2023
Ons tot leiding in deez’ laatste tijd
Oktober 2023


Digitaal thema-artikel

Ons tot leiding in deez’ laatste tijd

Naar een devotional gehouden op 18 februari 2020 aan BYU–Hawaii.

De profeten volgen, zal altijd tot beloofde zegeningen en persoonlijke groei leiden.

President Russell M. Nelson

Als we ons een weg door de moeilijkheden van het leven banen, is de leiding van profeten waardevol voor ons.

We krijgen grote zegeningen als we de raad van profeten opvolgen. Ik herinner me een heel belangrijk moment, nog geen drie weken nadat mijn vrouw Jill en ik getrouwd waren. We woonden een devotional bij waar de president van de kerk, Spencer W. Kimball, over het huwelijk sprak.1 Het leek wel of hij rechtstreeks tot ons sprak. Die ene toespraak hielp ons om enkele prioriteiten te stellen toen we aan ons huwelijk en gezin begonnen, en ze hielp ons om de valkuilen te vermijden waarvoor de Heer ons via hem waarschuwde. In de loop der jaren heb ik overwogen hoe gezegend wij waren om die instructies op zo’n belangrijk moment in ons leven te krijgen. Nu, 47 jaar later, worden we nog steeds gezegend door de raad die we als jong echtpaar hebben gekregen.

Als we de profeet volgen, worden we gezegend

Ik weet zeker dat we allemaal over ervaringen kunnen vertellen waarbij we gezegend zijn omdat we de profeet volgden.

Als we de inspirerende instructies van de profeten volgen, geeft dat geen garantie dat we niet bespot of vervolgd zullen worden of dat we door onze gehoorzaamheid geen andere moeilijkheden zullen ondervinden. Maar door onze bereidheid om te gehoorzamen, kunnen we uiteindelijk wel ‘vrede in deze wereld, en het eeuwige leven in de toekomende wereld’ ontvangen (Leer en Verbonden 59:23).

Nephi en de familieleden van Lehi en Ismaël die de leer van Lehi volgden, stonden voor grote moeilijkheden, maar uiteindelijk leidden zij ‘een leven van geluk’ (2 Nephi 5:27) in het beloofde land. Wachten op en geloven in toekomstige zegeningen die ons beloofd zijn, kan lastig zijn in een tijd waarin we al gefrustreerd raken als een zoekopdracht op de computer meer dan 0,62 seconden in beslag neemt.

Wanneer samenlevingen afdwalen, verwerpen velen de raad van profeten

Toen ik jonger was, vroeg ik me af waarom mensen in het Boek van Mormon de profeten ooit zouden verwerpen. Dat vond ik bijna te gek voor woorden. Konden ze niet inzien wat de resultaten zouden zijn? Hoe kunnen mensen zover komen dat ze de boodschappen van de profeten verwerpen, en zelfs de profeten verwerpen en haten?

Enkele jaren geleden besloot ik reacties op boodschappen van profeten te bestuderen. Soms verwierpen mensen de profeten omdat ze jaloers op hen en hun macht waren.

In 3 Nephi, toen Nephi met grote macht diende, gebeurde het ‘dat zij vertoornd op hem waren, namelijk omdat hij grotere macht bezat dan zij’ (3 Nephi 7:18). Het volk zag zelfs dat Nephi zijn broer uit de dood opwekte; en ‘het volk zag het en was er getuige van en was vertoornd op hem wegens zijn macht’ (3 Nephi 7:20).

Toen Thomas Marsh na zijn afvalligheid naar de kerk terugkeerde, legde hij uit wat er was gebeurd:

‘Ik moet de Geest van de Heer uit mijn hart verloren hebben. […]

‘Ik werd jaloers op de profeet […] en zag alles over het hoofd wat juist was. Ik besteedde al mijn tijd aan zoeken naar het kwaad. […] Ik dacht dat ik een balk in het oog van broeder Joseph zag, maar het was niets dan een splinter, en de balk zat in mijn eigen oog. […] Ik werd boos en ik wilde dat iedereen boos zou worden. Ik sprak met broeder Brigham Young en broeder Heber C. Kimball, en ik wilde dat zij net zo boos als ik zouden zijn; en ik zag dat zij niet boos waren, en ik werd nog bozer omdat zij het niet waren. Broeder Brigham Young zei met een bedenkelijke blik: “Bent u de leider van de kerk, broeder Thomas?” Ik antwoordde: “Nee.” “Welnu,” zei hij, “waarom laat u de kwestie dan niet met rust?”’2

