Mattheüs 14:13–21; Johannes 6:5–14

Jezus voedt vijfduizend mensen

Toen Jezus Christus vernam dat Johannes de Doper onthoofd was, trok Hij Zich met zijn apostelen op een eenzame plek terug. Ze werden door een menigte gevolgd. Hoewel de Heiland verdriet had, leefde Hij ook met de menigte mee. Hij onderwees en voedde al die mensen – vijfduizend mannen, plus vrouwen en kinderen. Met deze les kun je net als Jezus Christus liefdevoller en onzelfzuchtiger worden. Je krijgt er mogelijk ook meer vertrouwen door dat je bescheiden bijdrage dankzij Jezus Christus genoeg is.

Wat zou jouw advies zijn?

Lees de volgende twee scenario’s en kies welke je gedurende deze les wilt gebruiken. Bedenk wat je zou kunnen zeggen om Rogier of Claire te helpen.

1. Je vriend Rogier had een hechte band met zijn neef die onlangs onverwachts overleden is. Wanneer je bij hem langs wilt gaan, zegt hij steeds dat hij met rust gelaten wil worden. Na vele pogingen van jouw kant, laat hij je uiteindelijk binnen. Als hij zijn hart begint te luchten, zegt hij: ‘Dit is echt moeilijk voor me geweest. Hoe kom ik hier doorheen?’

2. Je vriendin Claire is net als presidente van haar jongevrouwenklas geroepen. Ze heeft het al erg druk en vindt dat andere jongevrouwen in haar klas vlotter zijn en het vast beter zouden kunnen. Claire vertrouwt je haar zorgen toe en zegt: ‘Ik weet niet of ik dit wel kan.’

Let gedurende deze les op leringen die iemand als Rogier of Claire zouden kunnen helpen. Bid vooral ook in je hart dat je hemelse Vader je zal openbaren wat jij en je dierbaren aan deze leringen hebben.Het verhaal waarin Jezus vijfduizend mensen te eten gaf, bevat beginselen waar we in dergelijke situaties iets aan kunnen hebben. Bestudeer het onderdeel dat met jouw gekozen scenario te maken heeft. Daarna krijg je de gelegenheid om te vertellen wat je geleerd hebt.

Scenario 1: Rogier – Hoe kom ik door moeilijke tijden heen? ( Mattheüs 14:13–23)

In Mattheüs 14:1–12 staat dat Johannes de Doper door Herodes werd onthoofd. Stel je voor hoe Jezus zich gevoeld moet hebben toen Hij hoorde dat zijn vriend en neef gedood was.

Bestudeer wat de Heiland in Mattheüs 14:13–23 deed, en let op en markeer bewijzen van dit beginsel: We kunnen het voorbeeld van Jezus Christus volgen door medeleven te tonen en anderen te dienen, ook als we het zelf moeilijk hebben.

• Wat komt er in deze verzen over dit beginsel naar voren?

• Wat deed Jezus nadat Hij had gehoord dat Johannes de Doper was gedood?

• Hoe kan het voorbeeld van onzelfzuchtig dienstbetoon van de Heer iemand helpen die het moeilijk heeft?

Ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft verteld hoe we een christelijk karakter kunnen ontwikkelen:

Zo tonen we karakter als we andermans lijden opmerken wanneer we zelf lijden; als we andermans honger opmerken wanneer we zelf honger hebben; en als we medeleven tonen voor andermans geestelijk leed wanneer we het zelf geestelijk moeilijk hebben. We tonen dus karakter als we anderen bewust de hand reiken wanneer ons instinct als natuurlijke mens ons ertoe beweegt om vooral zelfzuchtig aan onszelf te denken. […]

Wij kunnen als stervelingen in rechtschapenheid streven naar de geestelijke gaven die horen bij het vermogen om anderen de hand te reiken en gepast te reageren, wanneer zij worstelen met dezelfde beproeving of tegenspoed die zwaar op ons drukt.

Die eigenschap kunnen we niet verwerven door wilskracht of vastberadenheid alleen. We zijn juist afhankelijk van ‘de verdiensten en de barmhartigheid en de genade van de heilige Messias’ ( 2 Nephi 2:8).

(David A. Bednar, geciteerd in Sarah Jane Weaver, ‘Elder Bednar Addresses “the Character of Christ” during 2019 Mission Leadership Seminar’, Church News, 9 juli 2019.)

