Kerstdevotionals
Hemelse cadeautjes


2:3

Hemelse cadeautjes

Jonge jongen

Geen enkel jongetje keek meer naar Kerstmis uit dan ik. Ik vond het geweldig! En mijn ouders waren meesters in het omtoveren van ons huis in een knus winterwonderlandschap. Er waren versieringen, muziek, lichtjes, lekkernijen en natuurlijk de cadeautjes. O, wat verheugde ik me op de cadeautjes. Elk jaar schreef ik trouw al mijn hartenwensen op een verlanglijstje.

Omdat we op een boerderij woonden, moesten we ons elke kerstochtend eerst warm aankleden en de winterse vrieskou trotseren om voor onze dieren te zorgen, voordat we de cadeautjes konden uitpakken. Niets was fijner dan ons werk afmaken en snel weer naar binnen gaan om de magie van die ochtend over ons heen te laten komen.

Ik had net een eerste besef gekregen van deze man, Jezus Christus, wiens verjaardag wij vierden. Maar ik vond het wel goed geregeld zo. Hij was jarig, maar wij kregen alle cadeautjes. Welk kind vond dat niet geweldig! Kerstmis was alles wat goed is.

Gelukkig nam met de jaren mijn begrip van de Heiland toe: zijn geboorte en verjaardag, zijn leven en zijn wonderen, zijn macht en zijn offers, zijn verzoening en zijn opstanding, maar vooral zijn majesteit en zijn niet te bevatten liefde. Ja, Kerstmis was alles wat goed is, maar alleen maar omdat Jezus Christus alles was wat goed is. Of liever gezegd, Jezus Christus was alles wat geweldig is!

Zending

Net als veel jonge mensen keek ik reikhalzend naar mijn zending uit. Maar mijn eerste kerst weg van huis was wel een beetje een schok. In de maanden vóór mijn negentiende verjaardag kon ik aan bijna niets anders denken dan aan op zending gaan. Ik was jonger dan de meeste van mijn klasgenoten en vrienden. Velen van hen waren al op zending gegaan. Ik moest nog even wachten. Ik voelde me klaar om ook een zendeling te zijn. Het enige wat me nog in de weg stond, was mijn verjaardag.

Na eindeloos wachten was het dan zover en ging ik naar het opleidingscentrum voor zendelingen. Begin december zat ik in het vliegtuig naar mijn zendingsgebied in Santiago (Chili). Eindelijk was ik onderweg. Beter nog, het was ook bijna Kerstmis. Ik had er alle vertrouwen in dat ik klaar was voor de meest glorieuze ervaring van mijn leven.

Maar zodra ik uit het vliegtuig stapte, ontdekte ik dat alles daar heel anders was dan thuis in Utah. Ja, het was dan wel bijna Kerstmis, maar het leek wel hartje zomer. Waar was de sneeuw? Waar waren de jassen en laarzen?

Al gauw ging ik op in alles wat bij zendingswerk komt kijken. Ik had last van jetlag en viel tijdens lessen bij mensen thuis soms in slaap. De cultuur was anders, de taal was een mysterie (ze klonk in ieder geval heel anders dan wat ik in het opleidingscentrum had geleerd) en het eten was uniek. En wat dat eten betreft, mijn collega en ik moeten iets verkeerds hebben gegeten want we werden allebei erg beroerd. Daar kwam nog eens bij dat we in een van mijn eerste nachten in Chili door een aardbeving werden getroffen.

Het was mijn eerste Kerstmis weg van huis en ik was doodziek. Ik lag in bed in een onbekend land, probeerde een taal te begrijpen die ik nauwelijks kon ontcijferen en woonde samen met iemand die ik nauwelijks kende. Was dit dan zendingswerk? Ik vroeg me af waarom had ik zo’n haast had gehad.

Maar ondanks al deze problemen ging ik met heel mijn hart van de mensen in Chili houden. Ze waren echt geweldig, het was zo makkelijk om van ze te houden. En velen van hen hongerden naar de boodschap van de Heiland. In de barre realiteit van het leven, waar mensen schreeuwend behoefte aan de boodschap van een Heiland hadden, leken kerstbomen en gevulde kerstsokken lang niet zo belangrijk meer als daarvoor. Als Christus zijn hemelse thuis had achtergelaten om naar de aarde te komen en voor ons te lijden en te sterven, kon ik toch zeker wel mijn thuis achterlaten en een paar kleine ongemakken verduren om zijn prachtige boodschap te verkondigen.

