Johannes 9
Jezus geneest een blinde man
Jezus genas een man die blind geboren was. De farizeeën ondervroegen die man en wierpen hem uit de synagoge. Hij wilde Jezus namelijk niet als zondaar veroordelen omdat Hij hem op de sabbat genezen had. De Heiland zocht de man op en de man aanbad Jezus als de Zoon van God. In deze les leer je hoe je door trouw te blijven aan wat je over de Heiland weet, zelfs in tegenspoed, een sterker getuigenis van Hem kunt krijgen.
Mogelijke leeractiviteiten
Trouw blijven aan Jezus Christus
Stel je voor dat je een doos met een gele roos erin hebt gekregen.
-
Hoe zou je reageren als anderen die de roos in de doos niet kunnen zien, beweerden dat die roze was?
Soms komen we met mensen of denkbeelden in aanraking die onze kennis en ons getuigenis van Jezus Christus tegenspreken. Zelfs als de Geest tot ons van waarheden over Jezus Christus heeft getuigd, kunnen anderen proberen die waarheden te weerleggen.
-
Heb je momenteel te maken met tegenstand in je streven om trouw te blijven aan wat je over Jezus Christus weet?
-
Zo ja, wat doet dat dan met je?
In Johannes 9 geneest de Heer een blinde man. Een van de beginselen die we door het voorbeeld van deze man kunnen leren, is: Als we trouw blijven aan wat we over Jezus Christus weten, zelfs als we met tegenstand te maken krijgen, wordt ons getuigenis van Hem sterker. Let bij het bestuderen van het verhaal in Johannes 9 op bewijzen van dit beginsel.
Lees Johannes 9:1–12 en ga na wat de blinde man over Jezus te weten kwam. Je kunt ook het eerste deelvan de video ‘Jesus Heals a Man Born Blind’ vanaf tijdcode 0:00 tot 4:01 bekijken en in je Schriften meelezen. Deze video staat op ChurchofJesusChrist.org.
-
Wat weet deze man op dat moment over Jezus?
Nadat de blinde man was genezen, betwistten sommige mensen of hij wel echt blindgeboren was, terwijl anderen zich afvroegen hoe hij genezen was. Hij werd voor de farizeeën gebracht, die boos waren omdat het wonder op de sabbat was verricht. Ze begonnen de man te ondervragen. De farizeeën ondervroegen ook zijn ouders, maar die weigerden te antwoorden. Ze waren bang om uit de synagoge te worden geworpen als ze Jezus zouden steunen. De farizeeën ondervroegen de man opnieuw over zijn genezing. (Zie Johannes 9:13–34 .)
Lees vers 11, 17, 25 en 30–33 , en let op wat de man over Jezus zei. Of bekijk ‘Jesus Heals a Man Born Blind’ verder, vanaf tijdcode 4:02 tot 6:18.
-
Welk bewijs zie je in het verhaal van de blinde man van het beginsel: Als we trouw blijven aan wat we over Jezus Christus weten, zelfs als we met tegenstand te maken krijgen, wordt ons getuigenis van Hem sterker?
-
In welke opzichten kreeg deze man volgens jou meer inzicht in wie Jezus is?
-
Wat kom je door de uitspraken van deze man over Jezus Christus te weten?
Omdat de man bleef verklaren dat Jezus van God was, wierpen de farizeeën hem de synagoge uit (zie Johannes 9:34).
Lees Johannes 9:35–38 en let op hoe de Heiland de man hielp. Bekijk eventueel de rest van de video ‘Jesus Heals a Man Born Blind’ (tijdcode 6:19 tot 7:47).
Mogelijke discussievragen
-
Hoe werd het getuigenis van de blindgeborene gesterkt doordat hij trouw bleef aan wat hij over de Heiland wist?
-
Hoe kan ons getuigenis van Jezus Christus sterker worden als we tegenstand of beproevingen van ons geloof doorstaan?
-
Wat komen we over de eigenschappen van Jezus Christus uit zijn interacties met de blindgeborene te weten?