Bedenk bij je voorbereiding om te vertellen wat je hebt geleerd hoe het was om anderen van dienst te zijn.

• Waarom denk je dat christelijk dienstbetoon ons door onze eigen moeilijkheden heen kan helpen?

Scenario 2: Claire – Zal mijn inzet voldoende zijn om te doen wat de Heer van me vraagt? (Johannes 6:5–14)

Toen Jezus en zijn discipelen een menigte zagen naderen, waren de discipelen bang dat ze niet genoeg eten hadden om iedereen te voeden.

Bestudeer het verhaal waarin Jezus vijfduizend mensen voedt in Johannes 6:5–14 . Let op bewijzen van dit beginsel en markeer ze: Als wij de Heiland alles geven wat we hebben, kan Hij onze bijdrage vermenigvuldigen om zijn doeleinden te verwezenlijken.

• Wat komt er in deze verzen over dit beginsel naar voren?

• Wat zouden de discipelen of de jongen van hun bijdragen gevonden hebben, in vergelijking met wat er nodig was?

Lees het volgende citaat van zuster Michelle D. Craig, eerste raadgeefster in het algemeen jongevrouwenpresidium:

Hebt u weleens gemeend dat uw talenten en gaven te klein waren voor de taak waar u voor stond? Ik wel. Maar u en ik kunnen al wat we hebben aan Christus geven en dan zal Hij ons werk verveelvoudigen. Wat u te bieden hebt, is meer dan genoeg, zelfs met al uw menselijke zwakheden en tekortkomingen, als u zich op Gods genade verlaat.

(Michelle D. Craig, ‘Goddelijke ontevredenheid’, Liahona, november 2018, 54.)

• Op welke manieren kunnen we ‘al wat we hebben aan Christus geven’?

• Wat heb je uit dit verhaal waarin Jezus de vijfduizend mensen voedt geleerd dat iemand kan helpen die meent dat hij of zij niet genoeg bij te dragen heeft?

Denk na over wat je in deze les geleerd hebt en welke voorbeelden je uit je eigen leven, of dat van anderen, in de les naar voren kunt brengen, die duidelijk maken hoe de Heiland iemands inzet om zijn werk te doen, vermenigvuldigt.Bedenk hoe je het voorbeeld van Jezus die de vijfduizend mensen voedt kunt gebruiken om je vriend(in) met het probleem in je gekozen scenario te helpen.

1. Schrijf in je studiedagboek een brief aan je vriend(in) (Rogier of Claire) met de volgende elementen:

• Vertel wat je hem of haar over Jezus Christus wilt laten weten en voelen.

• Leg uit wat hij of zij kan doen om het voorbeeld van de Heer te volgen en kracht van Hem te krijgen.

• Noem ten minste één zinsnede uit de Schriften of het citaat dat je hebt bestudeerd.

• Draag een persoonlijke ervaring of je getuigenis aan om je brief kracht bij te zetten.

Facultatief: Wil je meer weten?

Hoeveel mensen gaf Jezus te eten?

De Griekse tekst van Markus 6:44 maakt duidelijk dat de woorden ‘vijfduizend mannen’ letterlijk vijfduizend mannen waren. In Mattheüs 14:21 blijkt dit onmiskenbaar uit de daaropvolgende woorden ‘de vrouwen en de kinderen niet meegeteld’.

(New Testament Student Manual [2014], 115.)

Jezus voedde bij een andere gelegenheid eens een menigte van vierduizend mannen, plus vrouwen en kinderen. (Zie Mattheüs 15:32–38 ; Markus 8:1–9 .)

Hoe word ik gesterkt als ik anderen help?

President Henry B. Eyring van het Eerste Presidium heeft gezegd:

[We] moeten […] opletten wat voor ellende anderen meemaken, en proberen hulp te bieden. Dat is vooral moeilijk als we zelf zwaar beproefd worden. Maar we zullen ontdekken dat we, als we andermans last ook maar enigszins verlichten, onze rug kunnen rechten, en licht aan het eind van de tunnel kunnen zien.

(Henry B. Eyring, ‘Beproefd, bewezen en gepolijst’, Liahona, november 2020, 98.)

Kan Jezus mijn bijdrage echt vermenigvuldigen?

Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

Maak u geen zorgen of Christus nog steeds in staat is om u te helpen. Zijn genade is genoeg. Dat is de geestelijke, eeuwige les van het voeden van de vijfduizend mensen.

(Jeffrey R. Holland, Trusting Jesus [2003], 73.)