11:
Kennis vergaren: wat is uw doel en hoe gaat u dat bereiken?
-
Verslag uitbrengen:Vertel de groep in het kort over een gebeurtenis in de afgelopen week waarbij u integer was.
-
Nadenken:Hoe zorgt scholing voor mogelijkheden?
-
Bekijken:‘Scholing voor een beter leven’, te vinden op srs.lds.org/videos. (Geen video? Lees pagina 29.)
-
Bespreken:Wat wilde ouderling Joseph W. Sitati toen hij dertien was? Wat deed hij er zelf aan?
-
Lezen:Leer en Verbonden 88:118–119 en het citaat van president Gordon B. Hinckley (rechts)
-
Nadenken:Wat heeft de Heilige Geest u aan gedachten en ingevingen voor het verbeteren van uw levensomstandigheden gegeven?
-
Toezeggen:Zeg toe om gedurende de komende week het volgende te doen. Vink het desbetreffende vakje aan als u iets hebt gedaan.
-
Werk de volgende doelen en mentoractiviteiten af.
-
Zet uw ‘levensdoel’ op papier en bespreek het met uw familieleden.
-
Vraag iemand als mentor en maak een afspraak om bij elkaar te komen.
-
Activiteit — Doelen formuleren
Stap 1: Lees het citaat van president Howard W. Hunter (rechts). Door middel van doelen wordt onze hoop in daden omgezet.
‘Dit is een evangelie van bekering. We moeten bezig zijn met bekering en oplossingen zoeken. Het proces van bekering, beloften doen en doelen stellen moet doorgaan. […] Ik wil die handelwijze bij jullie aanbevelen.’
Howard W. Hunter, ‘The Dauntless Spirit of Resolution’ (devotional aan de Brigham Young University, 5 januari 1992), 2, speeches.byu.edu
Doelen moeten:
-
Specifiek en meetbaar zijn.
-
Op papier worden gezet en een plek krijgen waar u er dagelijks zicht op hebt.
-
Een vaste einddatum hebben.
-
Specifieke acties bevatten om het doel te bereiken.
-
Voortdurend geëvalueerd, gerapporteerd en bijgesteld worden.
Stap 2: Noteer op een afzonderlijk blaadje twee of drie subdoelen die aan uw levensdoel bijdragen. Volg het voorbeeld hieronder. Geef het blaadje een plek waar u het dagelijks kunt zien.
Doel |
Waarom? |
Specifieke stappen om doel te bereiken |
Tijdschema |
Aan wie breng ik verslag van mijn vorderingen uit? |
---|---|---|---|---|
VOORBEELD: Lees elke dag een half uur in het Boek van Mormon. |
Zo kan ik dagelijks leiding van de Heilige Geest ontvangen. |
1. Sta elke dag om 6.30 uur op. 2. Lees vóór het ontbijt. 3. Noteer mijn vorderingen in een tabel. |
Ik evalueer mijn vorderingen elke avond voor ik naar bed ga. |
Ik neem mijn vorderingentabel elke zondag met een familielid door. |
Activiteit — Een mentor zoeken
Stap 1: Lees het citaat van ouderling Robert D. Hales (rechts). Er zijn verschillende soorten mentors. U hebt misschien iemand met veel ervaring nodig om uw vragen te beantwoorden — iemand die gedaan heeft wat u wilt gaan doen. Rechtschapen vriend(inn)en of familieleden kunnen ook mentor zijn. Zij moeten bereid zijn meer tijd in u te steken en u tot veranderingen aan te sporen. Ook moeten ze u rekenschap van uw vorderingen vragen.
‘Toen ik een jongvolwassene was, vroeg ik mijn ouders en betrouwbare adviseurs om raad. Een van hen was een priesterschapsleider, een andere was een leerkracht die in me geloofde. […] Kies onder gebed mentors uit die het goed met je voor hebben.’
Robert D. Hales, ‘Met de moeilijkheden van deze tijd omgaan’, Liahona, november 2015, 46
Stap 2: Denk na over de soort hulp die u nodig hebt. Maak een lijst met personen die uw mentor kunnen zijn. Denk en bid over uw lijst met namen.
Stap 3: Beantwoord de volgende vragen om een mentor te vinden. U kunt iemand gewoon vragen om uw mentor te worden. Zeg bijvoorbeeld: ‘Ik wil wat in mijn leven veranderen. Zou jij me daarbij willen helpen?’
Mijn mentor |
---|
Wie wilt u graag als mentor? |
Wat gaat u hem of haar vragen om uw mentor te worden? |
Wanneer kunt u bij elkaar komen om uw ‘levensdoel’ en subdoelen te bespreken? |
Hoe vaak wilt u met uw mentor afspreken? |
Stap 4: Bedenk dat u voor uw ‘levensdoel’ verantwoordelijk bent. Doe het volgende wanneer u met uw mentor spreekt:
-
Neem uw vorderingen door.
-
Bespreek de belemmeringen voor uw vooruitgang en wat u eraan doet om ermee af te rekenen.
-
Bespreek precies wat u van plan bent, voordat u weer met uw mentor afspreekt.