Een kenmerk van de ware en levende kerk van de Heer
Een avond met ouderling Patrick Kearon
Wereldwijde devotional voor jongvolwassenen • 6 mei 2018 • Brigham Young University–Idaho Center
Ik ben zo dankbaar voor Jen. Ze doet altijd wat ze predikt. Ze weet wie ze is en verheugt zich in die kennis. Ze verkondigt dat stoutmoedig aan anderen, waar ze ook is. Ik ben zo dankbaar dat we elkaar twee jaar na mijn doop hebben leren kennen. Ze is sindsdien altijd een groot voorbeeld voor mij geweest, en dat blijft ze.
Het is geweldig om te beseffen dat jullie wereldwijd bijeengekomen zijn. Ik bid, in de geest van Landons mooie openingsgebed, dat je zult ontvangen wat je nodig hebt, dat je inspiratie zult ontvangen als je die nodig hebt. Ik bid dat je buitengewone hulp zult krijgen als je die nodig hebt. Er schuilt zoveel kracht in bijeenkomen en in onze voorbereiding van bijeenkomsten. Er schuilt kracht in bijeenkomen. Ik bid dat je genezing zult ontvangen als je genezing nodig hebt, troost als je troost nodig hebt, vrede als je vrede nodig hebt. Ik bid dat je hulp met je examens zult krijgen – al is het voor de meesten onder jullie daarvoor nog te vroeg.
Ik bid dat je, als je een ingeving of persoonlijke boodschap krijgt, de kracht en overtuiging zult hebben om ernaar te handelen, en niet in je oude gewoontes terugvalt. Dat je een moment van verandering, een moment van hernieuwde kracht en hernieuwd geloof zult krijgen als je dat nodig hebt.
Toen ik 15 à 16 jaar was, was ik erg egocentrisch en had ik, net als veel andere tieners, met gevoelens van onzekerheid en kwetsbaarheid te kampen. Soms ervaar ik die gevoelens nog steeds, maar ze waren het hevigst in mijn tienerjaren. Ik voelde me verloren, verlegen en vreemd. En het feit dat ik in een internaat in een verlaten Engelse kuststreek woonde, hielp niet. Mijn ouders woonden ver weg in Saoedi-Arabië. Zweinstein onder Sneep zou een verademing geweest zijn.
Slecht weer was aan de kust schering en inslag, maar tijdens een zekere winter raasde een hevige storm met rukwinden die windkracht 12 haalden van de Ierse Zee naar ons toe. De golven stortten zich op de dijken en kwamen er zelfs overheen. De overstroming trof ongeveer vijfduizend huizen in de omgeving. De bewoners raakten geïsoleerd. Ze hadden geen elektriciteit, verwarming of verlichting, en bijna geen eten meer.
Toen het water begon te zakken, stuurde de school ons om te helpen. Ik had nog nooit zo’n omvangrijke natuurramp van dichtbij meegemaakt en stond er versteld van. Water en modder waren overal. De mensen wier huis overstroomd was, zagen er lijkbleek en uitgemergeld uit. Ze hadden dagenlang niet geslapen. Mijn medeleerlingen en ik gingen aan de slag. We brachten met water doortrokken spullen naar de bovenverdieping, zodat ze konden drogen, en verwijderden tapijt dat door de overstroming vernield was. Ik weet nog dat het doorweekte tapijt belachelijk zwaar was, en dat er een vreselijke stank in de huizen hing.
Het verbaasde me dat er kameraadschap ontstond tussen de hulpverleners en hen die we hielpen. Het was een geweldig, fijn gevoel tussen mensen die zich in barre omstandigheden eensgezind voor iets goeds inzetten. Later viel het me op dat de onzekerheid die mijn tienergedachten gewoonlijk domineerde, verdween toen ik aan dit grote werk ten behoeve van onze buren deelnam.
Helaas bleef dat besef me niet bij. De ontdekking dat anderen helpen het middel tegen mijn neerslachtige, egocentrische gemoedstoestand was, had me moeten veranderen. Ik veranderde echter niet doordat die ontdekking niet tot in mijn hart doordrong en doordat ik niet diep genoeg over deze gebeurtenis nadacht. Dat inzicht kwam pas later. Jullie hebben dit waarschijnlijk zelf ook ontdekt. Misschien is het nuttig om te bedenken hoe en wanneer je het ontdekt hebt.
