3 Want deze Melchizedek werd geordend tot priester naar de orde van de Zoon van God, welke orde zonder vader, zonder moeder, zonder overerving was, en geen begin van dagen noch einde van leven had. En allen die tot dit priesterschap worden geordend, worden gelijkgemaakt aan de Zoon van God en blijven priester zonder ophouden.

19 Want de wet werd zonder eed toegepast en heeft niets tot volmaaktheid gebracht, maar heeft alleen een betere hoop gebracht, waardoor wij dichter tot God naderen.

20 Zoals deze hogepriester dat niet geworden is zonder een eed, zo is Jezus tot borg van een beter verbond gemaakt.

21 (Want die waren zonder een eed tot priester aangesteld; maar deze is dat met een eed van Hem die tot hem zei: De Heer zweert en herroept niet: U bent voor altijd priester naar de orde van Melchizedek.)

25 Want zulk een hogepriester hadden wij nodig, die heilig is, schuldeloos, onbesmet, afgescheiden van de zondaars en tot heerser gesteld over de hemelen;

26 en niet als die hogepriesters die dagelijks offers brachten, eerst voor hun eigen zonden en dan voor de zonden van het volk; want Hij behoeft geen offer te brengen voor zijn eigen zonden, want Hij kende geen zonden; maar wel voor de zonden van het volk. En dit heeft Hij éénmaal gedaan, toen Hij Zichzelf opofferde.