Er zijn andere redenen waarom mensen de raad van profeten niet opvolgen. Een van de meest voorkomende redenen is dat profeten van de zonden van mensen getuigen en bekering prediken. Veel mensen hebben daar moeite mee. Vóór het eerste vers in het Boek van Mormon, in de korte inleiding die Nephi tot het eerste boek Nephi geeft, zien we dat thema tevoorschijn komen. Nephi schrijft: ‘De Heer waarschuwt Lehi om uit het land Jeruzalem te vertrekken, omdat hij tot het volk profeteert over hun ongerechtigheid en zij hem naar het leven staan.’ Dat patroon wordt in de Schriften herhaald (zie bijvoorbeeld 1 Nephi 16:2; Mosiah 13:4; Alma 35:15; Helaman 8:4; 13:26–28).

De meesten van ons willen niet horen dat we iets verkeerd doen. We worden niet graag gecorrigeerd. Dat wordt steeds moeilijker nu de samenleving steeds verder van de leringen en geboden van God afdwaalt. In een rechtschapen samenleving worden mensen die in zonde afdwalen buitenstaanders; maar in een samenleving die de leer van de Heer negeert of verwerpt, worden degenen die zich aan de geboden houden de buitenstaanders en komen onder grote druk te staan.

In het Boek van Mormon was de kans het grootst dat samenlevingen die het meest doordrenkt waren van valse filosofieën en zonde, zoals het volk van koning Noach, het volk van Ammonihah of de Zoramieten, negatief op de boodschappen van profeten reageerden. Naarmate de samenleving afdwaalt, krijgt het grote en ruime gebouw meer invloed op mensen. Het lijkt dichterbij en groter. De bespotting lijkt heviger en nadrukkelijker. Het lijkt wel of er meer vingers wijzen – en dat is ook zo. We staan niet alleen onder druk om van het pad en de vruchten van de boom af te dwalen, maar ook om deel te nemen aan het bespotten en aanvallen van degenen die op het pad proberen te blijven.

Wat was er voor nodig om die samenlevingen zover te krijgen dat ze de profeten afwezen en zelfs naar hun bloed dorstten? Hoe konden de valse filosofieën en leerstellingen zich in het hart van het volk verankeren? Hoe kwam het dat nederigheid in trots en gehoorzaamheid in opstandigheid omsloeg? Maar dat is een onderwerp voor een andere keer.

Als we naar die samenlevingen en personen kijken die zich van de profeten en de Heer hebben afgekeerd, zien we achteraf de resultaten. De stad Ammonihah werd in één dag verwoest. Het volk van Noach werd in slavernij gebracht en velen werden gedood. De Zoramieten waren boos omdat sommige armen onder hen die het evangelie hadden aanvaard hartelijk in het land Jershon werden ontvangen. Dat leidde ertoe dat zij zich aansloten bij een oorlog tegen de Nephieten.

We kiezen er zelf voor om de profeet al dan niet te volgen

We hebben allemaal de keuze om de profeet te volgen, ongeacht de omstandigheden in onze samenleving. We kunnen de druk van de samenleving voelen om de boodschap van de profeet te negeren of zelfs te verwerpen, maar we behouden het vermogen om te kiezen. Als we onze verbonden naleven en dicht bij de Heer blijven, is het veel makkelijker om de profeet te volgen. Dan zal de Geest ons leiden en ons voornemen sterken om onze wil aan die van de Heer te onderwerpen. En dan zullen we de zegeningen van de Heer ontvangen.

Een paar jaar geleden had ik een gesprek over een bepaald onderwerp met politieke implicaties, maar het onderwerp was niet echt door de kerk of de profeet aan de orde gesteld. Die persoon zei dat als de profeet ons ooit zou vragen om te doen wat we bespraken, die persoon dat niet zou doen, en dat het voor hem zou betekenen dat de profeet geen waar profeet meer was. Ik was verbaasd en vond dat een erg onbezonnen beslissing. Maar na het gesprek vroeg ik me af: is er iets waar ik me sterk genoeg bij betrokken voel, of waar de huidige trends in de maatschappij zo krachtig tegen zijn, dat ik de profeet zou kunnen verwerpen?

