De heilige tempel opnieuw aanschouwen
De auteur woont in Andhra Pradesh (India).
Ik besefte dat ik weer naar de tempel moest gaan om de verbonden die ik had gesloten beter te begrijpen en onthouden.
Vier jaar geleden vroeg mijn instituutsleerkracht, broeder Suresh Natrajan, de klas: ‘Wie van jullie is al naar de tempel geweest?’ Mijn vrouw, Anantha, en ik hadden het jaar daarvoor de tien uur durende reis naar de Hongkongtempel (China) gemaakt. Ik stak dus trots mijn hand op. Daarop stelde hij nog een vraag: ‘Weet je nog welke verbonden je in de tempel hebt gesloten?’
Zijn vraag stemde me tot nadenken. Mijn eerste bezoek aan de tempel had me een beetje overdonderd. Ik had geprobeerd op te letten, maar ik besefte dat ik de verbonden die ik in de tempel gesloten had, nu vergeten was. Ik nam me op dat moment voor om weer naar de tempel te gaan en deze keer beter te letten op de verbonden en andere zaken waarvan mijn heil afhankelijk was, en ze te onthouden.
De tijd verstreek. Ik kreeg verschrikkelijke beproevingen. Maar ik woonde het instituut bij en op een dag ging de les over de profeet Jona. Jona deed niet wat de Heer hem gebood. Een van de verzen die me opvielen, was Jona 2:4: ‘En ík zei: Verstoten ben ik van voor Uw ogen; toch zal ik opnieuw aanschouwen Uw heilige tempel.’
Die Schrifttekst raakte me. Ik bad tot onze hemelse Vader en vroeg Hem mij en mijn vrouw nog een kans te geven om naar de tempel te gaan.
Vier jaar later zegende onze hemelse Vader ons met de mogelijkheid om zijn huis nog eens te betreden. Dit keer was het de Taipeitempel (Taiwan).
Daar had ik de gelegenheid om plaatsvervangende verordeningen te verrichten voor mijn oom die aan kanker gestorven was. Toen ik me voor hem liet dopen, dacht ik aan de zegeningen die hij door deze tempelverordening zou ontvangen. Ik was ontzettend gelukkig en besefte dat de woorden die de tempelpresident bij mijn eerste, enigszins verwarde, bezoek aan de tempel tot me gesproken had, in vervulling waren gegaan. Hij had me toen gezegd: ‘Broeder, misschien begrijpt u momenteel niet alles wat u hier doet, maar op een dag zult u het gevoel krijgen dat u hier iets groots gedaan hebt.’
Ik had mijn antwoord ontvangen. Na vier jaar en een tweede tempelbezoek begreep ik het.
Als ik nu wekelijks aan het avondmaal deelneem, herinner ik me hoe krachtig de verzoening van Jezus Christus is en hoe heilig mijn tempelverbonden zijn.
Dit jaar vieren mijn vrouw en ik ons tienjarig huwelijksjubileum. Ik wil het in de tempel vieren door verzegelingen voor mijn voorouders te doen. Om dat mogelijk te maken, heb ik een tweede baan aangenomen zonder daarvoor de tijd die ik met mijn gezin doorbreng op te geven.
Ik weet en voel dat tempelwerk echt is. Niets kan het vervangen. We moeten er alles voor over hebben om naar de tempel te gaan en het werk van onze hemelse Vader voor onszelf en de zielen aan de andere kant van de sluier te doen.