Seminarie en instituut
Onderwijs in de leer


‘Onderwijs in de leer’, Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland: voor iedereen die thuis en in de kerk onderwijst (2022)

‘Onderwijs in de leer’, Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland

Afbeelding
Jezus Christus onderwees in de tempel toen Hij 12 jaar was

Christus in de tempel, Heinrich Hofmann

Onderwijs in de leer

Hoewel Jezus zijn hele leven in wijsheid en kennis toenam, kreeg Hij geen formele opleiding zoals andere godsdienstige leiders in zijn tijd. Maar toen Hij onderwees, verwonderden de mensen zich en zeiden ze: ‘Hoe kent Hij de Schriften zonder daarin onderwezen te zijn?’ Waarom waren zijn leringen zo krachtig? ‘Mijn onderricht is niet van Mij,’ legde de Heiland uit, ‘maar van Hem Die Mij gezonden heeft’ (Johannes 7:15–16). Leer is eeuwige waarheid, die we kunnen vinden in de Schriften en de woorden van hedendaagse profeten, en die ons de weg wijst om zoals onze Vader in de hemel te worden en naar Hem terug te keren. Hoeveel ervaring u als leerkracht ook hebt, u kunt net als de Heiland met kracht onderwijzen door in de leer van de Vader te onderwijzen. U en uw leerlingen zullen zich verwonderen over de zegeningen die God stuurt als uw onderwijs en studie op zijn woord zijn gebaseerd.

Onderwijs in de leer

  • Verdiep u in de leer van Christus.

  • Onderwijs uit de Schriften en de woorden van levende profeten.

  • Leer de leerlingen hoe ze waarheden in de Schriften kunnen zoeken, herkennen en begrijpen.

  • Concentreer u op de waarheden die tot bekering leiden en geloof in Jezus Christus versterken.

  • Help de leerlingen in te zien wat de leer van Jezus Christus voor hen persoonlijk betekent.

De Heiland leerde de leer

Het lijkt duidelijk dat de Heiland in zijn jeugd uit de Schriften leerde toen Hij toenam ‘in wijsheid […] en in genade bij God’ (Lukas 2:52). Zijn diepgaande begrip van de leer van de Vader werd duidelijk toen zijn ouders Hem op jonge leeftijd in de tempel vonden, waar Hij Joodse geleerden onderwees en hun vragen beantwoordde (zie Lukas 2:46, BJS [in het aanhangsel in de tripelcombinatie]). Toen Satan Hem later in de woestijn met extreme verleiding confronteerde, kon Jezus door zijn kennis van de leer in de Schriften de verleiding weerstaan (zie Lukas 4:3–12).

U kunt er ook naar streven om u meer in de ware leer te verdiepen voordat u erin onderwijst. Als u zich voorbereidt om anderen te onderwijzen en met hen te leren, let dan goed op wat de Heer heeft gezegd over de waarheden die u onderwijst. Zoek in de Schriften en woorden van hedendaagse profeten naar uitleg en raad. Als u de waarheden die u bestudeert naleeft en toepast, nodigt u de Geest uit om u nog meer inzicht in de leer te geven en om de waarheid van de leer in het hart van degenen die u onderwijst te bevestigen.

Vragen om over na te denken: Waarom is het belangrijk om evangeliewaarheden zelf te begrijpen? Hoe hebt u een beter begrip van evangeliewaarheden gekregen? Waartoe voelt u zich geïnspireerd om uw studie van de Schriften en de woorden van hedendaagse profeten te verbeteren?

