Devotionals 2016
‘Vreest niet, in Mij is uw vreugde overvloedig’ (LV 101:36)


‘Vreest niet, in Mij is uw vreugde overvloedig’ (LV 101:36)

Een avond met ouderling Quentin L. Cook

Wereldwijde devotional voor jongvolwassenen, 11 september 2016, ringgebouw Washington D.C.

Ik ben dankbaar om bij jullie te zijn, alle jongvolwassenen die deze devotional van over de hele wereld volgen. Zoals gezegd wordt deze devotional gehouden in het kerkgebouw direct naast de Washington D.C.-tempel. Ik heb bewust deze locatie gekozen omdat deze kerk naast de tempel staat. Ik ben dankbaar dat we in een tijd leven dat we over de hele wereld tempels hebben. In deze zeer moeilijke tijden hebben we de zegeningen van de tempel nodig.

De wereld lijkt letterlijk in beroering te zijn.1 Spanningen lopen ongekend hoog op. Gemoedsrust en geborgenheid kunnen ver weg en zelfs onhaalbaar lijken. Mijn boodschap aan jullie is dat we zelfs in een gevaarlijke, roerige wereld niet bang moeten zijn. De Schriften verzekeren ons dat we dankzij de Heiland volkomen vreugde kunnen hebben.2

Velen van jullie hebben bijzondere dingen meegemaakt die op zeer positieve wijze in je hart en gedachten gegrift zijn. Je herinnert je elk detail van die gebeurtenis. Bijvoorbeeld, toen je de envelop met je zendingsoproep openmaakte, in de tempel aan je man of vrouw verzegeld werd, of de Heilige Geest tot jouw ziel van de waarheid van het Boek van Mormon getuigde. Zulke dierbare momenten geven niet alleen diepe maar ook blijvende vreugde. Het is opmerkelijk dat gebeurtenissen die op wat voor manier dan ook met de Heiland te maken hebben, de meeste vreugde brengen.

Maar sommige gebeurtenissen zijn zo schokkend, of traumatisch, dat ze een verregaande invloed op ons hebben.

De val van de Berlijnse Muur, de moord op president John F. Kennedy, en de terreuraanval op 9 september 2001 zijn schokkende gebeurtenissen waarbij mensen nog precies weten waar ze waren en hoe ze zich voelden toen ze het nieuws hoorden.

De meesten van jullie zullen nog vrij jong zijn geweest bij de aanval op het World Trade Center in New York City en het Pentagon, hier bij Washington D.C., vandaag precies  15 jaar geleden. Waar je ook woont in de wereld, ik denk dat je nog weet waar je was en hoe geschokt en verbijsterd je was. Het was een gebeurtenis die velen het gevoel gaf dat hun veiligheid weg was en ze kwetsbaar waren. Zoals ik eerder heb beschreven, was het ook een ingrijpende gebeurtenis voor mij en mijn vrouw Mary.

Onze oudste zoon en zijn vrouw waren in verwachting van hun eerste kind en woonden drie straten van het World Trade Center in New York City vandaan toen het eerste door terroristen gekaapte vliegtuig zich in de noordelijke toren boorde. Ze gingen naar het dak van hun flatgebouw en keken vol afschuw naar wat zij dachten dat een vreselijk ongeluk was. Toen ze zagen hoe het tweede gekaapte vliegtuig de zuidelijke toren in vloog, beseften ze dat het geen ongeluk was en dachten ze dat Zuid-Manhattan werd aangevallen. Toen de zuidelijke toren instortte, werd hun flatgebouw bedekt door de stofwolk die op Zuid-Manhattan neerkwam.

Hoewel ze bang en verward waren en zich afvroegen of er nog meer aanvallen zouden volgen, zochten ze een veiliger plek op en gingen naar het ringgebouw in het Lincoln Center in Manhattan. Toen ze daar aankwamen, zagen ze dat tientallen andere leden in Zuid-Manhattan ook besloten hadden om naar het ringgebouw te gaan. We waren opgelucht toen ze ons belden om te zeggen waar ze waren en dat ze veilig waren. We waren niet verbaasd dat ze daar waren, want uit hedendaagse openbaring leren we dat de ringen van Zion ‘een toevlucht voor de storm en voor de verbolgenheid [zijn], wanneer die onversneden wordt uitgestort op de gehele aarde.’3 Ze mochten ruim een week niet naar hun flat terug. Ze waren ontzet over de dood van onschuldige mensen, maar hadden zelf geen permanent fysiek letsel.

