Dienen op bescheiden schaal
Soms kan iets kleins een grote invloed hebben.
‘Hoe gaat het met je?’
Ik weet zeker dat de man achter de kassa die vraag al tientallen keren gesteld had. Het was een klein benzinestation, en ik wilde even snel een flesje water kopen en terug naar mijn auto gaan. Maar deze routinevraag was deze keer anders. Hij kon niet weten hoeveel behoefte ik aan die eenvoudige woorden had.
Hij kon niet weten dat ik bij dit benzinestation was gestopt, omdat ik door mijn tranen heen de weg niet meer kon zien.
Hij kon niet weten hoe bedroefd ik was of hoe moeilijk het voor me was om naar binnen te gaan.
Hij kon niet weten hoe pijnlijk het voor me was dat iedereen in het benzinestation oogcontact met mij en mijn betraande gezicht vermeed.
‘Hoe gaat het met je?’ vroeg hij, met oprechte bezorgdheid in zijn ogen en stem. Ik probeerde dankbaar te glimlachen terwijl ik tegen de tranen vocht die zich in mijn ogen vormden. Maar dit keer waren het tranen van dankbaarheid.
‘Het gaat wel’, antwoordde ik eerlijk. Omdat iemand aardig tegen me was en had gezien hoe moeilijk ik het had, voelde ik me al wat beter.
Beslist belangrijk
Het kan moeilijk zijn om over dienstbetoon te praten. Ik hoor verhalen over indrukwekkende humanitaire projecten over de hele wereld en over mensen die hun leven aan goede doelen hebben toegewijd. En hoewel ik dankbaar ben dat zij die offers hebben gebracht, wekken die verhalen vaak schuldgevoelens bij me op. Ik weet hoe belangrijk het is om anderen te dienen. Bovendien weet ik hoe gelukkig ik me voel als ik dat doe. Dus waarom doe ik het niet vaker?
Ik voel me vaak ontmoedigd als ik aan alle dingen denk die ik zou kunnen doen. En dan vergeet ik de dingen die ik wel doe. Jean B. Bingham, algemeen ZHV-presidente, heeft over de diepgaande gevolgen van eenvoudige liefdediensten gesproken. Ze legde uit dat Jezus Christus een volmaakt voorbeeld van dienstbetoon was in de manier waarop Hij ‘glimlachte, praatte, wandelde, luisterde, tijd vrijmaakte, aanmoedigde, onderwees, voedde en vergaf.’ (‘Onze bediening naar het voorbeeld van de Heiland’, Liahona, mei 2018, 104.)
Als ik aan de nuttige hulp denk die ik heb ontvangen, denk ik meestal aan de kleine dingen: zoals een opbouwend sms’je van mijn kamergenote, die merkte dat ik een moeilijke dag had. Of mijn zus, die me uitnodigde om te gaan joggen, zonder te weten dat ik echt iemand nodig had om mee te praten. Of mijn bisschop, die me even apart nam omdat hij vond dat ik er ongelukkig uitzag. Of als ik een oude bekende tegenkom die niet alleen mijn naam nog weet, maar even de tijd neemt om te vragen hoe het met me gaat. Deze mensen hebben mij gediend door te laten zien dat ze om mij gaven. Dat was heel belangrijk voor me.
Als ik aan die kleine, maar zinvolle liefdediensten denk, besef ik dat ik ook in staat ben om iets voor een ander te betekenen. En daar ben ik niet alleen toe in staat – ik doe het ook. Beetje bij beetje, één dag tegelijk.
Misschien dat ik ooit deel van een groot humanitair project kan uitmaken en mensen over de hele wereld kan helpen. Maar in plaats van me schuldig te voelen omdat ik nu niet iedereen kan helpen, probeer ik om iemand te helpen. We weten nooit hoeveel invloed we kunnen hebben als we kleine liefdediensten verrichten.