Het volmaakte geschenk
Toen mijn man, Rob, nog klein was, zag hij twee van zijn oudere zussen een paar dagen voor Kerstmis stiekem in hun kamer elk een kerstcadeautje uitpakken. Zodra ze hadden gezien wat erin zat, pakten ze hun cadeautjes weer in. De zussen zeiden tegen Rob: ‘Als je het niet aan mama vertelt, laten we je zien hoe het moet.’
Uiteindelijk gaf hij aan de verleiding toe, vooral omdat er onder de kerstboom een pakje lag waar weleens een basketbal in zou kunnen zitten.
Maar toen hij het stiekem naar zijn slaapkamer droeg, voelde het nogal licht aan. Hij opende het pakje voorzichtig, maar er zat niets in. Alleen een briefje. Daarop stond: ‘Ik weet waar je mee bezig bent. Bederf je kerst niet. Liefs, mama.’ Hij had zijn lesje geleerd, en daarmee kwam een eind aan het grote kerstcadeaugluuravontuur.
Denk eens aan de herinneringen, de kerstversieringen, de engelenzang, en de heerlijke geuren die u met Kerstmis associeert. Velen van ons hebben nóg mooiere herinneringen aan de heiligheid van Kerstmis in onze kindertijd – hoe we de geboorte van onze Heiland vierden. Die heilige gevoelens blijven ons altijd bij.
Ze worden elke keer opgeroepen als we aan die kleine kribbe in Bethlehem denken, waar zoveel eeuwenoude profetieën tegelijkertijd in vervulling gingen onder een nachtelijke sterrenhemel – toen onze Heiland en Verlosser ter wereld kwam als Koning der koningen en Heer der heren.
We horen vaak dat Kerstmis voor kinderen is, maar zijn we niet allemaal kinderen? Er was eens een moeder die samen met haar 9-jarige dochter kerstinkopen deed. Ze haastten zich door de juwelenafdeling van een warenhuis, toen de dochter een enorm spandoek boven een vitrine zag hangen. Er stond in grote rode letters op: ‘Het geschenk dat blijft geven’.
De dochter las het spandoek, dacht even na, en glimlachte toen. Ze zei trots: ‘Mama, ik weet wat het geschenk is dat blijft geven.’
‘O ja? Wat dan?’ vroeg haar moeder terwijl ze zich snel door de menigte wrongen.
De dochter antwoordde onschuldig: ‘Het is Jezus!’
Waarop de moeder bij vergissing antwoordde: ‘Nee, schat. Het zijn diamanten.’
In Jesaja staat dat een klein kind ze zal leiden.1
Toen ik het op internet opzocht, vond ik duizenden advertenties voor artikelen met de tekst ‘Het geschenk dat blijft geven’. Maar wat we ook doen, geen enkel stoffelijk geschenk blijft voor eeuwig bestaan.
Daar tegenover staat een van mijn fijnste herinneringen aan Kerstmis, over twee mensen die volgens mij bleven geven. Ik heb het over mijn ouders, Aldo en Eleanor Harmon.
Dat jaar viel er veel sneeuw in ons kleine stadje, maar dat weerhield mijn vader er niet van om met zijn gezin naar de perfecte kerstboom op zoek te gaan. Zodra we de boom thuis hadden opgezet, hingen we de takken voorzichtig vol met kerstlichtjes, -ballen en -slingers. Onze bescheiden woning was officieel klaar voor Kerstmis.
De speelgoedcatalogi vielen in de brievenbus. Mijn broers en zussen en ik verslonden ze gretig, en droomden weg in de hoop op kerstcadeaus. Ons huis geurde naar peperkoek en vruchtencake, en zo kroop de maand december langzaam voorbij op de adventskalender. We legden verrassingen op de stoep bij de buren, en hielpen gezinnen die wel wat extra kerstsfeer konden gebruiken.
Elke avond, als ik naar bed was, zat mijn moeder urenlang in haar slaapkamer. Het enige wat ik hoorde, was het geluid van haar naaimachine. Ze maakte zoveel van onze kleren zelf, dat ik er niet verder over nadacht.