Het vliegtuig dat zich in het Pentagon boorde vlak bij waar we nu zijn, Washington D.C., was ook een terroristische zelfmoordaanslag met soortgelijke verwoestende gevolgen.

Mijn doel vanavond is niet om uit te weiden over gruwelijke gebeurtenissen uit het verleden. Ik wil dat je je vooral richt op de blijde gebeurtenissen die ik aan het begin beschreef. Maar ik wil je ook helpen om na te denken over de beproevingen en gevaren waar je nu mee te maken hebt of waarvan je bang bent dat ze zullen komen. Sommige gebeurtenissen zullen veel mensen raken, andere alleen jou. Ik heb besloten om drie soorten gebeurtenissen te bespreken: fysieke gevaren; bijzondere uitdagingen, waarvan sommige specifiek voor deze tijd zijn; en tot slot geestelijke gevaren en problemen.

Fysieke gevaren of problemen

Fysieke gevaren zijn het makkelijkst om te zien en onderkennen. Ongeacht hoe of waar je het dagelijkse nieuws ziet, fysiek gevaar, geweld, en tragedies worden het eerst gemeld — vooral op tv en internet. Een reden daarvoor is dat geweld en dood erg dramatisch zijn en meestal makkelijk visueel of schriftelijk weer te geven zijn. Geweld en dood, dichtbij of ver weg, trekken onze aandacht en kunnen onze vrede en rust wegnemen. Als we ons fysiek onveilig voelen, voelen we ons als mens kwetsbaar.

22 maart jongstleden liet een terrorist een zelfmoordbom afgaan op de luchthaven van Brussel. Vier van onze zendelingen stonden bij de balie van Delta. Ze raakten allemaal gewond; sommigen zeer ernstig. De verwondingen van een oudere zendeling, Richard Norby, waren zeer ernstig. Hij zei onlangs dat hij, hoewel het leven nooit meer hetzelfde zal zijn, ‘besloten heeft om op de Heer te vertrouwen en niet bang te zijn.’ Ook zei hij: ‘Ik ga verder met m’n leven, en ik leer m’n kinderen en kleinkinderen dat we op God moeten vertrouwen.’4

De Heer heeft benadrukt dat zelfs zij die hun leven verliezen, als ze hun verbonden trouw zijn geweest, ‘het weer [zullen] vinden, ja, het eeuwige leven.’5

Ik werd geraakt door wat zuster Fanny Clain zei, een van de andere zendelingen die bij de aanslag in Brussel gewond raakte. Ze zei: ‘Door dit soort ervaringen ga ik mensen beter begrijpen, want sommige mensen hebben het echt moeilijk, en nu heb ik het ook moeilijk, dus begrijp ik meer.’ Tijdens haar herstel zei ze: ‘Als we ervoor kiezen op God te vertrouwen, zien we hoe Hij ons helpt en hoe bijzonder dat is. Ik vertrouw Hem nu meer dan ooit.’ Ze is vooral dankbaar dat ze met haar zending door kon gaan.6

In ons voorsterfelijk bestaan wisten we dat keuzevrijheid en tegenwerking nodig waren voor onze groei, ontwikkeling en uiteindelijk onze verhoging.

In de voorsterfelijke raad in de hemel was keuzevrijheid een onmisbaar onderdeel van het plan van de Vader. Lucifer kwam in opstand en ‘trachtte de keuzevrijheid van de mens te vernietigen.’7 Daarom werd Satan en zijn volgelingen het voorrecht van een sterfelijk lichaam onthouden.

Andere voorsterfelijke geesten gebruikten hun keuzevrijheid om het plan van onze hemelse Vader te volgen. Geesten die in dit sterfelijk leven geboren mogen worden, hebben nog steeds keuzevrijheid. We zijn vrij om te kiezen en handelen, maar niet om de gevolgen daarvan te bepalen. Onze keuzes brengen ons dus geluk of ellende in dit leven en ook in het hiernamaals. ‘Goede en rechtschapen keuzes leiden tot geluk, vrede en eeuwig leven, terwijl zondige en slechte keuzes uiteindelijk tot hartzeer en ellende leiden.’8

We kunnen niet de omstandigheden of anderen de schuld geven voor onze keus om tegen Gods geboden in te gaan. We zijn allemaal rekenschap verschuldigd aan God voor hoe we christelijke eigenschappen, talenten en vaardigheden ontwikkelen, en wij zijn ook verantwoordelijk voor hoe we ze gebruiken in de tijd die we hier krijgen.