Hoe reageren we als de raad van een profeet botst met onze persoonlijke gevoelens, verlangens of overtuigingen, of als die raad indruist tegen algemeen aanvaarde opvattingen in de samenleving? Joseph Smith heeft gezegd: ‘Ik heb jarenlang geprobeerd om de geest van de heiligen op de zaken van God voor te bereiden; maar we zien geregeld dat sommigen van hen, na alles wat ze voor het werk van God hebben doorstaan, als glas uiteenspatten zodra er iets verschijnt wat niet met hun tradities overeenstemt: zij kunnen het vuur niet verdragen.’3

President Henry B. Eyring, tweede raadgever in het Eerste Presidium, heeft over onze reactie op de raad van profeten gezegd:

‘Als de uitspraken van profeten herhaald worden, zou dat onze aandacht moeten trekken en ons hart moeten vervullen met dankbaarheid dat we in zo’n gezegende tijd leven.

‘Voor gelovigen is het logisch dat ze met de raad van profeten de veilige weg proberen te vinden. Als een profeet spreekt, denken kleingelovigen misschien dat ze een wijs man goede raad horen geven. Is die raad goed en redelijk, en komt die hun uit, dan aanvaarden ze die. Zo niet, dan doen ze die af als verkeerde raad of ze gaan ervan uit dat hun omstandigheden een uitzondering op die raad rechtvaardigen. Ongelovigen denken misschien een man te horen die zijn wil aan anderen wil opleggen. […]

‘Als we de raad van de profeten nu niet opvolgen, wordt het steeds moeilijker voor ons om die later wel aan te nemen. […]

‘Elke keer dat ik naar het advies van profeten geluisterd heb, het in mijn gebed bevestigd kreeg en het opvolgde, merkte ik dat ik veilig was. […] 

‘Soms zullen we raad krijgen die we niet begrijpen of die, zelfs als we er zorgvuldig over hebben gebeden en nagedacht, niet op ons van toepassing lijkt. Verwerp de raad niet, maar houd die in gedachten. Als iemand die u vertrouwt u iets overhandigt wat op zand lijkt, met de belofte dat er goud in zit, zou u het wijselijk een tijdje in uw hand houden en het zachtjes schudden. Steeds als ik dat deed met de raad van een profeet, werden na een tijdje de goudkorrels zichtbaar en was ik dankbaar.’4

Blinde leidslieden proberen ons van Jezus Christus af te zonderen

Nadat Samuel de Lamaniet aan het volk had beschreven hoe zij de profeten hadden verworpen en naar anderen hadden geluisterd die hun leerden: ‘Wandel naar de hoogmoed van uw eigen hart; ja, wandel naar de hoogmoed van uw ogen, en doe wat uw hart ook verlangt’ (Helaman 13:27), stelde hij twee indringende vragen: ‘Hoelang zult u zich laten leiden door dwaze en blinde leidslieden?’ en ‘Hoelang zult u duisternis boven licht verkiezen?’ (Helaman 13:29.)

Niemand gaf toe dat ze door blinde leidslieden geleid wilden worden. Zij die misleid waren, zouden de valse filosofieën niet als ‘blinde leidslieden’ hebben bestempeld. Het is zelfs waarschijnlijk dat zij die probeerden anderen te misleiden vaak als verlicht, toekomstgericht, geniaal en sociaal bewust werden beschouwd.

Ik vraag me af hoe sommige blinde leidslieden uit het Boek van Mormon vandaag de dag zouden functioneren. Denk aan Sherem, die de taal van het volk volmaakt leerde kennen, zodat hij veel vleierij kon gebruiken. Met zijn taalkennis zou hij zeker veel volgers krijgen op Twitter. Hij zou veel aantrekkelijke, slimme tweets plaatsen die geretweet werden, omdat hij wist hoe hij een zinsnede moest verwoorden of een weerwoord geven.

Met Nehors grote kracht, kostbare kleding en aantrekkingskracht op het volk, zou hij een enorme aanhang krijgen op Instagram. Hij zou een voorbeeld van het ‘goede leven’ zijn, zonder de beperkingen van de geboden, en zijn invloed gebruiken om de kerk en haar leringen te bestrijden.

En Korihor zou miljoenen abonnees op zijn YouTube-kanaal hebben, waar hij de vrijheid zou hebben om gelovigen uit te lachen en dingen te verkondigen die ‘aangenaam waren voor het zinnelijk gemoed’ (Alma 30:53). Hij zou zich verheffen ‘met woorden die steeds luider klonken’ (Alma 30:31) en de profeten en leiders van de kerk beschimpen. Hij zou meer abonnees krijgen als zijn boodschap uitkwam dat ‘wat een mens ook deed, het geen misdaad was’ (Alma 30:17).