Maar toen Kerstmis naderde, was mijn moeder totaal uitgeput. Op de dag voor Kerstmis lag ze ziek in bed. Toen de dokter tegen mijn vader zei dat ze minstens een week in bed moest blijven, was ik bezorgd – maar ook erg teleurgesteld. Hoe konden we Kerstmis vieren zonder mama? Hoe zouden we in kerststemming raken? En trouwens, wie zou het kerstdiner klaarmaken?
Mijn vader zorgde liefdevol voor mijn moeder. Na verloop van tijd begon het tot hem door te dringen dat hij met de kerst zou moeten koken. En weer was ik bezorgd! Mijn vader was een wijs en begaafd man, maar een keukenprins was hij absoluut niet.
Op kerstavond ging ik op mijn knieën en bad dat mijn moeder op wonderbaarlijke wijze zou genezen, zodat we een kerstochtend zoals alle andere zouden hebben – met ons hele gezin rond de kerstboom. De volgende ochtend waren we bitter teleurgesteld toen bleek dat onze lieve moeder nog steeds het bed moest houden. We maakten onze cadeautjes open, en tot mijn verbazing had ik een assortiment zelfgemaakte poppenkleertjes gekregen. Mijn moeder had ze tijdens die vele lange decemberavonden voor mij genaaid. Ik kon haast niet wachten om naar haar toe te rennen en mijn armen om haar nek te slaan. Wat had ze veel voor mij geofferd!
Onze lieve papa deed alles wat hij kon om er een normale kerstdag van te maken, voor zover dat zonder mama kon. En hij slaagde erin. Na het eten viel mijn lieve papa in slaap op de stoel naast de open haard, terwijl ik met mijn broers en zussen, en met mijn pop en haar nieuwe kleertjes speelde. Na veel bedrust knapte mijn lieve moeder weer op, en was alles weer goed. Voor mij waren mijn ouders een geschenk dat bleef geven.
Laten we daar even over nadenken. Is een geschenk dat blijft geven niet een volmaakt geschenk? Ten eerste zegt een volmaakt geschenk iets over de gever. Ten tweede houdt het rekening met de behoeften van wie het krijgt. En ten slotte behoudt het geschenk, als het echt een volmaakt geschenk is, zijn waarde, niet alleen met het verstrijken der jaren, maar voor eeuwig.
Voldoet onze geliefde Heiland, de Heiland van de wereld, niet aan die drie vereisten? Zegt het geschenk van de geboorte van Jezus Christus, zijn bediening en zoenoffer iets over de Gever? Natuurlijk. ‘Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft.’2 Onze Vader in de hemel heeft zijn Zoon geofferd uit pure liefde voor ons, zijn kinderen.
Laat het geschenk van Jezus Christus zien dat onze hemelse Vader precies wist waar wij behoefte aan hadden? Nogmaals een volmondig ja! Wij zijn gevallen wezens, en we hebben wanhopig behoefte aan een Heiland en Verlosser. Nephi heeft gezegd: Jezus Christus ‘doet niets, tenzij het voor het welzijn van de wereld is; want Hij heeft de wereld lief’.3
En de laatste vereiste voor het volmaakte geschenk? Het moet eeuwig zijn waarde behouden. In het Boek van Mormon staat duidelijk dat de verzoening van Jezus Christus oneindig en eeuwig is.4
Herinnert u zich het spandoek in de juwelenafdeling nog? Dat meisje wist instinctief wat het ware geschenk is. In deze donkere wereld kijken we verder dan sieraden, naar het Licht van de wereld. De Heiland zelf heeft gezegd:
‘Welnu, houdt uw licht omhoog, opdat het voor de wereld zal schijnen. Zie, Ik ben het licht dat u omhoog zult houden.’5
‘Ik ben het licht dat in de duisternis schijnt.’6
Ik getuig dat Jezus Christus het volmaakte geschenk is – het geschenk dat blijft geven. Mogen wij allen die waarheid in deze kersttijd en altijd in ons hart dragen. Hij leeft. In de heilige naam van Jezus Christus. Amen.