De leer van tegenstelling hangt nauw samen met en wordt soms beschouwd als onderdeel van de leer van keuzevrijheid. Omdat tegentegenstellingen vaak van buitenaf of anderen komen, is het zinvol om dit apart te bekijken. Deze leer wordt bondig omschreven door de profeet Lehi in 2 Nephi 2:11: ‘Want er moest wel een tegenstelling in alle dingen zijn. Indien die er niet was, […] dan kon er geen rechtvaardigheid worden teweeggebracht, noch goddeloosheid, heiligheid noch ellende, goed noch kwaad.’

Lehi legt verder uit dat deze leer zo belangrijk is dat de schepping zonder deze leer ‘zonder doel [zou] zijn geweest’ en ‘de wijsheid Gods en zijn eeuwige doeleinden, en ook de macht en de barmhartigheid en de gerechtigheid Gods’ teniet gedaan zouden worden.9

Lehi gaat verder: ‘Daarom stond de Here God de mens toe zelfstandig te handelen.’10

In het voorsterfelijk bestaan wisten wij dat de uitoefening van keuzevrijheid tot tegenstellingen en conflicten zou kunnen leiden — de oorlog in de hemel bewijst deze waarheid. We wisten dat er naast oorlog en geweld veel zondig gedrag in de hele wereld zou zijn. We wisten ook dat Jezus Christus bereid was voor deze zonden te boeten. Zijn lijden, dat ons begrip te boven gaat, zou de overwinning over zonde en geestelijke dood brengen. Zijn opstanding zou de fysieke dood overwinnen. We vertrouwden erop dat we na de sterfelijke dood allen weer zouden leven.  Zoals we in Predik mijn evangelie lezen:

‘Deze overwinning van Jezus Christus op de geestelijke dood door zijn lijden, en op de lichamelijke dood door zijn opstanding, wordt de verzoening genoemd. […]

‘Naarmate we ons meer op de verzoening van Jezus Christus verlaten, kan Hij ons onze beproevingen, ziekte en pijn helpen doorstaan. Dan kunnen we met vreugde, vrede en troost vervuld worden. Alles wat scheef is aan het leven kan worden rechtgezet door de verzoening van Jezus Christus.’11

De vreselijke ervaringen van onze leden kort na de vestiging van de kerk in Missouri maakten deze beginselen van de verzoening heel duidelijk. Onze leer en waarden druisten in tegen die van de kolonisten daar die niet van ons geloof waren. Veel Missourianen beschouwden de Amerikaanse indianen als een meedogenloze vijand en wilden van hen af. Daarnaast waren veel kolonisten in Missouri slaveneigenaars en zij voelden zich bedreigd door tegenstanders van slavernij. Velen waren belust op land, rijkdom en zelfs macht.

Onze leer daarentegen respecteerde de Amerikaanse indianen; wij wilden hun het evangelie van Jezus Christus leren. Wat slavernij betreft zijn onze Schriften duidelijk dat niemand slaaf van een ander hoort te zijn. Onze relatief weinige zwarte leden in die tijd gingen samen met blanke leden naar de kerk, zoals ze dat ook nu doen. Tot slot was ons doel niet om rijkdom te krijgen, maar gemeenschappen van broeders en zusters te stichten die elkaar liefhadden en leefden zoals de Heiland ons geleerd had. Andere kolonisten voelden zich bedreigd toen veel heiligen gehoor gaven aan de openbaringen van de Heer en naar Missouri verhuisden.12

Dit leidde tot heftige conflicten en vervolging voor leden van de kerk. De tegenstanders van de heiligen verwoestten hun gewassen en sommige gebouwen, roofden vee en eigendommen, en verjoegen hen uit hun huis. Sommige heiligen werden met pek en veren besmeurd of met zwepen en stokken geslagen. In een brief aan Joseph Smith, die toen in Kirtland (Ohio) woonde, schreef William W. Phelps: ‘Het is een vreselijke tijd. Mannen, vrouwen en kinderen vluchten in alle richtingen weg, of staan op het punt dat te doen.’13 In die chaos raakten gezinnen soms gescheiden van elkaar en hadden veel heiligen geen voedsel en andere benodigdheden. De leden van de kerk probeerden te begrijpen waarom ze verdreven waren, nadat de Heer hun juist had geboden zich in Missouri te verzamelen. Toen Joseph Smith het verschrikkelijke nieuws had gehoord, bad hij om begrip. De Heer antwoordde met deze troostrijke boodschap, die nu in Leer en Verbonden 101:35–36 staat:

