Inleiding
De Leer en Verbonden is een verzameling goddelijke openbaringen en geïnspireerde verklaringen die gegeven zijn voor de vestiging en regulering van het koninkrijk van God op aarde in de laatste dagen. Hoewel de meeste afdelingen zijn gericht aan leden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, zijn de boodschappen, waarschuwingen en aansporingen voor het welzijn van de gehele mensheid; zij bevatten een uitnodiging aan alle mensen overal om de stem van de Heer Jezus Christus te horen, die tot hen spreekt voor hun aardse welzijn en hun eeuwig heil.
De meeste openbaringen in deze bundel zijn ontvangen door Joseph Smith jr., de eerste profeet en president van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Andere zijn uitgegeven door enkelen van zijn opvolgers in het presidium. (Zie de inleiding van de afdelingen 135, 136 en 138 en de Officiële Verklaringen 1 en 2.)
Het boek Leer en Verbonden is een van de standaardwerken van de kerk, samen met de Bijbel, het Boek van Mormon en de Parel van grote waarde. De Leer en Verbonden is echter uniek omdat het geen vertaling is van een document uit de oudheid, maar van hedendaagse oorsprong is, door God gegeven door middel van zijn uitverkoren profeten voor de herstelling van zijn heilig werk en de vestiging van het koninkrijk van God op aarde in deze dagen. Wij horen in de openbaringen de milde maar resolute stem van de Heer Jezus Christus, die opnieuw spreekt in de bedeling van de volheid der tijden; en het werk dat hierin wordt ingeleid dient ter voorbereiding op zijn wederkomst, ter vervulling van en in overeenstemming met de woorden van alle heilige profeten vanaf het begin van de wereld.
Joseph Smith jr. is geboren op 23 december 1805 te Sharon, Windsor County (Vermont). In zijn kinderjaren verhuisde hij met het gezin naar het huidige Manchester in het westen van de staat New York. In de tijd dat hij daar woonde, ontving hij in het voorjaar van 1820, toen hij veertien jaar was, zijn eerste visioen, waarin hij een persoonlijk bezoek ontving van God, de eeuwige Vader, en zijn Zoon Jezus Christus. In dat visioen werd hem gezegd dat de ware kerk van Jezus Christus, die in de tijd van het Nieuwe Testament was gesticht en die de volheid van het evangelie had bediend, niet meer op aarde was. Er volgden nog andere goddelijke verschijningen waarbij hij door vele engelen werd onderwezen; het werd hem te kennen gegeven dat God hem een bijzonder werk op aarde wilde laten verrichten en dat de kerk van Jezus Christus door hem op aarde zou worden hersteld.
Mettertijd werd Joseph Smith met goddelijke hulp in staat gesteld om het Boek van Mormon te vertalen en te publiceren. Intussen waren hij en Oliver Cowdery in mei 1829 door Johannes de Doper tot het Aäronisch priesterschap geordend (zie LV 13), en kort daarop werden zij ook tot het Melchizedeks priesterschap geordend door de apostelen vanouds, Petrus, Jakobus en Johannes (zie LV 27:12). Nog andere ordeningen volgden, waarbij priesterschapssleutels werden verleend door Mozes, Elia, Elias en vele andere profeten vanouds (zie LV 110; 128:18, 21). Die ordeningen vormden in feite een herstelling van het goddelijk gezag aan de mens op aarde. Op 6 april 1830 organiseerde de profeet Joseph Smith de kerk op aanwijzing vanuit de hemel, en aldus is de ware kerk van Jezus Christus wederom als instelling werkzaam onder de mensen, met het gezag om het evangelie te onderwijzen en de verordeningen van het heil te bedienen. (Zie LV 20 en de Parel van grote waarde, Geschiedenis van Joseph Smith 1.)
Deze heilige openbaringen zijn ontvangen in antwoord op gebed, als er behoefte aan bestond, en zijn voortgekomen in toenmalige situaties waar bestaande mensen bij betrokken waren. De profeet en zijn metgezellen zochten goddelijke leiding en deze openbaringen vormen het bewijs dat zij die hebben ontvangen. In de openbaringen zien wij de herstelling en de ontvouwing van het evangelie van Jezus Christus en de inluiding van de bedeling van de volheid der tijden. Tevens wordt in de openbaringen de westwaartse trek van de kerk vanuit New York en Pennsylvania naar Ohio, naar Missouri, naar Illinois en uiteindelijk naar het Grote Bekken van westelijk Amerika uiteengezet, alsmede de intense worstelingen van de heiligen in hun streven Zion in de huidige tijd op aarde op te bouwen.