Uit de Schriften: Spreuken 7:1–3; 2 Nephi 4:15–16; Leer en Verbonden 11:21; 88:118

De Heiland onderwees uit de Schriften

Na de dood van de Heiland liepen twee van zijn discipelen te praten, met zowel verdriet als verbazing in hun hart. Hoe konden ze begrijpen wat er net was gebeurd? Jezus van Nazareth, de man op wie zij als hun Verlosser vertrouwden, was al drie dagen dood. En toen kwamen de geruchten dat zijn graf leeg was, en dat engelen verklaarden dat Hij leefde! Op dit cruciale punt in het geloof van deze discipelen sloot een vreemdeling zich bij hen aan. Hij troostte hen door hun uit te leggen ‘wat in al de Schriften over [de Heiland] geschreven was’. Uiteindelijk beseften de reizigers dat hun leerkracht Jezus Christus zelf was en dat Hij werkelijk was opgestaan. Hoe herkenden ze Hem? ‘Was ons hart niet brandend in ons,’ zeiden ze later, ‘toen Hij onderweg tot ons sprak en voor ons de Schriften opende?’ (Lukas 24:27, 32.)

Ouderling D. Todd Christofferson heeft gezegd: ‘Het hoofddoel van alle Schriftuur [is] om onze ziel met geloof in God de Vader en in zijn Zoon Jezus Christus te vullen.’ (‘De zegen van Schriftuur’, Liahona, mei 2010, 34–35.) Tijdens zijn bediening gebruikte Jezus de Schriften om anderen te onderwijzen, te corrigeren en te inspireren. Zorg ervoor dat uw onderwijs niet van de Schriften en de woorden van profeten afwijkt. Als u in uw onderwijs trouw op Gods woord leunt, kunt u voor anderen doen wat de Heiland deed. U kunt ze helpen Hem te leren kennen, want we hebben er allemaal behoefte aan dat ons geloof in de Heiland regelmatig wordt gesterkt. Uw liefde voor de Schriften zal dan zichtbaar zijn voor uw leerlingen, en uw onderwijs zal de Geest uitnodigen om hun hart te laten branden met een getuigenis van de Vader en de Zoon.

Vragen om over na te denken: Hoe bent u beïnvloed door een leerkracht die de Schriften gebruikte om u te helpen de Heiland beter te leren kennen? Wat kunt u doen om bij uw onderwijs meer op de Schriften en de woorden van profeten te leunen? Hoe kunt u uw leerlingen helpen om Gods woord te leren kennen en lief te hebben?

Uit de Schriften: Lukas 4:14–21; Alma 31:5; Helaman 3:29–30; 3 Nephi 23

De Heiland hielp mensen om waarheid te zoeken, te herkennen en te begrijpen

Een wetgeleerde vroeg eens aan Jezus: ‘Meester, wat moet ik doen om het eeuwige leven te beërven?’ Als antwoord leidde de Heiland hem naar de Schriften: ‘Wat staat er in de Wet geschreven? Wat leest u daar?’ Daardoor kwam de man niet alleen tot zijn antwoord: ‘U zult de Heere, uw God, liefhebben […] en uw naaste’, maar ook bij een vervolgvraag: ‘Wie is mijn naaste?’ De Heiland beantwoordde die vraag met een gelijkenis over drie mannen die een andere reiziger in nood zagen. Slechts één van de drie, een Samaritaan, die door de Joden werd gehaat om zijn afkomst, stopte om te helpen. Jezus vroeg de wetgeleerde vervolgens om zijn eigen vraag te beantwoorden: ‘Wie van deze drie denkt u dat de naaste geweest is van hem?’ (Zie Lukas 10:25–37.)

Waarom denkt u dat de Heiland op die manier onderwees, door te reageren op vragen met uitnodigingen om te zoeken, te overpeinzen en te ontdekken? Een deel van het antwoord is dat de Heer waarde hecht aan de moeite die we doen als we waarheid zoeken. ‘Zoek, en u zult vinden’, heeft Hij keer op keer gezegd (zie bijvoorbeeld Mattheüs 7:7; Lukas 11:9; Leer en Verbonden 4:7). Hij beloont de daden van geloof en geduld van de zoeker.