‘En allen die vervolging ondergaan omwille van mijn naam en in geloof volharden, al worden zij geroepen om hun leven omwille van Mijn af te leggen, zullen toch aan al deze heerlijkheid deelhebben.

‘Daarom, vreest zelfs de dood niet; want in deze wereld is uw vreugde niet overvloedig, maar in Mij is uw vreugde overvloedig.’

De Heer heeft ook beloofd dat de beloning van rechtschapenheid ‘vrede in [dit leven] en het eeuwige leven in de toekomende wereld’ is.14

Dus door de verzoening van de Heiland kunnen we vrede en gemoedsrust hebben, zelfs bij fysiek gevaar.

Bijzondere uitdagingen, waarvan sommige specifiek voor deze tijd zijn

Naast fysieke problemen heb je als jongvolwassenen ook bijzondere uitdagingen, en sommige zijn specifiek voor deze tijd. Keuzes over opleiding, werk, huwelijk en gezin houden je erg bezig. De leerstellige implicaties van deze beslissingen zijn in veel toespraken besproken en worden redelijk goed begrepen. Toen de Heiland voor onze zonden boette, nam Hij niet onze verantwoordelijkheid weg voor hoe we leven. De waarde van hard werken, ijver, onze talenten verbeteren, en ons gezin onderhouden worden overal in de Schriften sinds het begin verkondigd. In Genesis zegt de Heer: ‘In het zweet van uw gezicht zult u brood eten, totdat u tot de aardbodem terugkeert.’15

Ik denk dat deze leerstellingen algemeen door onze leden worden aanvaard. Maar in een complexe wereld is er veel verwarring over hoe deze beginselen na te leven.

In mijn eerste conferentietoespraak, 20 jaar geleden, vertelde ik een nogal komisch voorval dat direct hiermee te maken heeft.16

Toen onze kinderen klein waren, besloten mijn vrouw Mary en ik om een traditie te volgen die mijn vader mij als kind heeft geleerd. Hij ging afzonderlijk met mij en mijn broertjes en zusjes zitten om ons te helpen doelen te stellen voor ons leven en ons te leren hoe ons werk in de kerk, op school en daarbuiten ons zou helpen deze doelen te bereiken. Hij had drie regels:

  • Onze doelen moesten zinvol zijn.

  • We konden onze doelen altijd aanpassen.

  • Wat voor doel we ook kozen, we moesten er hard voor werken.

Ik vond dit een erg goede traditie, dus Mary en ik besloten dit ook met onze eigen kinderen te doen. Toen onze zoon Larry vijf was, vroeg ik hem wat hij wilde worden als hij groot was. Hij zei dat hij dokter wilde worden, net als zijn oom Joe.17 Larry had een zware operatie ondergaan en had diep respect voor artsen gekregen, vooral zijn oom Joe. Ik vertelde Larry hoe alle goede dingen die hij deed hem hielpen bij zijn voorbereiding om eens als dokter te kunnen werken.

Een paar maanden later vroeg ik hem weer wat hij wilde worden als hij groot was. Toen zei hij dat hij piloot wilde worden. Je doel veranderen was prima, dus ik legde hem uit hoe zijn verschillende activiteiten hem zouden helpen dit doel te bereiken. Terloops zei ik daarna: ‘Larry, de vorige keer dat we spraken wilde je dokter worden. Hoezo ben je van gedachten veranderd?’ Hij antwoordde: ‘Ik denk dat dokter zijn goed is, maar ik heb gezien dat oom Joe op zaterdagochtend werkt, en dan wil ik de tekenfilmpjes niet missen.’

Sindsdien wordt in onze familie alles wat ons van een goed doel afleidt een zaterdagochtendtekenfilmpje genoemd.