-
Hoe heeft de Heiland het getuigenis van de blinde man sterker gemaakt? Hoe helpt Hij ons om ons getuigenis te versterken?
-
Hoe kun je door dit verhaal over de Heiland tegenstand nu of in de toekomst beter weerstaan?
Toelichting en achtergrondinformatie
Johannes 9:1–3 . Waarom geloofden Jezus’ discipelen dat de blindheid van de man het gevolg van zonde was?
President Boyd K. Packer (1924–2015) van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:
Het is normaal dat ouders met [gehandicapte] kinderen zich afvragen wat ze verkeerd hebben gedaan. Het idee dat al het lijden op de een of andere manier het rechtstreekse gevolg van zonde is, wordt al sinds de oudheid verkondigd. Dat is valse leer. Sommige discipelen in de beginperiode koesterden dat idee zelfs, tot de Heer ze terechtwees.
‘En in het voorbijgaan zag [Jezus] iemand die blind was van de geboorte af.
‘En Zijn discipelen vroegen Hem: Rabbi, wie heeft er gezondigd, hij of zijn ouders, dat hij blind geboren zou worden?
‘Jezus antwoordde: Hij heeft niet gezondigd en zijn ouders ook niet, maar dit is gebeurd, opdat de werken van God in hem geopenbaard zouden worden.’ ( Johannes 9:1–3 .)
Schuldgevoelens in verband met [een handicap] zijn vaak misplaatst. Sommige [handicaps] kunnen het gevolg zijn van achteloosheid of mishandeling, andere door een verslaving van de ouders. Maar in de meeste gevallen is daar geen sprake van. Onschuldigen krijgen met moeilijkheden te maken.
(Boyd K. Packer, ‘The Moving of the Water’, Ensign, mei 1991, 7–8.)
Wat gebeurde er met de blinde man toen hij geloof in de Heiland had geoefend?
President Howard W. Hunter (1907–1995) heeft gezegd:
Nu was er twee keer zicht gegeven – één keer om een aangeboren afwijking te genezen en één keer om de Koning der koningen te kunnen aanschouwen voordat Hij naar zijn eeuwige troon zou opvaren. Jezus had stoffelijk en geestelijk zicht geschonken. Hij had zijn licht in een donkere plaats laten schijnen, en deze man had, net als veel anderen in die en in deze tijd, het licht aangenomen en was gaan zien.
(Howard W. Hunter, ‘The God That Doest Wonders’, Ensign, mei 1989, 16–17.)
Hoe ziet het ontvangen van geestelijk gezichtsvermogen er in ons leven uit?
President Thomas S. Monson (1927–2018) heeft gezegd:
Zij die de aanraking van de hand van Meester hebben gevoeld, kunnen de verandering die er plaatsvindt niet verklaren. Ze krijgen het verlangen om een beter leven te leiden, trouw te dienen, nederig te zijn, en meer te gaan lijken op de Heiland. Als ze dit geestelijke gezichtsvermogen hebben gekregen en een glimp hebben opgevangen van de beloften van de eeuwigheid, spreken ze met de woorden van de blinde die van Jezus zijn gezichtsvermogen terugkreeg: ‘Eén ding weet ik, dat ik blind was en nu zie’ [ Johannes 9:25 ].
(Thomas S. Monson, ‘Met alle ijver’, Liahona, november 2004, 58.)
Johannes 9:22, 34–35 . Wat betekende het dat iemand uit de synagoge geworpen werd?
‘De synagoge was het godsdienstige en sociale middelpunt van veel Joodse gemeenschappen. De synagoge was de poort tot geestelijke instructie en aanbidding, maar ook educatieve en sociale mogelijkheden. Aangezien de synagoge zo’n belangrijk deel uitmaakte van de Joodse samenleving, betekende uit de synagoge geworpen worden […] veel meer dan excommunicatie en het verbreken van contact met de godsdienstige gemeenschap. Het betekende ook verbanning uit culturele en sociale zaken. Dit dreigement was blijkbaar ernstig genoeg dat de ouders van de blindgeborene zich niet in het onderzoek naar dit wonder wilden mengen.’ (New Testament Student Manual [2014], 230.)