5.

Algemene en gebiedsleiding

5.0

Inleiding

Jezus Christus is de ‘hoeksteen’ van zijn kerk (Efeze 2:20). Hij draagt alle priesterschapssleutels. Hij roept apostelen en profeten die Hem bij Gods werk van heil en verhoging assisteren. Hij verleent die gekozen dienstknechten alle sleutels met betrekking tot het koninkrijk van God op aarde. (Zie Leer en Verbonden 27:12–13; zie ook 3.4.1 in dit handboek.)

De Heer roept via profeten en apostelen ook mannen tot het ambt van zeventiger om zijn werk in de gehele wereld tot stand te helpen brengen (zie Leer en Verbonden 107:38). Daarnaast krijgen de Presiderende Bisschap, algemene functionarissen en andere leidinggevende mannen en vrouwen belangrijke taken om bij het werk te assisteren.

Dit hoofdstuk beschrijft de rol van leidinggevenden op algemeen en gebiedsniveau.

5.1

Algemene kerkleiding

De algemene kerkleiding berust bij alle algemene autoriteiten en algemene functionarissen. Het woord algemene geeft aan dat het gezag en de taken van die roepingen niet door geografische grenzen worden beperkt. Wie hiertoe geroepen zijn, leiden, onderwijzen en bedienen kerkleden over de hele wereld.

Deze paragraaf biedt een overzicht van de taken van algemene autoriteiten, algemene functionarissen, en van de raden en comités waarin zij werkzaam zijn.

5.1.1

Algemene autoriteiten

5.1.1.1

Eerste Presidium en Quorum der Twaalf Apostelen

President van de kerk. De Heer heeft zijn volk van oudsher door middel van profeten geleid (zie Amos 3:7; Efeze 4:11–13). De president van de kerk is een profeet, ziener en openbaarder. Hij is tevens de senior apostel. Hij presideert de kerk op aanwijzing van de Heer en is als enige persoon op aarde gemachtigd om alle priesterschapssleutels te gebruiken. (Zie Mattheüs 16:16–19; zie ook 3.4.1.1 in dit handboek.) Hij is gemachtigd om voor de hele kerk openbaring te ontvangen en de wil van God te verkondigen. (Zie Leer en Verbonden 43:2–3; 107:91–92, 128:11.)

Eerste Presidium. De Heer roept via de president van de kerk raadgevers om in het werk te assisteren. De president en zijn raadgevers vormen als ‘drie presiderende hogepriesters […] een quorum van het presidium van de kerk’ (Leer en Verbonden 107:22). Dit quorum noemen we het Eerste Presidium. De leden van het Eerste Presidium zijn apostelen en als zodanig ‘bijzondere getuigen’ van de naam van Jezus Christus (Leer en Verbonden 107:23). Het Eerste Presidium presideert en bestuurt alle aangelegenheden van de kerk.

Petrus, Jakobus en Johannes vervulden die rol in de kerk van weleer. Zij waren op diverse heilige momenten bij de Heiland en ontvingen de sleutels van het koninkrijk. (Zie Mattheüs 16:18–19; 17:1–5; Markus 14:32–42; Leer en Verbonden 27:12–13; 81:1–2.)

Als de president van de kerk overlijdt, wordt het Eerste Presidium ontbonden. De raadgevers nemen hun plaats in het Quorum der Twaalf Apostelen op grond van anciënniteit weer in. Het Quorum der Twaalf geeft op aanwijzing van de senior apostel leiding aan de kerk. Zij overwegen als quorum wanneer het Eerste Presidium gereorganiseerd wordt. Na unaniem besluit wordt de senior apostel tot nieuwe president van de kerk geordend. Hij roept dan ook zijn raadgevers.