Ik wil twee beginselen uit dit waargebeurde verhaal aanstippen. Ten eerste, hoe je vandaag de dag goede doelen stelt en nastreeft, en ten tweede, de invloed van internet en sociale media op onze rechtschapen doelen. Beide kunnen zaterdagochtendtekenfilmpjes zijn die ons afleiden van de vreugde die we verlangen.

Ik vind het vooral zorgelijk dat veel jongvolwassenen geen rechtschapen doelen stellen of geen plan hebben om ze te bereiken. Ik vind het ook zorgelijk dat velen hun eigen talenten en capaciteiten onderschatten en onderwaarderen. Deze twee dingen veranderen zal je veel vreugde geven in het leven.

In haar recente boek Grit stelt professor Angela Duckworth dat veel, zo niet de meeste mensen hun zogenaamde aangeboren talenten overwaarderen en hard werken en vasthoudendheid onderwaarderen. Ze redeneert dat alle vormen van succes zich meer door een goede werkhouding onderscheiden dan door intelligentie of talenten. Ze laat zien dat mensen die vastbesloten zijn en hun richting hebben gekozen (wat ze ook passie en volharding noemt) consequent beter presteren dan zij met aangeboren capaciteit die niet zo vasthoudend zijn.18

Toen ik jong was, zag ik onbedoeld dat de IQ-score van een student iets onder het gemiddelde lag. Zonder iets tegen iemand te zeggen, hield ik hem in de gaten. Hij woonde zijn lessen bij en werkte hard. Soms zat hij voor één vak in twee of drie studiegroepen. Uiteindelijk behaalde hij een gevorderde graad in een moeilijk en veeleisend vakgebied en bereikte daarin belangrijke doorbraken.

Ik wil hiermee niet zeggen dat iedereen naar academische prestaties moet streven, maar ik zeg wel dat je veel van je rechtschapen, zinvolle doelen kunt bereiken met planning, volharding en vastbeslotenheid, vooral als je de zaterdagochtendtekenfilms uit je leven bant. Je vindt dan ook meer vreugde en geluk in je leven.

Ik verzeker je dat je moeilijke dingen kunt doen. Ouderling John B. Dickson, een geweldige zeventiger, nu emeritus, die eervol over de hele wereld heeft gediend, liet dit op een leuke en ongebruikelijke manier zien. Ouderling Dickson werd in 1962 naar Mexico op zending geroepen. Maar vóór zijn vertrek werd er botkanker in zijn rechterarm vastgesteld. Ze dachten dat hij niet meer dan een maand te leven had. Maar tien maanden later vertrok hij naar zijn toegewezen zendingsgebied; zijn arm was geamputeerd.19 Ik zal nooit vergeten hoe hij de zendelingen in de MTC voorhield dat ze moeilijke dingen konden doen. Hij nodigde vier zendelingen uit naar het podium te komen voor een dasknoopwedstrijd met hem. Stel je voor: je das knopen met één arm! Onlangs vroeg ik ouderling Dickson of hij het wilde laten zien. Laten we ernaar kijken.

Ouderling B. Dickson:[Die een das omdoet.] Ach, weet je, we hebben allemaal problemen in het leven. Soms zijn ze fysiek of mentaal of economisch of wat dan ook. Als we gewoon positief blijven, ons aan de regels houden, geloof in de Heer hebben, geloof in onszelf hebben, kunnen we alles aan. Ik denk dat we zelfs onze das kunnen strikken. Wil iemand een wedstrijdje of een partijtje worstelen?

Dank je wel, John.

Op de MTC versloeg ouderling Dickson op prachtige wijze alle vier de zendelingen, met behulp van zijn tanden, schouders en borst. Weet dat je tegenslag kunt overwinnen en moeilijke dingen kunnen doen.

Professor Duckworth merkt op dat ‘enthousiasme vaak wordt gezien. Maar volharding is zeldzaam.’20

Een van de studies die ze aanhaalt bevestigt hoe belangrijk een actieve voorbereiding op het leven is; dat houdt bijvoorbeeld in volharding, vasthoudendheid, soms hardnekkig, en de ‘eigenschap om taken ondanks tegenslag toch af te maken.’21

Ook zegt ze hoe goed het is een hoger doel te hebben waar anderen beter van worden.22 Ze zegt:

‘Gelukkig zijn zij die een hoofddoel hebben dat zoveel voor de wereld betekent dat het alles wat ze doen, hoe onbeduidend of eentonig ook, belangrijk maakt. Denk eens na over de gelijkenis van de metselaars:

‘Aan drie metselaars wordt gevraagd: “Wat doe je?”

