‘En de doden werden geoordeeld […] naar hun werken’
In een vorige les, ‘Openbaring 20:11–15’, heb je over het laatste oordeel en de rol van de Heiland als onze Rechter geleerd. In deze les ga je de tekstverwijzing en kerngedachte van Openbaring 20:12 uit het hoofd leren, de leer uitleggen, en beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis toepassen.
Mogelijke leeractiviteiten
Uit het hoofd leren en uitleggen
Met behulp van de volgende activiteit kun je de tekstverwijzing en kerngedachte ‘en de doden werden geoordeeld […] naar hun werken’ ( Openbaring 20:12) uit het hoofd leren:
Zeg de tekstverwijzing en kerngedachte vijf keer op.
Schrijf de tekstverwijzing en kerngedachte vervolgens drie keer uit het hoofd op. Controleer na elke poging je nauwkeurigheid en breng bij de volgende poging de nodige aanpassingen aan.
Herinner je je dat je in een vorige les de volgende waarheid hebt bestudeerd: God zal ons oordelen aan de hand van de boeken die over onze werken zijn geschreven? Evalueer nu hoe goed je deze waarheid begrijpt door je voor te stellen dat een jongere broer of zus je tijdens je Schriftstudie in gezinsverband de volgende vragen stelt. Beantwoord zo veel vragen als je kunt.
Wie zullen er worden geoordeeld?
Wie zal onze rechter zijn en waarom?
Waarop zullen we worden geoordeeld?
Uit welke boeken zullen we worden geoordeeld? (Zie Openbaring 20:12 .)
Hoe kunnen we ons op het oordeel voorbereiden?
Het is nu een paar minuten geleden dat je de kerngedachte van Openbaring 20:12 uit het hoofd hebt geleerd. Kijk eens of je die nog steeds uit het hoofd kunt opzeggen. Controleer zo nodig je nauwkeurigheid.
Praktische toepassing
Het toepassen van beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis kan ons helpen in situaties die we in de praktijk tegenkomen. Vat de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis kort samen in je eigen woorden. Neem vervolgens alinea 5–12 uit het gedeelte ‘Geestelijke kennis verkrijgen’ in het Basisdocument kerkleerbeheersing (2022) door en zoek daarin naar meer waarheden die je in je samenvatting kunt opnemen.
Lees de volgende scenario’s en kies er een voor de volgende activiteit. Bedenk waarom iemand in die situatie misschien zo denkt. Kun je je voorstellen waarom deze jongevrouwen zo denken? Bedenk wat ze misschien nog niet over het laatste oordeel begrijpen.
1. Stephanie heeft vrienden met een wereldse levensstijl. Ze geeft toe dat ze weliswaar de geboden overtreden, maar dat wat ze doen af en toe best leuk lijkt. Ze heeft geen grote negatieve gevolgen van hun keuzes opgemerkt en overweegt om met ze mee te doen.
2. Kayla is een rechtschapen jongevrouw die zich nederig bekeert als ze fouten maakt, maar toch bang wordt als mensen over het laatste oordeel praten. Ze probeert er niet over na te denken.
Schrijf een brief aan Stephanie die haar ervoor kan behouden dat ze later spijt zal hebben, of een brief aan Kayla die haar angst kan wegnemen. Als alternatief kun je ook schrijven aan iemand die je kent en die er baat bij kan hebben om het laatste oordeel beter te begrijpen. Vermeld in je brief hoe de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis op die specifieke situatie van toepassing zijn. Overweeg eventueel het volgende terwijl je nadenkt over wat je gaat schrijven.
Hoe kun je Stephanie of Kayla helpen om dingen vanuit een eeuwig perspectief te bekijken? Hoe kan dat haar helpen?
Wat heb je over onze hemelse Vader, Jezus Christus en het heilsplan geleerd waar Stephanie of Kayla iets aan kunnen hebben? Hoe ben je die waarheden te weten gekomen?
Welke door God aangewezen bronnen zou je haar aanraden om de waarheid over het laatste oordeel te leren? Hoe kunnen de waarheden in Openbaring 20:12 haar helpen?
Hoe kun je haar aanmoedigen om nu en in de toekomst in geloof te handelen?