De oproep tot bediening tijdens de algemene conferentie
Ik dacht hier tijdens de algemene conferentie over na. Ik ben blij dat ik zo kort na deze historische conferentie tot jullie mag spreken. De indrukken, gemoedsrust en energie van die conferentie staan mij nog helder voor de geest.
De kernboodschap van de conferentie was de herhaalde oproep om te dienen zoals de Heiland dient – en dat uit liefde te doen, met het besef dat wij en iedereen om ons heen kinderen van onze hemelse Vader zijn. We dienen niet omdat onze inspanningen geregistreerd en geteld worden, maar omdat we van onze hemelse Vader houden en door een hoger, edeler werk gemotiveerd worden, namelijk onze vrienden helpen om het pad terug naar Hem te vinden en op dat pad te blijven. We hebben onze naasten lief en dienen hen zoals Jezus dat zou doen. We proberen echt andermans situatie te verbeteren en zijn of haar lasten te verlichten. Daaruit vloeien vreugde en blijvende voldoening voor zowel de gever als de ontvanger voort, want hierdoor laten we blijken dat we van oneindige waarde in Gods ogen zijn en dat Hij voor eeuwig van ieder van ons houdt.
President Nelson vatte die boodschap als volgt samen: ‘Een kenmerk van de ware en levende kerk van de Heer is dat zij zich altijd georganiseerd en gericht zal inzetten om Gods kinderen en hun gezin te dienen. Omdat het zijn kerk is, dienen wij als zijn dienstknechten het individu, net als Hij dat deed. Onze bediening is in zijn naam, met zijn macht en gezag, en met zijn liefde.’1
Ik heb over deze leerstellingen nagedacht en weet dat we, als we aan de oproep tot bediening gehoor geven, onszelf zullen vergeten; meer geloof, vertrouwen en geluk zullen hebben; en onze zelfzucht en de leegte en neerslachtigheid die ermee gepaard gaan, zullen overwinnen. Ik wou dat ik dat op jongere leeftijd beseft had. Maar ik ben dankbaar dat het me door de jaren heen steeds duidelijker is geworden en dat we voortdurend aan die belangrijke leerstelling herinnerd worden.
De voordelen en zegeningen van dit soort bediening
Het mooie aan dit soort dienstverlening, bediening of discipelschap is dat anderen er op ontelbare manieren door geholpen worden, en dat wij erdoor veranderen omdat we ons niet op onze zorgen, angsten en twijfels concentreren. Aanvankelijk leidt het ons slechts van onze problemen af, maar dat verandert al snel in iets groters en mooiers. We beginnen bijna zonder het te merken licht en vrede te ervaren. We ontvangen rust, warmte en troost. En we ervaren vreugde die we op geen enkele andere manier kunnen krijgen. We hebben anderen slechts in beperkte mate geholpen, maar ontvangen toch zulke grote gaven.
President Spencer W. Kimball heeft dat als volgt uitgelegd: ‘Het overvloedige leven dat in de Schriften wordt genoemd, is de geestelijke som die we krijgen door onze dienstbaarheid aan anderen te vermenigvuldigen en onze talenten in dienstbaarheid aan God en de mens te investeren.’2 ‘We krijgen meer inhoud als we andere mensen dienen. Het is dan echt makkelijker om onszelf te “vinden” omdat er zo veel meer van ons te vinden is!’3
Voorbeelden van de verandering die we ondergaan als we bedienen en het contrast daarmee als we dat niet doen
Nieuwe zendelingen ondergaan die verandering als ze hun eigen problemen loslaten en zich afvragen: wie kan ik helpen en hoe? Ze denken dan niet meer aan zichzelf, maar voeren hun opdracht uit, namelijk mensen tot Christus brengen. Het kost zendelingen vaak heel wat moeite om hiertoe te komen. Ze hebben het zo druk met hun nieuwe omstandigheden met andere mensen, vreemd eten, rare gebruiken en vaak een lastige taal dat het moeilijk voor ze is om zich weg te cijferen en anderen te dienen. Doen ze dat toch, dan verandert alles. Ze maken zich geen zorgen meer, gaan aan de slag, zetten zich onzelfzuchtig in en ontdekken een nieuwe dimensie van hun zending en hun leven. Ze hebben gemoedsrust en een doel.