‘De eerste zegt: “Ik leg stenen.”

‘De tweede zegt: “Ik bouw een kerk.”

‘En de derde zegt: “Ik bouw een huis van God.”

‘De eerste metselaar heeft een baan. De tweede heeft een carrière. De derde heeft een roeping.’23

Mijn uitdaging aan jullie vanavond is om je doelen tegen het licht te houden en vast te stellen met welke je voldoet aan je gezinsverplichtingen, je op het pad van je verbonden blijft en je de vreugde krijgt die de Heer voor jou bedoelt. Bedenk dat je met een doel tijd en inspanning bespaart door vooruit te kijken, te plannen en geen belangrijke vereisten en deadlines te missen.

Dan wil ik het nu hebben over de invloed van internet en sociale media op onze keuzes.

Het internet en sociale media brengen onze moderne samenleving veel goeds. Ze zijn enorm waardevol! Maar ze kunnen ook de zaterdagochtendtekenfilms zijn die ons afleiden van onze ware roeping in dit sterfelijke leven.

Mijn oprechte smeekbede is dat we allen zullen evalueren hoe en wanneer we het internet en sociale media gebruiken. De lakmoesproef moet zijn: bevordert het andere goede en belangrijke doelen, of is het een ernstige belemmering van onze vooruitgang? Zijn sociale media een obsessie, uit angst iets te missen als we ze niet constant checken? Laat de zelfpromotie van sommige sociale media ons twijfelen aan onszelf en ons niet goed genoeg voelen? Erger nog, leidt het internet ons naar afbeeldingen en inhoud die onrein en ongepast zijn, of halve waarheden die ons geloof vernietigen? Verbergen we ooit onze identiteit of sturen we grove opmerkingen of meningen naar anderen? Slokken sociale media tijd op die we normaal thuis zouden besteden aan onze godsdienst of ons gezin? Houdt de tijd die we op internet aan spelletjes en trivialiteiten besteden ons af van effectief serieuze doelen nastreven? Ik geef ieder van ons de uitdaging hierover na te denken, onszelf bij te sturen en waar nodig te bekeren zodat het een zegen in ons leven zal zijn.

Ik ben me hierbij volledig bewust van de enorme voordelen die sociale media hebben als ze goed worden gebruikt. Alleen al hoe familiegeschiedenis erdoor ondersteund wordt, zegt mij dat de Heer deze technologie heeft geïnspireerd.

Als ik klaar ben met spreken, zal ik dit deel van mijn toespraak op mijn Facebook-pagina plaatsen. Ik nodig je uit mij te vertellen welke zorg jij hebt over sociale media, maar ook hoe sociale media een zegen in je leven zijn.

Ik wil graag nog één andere gedachte hierover met jullie delen. We horen veel over authentiek zijn in sociale media. Oprecht christelijk zijn is belangrijker dan authentiek zijn. Ik zal dat herhalen: Oprecht christelijk zijn is belangrijker dan authentiek zijn.

Geestelijke uitdagingen

Dan nu iets over geestelijke uitdagingen.

Een van de meest essentiële plichten in dit leven is om heilige verbonden met God te sluiten en onderhouden. Daarvoor moeten we onwaardige verlangens onder de loep nemen en ons ervan ontdoen. We kijken ook naar ongepaste verwachtingen die we bewust of onbewust bij de Godheid neerleggen. We vragen regelmatig om inzicht in Gods wil voor ons. We richten ons continu op geloof, bekering en de heilsverordeningen. De Heiland, die voor ons allen een hogere prijs heeft voldaan dan we kunnen bevatten, heeft de verzoening niet tot stand gebracht zodat wij ons kunnen richten op niet-eeuwige materialistische doelen, of lichtzinnige spelletjes, alleen voor ons eigen vermaak. Denk aan wat de Heer voor ogen had toen Hij zei: ‘Want zie, dit is mijn werk en mijn heerlijkheid: de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen.’24