Quorum der Twaalf Apostelen. Jezus Christus riep destijds twaalf apostelen om zijn kerk te leiden (zie Lukas 6:12–13; Efeze 4:11–13; 1 Nephi 13:40). De Heer roept en ordent in deze tijd via de president van de kerk mannen tot het ambt van apostel in het Quorum der Twaalf Apostelen (zie Leer en Verbonden 18:26–28). Dit quorum werkt op aanwijzing van het Eerste Presidium aan de opbouw en het regelen van de aangelegenheden van de kerk in alle landen (zie Leer en Verbonden 107:33). Leden van de Twaalf verkondigen het evangelie in de gehele wereld (zie Mattheüs 28:19–20; Leer en Verbonden 107:35).

Iedere apostel draagt alle sleutels van het koninkrijk en gebruikt die op aanwijzing van de president van de kerk (zie Leer en Verbonden 112:30–32). De twaalf apostelen zijn ‘bijzondere getuigen’ van de naam van Jezus Christus (Leer en Verbonden 107:23; zie ook 27:12). Zij getuigen tot de hele wereld van zijn goddelijkheid en dat Hij werkelijk uit de dood is opgestaan (zie Handelingen 1:8, 22; 4:33; Leer en Verbonden 76:22–24).

Apostelen stellen zich de rest van hun leven voltijds ten dienste van de kerk (zie Mattheüs 4:18–22).

De Raad van het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen. Alle leden van het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen zijn profeten, zieners en openbaarders. Ze vormen samen de Raad van het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen. Deze raad is op aanwijzing van de Heer en door eenparige stemmen gemachtigd om de kerkleer te verkondigen en uit te leggen, alsook het kerkbeleid vast te stellen (zie Leer en Verbonden 1:38; 107:27–31).

5.1.1.2

De Zeventig

Het ambt van zeventiger in het Melchizedeks priesterschap wordt in het Oude en het Nieuwe Testament genoemd (zie Exodus 24:1, 9–10; Numeri 11:16–17, 24–25; Lukas 10:1, 17). Tegenwoordig zijn er algemene zeventigers en gebiedszeventigers (zie 5.2.2). Zij zijn onder de sleutels en op aanwijzing van het Quorum der Twaalf Apostelen werkzaam. Zij assisteren de Twaalf bij de opbouw en het regelen van de aangelegenheden van de kerk in alle landen (zie Leer en Verbonden 107:34–35, 38).

Presidium der Zeventig. Er worden zeven leden van de Zeventig als presidenten geroepen die alle leden van de Zeventig presideren. Een van de zeven presidenten wordt gekozen om de andere zes te presideren. Zij vormen samen het Presidium der Zeventig. (Zie Handelingen 6:2–6; Leer en Verbonden 107:93–94; 124:138.)

Algemene zeventigers. Algemene zeventigers worden door het Eerste Presidium geroepen om in de gehele wereld als bijzondere getuigen van de naam van Jezus Christus te getuigen en het evangelie te prediken (zie Leer en Verbonden 107:25; 124:139).

Algemene zeventigers zijn voltijds in de kerk werkzaam. Zij worden doorgaans ontheven en krijgen het emeritaat verleend in het jaar dat ze de 70-jarige leeftijd bereiken. Hoewel ze het ambt van zeventiger behouden, presideren ze als zodanig geen bijeenkomsten meer.

Quorums der Zeventig. Leden van de Zeventig, inclusief gebiedszeventigers, zijn in quorums ingedeeld. Het Presidium der Zeventig presideert deze quorums. Het aantal leden van de Zeventig en quorums der Zeventig kan met de kerk meegroeien. (Zie Leer en Verbonden 107:95–96; 124:138–39.)

5.1.1.3

Presiderende Bisschap

De Presiderende Bisschap bestaat uit de presiderende bisschop en zijn twee raadgevers. Ieder lid van de Presiderende Bisschap is algemeen autoriteit en tot het ambt van bisschop geordend. Zij worden door het Eerste Presidium geroepen en aangestuurd.

De Presiderende Bisschap bestuurt stoffelijke zaken, zoals de welzijnszorg, financiën, onroerend goed en humanitaire hulp, voor de kerk als geheel (zie Leer en Verbonden 107:68). Daarnaast onderwijzen zij in het evangelie en bouwen het koninkrijk van God over de hele wereld op.

