Devotionals 2020
Rechtschapen verlangens kiezen


37:0

Rechtschapen verlangens kiezen

Wereldwijde devotional voor jongvolwassenen

Zondag 3 mei 2020

Geliefde broeders en zusters, ik wil mijn lieve vrouw bedanken voor dat geweldige advies. Bedankt, Lynette.

Het is geweldig om deze avond met jullie door te brengen. We leven in een ongewone tijd en ik geloof echt dat jullie hiervoor bestemd zijn. President M. Russell Ballard heeft onlangs gezegd: ‘Ik geloof dat dit de beste generatie jongvolwassenen in de geschiedenis van de kerk is. Ik voel dat echt zo.’1 Jullie zijn een bijzondere generatie die voorbestemd is om de wereld in roerige tijden op de wederkomst van Jezus Christus voor te bereiden. Hij kent jullie heel goed en houdt van jullie.

Onze tijd

Toen we vanavond naar deze uitzending kwamen, vernamen we dat we tienduizenden tweets hadden gekregen met vragen over de Geest en over persoonlijke openbaring. Ik hoop dat mijn vrouw en ik je vragen vanavond beantwoorden. Ik bid dat de Heilige Geest, die ons onderwijst, al jullie vragen op een persoonlijke manier zal beantwoorden.

We hebben als wereldgemeenschap de afgelopen dagen en maanden ongewoon veel leed, onzekerheid, beroering en moeilijkheden doorgemaakt. Deze tijd is reeds lang voorzegd en zal uitmonden in de heerlijke wederkomst van onze Heiland. Jezus heeft zelf over deze dagen geprofeteerd: ‘U zult ook horen van oorlogen en van geruchten van oorlogen; zie toe dat u niet verontrust bent, want alles wat Ik u heb gezegd, moet geschieden. […] Ik spreek omwille van mijn uitverkorenen; want volk zal opstaan tegen volk […]; er zullen op verschillende plaatsen hongersnoden en pestilentiën en aardbevingen zijn. […] De liefde van de mensen [zal] verkillen. […] Alle[s zal] worden vervuld.’2 Ik wil daar graag vanuit het gezichtspunt van iemand uit onze kerkgeschiedenis iets over zeggen.

Amanda Barnes Smith, haar man, Warren, en hun vijf kinderen reisden als nieuwe bekeerlingen van de kerk af naar Missouri (VS). Ze voegden zich bij de heiligen in Haun’s Mill, net een paar dagen voordat een bende daar velen afslachtte. Amanda’s man en 10-jarige zoon bevonden zich onder die doden. Een ander zoontje was ernstig gewond geraakt. Amanda kreeg in een krachtige openbaring instructies om haar gewonde zoontje te redden. In die periode van grote benauwing schreef ze het volgende:

‘Wat konden wij, vrouwen, in onze grote ellende anders doen dan bidden? Bidden was onze enige bron van troost; onze hemelse Vader onze enige Helper. Alleen Hij kon ons redden en verlossen.

‘Op een dag kwam er een bendelid met toestemming van de kapitein uit de molen naar ons toe. [Vloekend bulderde hij]: “De kapitein zegt dat als jullie, vrouwen, niet ophouden met […] bidden, hij een groep mannen stuurt en jullie […] allemaal vermoordt!”

‘En hij had ons ook beter gedood dan ons, arme vrouwen, het bidden te beletten in die tijd van onze grote rampspoed.

‘Onze gebeden vielen uit angst stil. We durfden onze stem thuis niet als smeekbede te laten horen. Ik kon wel in bed of in stilte bidden, maar kon dat zo niet lang volhouden. De goddeloze stilte was ondraaglijker dan die nacht van het bloedbad was geweest.

‘Het werd me teveel. Ik smachtte ernaar om mijn eigen stem weer tot mijn hemelse Vader te horen smeken.

‘Ik sloop een maisveld in en kroop in een [stapel] mais. Het voelde voor mij op dat moment als de tempel van de Heer. Ik bad hardop en zo vurig als ik kon.