Verschillende vroege afdelingen gaan over zaken die te maken hebben met de vertaling en publicatie van het Boek van Mormon (zie de afdelingen 3, 5, 10, 17 en 19). Een aantal latere afdelingen weerspiegelt het werk van de profeet Joseph Smith bij het maken van een geïnspireerde vertaling van de Bijbel, een periode waarin veel van de grootse leerstellige afdelingen zijn ontvangen. (Zie bijvoorbeeld de afdelingen 37, 45, 73, 76, 77, 86, 91 en 132, die alle enig rechtstreeks verband houden met de bijbelvertaling.)
In de openbaringen worden de leringen van het evangelie uiteengezet met toelichtingen over fundamentele zaken zoals het wezen van de Godheid, de oorsprong van de mens, de realiteit van Satan, het doel van de sterfelijkheid, de vereiste van gehoorzaamheid, de noodzaak van bekering, de werkingen van de Heilige Geest, de verordeningen en verrichtingen die verband houden met het heil, de bestemming van de aarde, de toestand van de mens na de opstanding en het oordeel, de eeuwigheid van de huwelijksband en het eeuwige karakter van het gezin. Daarnaast wordt de geleidelijke ontvouwing van de bestuurlijke structuur van de kerk getoond, met de roeping van bisschoppen, het Eerste Presidium, de Raad der Twaalf, de Zeventig, en de instelling van andere presiderende functies en quorums. En ten slotte maakt het getuigenis dat gegeven wordt van Jezus Christus — van zijn goddelijkheid, zijn majesteit, zijn volmaaktheid, zijn liefde en zijn verlossingsmacht — dit tot een boek van grote waarde voor het mensdom en ‘voor de kerk van even grote waarde als de rijkdommen van de gehele aarde.’ (Zie het opschrift van LV 70.)
De openbaringen werden oorspronkelijk door de schrijvers van Joseph Smith op schrift gesteld, waarna de leden van de kerk enthousiast met de hand overgeschreven afschriften onder elkaar uitwisselden. Niet lang daarna, om tot een permanenter afschrift te komen, schreven kopiisten deze openbaringen over in manuscriptboeken, die door de leiders van de kerk werden gebruikt om de openbaringen persklaar te maken. Joseph en de eerste heiligen zagen de openbaringen zoals zij de kerk zagen: levend, dynamisch en onderhevig aan verbetering door nieuwe openbaring. Ook zagen ze in dat er, door het overschrijven en persklaar maken van de openbaringen, kennelijk onopzettelijke fouten in waren geslopen. Vandaar dat de kerk Joseph Smith in 1831 tijdens een conferentie vroeg ‘die fouten of vergissingen, die hij door de Heilige Geest mocht ontdekken, te corrigeren’.
Toen de openbaringen waren nagekeken en gecorrigeerd, begonnen kerkleden in Missouri een boek met de titel A Book of Commandments for the Government of the Church of Christ [Een Boek met Geboden voor het Bestuur van de Kerk van Christus] te drukken, dat veel van de eerste openbaringen van de profeet bevatte. Deze eerste poging om de openbaringen uit te geven strandde echter omdat gepeupel op 20 juli 1833 de drukkerij van de heiligen in Jackson County vernielde.
Toen ze vernamen dat de drukkerij in Missouri vernield was, besloten Joseph Smith en andere kerkleiders de openbaringen in Kirtland (Ohio) uit te geven. Joseph Smith zag toe op de redactie en het persklaar maken van de tekst — wat hem in de gelegenheid stelde om nogmaals in bepaalde openbaringen fouten te corrigeren, de formulering te verbeteren, en ontwikkelingen in de kerkleer en -organisatie te onderkennen — die in 1835 als de Doctrine and Covenants of the Church of the Latter Day Saints [Leer en Verbonden van De Kerk van de Heiligen van de Laatste Dagen] werd uitgegeven. Joseph Smith heeft aan nog een uitgave van de Leer en Verbonden zijn goedkeuring gehecht, die in 1844 is verschenen, enkele maanden na het martelaarschap van de profeet.