Die kerst proefde ik de zuivere vreugde die we krijgen als we mensen helpen om het grootste cadeau van allemaal van onze hemelse Vader te ontvangen: zijn plan van geluk. En naar geluk, zo ontdekte ik, verlangt iedereen het meest, niet alleen rond Kerstmis, maar altijd.

Jonge weduwnaar en huwelijk

Een paar jaar na mijn zending kreeg ik een nieuwe tegenslag te verduren. Ik was depressief, moe en eenzaam. Een paar maanden daarvoor was mijn vrouw, met wie ik nog geen twee jaar was getrouwd, onverwacht in een auto-ongeluk om het leven gekomen. Ik bleef alleen met onze baby van zeven maanden achter.

Ik studeerde nog, werkte en worstelde met de problemen van het eenouderschap. De kerst kwam eraan, en terwijl anderen terug naar huis gingen om met de kerst bij familie en dierbaren te zijn, moest ik werken en op school blijven. Ik voelde me eenzaam en erg verdrietig. De kerst kwam en ging en de tijd verstreek.

Bijna een jaar later, toen de kerst er weer aankwam, was ik nog steeds alleen. In de Schriften staat dat het niet goed is dat de mens alleen is (zie Genesis 2:18). Wat was ik het daarmee eens! Ik had een metgezel nodig, en mijn dochtertje had een moeder nodig.

Ik hield mezelf voor: ‘Misschien ben ik niet de meest begeerde vrijgezel, maar welke vrouw zou geen echt baby’tje, een meisje, voor Kerstmis willen? Geen pop, maar een echt baby’tje?’ En als iemand dat dan graag wilde, ja, dan moesten ze mij erbij nemen.

Ik had mijn oog laten vallen op een jongedame in mijn biologieklas, maar het semester was al bijna voorbij en ik had nog niet de moed gehad om haar aan te spreken. Maar de hemel heeft me een handje geholpen, want op een dag, puur toevallig, liepen we tegelijkertijd het examenlokaal uit. Dat was mijn kans. Ik knoopte een gesprek aan. Later die avond belde ik de jongedame, Nancy, en vroeg haar uit. We gingen uit, en nog een keer en toen nog een keer. Maar ik wist dat Kerstmis eraan kwam en dat Nancy naar huis zou gaan. Wat kon ik doen om te zorgen dat het vlammetje dat net tussen ons aan het groeien was, bleef branden en groter werd?

Ik bedacht een plan. Met de hulp van Nancy’s zus en haar vriend zou ik Nancy op elk van de 12 dagen voor Kerstmis in het geheim met een cadeautje verrassen.

Mijn plan werkte. Nancy kreeg cadeautjes, maar ze had geen flauw idee van wie. Het werd een mysterie dat haar hele familie probeerde op te lossen. Nancy’s zus en haar vriend hadden beloofd dat ze er niets over zouden zeggen. Het was echt een geheime vereniging, maar dan een met goede bedoelingen.

Maar op een avond werd de familie op het goede spoor gezet. Er werd aangebeld en de familie rende naar de deur, net op tijd om een auto snel te zien wegrijden. Ze schreven het kentekennummer op en de volgende dag belden ze de kentekenregistratie om na te gaan van wie de auto was. Ze ontdekten dat hij van een familielid van de vriend van de zus was. De aap kwam uit de mouw. Nancy’s zus en haar vriend gaven toe dat ze mij met mijn plan hadden geholpen. Stiekem was ik blij dat ze me ontdekt hadden, want nu konden Nancy en ik de kerstdag samen doorbrengen. Daarna bleven we verkering houden.

Zoals ik had gehoopt, wilde Nancy inderdaad een echt baby’tje voor Kerstmis. Ze hield van mijn dochtertje alsof het haar eigen kind was. En gelukkig moest ze mij erbij nemen. We trouwden de daaropvolgende zomer. Het was een van de beste cadeautjes die ik ooit heb gehad.

Ik ervaarde aan den lijve het grote plan van geluk van onze hemelse Vader. Ik had een eeuwig gezin en we waren voor de eeuwigheid verzegeld. Het geschenk van een eeuwig huwelijk en gezin is iets waar alle getrouwen naar mogen uitkijken, in dit leven of het volgende. Welk cadeau kan groter zijn?