Sommige lijken te zeggen of bedoelen: ‘Zou een liefdevolle hemelse Vader toch niet tevreden zijn, al ben ik minder dan wat ik zou moeten zijn? Zou Hij mij echt zegeningen onthouden, alleen maar omdat ik graag een wijntje en koffie drink?’ Helaas is dat de verkeerde vraag waaruit gebrek aan inzicht in het plan van de Vader blijkt. De echte vraag is: ‘Hoe kan ik de rechtschapen, liefdevolle persoon zijn die de Vader en de Heiland voor ogen hebben?’ De Schriften zeggen: ‘[Waar] veel is gegeven, wordt veel geëist.’25

In een wereld waar beloningen en trofeeën vaak worden ontvangen voor alleen maar meedoen, kunnen normen en verwachtingen soms oneerlijk of zelfs wreed lijken. Dat geldt vooral voor hen die per se hun eigen pad willen volgen zonder zich te houden aan het plan van de Vader, ongeacht de gevolgen.

Velen rechtvaardigen zondig gedrag en verdedigen zich dan met: ‘Jezus leert ons toch dat we van iedereen moeten houden.’ Dat is natuurlijk waar, maar vaak lijken diegenen die deze houding hebben geneigd te zijn om zijn net zo belangrijke aansporing: ‘Als u Mij liefhebt, neem dan Mijn geboden in acht’ te negeren.26

Het is ongepast om te onderhandelen over de voorwaarden van onze band met de Godheid. Een gebroken hart en verslagen geest hebben, is de eerste vereiste om op het verbondspad te komen dat bij de doop begint. Het is aan ons de Godheid nederig aan te roepen. Zoals koning Benjamin ons leert: ‘Want zie, zijn wij niet allen bedelaars? Zijn wij niet allen afhankelijk van hetzelfde Wezen, namelijk God, voor al ons bezit […]  van allerlei aard?’27

Onze problemen kunnen fors, en soms zelfs oneerlijk zijn. Ze doen ons hart pijn en raken aan ons mededogen. Bijvoorbeeld, zwakheden en ziektes die ons hele wezen diep raken. Of mensen die onschuldig zijn en mishandeld zijn. Of het geweld en de armoede die de omgeving waarin we geboren zijn beheersen. Of impulsen en neigingen die we misschien niet zelf gekozen hebben. We betreuren verslavingen die voortvloeien uit één foute keus; er is veel dat oneerlijk of onrechtvaardig kan zijn in deze wereld.

Wat doen we ermee? We moeten vriendelijk en medelevend zijn en iedereen met respect behandelen, zelfs als ze een pad kiezen dat niet past bij het plan van de Vader en de leringen van de Heiland. Maar als we echt liefdevol willen zijn, moeten we ook bekering onderwijzen. We zijn niet liefdevol, en bewijzen niemand een dienst, als we onze dierbaren niet aansporen om hun leven te veranderen en de verzoening van de Heiland te aanvaarden. Diegenen die zich bekeren wachten ongelooflijke, eeuwige zegeningen.

De Heiland zelf maakte dat duidelijk toen Hij tot de Nephieten sprak over hen die zich bekeren: ‘Hem zal Ik onschuldig houden voor het aangezicht van mijn Vader ten dage dat Ik zal staan om de wereld te oordelen.’28 Hij zei verder: ‘En niets onreins kan zijn koninkrijk ingaan; daarom gaat niemand tot zijn rust in behalve zij die hun klederen in mijn bloed hebben gereinigd, wegens hun geloof en de bekering van al hun zonden en hun getrouwheid tot het einde.’29

Weet dat je weer rein kunt worden. Je kunt de vreugde vinden die je verlangt in dit leven. Niemand mag deze devotional verlaten met de gedachte dat je niet te redden bent. Dat is niet waar. In je diepste binnenste ben je een kind van God. Je kunt hoop en vreugde hebben. Je kunt je hart veranderen en je bekeren. Je kunt vergeving schenken en vergeving krijgen.

Bekering is essentieel in het plan van de Vader. In het Boek van Mormon leren we over het verband tussen genade en gerechtigheid. Christus maakt het mogelijk dat genade en gerechtigheid samenkomen.30

Ik hou van de hoopvolle woorden van Eliza R. Snow:

Hoe groots, hoe heerlijk, hoe volmaakt

het heilsplan, ons verleend;

genade en gerechtigheid

zijn thans in liefd’ vereend!’31

Het heerlijke plan van geluk is rechtvaardig en genadig. We weten waar we vandaan zijn gekomen, waarom we hier zijn in dit leven en waar we heen gaan als we sterven.