Voor de eerste heiligen der laatste dagen waren de openbaringen van onschatbare waarde en zij beschouwden ze als boodschappen van God. Aan het eind van 1831 legden verscheidene ouderlingen van de kerk, die bijeen waren, plechtig een getuigenis af dat de Heer tot hun ziel van de waarheid van deze openbaringen had getuigd. Dit getuigenis werd in de Leer en Verbonden, in de uitgave van 1835, als het schriftelijk getuigenis van de twaalf apostelen opgenomen:
Het getuigenis van de
twaalf apostelen van de waarheid van het
Boek Leer en Verbonden
Het getuigenis van de getuigen van het Boek van de geboden des Heren, welke geboden Hij aan zijn kerk heeft gegeven bij monde van Joseph Smith jr., die door de stem van de kerk voor dat doel was aangesteld:
Wij voelen ons daarom bereid om te getuigen tot de mensheid in de gehele wereld, tot elk schepsel op het aardoppervlak, dat de Heer tot onze ziel heeft getuigd, door de Heilige Geest die op ons is uitgestort, dat deze geboden zijn gegeven door inspiratie van God, en voor alle mensen nuttig zijn en voorzeker waar zijn.
Wij geven dit getuigenis aan de wereld, waarbij de Heer onze hulp is; en het is door de genade van God de Vader en zijn Zoon Jezus Christus dat ons het voorrecht wordt vergund om dit getuigenis aan de wereld te geven, waarin wij ons buitengewoon verheugen, en wij bidden de Heer steeds dat het de mensenkinderen van nut zal zijn.
De namen van de Twaalf waren:
-
Thomas B. Marsh
-
David W. Patten
-
Brigham Young
-
Heber C. Kimball
-
Orson Hyde
-
William E. McLellin
-
Parley P. Pratt
-
Luke S. Johnson
-
William Smith
-
Orson Pratt
-
John F. Boynton
-
Lyman E. Johnson
Aan latere uitgaven van de Leer en Verbonden zijn verdere openbaringen of andere zaken van historisch belang toegevoegd, naarmate ze werden ontvangen, en naarmate ze door bevoegde vergaderingen of conferenties van de kerk werden aanvaard. In de uitgave van 1876, die op aanwijzing van Brigham Young door ouderling Orson Pratt werd samengesteld, zijn de openbaringen chronologisch gerangschikt en van nieuwe opschriften met historische inleidingen voorzien.
Te beginnen met de uitgave van 1835, werd er ook een serie van zeven theologische lessen aan toegevoegd; deze waren getiteld Lectures on Faith (Lezingen over geloof). Ze waren samengesteld ten behoeve van de School der profeten te Kirtland (Ohio) tussen 1834 en 1835. Hoewel die lezingen nuttig waren vanwege hun leerstellige inhoud en als instructiemateriaal, zijn ze na de uitgave van 1921 uit de Leer en Verbonden weggelaten omdat ze niet als openbaringen aan de gehele kerk waren gegeven of voorgelegd.
In de Engelstalige uitgave van 1981 van de Leer en Verbonden werden drie documenten voor het eerst opgenomen. Dat zijn de afdelingen 137 en 138, waarin het grondbeginsel van het verlossen van de doden uiteen wordt gezet, en Officiële Verklaring 2, waarin wordt bekendgemaakt dat aan alle waardige mannelijke leden van de kerk, ongeacht ras of huidskleur, het priesterschap kan worden verleend.
In elke vorige uitgave van de Leer en Verbonden zijn fouten uit het verleden gecorrigeerd en is nieuwe informatie toegevoegd, met name in de historische informatie in de opschriften van de afdelingen. Ook in deze uitgave is een aantal datums en plaatsnamen verbeterd, en zijn andere correcties aangebracht. Die veranderingen zijn aangebracht om de inhoud in overeenstemming met de accuraatste historische informatie te brengen. Andere bijzonderheden van deze nieuwste uitgave zijn herziene kaarten, die de belangrijkste geografische locaties tonen waar de openbaringen zijn ontvangen, plus verbeterde foto’s van kerkelijke historische locaties, doorverwijzingen, opschriften en samenvattingen van de afdelingen, die alle tot doel hebben de lezers inzicht in de boodschap van de Heer, vervat in de Leer en Verbonden, te geven, zodat zij zich erin kunnen verheugen. De informatie in de opschriften van de afdelingen zijn afkomstig uit de Manuscriptgeschiedenis van de kerk, de gepubliceerde History of the Church [Geschiedenis van de kerk] (naar beide wordt in de opschriften met de collectieve noemer Joseph Smiths geschiedenis verwezen) en de Joseph Smith Papers.