5.1.2

Algemene functionarissen

Het Eerste Presidium roept vrouwen en mannen als algemeen presidium van de volgende kerkorganisaties:

• Zustershulpvereniging

• Jongemannen

• Jongevrouwen

• Jeugdwerk

• Zondagsschool

Deze algemene functionarissen zijn op aanwijzing van het Eerste Presidium, het Quorum der Twaalf Apostelen en toegewezen algemene zeventigers werkzaam. Zij blijven doorgaans vijf jaar in functie.

Algemene functionarissen kunnen de volgende taken krijgen:

• Onderwijzen en getuigen van Jezus Christus en zijn evangelie.

• Op aanwijzing zitting hebben in algemene kerkraden en -comités.

• Opdrachten over de hele wereld uitvoeren om leden te bedienen.

• Aansturen van leerplannen, programma’s en leermiddelen voor hun organisatie.

• Aansturen van de raden van hun algemene organisatie (zie de volgende paragraaf).

• Organisatieadviseuses van een gebied instrueren en ondersteunen, die onder leiding van het betreffende gebiedspresidium werkzaam zijn (zie 5.2.5.1).

Elke algemene kerkorganisatie heeft mogelijk een raad om het presidium bij te staan.

5.2

Gebiedsleiding

De kerk is in geografische gebieden opgedeeld die de hele wereld beslaan. Deze paragraaf biedt een overzicht van de kerkleiding in die gebieden.

5.2.1

Gebiedspresidium

In elk gebied is op aanwijzing van het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen een algemene zeventiger als gebiedspresident werkzaam. Twee toegewezen raadgevers, die algemeen of gebiedszeventiger zijn, assisteren de president.

Het gebiedspresidium presideert en overlegt met de ring- en zendingspresidenten in het gebied. Zij bieden ook steun aan tempelpresidenten en maters. Zij bepalen in overleg met de leden van het Quorum der Twaalf Apostelen en het Presidium der Zeventig aan wie zij rapporteren, de beste toepassing van het algemene kerkbeleid en de richtlijnen in hun gebied.

De leden van het gebiedspresidium reizen binnen het toegewezen gebied rond om plaatselijke leidinggevenden, zendelingen en kerkleden te bedienen, te onderwijzen en aan te moedigen. Zij presideren in opdracht van het Quorum der Twaalf Apostelen ringconferenties en andere bijeenkomsten.

5.2.2

Gebiedszeventigers

Gebiedszeventigers worden door het Eerste Presidium geroepen om in het aan hen toegewezen gebied als bijzondere getuigen van de naam van Jezus Christus te getuigen en het evangelie te prediken (zie Leer en Verbonden 107:25; 124:139). Zij assisteren op aanwijzing van het gebiedspresidium de Twaalf bij de opbouw en het regelen van de aangelegenheden van de kerk in hun gebied.

Gebiedszeventigers zijn niet voltijds werkzaam in hun roeping. Zij blijven doorgaans vijf jaar in functie. Zij worden gewoonlijk toegewezen aan het geografische gebied waarin ze wonen (zie Leer en Verbonden 107:38, 98). Gebiedszeventigers worden tijdens de algemene conferentie gesteund.

Iedere gebiedszeventiger behoort tot een quorum der Zeventig. Die quorums zijn geografisch ingedeeld. Gebiedszeventigers worden als lid van hun quorum door het Presidium der Zeventig gepresideerd.

Gebiedszeventigers werken samen en overleggen met plaatselijke leidinggevenden van de kerk, zodat die hun taken naar behoren kunnen vervullen. Gebiedszeventigers kunnen de volgende taken krijgen:

• Zitting hebben in de gebiedsraad (zie 5.2.3).

• Coördinerende raadsvergaderingen presideren (zie 5.2.4).

• Ringconferenties presideren en ringleid(st)ers instrueren.