Helaas ervaren veel zendelingen het tegenovergestelde wanneer ze weer thuis zijn en in de behoeften voorzien die gepaard gaan met hun volgende levensfase, hetzij onderwijs, werk of persoonlijke en familiekwesties. Ze hebben anderhalf of twee jaar lang geleerd dat we het gelukkigst zijn als we niet aan onszelf denken, of zoals president Hinckley het gezegd heeft, als we onszelf vergeten en aan het werk gaan. Wanneer ze echter van hun zending terugkeren naar het leven dat ze achtergelaten hebben, keren ze vaak ook terug naar hun op zichzelf gerichte gewoontes. Ze houden zich alleen met zichzelf bezig, met hun welzijn, uiterlijk, en met wat anderen van hen denken.
Net zoals anderen helpen licht, vrede en vreugde teweegbrengt, veroorzaakt alleen aan jezelf denken twijfels, ongerustheid en neerslachtigheid.
Een paar maanden geleden lag ik urenlang te woelen in mijn bed. Ik kon de slaap niet vatten. Ik stond op, ijsbeerde een tijdje en keerde terug naar bed in de hoop nu wel te kunnen slapen. Toen het me nog steeds niet lukte, kreeg ik plots een transformerende gedachte: stop met aan jezelf te denken. En daarop volgde de vraag: wie kan ik helpen? Ik vroeg in krachtig gebed: ‘Wie kan ik nu helpen en hoe?’ Ik kreeg de ingeving om contact op te nemen met een vriend en die te bemoedigen. Het was iets kleins, maar ’s ochtends gaf ik er gehoor aan en hopelijk heeft dat iets betekend. Ik weet wel dat ik, toen ik op die manier bad en vroeg wie ik kon helpen, gemoedsrust kreeg en eindelijk in slaap viel.
Voorbeelden van de bediening van de Heiland
De Heiland ging het land door ‘terwijl Hij goeddeed’.4 Hij hielp anderen voortdurend en genas allen die overweldigd waren.5 Hij zegende, onderwees en bracht mensen op andere gedachten, zodat ze hun leven ook veranderden. Het is leerzaam dat toen Hij Petrus, Andreas, Jakobus en Johannes riep, hun focus onmiddellijk veranderde: ‘Zij lieten meteen de netten achter en volgden Hem.’6
Toen de Heiland hun door de kruisiging op de wreedst mogelijke manier ontnomen was, keerden ze terug naar wat ze kenden, namelijk vissen. Toen ze op een keer tevergeefs aan het vissen waren, verscheen de Heiland aan hen. ‘En Hij zei tegen hen: Werp het net uit aan de rechterkant van het schip en u zult vinden. Dus wierpen zij het uit en zij konden het niet meer trekken vanwege de grote hoeveelheid vissen.’7 Hij deed dit om te tonen dat Hij zijn macht niet verloren had, maar ook om krachtig aan te geven dat ze op de verkeerde plek en naar de verkeerde dingen op zoek waren. Toen ze daarna samen op de oever vis aan het eten waren, vroeg de Heiland Petrus drie keer of hij Hem liefhad. Petrus antwoordde Hem telkens met toenemende bezorgdheid van wel. Na elk antwoord van Petrus, vroeg Jezus hem zijn schapen te hoeden.
Waarom vroeg de Heiland Petrus drie keer of hij Hem liefhad? Jezus had hem al eens geroepen om Hem te volgen. Petrus had toen meteen gereageerd en het vissen opgegeven. Maar toen Jezus weg was, rouwde Petrus. Hij was verdwaald. Hij keerde terug naar het enige dat hij kende: de visvangst. Jezus wilde dat Petrus Hem deze keer echt hoorde en de ernst van zijn oproep inzag. Petrus moest begrijpen wat het inhield om een discipel of volgeling van de herrezen Christus te zijn, ook al was Hij niet meer bij hen. Wat verwachtte de Heer van Petrus? Dat hij zijn schapen, zijn lammeren hoedde. Dat werk moest hij verrichten. Petrus gaf gehoor aan de vriendelijke, directe oproep van zijn Meester. De senior apostel wijdde de rest van zijn leven moedig en onverschrokken aan de bediening waartoe hij was geroepen.
Wat heeft dit met jou te maken?
Dankzij de herstelling hebben we ook in deze tijd een senior apostel. President Nelson roept jou en mij op om Jezus’ schapen te hoeden. We hebben die tijdens de algemene conferentie op de duidelijkste en meest liefdevolle manier gehoord. We waren ontroerd en geïnspireerd, maar heeft het ons veranderd? Ondanks alle afleidingen en bijzaken die om onze aandacht schreeuwen, is het onze taak aan deze oproep gehoor te geven en te handelen – om echt iets te doen, iets voor iemand te betekenen en te veranderen.