Natuurlijk zou de onderliggende boodschap van al hun communicaties zijn dat er geen Christus is. Hun leringen zijn niet zo modern of origineel. Ze zijn overgenomen van de auteur van alle leugens. Zelfs Korihor gaf uiteindelijk toe dat de duivel hem had geleerd wat hij moest zeggen (zie Alma 30:53).

Als personen of samenlevingen zich afkeren van de leringen van de Heer, die door middel van profeten komen, zoeken ze naar andere leringen die hen in staat stellen om te leven zoals ze willen – zonder die vervelende schuldgevoelens.

Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd: ‘Helaas, mijn jonge vrienden, is het kenmerkend voor deze tijd dat als mensen al een god willen, zij goden voor ogen hebben die niet veeleisend zijn, behaaglijke goden, aangename goden die niet alleen geen deining veroorzaken maar zich zelfs koest houden, goden die ons over de bol aaien, ons aan het lachen maken, en ons dan buiten laten spelen en bloempjes laten plukken.’5

Blinde en dwaze leidslieden zullen ons nooit naar de vreugden en zegeningen van de Heer leiden. Als we de profeten volgen, moeten we bereid zijn om ondanks spot en vervolging pal te staan voor het goede, zelfs als dat niet populair is.

Profeten sporen ons aan om tot de Heiland te komen

Hoewel blinde leidslieden en de spot van de wereld ons van God en zijn zegeningen proberen weg te leiden, sporen profeten ons aan om tot de Heiland te komen. Profeten proberen ons niet te overtuigen om hen te aanbidden, maar moedigen ons aan om onze hemelse Vader te aanbidden en dichter tot Hem en zijn Zoon, Jezus Christus, te komen (zie bijvoorbeeld Lehi in 1 Nephi 8:12).

Enkele jaren geleden spraken Jill en ik met president Russell M. Nelson. Hij vroeg ons of we bereid waren om een andere taak op ons te nemen. President Nelson is altijd zo aardig voor ons geweest en heeft Jill met liefde en respect behandeld. Toen hij naar onze bereidheid had gevraagd, zei Jill: ‘We willen alles voor u doen, president Nelson.’ Hij antwoordde onmiddellijk: ‘Doe het voor Hem.’ Dat was treffend voor Jill en mij. Hij leerde ons een belangrijke les. President Nelson wilde dat we de juiste motieven hadden en dat we onze ogen op de juiste persoon zouden richten.

Wanneer we door de profeten geleid worden, volgen we de raad op van Hem – de Heiland. Zijn genade is voldoende voor ieder van ons.

Tot slot

We weten dat president Nelson bereid is om zijn hele leven profeten te volgen. Hij gaf op advies van de profeet een prestigieuze carrière op. Als drukke chirurg met een groot gezin studeerde hij Chinees omdat de profeet een opmerking had gemaakt over de behoefte aan leden van de kerk die Chinees konden spreken. We weten dat toen president Thomas S. Monson de leden van de kerk vroeg om het Boek van Mormon te bestuderen, president Nelson er meteen mee begon. Hoe zou de kerk of de wereld eruitzien als ieder van ons net zo bereid was om de profeet te volgen als president Nelson was?

Ik weet dat we enorme zegeningen zullen ontvangen als we de leiding van de Heer bij monde van zijn profeten volgen. Als hun woorden botsen met de huidige trends in de samenleving, laten we dan de moed hebben om te volgen, te steunen en te verdedigen. Het zal niet altijd van een leien dakje gaan, maar het zal altijd tot beloofde zegeningen en persoonlijke groei leiden.

Noten

  1. Spencer W. Kimball, ‘Marriage and Divorce’ (Brigham Young University devotional, 7 september 1976), speeches.byu.edu.

  2. Testimonies of the Divinity of The Church of Jesus Christ of Latter-day Saints by Its Leaders, samengesteld door Joseph E. Cardon en Samuel O. Bennion (1930), 103, 105.

  3. Joseph Smith in Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith (2011), 556–557.

  4. Henry B. Eyring, ‘Finding Safety in Counsel’, Ensign, mei 1997, 25, 26.

  5. Zie Jeffrey R. Holland, ‘De prijs – en de zegeningen – van het discipelschap’, Liahona, mei 2014, 7.