Jullie zijn een magnifieke generatie. De Schriften zijn duidelijk dat er in de laatste dagen ‘goddeloosheid en gruwelen’ zullen zijn.32 Maar de heiligen, klein in getal en over het gehele oppervlak der aarde verspreid, zullen zijn ‘gewapend met gerechtigheid en met de macht Gods in grote heerlijkheid.’33 De Heer heeft beloofd dat Hij ‘de rechtvaardigen [zal] bewaren’ en dat we ‘niet [hoeven] te vrezen.’34

Je hoeft niet bang te zijn, ondanks de gevaren en problemen waarmee je geconfronteerd wordt. Je zult gezegend en beschermd worden als je rechtschapen, zinvolle doelen nastreeft. Plan en werk met vasthoudendheid en vastbeslotenheid, vermijd ongepast gebruik van sociale media en internet; vertrouw en bouw op geloof, bekering, heilsverordeningen, en het zoenoffer van de Heiland, en volhard tot het einde. Je richten op de tempel helpt je deze doelen te bereiken.

Om Romeinen 12:12 te parafraseren: verblijd je in de hoop, wees geduldig in de verdrukking, volhard in het gebed. Je kunt de zaterdagochtendtekenfilms van het leven vermijden en alles bereiken wat de Heiland ons heeft beloofd en daarvan genieten.

Ik getuig van de goddelijke aard van Jezus Christus. Dankzij Hem hoeven we niet bang te zijn, want in Hem is onze vreugde overvloedig. In de naam van Jezus Christus. Amen.

Notes

  1. Zie Leer en Verbonden 45:26; 88:91.

  2. Zie Leer en Verbonden 101:35–38.

  3. Leer en Verbonden 115:6.

  4. ‘Fear Won’t Stop Me,’ Church News, 7 augustus  2016, 9.

  5. Leer en Verbonden 98:13.

  6. ‘“Ready to Get Going”: Brussels Bombing Victim Serving in Ohio,’ Church News, 5 juni  2016, 7.

  7. Mozes 4:3.

  8. Trouw aan het geloof: evangeliewijzer  (2004), 12.

  9. 2 Nephi 2:12.

  10. 2 Nephi 2:16.

  11. Predik mijn evangelie: handleiding voor zendingswerk (2004),  52.

  12. Over het conflict in Missouri, zie Gerrit J. Dirkmaat, Brent M. Rodgers, Grant Underwood, Robert J. Woodford en William G. Hartley, red., Documents, Volume 3: February 1833–March 1834, deel 3 van de serie Documents van The Joseph Smith Papers, bewerkt door Ronald K. Esplin en Matthew J. Grow (Salt Lake City: Church Historian’s Press, 2014), xxvii–xxx.

  13. Brief van William W. Phelps aan kerkleiders in Kirtland, Ohio, 6–7 november 1833, in Gerrit J. Dirkmaat en anderen, red., Documents, Volume 3: February 1833–March 1834, deel 3 van de serie Documents van The Joseph Smith Papers (2014), 341.

  14. Leer en Verbonden 59:23.

  15. Genesis 3:19.

  16. Zie Quentin L. Cook, ‘Rejoice!’ Ensign, november 1996, 29.

  17. Mijn broer, Joseph V. Cook jr., is op 81-jarige leeftijd nog altijd praktiserend arts. In deze periode was hij Larry’s arts en ringpresident.

  18. Angela Duckworth, Grit: The Power of Passion and Perseverance (2016), 8.

  19. Zie ‘Elder John B. Dickson of the Seventy,’ Ensign, augustus 1992, 77.

  20. Duckworth, Grit, 58.

  21. Duckworth, Grit, 77; citeert een onderzoek uit 1926 door Catharine Cox, psychologe aan Stanford University.

  22. Duckworth, Grit, 143.

  23. Duckworth, Grit, 149.

  24. Mozes 1:39.

  25. Leer en Verbonden 82:3.

  26. Johannes 14:15.

  27. Mosiah 4:19.

  28. 3 Nephi 27:16.

  29. 3 Nephi 27:19.

  30. Zie Alma 42:24–25.

  31. Naar Eliza R. Snow, ‘Hoe groot de wijsheid’, Lofzangen, nr.  131.

  32. 1 Nephi 14:12.

  33. 1 Nephi 14:14.

  34. 1 Nephi 22:17.

Afdrukken