Misschien vraag je je af hoe je met je bediening moet beginnen. Begin met een gebed. President Nelson heeft ons aangespoord onze ‘huidige geestelijke grenzen om persoonlijke openbaring te ontvangen te verleggen, want de Heer heeft beloofd: “Indien u vraagt, zult u openbaring op openbaring, kennis op kennis ontvangen, opdat u de verborgenheden en de vredige dingen zult kennen – datgene wat vreugde brengt, datgene wat het eeuwige leven brengt.” [LV 42:61].’8
Vraag je Vader in de hemel wat je kunt doen en voor wie. Elke kleine vriendelijke daad zorgt ervoor dat we aan anderen denken en brengt zegeningen voort. Geef gehoor aan de ingevingen die je ontvangt, ook al lijken ze je onbelangrijk. Geef er gehoor aan. Het kan een sms’je zijn aan iemand die er geen verwacht. Het kan een soort berichtje zijn. Het kan een bloem, wat koekjes of een vriendelijk woord zijn. Het kan ook omvangrijker zijn, zoals iemands tuin onder handen nemen, de was doen voor iemand die niet goed meer uit de voeten kan, iemands auto wassen, het gras maaien, sneeuw ruimen, of een luisterend oor zijn voor een vriend die het moeilijk heeft.
Zuster Bingham heeft gezegd: ‘Soms denken we dat alleen grootse en heldhaftige daden “tellen” als dienstbetoon. Eenvoudige daden kunnen echter een diepgaand effect op anderen – en op onszelf – hebben.’9
Misschien vind je het moeilijk om de eerste stap te zetten omdat je zeker weet dat je geen tijd hebt of toch niets kunt betekenen. Maar je zult versteld staan van wat iets kleins teweeg kan brengen.
Als je je zorgen maakt over een vriend die geleidelijk aan het afdwalen is en zijn geloof en hoop aan het verliezen is, kun je hem of haar vragen om samen met jou te dienen. Zinvolle dienstverlening aan mensen die het echt nodig hebben, is de beste manier om ons hart voor de dingen van God open te stellen en zijn liefde te herontdekken.
Waarom dienen en bedienen we?
We moeten in gedachten houden waarom we dienen en bedienen. We zijn kinderen van onze hemelse Vader. Wij moeten hier op aarde door talloze ervaringen leren en groeien, zodat we completer zijn wanneer we naar Hem terugkeren. Leren om onszelf weg te cijferen en elkaar te dienen, is een belangrijke reden waarom we hier zijn. Het is er zelfs de kern van. Het wonder van onszelf wegcijferen en anderen dienen, is dat we daardoor ontdekken dat we onszelf en onze problemen kunnen vergeten.
President Nelson biedt ons een hoger en heiliger patroon van dienstverlening. Geven we gehoor aan zijn oproep, dan ontdekken we hoeveel voldoening, vrijheid en rust dat ons geeft, en dat we anderen kunnen troosten en helpen veranderen.
Als je je begiftiging ontvangen hebt en op zending geweest bent, heb je misschien de neiging om te denken: Klaar. Ik ben anderhalf of twee jaar lang een voltijdse dienende machine geweest. Nu is het aan een ander. Misschien denk je na je bruiloft iets vergelijkbaars. Iets als: Gelukt. Nu kan ik op mijn lauweren rusten. Dit soort bediening kent echter geen rust. Het is een manier van leven. We kunnen vakantie of een pauze van onze werkzaamheden nemen om te rusten en ons te herbronnen, of zoals Joseph Smith het gezegd heeft, om de boog te ontspannen.10 Maar we nemen geen pauze van onze taak om de schapen van de Heer te hoeden en van elkaar te houden zoals Hij van ons hield.
Ik heb zulke hulp al ontvangen, maar ik heb ook vrede en vreugde gevoeld omdat ik als werktuig in Gods handen iemand geholpen heb.
Jen sprak daarnet over onze strijd om het leven van ons zoontje. Toen hij stierf, vroegen we ons af of we zijn dood ooit te boven zouden komen. We ontvingen in die periode een enorme stortvloed van liefde, vriendelijkheid en hulp van onze familie en vrienden, en van mensen die we amper kenden. Twee schatten van mensen met wie we al goed bevriend waren, dienden ons in die tijd voortdurend. Ze bleven aan onze zijde; baden met en voor ons; gaven ons zegens, maaltijden en bemoedigende woorden; en boden ons een luisterend oor. Op de een of andere manier waren ze er altijd als we belangrijke informatie ontvingen of als we het van vermoeidheid of verdriet begaven. Ze hebben door de jaren heen getoond dat ze zo zijn. Ze bedienen voortdurend in het verborgene.