‘Toen ik uit de mais tevoorschijn kwam, sprak er een stem tot mij. Die stem was onmiskenbaar duidelijk. Het was geen stille, sterke ingeving van de Geest, maar een stem, die een vers uit een van [onze] lofzangen opzegde:

Als door bitter lijden Ik u roep te gaan,

en gij veel verdriet ondervindt op uw paân,

zo zal Ik in smarten van u geenszins vliên,

maar bijstand en hulpe in kommer u biên.3

‘Vanaf dat ogenblik had ik geen angst meer. Ik voelde dat niets me kon deren.’4

Deze tijd kan jou verontrusten, maar dat gold voor Amanda Barnes Smith toen net zoals voor jou nu. Wat er ook om je heen gebeurt, welke beproeving je ook moet doorstaan, God staat aan het roer. Hij zal je nooit in de steek laten, en je hoeft niet bang te zijn als je trouw bent en je stem tot Hem verheft. Daar wil ik het vanavond met jullie over hebben.

De bril van mijn vrouw

Ik ben blij dat mijn vrouw, Lynette, hier vanavond bij me is. Zij betekent alles voor mij. We hebben elkaar jaren geleden op de middelbare school leren kennen. Na de middelbare school ging zij naar het Ricks College in Rexburg (Idaho, VS), en ik naar de BYU in Provo (Utah, VS). Ik besloot haar in ons eerste studiejaar in een weekend in Rexburg met de auto te bezoeken. Daar leerde ze me een waardevolle les.

Ze had geen auto en al een tijdje niet zelf kunnen rijden. Toen we haar appartement verlieten, vroeg ze of ze mijn auto mocht besturen. ‘Natuurlijk’, zei ik. We reden al snel een heuvel bij haar in de buurt af. Zo’n beetje halverwege de heuvel vroeg ze: ‘Is er een stopbord aan het einde van de straat?’ Het stopbord was goed te zien, en ik zei meteen: ‘Ja, daar is een stopbord.’ Ze zei: ‘Oké, dat dacht ik al. Ik kan het alleen niet zien.’ ‘Waarom kun je het niet zien?’ vroeg ik. Ze zei: ‘Omdat ik mijn bril niet op heb en ik zonder bril niet veel kan zien.’ Toen zei ik iets in de trant van: ‘Waarom heb je je bril niet op?’ ‘Omdat ik vind dat die bril me niet goed staat, maar ik was vergeten dat ik niet veel kan zien zonder.’ Ik zei: ‘Laat mij maar verder rijden.’ De les was eenvoudig: tenzij je duidelijk ziet, loop je altijd gevaar.

Nu vraag ik je: ‘Hoe stuur jij door het leven?’ Doe je dat met de bril die je nodig hebt om de realiteit van het bestaan duidelijk te zien? In de oude stad Laodicea begingen de heiligen geen grove of zichtbare zonden, maar de Heer berispte hen omdat ze lauw waren in hun discipelschap. Ze waren hoogmoedig wat hun wereldse prestaties en kennis betreft, en stelden zich steeds zelfgenoegzamer en onafhankelijker jegens God op. Hoewel de stad bekend stond om haar uitstekende oogzorg, zei de Heer: ‘Zalf uw ogen met ogenzalf, opdat u zult kunnen zien.’5 De volgende vraag lijkt voor ons allemaal cruciaal: ‘Zie ik mijn leven door de ogen van Gods waarheden, geboden en verbonden, of door mijn eigen ogen? Luister ik dagelijks naar zijn stem door gebed en persoonlijke openbaring van de Geest? Of luister ik naar mijn eigen stem of de stem van de wereldwijzen die roepen dat Gods wegen en ook zijn profeten misplaatst, saai, overbodig, harteloos of zelfs, volgens de retoriek van de wereld, leugenachtig en kwaadaardig zijn?’

