Studiewijzers
BJS, Lukas 3


BJS, Lukas 3:4–11. Vergelijk Lukas 3:4–6

Christus zal, zoals geprofeteerd, komen om het heil aan Israël en aan de andere volken te brengen. In de volheid der tijden zal Hij terugkeren om de wereld te oordelen.

4 Zoals geschreven staat in het boek van de profeet Jesaja; en dit zijn de woorden: De stem van een die roept in de woestijn: Bereid de weg van de Heer en maak zijn paden recht.

5 Want zie, ja, zie, Hij zal komen, zoals geschreven staat in het boek van de profeten, om de zonden van de wereld weg te nemen en heil te brengen aan de heidense volken, om hen te vergaderen die verloren zijn, die van de schaapskooi van Israël zijn;

6 ja, de verstrooiden en ellendigen; en ook om de weg te bereiden en de prediking van het evangelie aan de andere volken mogelijk te maken;

7 en een licht te zijn voor allen die in duisternis zitten, tot aan de einden der aarde; om de opstanding uit de doden tot stand te brengen en naar den hoge op te varen om te wonen aan de rechterhand van de Vader,

8 tot de volheid der tijden, en de wet en het getuigenis verzegeld worden en de sleutels van het koninkrijk wederom overgedragen worden aan de Vader;

9 om allen gerechtigheid te verschaffen; om ten oordeel op allen neer te komen en alle goddelozen te overtuigen van hun goddeloze werken die zij hebben begaan; en dit alles ten dage dat Hij komen zal;

10 want het is een dag van macht; ja, elk dal zal gevuld worden en elke berg en heuvel zullen geslecht worden; het kromme zal recht gemaakt worden en de oneffen wegen zullen vlak gemaakt worden;

11 en alle vlees zal het heil van God zien.

BJS, Lukas 3:19–20. Vergelijk Lukas 3:10–13

Voor de armen wordt gezorgd uit de overvloed van de schatkist. Tollenaars (belastingontvangers) mogen niet meer eisen dan wat bij wet is vastgelegd.

19 Want het is u wel bekend, Theofilus, dat, op de wijze van de Joden, en volgens hun wettelijk gebruik om geld in de schatkist te ontvangen, dat uit de overvloed die ontvangen werd, aan de armen werd toegekend, ieder mens zijn deel.

20 En op deze wijze handelden ook de tollenaars. Daarom zei Johannes tot hen: Eis niet meer dan wat u voorgeschreven is.