De herstelling van de volheid van het evangelie van Jezus Christus
een proclamatie aan de wereld in het 200e gedenkjaar
Wij verklaren plechtig dat God zijn kinderen in alle landen van de wereld liefheeft. God de Vader heeft ons de goddelijke geboorte, het weergaloze leven en het oneindige zoenoffer van zijn geliefde Zoon, Jezus Christus, gegeven. Door de macht van de Vader is Jezus herrezen en heeft Hij de dood overwonnen. Hij is onze Heiland, ons Voorbeeld en onze Verlosser.
Tweehonderd jaar geleden ging de jonge Joseph Smith op een prachtige voorjaarsochtend in 1820 het bos in bij zijn ouderlijke woning in het noorden van de Amerikaanse staat New York om in gebed te vragen bij welke kerk hij zich moest aansluiten. Hij had vragen over het heil van zijn ziel en vertrouwde erop dat God hem zou leiden.
Wij verklaren nederig dat God de Vader en zijn Zoon, Jezus Christus, in antwoord op zijn gebed aan Joseph zijn verschenen, en dat Zij, zoals voorzegd in de Bijbel, de tijd hebben ingeluid waarin ‘alle dingen worden hersteld’ (Handelingen 3:21). Hij vernam in dit visioen dat de nieuwtestamentische kerk van Christus na de dood van de oorspronkelijke apostelen op aarde verloren was gegaan. Joseph zou een grote rol spelen in het herstellen ervan.
Wij bevestigen dat er op aanwijzing van de Vader en de Zoon hemelse boodschappers zijn gekomen om Joseph te instrueren en de Kerk van Jezus Christus opnieuw te vestigen. De verrezen Johannes de Doper herstelde het gezag om door onderdompeling te dopen tot vergeving van zonden. Drie van de oorspronkelijke twaalf apostelen – Petrus, Jakobus en Johannes – herstelden het apostelschap en de sleutels van het priesterschapsgezag. Er kwamen ook anderen, onder wie Elia, die het gezag herstelde om familieleden voor altijd met elkaar te verbinden in een eeuwige relatie die de dood overstijgt.
Wij getuigen verder dat Joseph Smith de gave en de macht van God kreeg om een oude kroniek te vertalen, het Boek van Mormon: een testament van Jezus Christus. In deze heilige tekst staat onder meer een verslag van de persoonlijke bediening van Jezus Christus onder mensen op het westelijk halfrond, kort na zijn opstanding. Het boek zet het doel van het leven uiteen en verduidelijkt de leer van Christus, die van hoofdbelang is voor dat doel. Als Schriftuur die hand in hand met de Bijbel gaat, getuigt het Boek van Mormon dat alle mensen zonen en dochters van een liefdevolle Vader in de hemel zijn, dat Hij een goddelijk plan voor ons heeft, en dat zijn Zoon, Jezus Christus, in deze tijd spreekt, net als in vroegere tijden.
Wij verklaren dat De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, die op 6 april 1830 is opgericht, de herstelde nieuwtestamentische kerk van Christus is. Deze kerk is verankerd in het volmaakte leven van haar hoeksteen, Jezus Christus, en in zijn oneindige verzoening en letterlijke opstanding. Jezus Christus heeft weer apostelen geroepen, en heeft hun priesterschapsgezag verleend. Hij nodigt ons allen uit om tot Hem en zijn kerk te komen, de Heilige Geest en de heilsverordeningen te ontvangen, en blijvende vreugde te verwerven.
Er is nu tweehonderd jaar voorbijgegaan sinds deze herstelling door God de Vader en zijn geliefde Zoon, Jezus Christus, werd ingezet. Miljoenen mensen over de hele wereld hebben met blijdschap van deze geprofeteerde gebeurtenissen kennisgenomen.
Wij verklaren verheugd dat de beloofde herstelling door voortschrijdende openbaring doorgaat. De aarde zal nooit meer hetzelfde zijn, omdat God ‘alles weer in Christus bijeen [zal] brengen’ (Efeze 1:10).
Wij, als zijn apostelen, nodigen iedereen eerbiedig en dankbaar uit om te weten te komen, zoals wij weten, dat de hemel openstaat. Wij verklaren dat God zijn wil voor zijn geliefde zonen en dochters bekendmaakt. Wij getuigen dat wie de boodschap van de herstelling onder gebed bestuderen en in geloof handelen, gezegend zullen worden met hun eigen getuigenis van de goddelijke oorsprong ervan, en van haar doel om de wereld op de beloofde wederkomst van onze Heer en Heiland, Jezus Christus, voor te bereiden.
President Russell M. Nelson heeft deze proclamatie op 5 april 2020 in de 190e algemene aprilconferentie in Salt Lake City (Utah, VS) voorgelezen.