Net als de Heiland kunt u de leerlingen helpen om waarheid te herkennen en te begrijpen. De Schriften staan bijvoorbeeld vol met evangeliewaarheden, maar soms is er bewuste inspanning voor nodig om ze te vinden. Als u samen uit de Schriften leert, vraag de leerlingen dan welke evangeliewaarheden ze opmerken. Help ze in te zien wat deze waarheden met het heilsplan van onze hemelse Vader te maken hebben. Soms worden eeuwige waarheden in de Schriften benoemd en soms komen ze naar voren in de verhalen en het leven van de mensen over wie we lezen. Het kan ook nuttig zijn om samen de historische achtergrond van de verzen die u leest te verkennen en te spreken over de betekenis van de verzen en hoe ze nu op ons van toepassing zijn.

Vragen om over na te denken: Hoe kunt u eeuwige waarheden in de Schriften of woorden van profeten vinden? Hoe zijn die waarheden u tot zegen? Hoe kunt u de leerlingen helpen om waarheden te herkennen en te begrijpen die betekenis voor hen hebben en ze dichter tot God brengen?

Uit de Schriften: Johannes 5:39; 1 Nephi 15:14; Leer en Verbonden 42:12

Afbeelding
studerende leerlingen

We kunnen onze leerlingen helpen om zelf waarheid te vinden en te herkennen.

De Heiland onderwees waarheden die tot bekering leiden en geloof versterken

Op een sabbatdag kwamen de Heiland en zijn discipelen langs een akker. Ze hadden honger en ze begonnen van het graan te eten. De Farizeeën wilden altijd de details van de wet van Mozes beklemtonen en wezen erop dat graan verzamelen technisch gezien een vorm van werken was, wat op de sabbat verboden was (zie Markus 2:23–24). Om de woorden van de profeet Jakob uit het Boek van Mormon te gebruiken, zagen de Farizeeën ‘voorbij […] het doel’ (Jakob 4:14). Met andere woorden, ze concentreerden zich zo op traditionele interpretaties van de geboden dat ze het goddelijke doel van die geboden misten: ons dichter tot God brengen. De Farizeeën beseften zelfs niet dat Degene die het gebod om de sabbat te heiligen had gegeven voor hen stond.

De Heiland maakte van deze gelegenheid gebruik om van zijn goddelijke identiteit te getuigen en te vertellen waarom de sabbat belangrijk is. De sabbat is voor ons gemaakt als een dag om de Heer van de sabbat, Jezus Christus zelf, te aanbidden (zie Markus 2:27–28). Dergelijke waarheden maken ons duidelijk dat Gods geboden meer omvatten dan alleen ons uiterlijke gedrag. Ze zijn bedoeld om ons hart te veranderen en ons vollediger te bekeren.

Denk goed na over de leerstellingen en beginselen waarop u zich gaat concentreren. Hoewel er veel waarheden in de Schriften staan die besproken kunnen worden, is het het beste om ons te concentreren op evangeliewaarheden die tot bekering leiden en geloof in Jezus Christus versterken. De eenvoudige, fundamentele waarheden die de Heiland onderwees en waar Hij een voorbeeld van was, hebben de grootste macht om ons leven te veranderen – waarheden over zijn verzoening, het heilsplan, de geboden om God en onze naaste lief te hebben enzovoort. Nodig de Geest uit om van deze waarheden te getuigen en ze diep in het hart van uw leerlingen te laten doordringen.

Vragen om over na te denken: Welke evangeliebeginselen hebben u geholpen om u meer tot Jezus Christus te bekeren en meer geloof in Hem te hebben? Hoe heeft een leerkracht u geholpen om u op de belangrijkste waarheden van het evangelie te concentreren? Wat kunt u onderwijzen waardoor anderen zich dieper tot Jezus Christus kunnen bekeren?

Uit de Schriften: 2 Nephi 25:26; 3 Nephi 11:34–41; Leer en Verbonden 19:31–32; 68:25–28; 133:57; Mozes 6:57–62

De Heiland hielp mensen in te zien hoe zijn leer voor hen relevant was

‘Deze Man ontvangt zondaars en eet met hen’, klaagden de Farizeeën over Jezus, waarmee ze impliceerden dat dit geen gepast gedrag voor een geestelijk leraar was (Lukas 15:2). Jezus zag dat dit een gelegenheid was om ze diepgaande geestelijke waarheden bij te brengen. Hoe pakte Hij dat aan? Hoe liet Hij de Farizeeën inzien dat hun hart – niet het zijne – onrein was en genezing nodig had? Hoe gebruikte Hij zijn leer om te laten zien dat ze hun gedachten en gedrag moesten veranderen?