Joseph Smith heeft ooit gezegd: ‘De duivel haalt alles uit de kast om de heiligen in de val te lokken. […] Hij zal alles zo verdraaien dat men hen die de wil van God doen, raar aankijkt.’ Zonder Gods hulp en openbaring kun je ‘de dingen zoals ze werkelijk zijn en […] zoals ze werkelijk zullen zijn’6 eenvoudigweg niet zien. De tegenstander wil graag dat je hen die de wil van God doen raar aankijkt. Hij wil je er graag van weerhouden om de realiteit te zien en te begrijpen. Hij wil je belemmeren om te zien dat je een zeer geliefde zoon of dochter van God bent. Hij wil dat de wereldse normen gelden, dat jij je van God afkeert of je halfslachtig naar Hem toekeert. Hij wil dat je jezelf en je bestaan bovenal bepaalt tot een of ander politiek, cultureel of ander werelds ideaal, of gewoon tot kleurloze onverschilligheid.

Ik heb mezelf vaak afgevraagd: waardoor werd Nephi een gelovige, en werd hij niet als Laman of Lemuel? De drie broers waren allemaal uit goede ouders geboren. Op een avond kreeg ik antwoord op mijn vraag. Ik was voor een opdracht met president M. Russell Ballard in Bangkok (Thailand), waar hij deze Schrifttekst aanhaalde:

‘En het geschiedde dat ik, Nephi, […] een groot verlangen had om de verborgenheden van God te kennen; daarom riep ik de Heer aan; en zie, Hij kwam tot mij en verzachtte mijn hart, zodat ik al de woorden geloofde die mijn vader had gesproken; daarom stond ik niet tegen hem op zoals mijn broers.’7

Daar was mijn antwoord. God manifesteert Zich naar onze verlangens aan ons. Nephi verlangde bovenal om de waarheden en verborgenheden van God te kennen, en werd met Gods tegenwoordigheid, vreugde, macht en waarheid gezegend. Laman en Lemuel verlangden naar de verlokkingen van de wereld en ontvingen hun beloning. Als je bij God wilt zijn, moet je jouw verlangens naar zijn wil voegen.

Waar en waarop je het verlangen van je hart richt, bepaalt in hoeverre je weerbaar bent en iets van je leven maakt. Ik moedig jullie vanavond dan ook aan om je leven vorm te geven volgens het overkoepelende verlangen om tot inkeer te komen en anderen te versterken. Je weet misschien wel dat de Heiland dit als volgt van zijn hoofdapostel, Petrus, vroeg: Simon, Simon, […] de satan heeft u allen opgeëist om te ziften als de tarwe. Maar Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet ophoudt. En u, als u eens tot inkeer gekomen bent, versterk dan uw broeders.’8

Het verlangen om tot inkeer te komen en anderen te versterken

Ik zal nooit vergeten dat mijn vrouw en ik eens een gesprek met een senior lid van het Quorum der Twaalf Apostelen hadden over mijn bereidheid om als zendingspresident te dienen. Er speelde toen van alles in ons leven. We zaten bijvoorbeeld middenin wat netelige gezinsomstandigheden, we waren volop bij grote humanitaire projecten over de hele wereld betrokken, en ik was ook nog eens senior managing partner van een wereldwijde investeringsmaatschappij. Bovendien hadden we heel wat kerkroepingen. Naar mijn idee deden we al zoveel als we konden. Toen we die dag bij die geliefde apostel zaten en nadachten over alles wat ons bezighield, zeiden we allebei beleefd dat een zending voor ons op dat moment waarschijnlijk niet de beste optie was. Dat lid van de Twaalf keek mijn vrouw zonder aarzeling aan en zei: ‘Lynette, je zult een geweldige zendelinge en collega voor je man worden.’ Daarna keek hij mij aan en zei: ‘Je snapt er echt niets van. De Heer roept jou om je leven te redden. Of je leeft naar je verbonden of naar hoe het jou uitkomt. Een oproep om te dienen komt nooit gelegen. Dit is een kwestie van geloof. Of je gelooft dat de Heer je zal zegenen met wat je nodig hebt als je naar zijn prioriteiten leeft, of je gelooft dat niet.’