De bediening van de wereldwijde kerk
Toen ik de afgelopen jaren in het gebied Europa werkzaam was, woonde ik in Duitsland. Daar zag ik kerkleden en vrienden van andere geloofsrichtingen dit beginsel verbazingwekkend doeltreffend toepassen bij hun hulp aan duizenden vluchtelingen die alles kwijt waren door de verwoestende oorlog die nog steeds in het Midden-Oosten woedt. Sommigen hadden duizenden kilometers afgelegd met slechts enkele spullen in een schamel zakje. Onze mensen zagen hun behoeften, ze zagen hun broeders en zusters, zijn lammeren, en boden deze vluchtelingen die alles kwijt waren hulp, kleding, voedsel, onderdak en troost. Daardoor ondergingen ze zelf een verandering. Ze werden gezegend met licht, energie en vreugde die ze nooit eerder hadden gevoeld, of die ze kwijtgeraakt waren door zich op zichzelf en de sleur van het leven te concentreren. De leden van de kerk zetten dat geweldige initiatief wereldwijd voort.
Vluchtelingen hebben dringende en duidelijke behoeften, maar er zijn anderen om ons heen die minder opvallende behoeften hebben, maar toch onze hulp nodig hebben. En wij hebben onze hulpverlening aan hen nodig. We hoeven niet aan de andere kant van de wereld te bedienen of dienen. Het is vaak beter als we dat in onze omgeving doen.
Ik ben erg trots dat ik lid ben van een kerk die dit beginsel toepast. Vrijwilligers hebben alleen al vorig jaar ruim zeven miljoen uur gewijd aan het telen, oogsten en verdelen van voedsel voor de armen en behoeftigen. De kerk voorzag vorig jaar een half miljoen mensen van schoon drinkwater. 49.000 mensen in 41 landen ontvingen een rolstoel. Vrijwilligers boden in 40 landen oogheelkundige zorg en leidden 97.000 oogheelkundige zorgverleners op. 33.000 zorgverleners werden in 38 landen in zorg voor moeders en pasgeborenen opgeleid. En dan hebben we het nog niet over Helpende Handen gehad, waarbij honderdduizenden kerkleden de afgelopen jaren miljoenen uren werkzaam geweest zijn. Ze helpen mensen die lijden onder allerhande rampen, en knappen hun buurt en gemeenschap op.
JustServe, een nieuw initiatief van de kerk, is een goede manier om gelegenheden voor dienstbetoon te zoeken. Het heeft al ruim 350.000 geregistreerde vrijwilligers die gedurende miljoenen uren in hun plaatselijke gemeenschappen geholpen hebben.
Dit is een actieve kerk. Dit is wat we doen. Dat is wat jij doet. Laat dit een kenmerk zijn van wie je bent. Dit is de manier waarop we vreugde en vrede ontvangen, omdat het een van de belangrijkste, beste en meest praktische manieren is om het voorbeeld van de Heiland te volgen.
President M. Russell Ballard heeft gezegd: ‘Uit kleine en eenvoudige dingen kunnen grote dingen voortkomen. Net als gouddeeltjes in de loop der tijd een grote schat worden, zullen onze kleine en eenvoudige goede werken uitmonden in een leven vol liefde voor onze hemelse Vader, toewijding aan het werk van de Heer Jezus Christus, en een gevoel van vreugde en vrede wanneer we elkaar de helpende hand bieden.’11
Drie soorten dienstverlening
Ik wil graag drie soorten dienstverlening toelichten waaraan ieder van ons kan deelnemen.
Ten eerste, de dienstverlening die in de kerk als taak van ons gevraagd wordt. Dat werd zo mooi en inspirerend in de algemene conferentie uitgelegd. We streven de bediening na die gekoesterd, maar niet geregistreerd wordt. We denken aan de ons toegewezen gezinnen, bidden voor hen en helpen hen.
Ten tweede, de dienstverlening waarvoor we zelf kiezen. Dit is een uitbreiding van de eerste soort en maakt deel uit van onze dagelijkse bezigheden en interacties, als we er bewust naar streven om onszelf weg te cijferen en aan anderen te denken. Hierbij hoort geen formele toewijzing; onze motivatie is het voorbeeld van Christus. We beginnen ermee door vriendelijker en attenter voor de mensen om ons heen te zijn. Vriendelijke daden en verzwegen vrijgevigheid veranderen harten en leiden tot warmere, zinvollere relaties.