Toen ik terugdacht aan de tijd dat ik zo eenzaam en verdrietig was, besefte ik dat Jezus Christus Zich ooit ook eens verlaten en alleen had gevoeld. Hij, meer dan wie ook, kende mijn pijn. Zelfs te midden van mijn diepste eenzaamheid had ik mij nooit door Hem verlaten gevoeld. Hij was niet alleen mijn Heiland; Hij was mijn broer en beste vriend.

Jonge vader

Ons gezinnetje begon te groeien en een paar jaar later werd ik weer door een diepe zorg gekweld. Het was bijna Kerstmis. Nancy en ik keken elkaar aan en beseften dat we dat jaar geen stuiver over hadden om kerstcadeautjes voor onze jonge kinderen te kopen.

Ik was net afgestudeerd en we waren nog lang niet gesetteld. Hoewel ik een goede baan had, werd al gauw duidelijk dat de hoge vaste lasten ons budget te boven gingen. Het enige positieve was dat we altijd een volledige tiende betaalden. Hoewel niemand van ons dilemma afwist, wisten onze hemelse Vader en de Heiland dat wel. Ze begonnen kleine kerstwondertjes te sturen.

Op een dag werd er aangebeld. Het was iemand uit de buurt die een doos speelgoed had meegenomen. Ze zei: ‘We hebben thuis opgeruimd en onze kinderen willen dit speelgoed niet meer. We vroegen ons af of het iets voor jullie kinderen is.’ Of het dat was!

Op een andere dag ging de deurbel weer. Dit keer waren het een paar leden van onze wijk. Ze hadden een meisjesfietsje bij zich. Ze zeiden: ‘Wij hebben dit fietsje niet meer nodig en moesten aan jullie denken. Heeft jullie dochter hier misschien wat aan?’ We waren dolblij!

Een paar weken daarvoor had ons zoontje aan een kleurwedstrijd bij een winkel in de buurt meegedaan. Op een dag kregen we een telefoontje met het geweldige bericht dat hij de winnaar was. Hij had een video van een populaire kinderfilm gewonnen. We stonden perplex!

Dankzij al die wondertjes zouden onze kinderen met kerst toch een paar cadeautjes krijgen. We hadden onze tiende betaald en onze hemelse Vader en de Heiland hadden de vensters van de hemel geopend en hun zegeningen uitgestort – precies door onze schoorsteen.

Ik besefte dat het Kerstkind onder zeer bescheiden omstandigheden ter wereld was gekomen, maar dat anderen Hem toch hadden gevonden en kostbare geschenken hadden gegeven. Als aardse vader wilde ik mijn kinderen zo graag alles geven wat ik kon.

Voor onze hemelse Vader is dat niet anders. Toch is zijn liefde volmaakt. Hij wil ons alles geven wat Hij heeft. Zo’n cadeau is niet te bevatten.

Tot slot

Broeders en zusters, er komt een moment dat we ons allemaal eenzaam, ziek, neerslachtig, arm of ver van huis voelen. Gelukkig hebben we een eeuwige Vader en een Heiland die ons begrijpen. Als we ons tot Hen wenden, zullen Zij ons bij de hand nemen en ons door elke beproeving heen helpen.

En broeders en zusters, er komt een moment dat we allemaal iemand kennen die eenzaam, ziek, neerslachtig, arm of ver van huis is. Onze Vader en de Heiland vragen ons soms om anderen te helpen. Dat is dan ons voorrecht.

Als kind dacht ik dat het maar één dag per jaar Kerstmis was. Nu ik volwassen ben, besef ik dat het elke dag Kerstmis is. Dankzij de goedheid van een liefdevolle hemelse Vader en onze geliefde Heiland, Jezus Christus, ontvangen wij elke dag een constante stroom van hemelse cadeautjes. Te veel hemelse cadeautjes om op te noemen.

Mijn dankbaarheid voor de Vader en de Zoon is zo groot en diep dat ik, net als Ammon vanouds, ‘nog niet het kleinste deel van wat ik voel, [kan] verwoorden’ (Alma 26:16).

Ja, elke kerstmis vieren we de geboorte van Jezus Christus, maar vanwege de goedheid van de Vader en de Zoon krijgen wij nog steeds alle cadeautjes. Daarvan getuig ik in de naam van Jezus Christus. Amen.