-
Lehi profeteert tot de mensen in Jeruzalem
1 Ne. 1:18–20
-
De Liahona
1 Ne. 16:10, 26–29; Alma 37:38–46
-
De droom van Lehi
1 Ne. 8; 11–12
-
Nephi bedwingt zijn opstandige broers
1 Ne. 17:15–55
-
Lehi en zijn volk komen in het beloofde land aan
1 Ne. 18:1–24
-
Enos bidt
Enos 1
-
Mormon maakt een samenvatting van de platen
WvM 1:1–11; 3 Ne. 5:9–18
-
Koning Benjamin spreekt zijn volk toe
Mosiah 1:9–11, 18; 2–6
-
Abinadi voor koning Noach
Mosiah 11:20–29; 12:17–37; 13–17
-
Alma doopt in de Wateren van Mormon
Mosiah 18:7–17
-
De bekering van Alma de jonge
Mosiah 27:8–37; Alma 36:3–24
-
Ammon verdedigt de kudde van koning Lamoni
Alma 17:20–39
-
Legeraanvoerder Moroni hijst de banier der vrijheid
Alma 46:10–37
-
Tweeduizend jeugdige strijders
Alma 53:10–22; 56; 57:19–27
-
Samuël de Lamaniet op de muur
Hel. 13:1–16:8; 3 Ne. 1:4–15; 8:3–25
-
Jezus onderwijst op het westelijke halfrond
3 Ne. 11:8–41; 12–26
-
Jezus geneest de Nephieten
3 Ne. 17:5–10
-
Jezus zegent de Nephitische kinderen
3 Ne. 17:11–25
-
De broer van Jared ziet de vinger van de Heer
Ether 3:1–16
-
Moroni verbergt de platen in de heuvel Cumorah
Mrm. 6:6; 8:1, 3–4; Mro. 10:1–5