• Ringen stichten of reorganiseren, nieuwe ringpresidiums aanstellen en de ringpresident sleutels verlenen.

• Taken op gebiedsniveau coördineren, waaronder activiteiten (zie 20.3.3), JustServe.org (waar beschikbaar), hulp na rampen of andere werkzaamheden.

• Zendingsgebieden bezoeken, en daar leidinggevenden en zendelingen instrueren.

• Als raadgever in het gebiedspresidium fungeren.

Gebiedszeventigers presideren alle kerkbijeenkomsten die ze in hun gebied bijwonen, tenzij er een algemene autoriteit aanwezig is. Zij presideren echter niet het dagelijkse werk van tempel-, zendings- of ringpresidenten. Die presidenten zijn onder leiding van het gebiedspresidium werkzaam.

5.2.3

Gebiedsraad

In elk gebied worden naar behoefte vergaderingen van de gebiedsraad gehouden (doorgaans driemaandelijks) om Gods werk van heil en verhoging in het gebied te coördineren. Het gebiedspresidium presideert de gebiedsraad. De raad bestaat uit het gebiedspresidium en de gebiedszeventigers die in het gebied werkzaam zijn. Zo nodig en op uitnodiging van het gebiedspresidium kunnen anderen (een deel van) de raadsvergaderingen bijwonen.

5.2.4

Coördinerende raad

Het gebiedspresidium stelt coördinerende raden in. Elke raad omvat toegewezen ringen en zendingsgebieden in het gebied. Het gebiedspresidium wijst voor elke raad een gebiedszeventiger aan die de raad leidt.

Ring- en zendingspresidenten wonen de coördinerende raadsvergaderingen bij. Tempelpresidenten van wie het tempeldistrict binnen de grenzen van de coördinerende raad vallen, zijn ook uitgenodigd om deel te nemen, voor zover dat doenlijk voor hen is.

Zo nodig en op uitnodiging van de gebiedszeventiger kunnen anderen (een deel van) de raadsvergaderingen bijwonen. Gebiedszeventigers nemen bij die uitnodigingen relevante afstanden, gezinsomstandigheden en reistijd in overweging.

Coördinerende raadsvergaderingen hebben tot doel ring-, zendings- en tempelpresidenten hun priesterschapssleutels eensgezind te laten gebruiken. Zij bespreken en coördineren hun hulp aan de leden bij hun taken rond Gods werk van heil en verhoging.

De gebiedszeventigers beleggen spoedig na elke driemaandelijkse gebiedsraad een coördinerende raadsvergadering (zie 29.4). Extra vergaderingen zijn naar behoefte mogelijk.

5.2.5

Gebiedsroepingen

Het gebiedspresidium kan leden voor een gebiedsroeping overwegen om het gebiedspresidium in hun taken bij te staan. Die leden worden door een lid van het gebiedspresidium of een aangewezen gebiedszeventiger geroepen en aangesteld. Er vindt geen steunverlening plaats.

Voorbeelden van gebiedsroepingen: gebiedssecretaris, gebiedsverificateur, communicatiebestuurder van het gebied, gebiedsadviseur tempelwerk en familiegeschiedenis, en organisatieadviseuse van het gebied.

5.2.5.1

Organisatieadviseuse van het gebied

Gebiedspresidiums buiten de Verenigde Staten en Canada mogen vrouwen als organisatieadviseuse van het gebied roepen. Deze adviseuses instrueren nieuwe ZHV-, jongevrouwen- en jeugdwerkpresidiums op ringniveau, eventueel mede op aanwijzing van het betreffende ringpresidium (zie 6.2.1.6). Een lid van het ringpresidium of een aangewezen hogeraadslid neemt aan deze instructie deel.

Gebiedsadviseuses zijn onder leiding van het gebiedspresidium werkzaam. Zij ontvangen ook regelmatig instructies van organisatiepresidiums op algemeen niveau. Zij blijven doorgaans drie jaar in functie.