateurs mogen ook andere functies vervullen.
34.7.3
Financiële verificatie
De ringverificateurs verifiëren tweemaal per jaar de financiële documenten van de ring, wijken en FamilySearch-centra. Ze verifiëren ook elk jaar de financiële rapporten van recreatieterreinen. Verificaties vormen een gelegenheid om mensen die geroepen zijn om met het geld van de kerk van de Heer om te gaan, aan te moedigen, te steunen en op vriendelijke wijze te instrueren.
De verificateurs zien erop toe dat:
-
Tiende en andere offergaven correct worden geregistreerd.
-
Kerkgelden correct worden gebruikt, verantwoord en beschermd.
-
De financiële documenten volledig en accuraat zijn.
De presiderende functionaris van de unit en de financieel administrateur zijn gedurende de verificatie beschikbaar om mogelijke vragen te beantwoorden.
De ringpresident en het verificatiecomité van de ring controleren alle verificaties. Na hun controle ondertekenen de voorzitter van het verificatiecomité van de ring en de ringpresident de verificaties. Verificaties mogen ondertekend en ingestuurd worden voordat alle fouten zijn gecorrigeerd. De ringpresident en het verificatiecomité van de ring zien erop toe dat alle procedurefouten direct worden gecorrigeerd.
34.7.4
Gebiedsverificateurs en assistent-gebiedsverificateurs
Het gebiedspresidium volgt de richtlijnen in de Handleiding verificatiesysteem van het gebied bij het roepen van een gebiedsverificateur of assistent-gebiedsverificateur.
34.7.5
Verlies, diefstal, verduistering of onjuist gebruik van kerkgelden
De ringpresident of voorzitter van het verificatiecomité van de ring moet onmiddellijk in kennis worden gesteld als:
-
Er kerkgelden kwijtgeraakt of gestolen zijn.
-
Een leidinggevende kerkgelden verduisterd of onjuist gebruikt heeft.
De ringpresident of de voorzitter van het verificatiecomité stelt de afdeling Verificatie op de hoogte. Hij stelt de gebiedscontroller op de hoogte als de unit zich buiten de Verenigde Staten en Canada bevindt.
De afdeling Verificatie (of de gebiedscontroller) stuurt het formulier Rapport van verduistering en verlies aan de ringpresident of de voorzitter van het verificatiecomité. Op aanwijzing van de afdeling Verificatie (of de gebiedscontroller) ziet de ringpresident of de voorzitter van het verificatiecomité erop toe dat de kwestie terdege wordt onderzocht. Hij ziet er ook op toe dat het formulier goed wordt ingevuld en ingediend.
Als de afdeling Verificatie na onderzoek vaststelt dat een leidinggevende of werknemer van de kerk kerkgelden of -eigendommen heeft verduisterd, wordt lidmaatschapsactie overwogen. Richtlijnen staan in 32.6.3.3.
Als iemand een groot bedrag heeft verduisterd, stelt de ringpresident of de voorzitter van het verificatiecomité van de ring ook het gebiedspresidium in kennis.
34.7.6
Financieel (assistent-)ringadministrateur
Het verificatiecomité van de ring kan de ringadministrateur of assistent-ringadministrateur belast met financiën opdracht geven om leidinggevenden in de wijk in correcte financiële richtlijnen te instrueren. Hij instrueert ze ook in procedures in verband met aangetroffen procedurefouten bij verificaties.
34.7.7
Voor meer informatie
Meer informatie over verificatiecomités, verificateurs en verificatieprocedures staat in het Helpcentrum op ChurchofJesusChrist.org. Het verificatiecomité van de ring kan vragen aan de assistent-gebiedsverificateur richten.
34.8
Belasting
De belastinginformatie in deze paragraaf is alleen van toepassing op de Verenigde Staten en Canada. Als priesterschapsleiders in de Verenigde Staten en Canada meer informatie nodig hebben, nemen zij contact op met de onderafdeling Belastingzaken:
Tax Administration
50 East North Temple Street, Room 2276
Salt Lake City, UT 84150-0022, VS
Telefoon: +1 801 240 4405 of +1 800 453 3860, toestel 2-4405
Priesterschapsleiders buiten de Verenigde Staten en Canada nemen voor antwoord op hun belastingvragen contact op met het gebiedskantoor.
34.8.1
Belastingvrijdom
De kerk is doorgaans vrijgesteld van het betalen van omzet-, vastgoed-, inkomsten- en andere belastingen, omdat ze een religieuze organisatie is. Gebouwen en ander kerkeigendom worden gebruikt voor erediensten, godsdienstonderwijs en andere kerkactiviteiten. Leidinggevenden van wijk en ring zien erop toe dat de kerkfaciliteiten niet worden gebruikt voor politieke of commerciële activiteiten, zoals met verschillende voorbeelden in 35.5.6.1 en 35.5.6.3 wordt uitgelegd. Houdt men zich daar niet aan, dan komt de belastingvrijdom van de kerk in gevaar.
Het is van belang dat de ring- en wijkleiders zich aan deze richtlijnen houden om de belastingvrijdom van de kerk te waarborgen. Als een ring of wijk misbruik maakt van die belastingvrijdom, kunnen andere units daar de dupe van worden.
34.8.2
Omzet- en gebruiksbelasting
De omzet- en gebruiksbelasting en hoe die van invloed zijn op de kerk, verschillen van land tot land, en van staat tot staat. Leidinggevenden nemen contact op met de onderafdeling Belastingzaken of het gebiedskantoor met de vraag of de kerk is vrijgesteld van deze belastingen of die dient te betalen.
34.8.3
Onroerendezaakbelasting
De onderafdeling Belastingzaken archiveert alle vrijstellingen van onroerendezaakbelasting en betaalt alle verplichte onroerendezaakbelastingen. De plaatselijke leiders hoeven geen actie te ondernemen.