Ten derde, maatschappelijke dienstverlening. Op jouw leeftijd kun je al dienen in het schoolbestuur, liefdadigheidsorganisaties en in gemeentelijke, regionale en nationale overheden. Ik spoor zowel mannen als vrouwen aan om dat te doen. Raak zo mogelijk betrokken bij de politiek met de bedoeling om personen en gemeenschappen op te bouwen. Mijd de politieke stamcultuur die in gemeenschappen, landen en werelddelen zo gepolariseerd, krachtig en destructief geworden is. Sluit je aan bij andere politici die in hun invloedssfeer en daarbuiten samen hetzelfde doel nastreven om mensen in nood te helpen. Jij kunt op allerlei maatschappelijke vlakken oproepen tot evenwicht, redelijkheid en eerlijkheid. Jouw bijdrage is in dit soort maatschappelijk engagement steeds nadrukkelijker nodig.
Als we het nieuws lezen, hebben we soms het gevoel dat de wereld steeds verder wegzakt. Door dagelijks kleine en grote daden te verrichten, kunnen we onze eigen wereld en die van de mensen om ons heen veranderen. Als je je naasten dient en samen met je naasten je gemeenschap dient, zul je vriendschap sluiten met mensen die ook willen helpen. Dat zullen sterke vriendschappen zijn die een brug slaan tussen culturen en geloofsovertuigingen.
Antoine de Saint-Exupéry heeft gezegd: ‘Het leven leert ons dat liefde niet naar elkaar staren is, maar samen in dezelfde richting kijken. Vriendschap ontstaat pas als we eensgezind hetzelfde edele doel nastreven. Zelfs in deze tijd van materiële welstand is dit zo. Hoe verklaren we anders het geluk dat we voelen als we in de woestijn onze laatste korst met iemand delen?’12
Conclusie
Als je gehoor geeft aan de oproep om naar het voorbeeld van Jezus te bedienen, onderga je een verandering. Dan wordt je steeds onzelfzuchtiger. Je ervaart de vreugde die uit bedienen naar het voorbeeld van de Heiland voortvloeit, en laat je zorgen, onzekerheden en neerslachtigheid vanwege je tekorten los.
Misschien heb je vanavond een persoon of idee in gedachten gekregen. Dat is waarschijnlijk een aansporing van de Geest die je misschien al eens hebt ontvangen. Steek iemand de helpende hand toe en bouw hem of haar op. Kies ervoor om aan die aansporing gehoor te geven en vandaag nog te bidden om te weten wat je kunt doen. Als je inziet welke zegeningen jij en de mensen die je bedient daardoor ontvangen, zul je hier een dagelijks patroon van willen maken.
Ons hoogste en beste werk is al Gods kinderen in het licht, de hoop, vreugde en de bedoeling van het evangelie van Jezus Christus laten delen en hen naar hun hemels thuis leiden. We handelen volgens het evangelie door hen te helpen, dienen en bedienen. Als dat onze levenswijze wordt, ontdekken we dat die ons voldoening schenkt. Op die manier vinden we de vrede en vreugde die we misschien kwijtgeraakt zijn.
Ik herhaal de oproep van president Nelson tot ons allen: ‘Een kenmerk van de ware en levende kerk van de Heer is dat zij zich altijd georganiseerd en gericht zal inzetten om Gods kinderen en hun gezin te dienen. Omdat het zijn kerk is, dienen wij als zijn dienstknechten het individu, net als Hij dat deed. Onze bediening is in zijn naam, met zijn macht en gezag, en met zijn liefde.’13
Zo leefde de Heiland en daarom leefde Hij – om ons door zijn grote, oneindige zoenoffer van de perfecte balsem en de ultieme genezing te voorzien. Mogen we de levende Christus steeds bereidwilliger en doeltreffender volgen, terwijl we ernaar streven om zijn ware discipelen te worden door naar zijn voorbeeld te bedienen.
In de naam van Jezus Christus. Amen.
© 2018 by Intellectual Reserve, Inc. All rights reserved. Engels origineel vrijgegeven: 2/18. Ter vertaling vrijgegeven: 2/18. Titel van het origineel: “A Hallmark of the Lord’s True and Living Church.” Dutch. PD60005945 120