5.

Verkrijg goedkeuring voor het meerjarenplan

De gebiedszeventiger, ringpresidenten, en de bestuurder materiële zaken en zijn medewerkers werken samen om een definitief meerjarenplan vast te leggen. Het definitieve meerjarenplan bestaat uit twee hoofdelementen (te zien in afbeelding 2):

1. Eventuele wijzigingen in de unitgrenzen, zoals voorgesteld door de priesterschapsleiders

2. Eventuele aanbevelingen voor kerkgebouwen

De bestuurder materiële zaken en zijn medewerkers maken een presentatie van het definitieve meerjarenplan, inclusief bijbehorende documenten, en delen deze met de leden van de coördinerende raad of het comité van meerdere ringen.

Het definitieve plan moet voorgestelde wijzigingen voor minstens vijf jaar bevatten en moet worden gesteund door alle priesterschapsleiders.

• Meerjarenplannen voor kerkgebouwen moeten gezamenlijk worden goedgekeurd door het gebiedspresidium en de afdeling Kerkgebouwfaciliteiten.

• De bestuurder materiële zaken, en indien mogelijk de gebiedszeventiger, legt het meerjarenplan ter goedkeuring aan het gebiedspresidium voor. Als er aanpassingen nodig zijn in het kerkelijke plan, werkt de gebiedszeventiger daar samen met de ringpresidenten en de medewerkers van de bestuurder materiële zaken aan.

• Nadat de goedkeuring van het gebiedspresidium is verkregen, dient de bestuurder materiële zaken het meerjarenplan voor beoordeling en gezamenlijke goedkeuring in bij de afdeling Kerkgebouwfaciliteiten aan de hoofdzetel van de kerk.

• Nadat het plan is goedgekeurd, voeren de ringpresidenten en het personeel van de bestuurder materiële zaken het plan volgens het schema van vijf jaar uit.

Voorbeeld meerjarenplan

Afbeelding 1

Er wordt doorgaans een kaart met de units waar het meerjarenplan voor geldt bij deze samenvatting gevoegd.

Afbeelding 2