Hij deed dat door te spreken over een schaap dat van de kudde afdwaalde en over een munt die kwijtraakte. Hij sprak over een opstandige zoon die om vergeving vroeg en over een oudere broer die weigerde hem te ontvangen of met hem te eten. Elk van deze gelijkenissen bevatte waarheden die relevant waren voor de manier waarop de Farizeeën anderen zagen en leerde hen dat iedere ziel grote waarde heeft (zie Lukas 15). De Heiland zei niet tegen de Farizeeën – of tegen ons – met wie ze zich in zijn gelijkenissen moesten identificeren. Soms zijn we de bezorgde vader. Soms zijn we de jaloerse broer. Vaak zijn we het verloren schaap of de dwaze zoon. Maar wat onze omstandigheden ook zijn, door zijn gelijkenissen nodigt de Heiland ons uit om relevantie in zijn leringen te vinden – om te ontdekken wat Hij wil dat we leren en wat we in ons eigen denken en gedrag moeten veranderen.

U merkt misschien dat sommige leerlingen niet begrijpen waarom sommige waarheden belangrijk voor hen zijn. Als u nadenkt over de behoeften van uw leerlingen, bedenk dan hoe de waarheden in de Schriften zinvol en nuttig kunnen zijn in hun omstandigheden. U kunt de leerlingen laten inzien dat de waarheden die ze ontdekken relevant zijn door vragen te stellen zoals: ‘Hoe kan dit u helpen met iets wat u nu meemaakt?’ ‘Waarom is het belangrijk dat u dit weet?’ ‘Hoe kan dit een verschil maken in uw leven?’ Luister naar uw leerlingen. Laat ze vragen stellen. Moedig ze aan om verbanden te leggen tussen de leringen van de Heiland en hun eigen leven. U kunt ook vertellen hoe u wat u onderwijst relevant vindt voor uw eigen leven. Als u dat doet, nodigt u de Geest uit om de leerlingen te leren hoe de leer een verschil in hun eigen leven kan maken.

Vragen om over na te denken: Wat maakt evangeliebeginselen zinvol en nuttig voor u? Wat helpt u tijdens uw studie om te zien hoe het evangelie relevant voor u is? Wat doet u om u te concentreren op waarheden die relevant zijn voor uw leerlingen?

Uit de Schriften: 1 Nephi 19:23; 2 Nephi 32:3; Leer en Verbonden 43:7–9

Manieren om het geleerde in praktijk te brengen

  • Evalueer wat u onderwijst om er zeker van te zijn dat u in de ware leer onderwijst. Deze vragen kunnen daarbij helpen:

    • Is wat ik wil onderwijzen gebaseerd op de Schriften en de woorden van hedendaagse profeten?

    • Hebben meerdere profeten dit gezegd? Wat zeggen de huidige kerkleiders erover?

    • Hoe kunnen anderen hierdoor hun geloof in Jezus Christus ontwikkelen, zich bekeren en vooruitgang maken op het verbondspad?

    • Komt dit overeen met de ingevingen van de Heilige Geest of ben ik er geestelijk onrustig over?

  • Bestudeer dagelijks het woord van God om uzelf in de ware leer te verdiepen.

  • Laat de leerlingen tijdens uw les de Schriften en de woorden van hedendaagse profeten lezen.

  • Leer de cursisten hoe ze bij hun studie van de Schriften de voetnoten, de Gids bij de Schriften en andere informatiebronnen kunnen gebruiken.

  • Laat de leerlingen waarheden in een Schrifttekst of verhaal opzoeken.

  • Getuig hoe u te weten bent gekomen dat een leerstelling waar is.

  • Gebruik verhalen of metaforen om de leerlingen meer begrip van evangeliewaarheden bij te brengen.

Afdrukken