Ik zat daar stil en verbijsterd. Ik had net gehoord dat de Heer mijn leven probeerde te redden. Ik leidde toen best een goed leven, maar was wel erg uit balans. Lynette en ik verlieten die middag het kantoor van de apostel en overwogen thuis onder gebed hoe we ons leven verder wilden leiden. We besloten al snel dat we wilden dienen en naar onze verbonden leven, en doen wat de Heer ook van ons vroeg. Een verbondsleven is een evenwichtiger leven. Een leven volgens Gods prioriteiten en niet onze eigen agenda. Ons leven is vanaf dat moment veranderd. We zijn echt door zijn liefde en onderricht gezegend. Ik weet heel zeker dat jou diezelfde zegen te wachten staat als je trouw op zijn verbondspad blijft. God wil jouw leven redden.

Wat houdt het in om tot inkeer te komen, naar je verbonden te leven en niet zoals het jou uitkomt? Jezus heeft gezegd: ‘Vertrouw op Mij bij iedere gedachte.’9 Een wijze leerkracht zei eens tegen me: ‘Hij zei niet: “Denk af en toe aan Mij en mijn Geest zal bij je zijn.” Hij zei: “Indien u Mij altijd indachtig bent, zult u mijn Geest bij u hebben.”’10 Als je Hem dus indachtig bent, zul je de macht van de hemel altijd bij je hebben om je dagelijks in allerlei kleine of grote moeilijkheden bij te staan – hoe zwaar die ook op je wegen. Dat geldt ook voor elke vorm van angst, verslaving, onzekerheid en elke schijnbaar onneembare muur vóór je. Denk er nu dus meteen over na in welk opzicht je Hem nog beter indachtig kunt zijn en handel daarnaar.

Dankzij mijn beste vriend uit mijn jeugd heb ik mijn vrouw leren kennen. Ik doopte hem in onze middelbare-schoolperiode tot lid van de kerk, maar hij vond het altijd moeilijk om het evangelie volledig na te leven. Hij praatte zichzelf altijd goed en zei dan dat hij nooit iets heel slechts deed – wat ook wel klopte. Maar op een avond had hij op een feestje te veel gedronken en viel hij van een klif af. Hij stierf. Hij had jullie leeftijd zo’n beetje. Deze tragedie had nooit mogen plaatsvinden, en had ook niet plaatsgevonden als mijn vriend naar zijn verbonden had geleefd en niet zoals het hem uitkwam.

Waar trek je de grens met betrekking tot Gods geboden? Misschien zien sommigen van jullie je leven zoals de meesten van ons tegen de snelheidslimiet op de snelweg aankijken. Houdt iedereen zich altijd netjes aan de aangegeven maximumsnelheid? Nee. We proberen graag uit hoeveel kilometer we de aangegeven limiet kunnen overschrijden zonder bekeurd te worden. Zo leefde mijn beste vriend ook. We moeten in het evangelie nooit overwegen in hoeverre we de wereld kunnen omarmen zonder de grens te overschrijden. We moeten de wereld gewoon verzaken.

Alleen als je Gods verbonden aanneemt, zul je duidelijk door de rommel van deze wereld heen kunnen kijken. In de Bijbel staat: ‘Want dit is de liefde tot God, dat wij Zijn geboden in acht nemen.’11 Wie naar hun verbonden leven, leiden zeker geen volmaakt leven. Maar ze verfijnen zich wel door dagelijkse bekering. Met die verfijning roepen ze Gods rijkste zegeningen en de machten van de hemel over zich af. Is er iemand onder jullie die het in deze roerige tijden zonder Gods leiding en macht kan stellen?

Jaren geleden vertelde een zakenpartner van mij, die ziek was geweest, dat president Boyd K. Packer hem een zegen was komen geven. Hij zei: ‘Toen ik met hem meeliep naar zijn auto, zei president Packer: “Laat Gethsémané niet te snel achter je. Leer de lessen daar.”’ Mijn vriend vroeg me toen: ‘Wat zou hij daarmee bedoeld hebben?’ Voordat ik kon antwoorden, zei hij eenvoudig: ‘Volgens mij bedoelde hij dat we gewoon Gods wil moeten doen, en dat is ook het enige wat ik wil doen.’

Toen mijn collega die woorden zei, wist ik dat hij gelijk had. Een ultieme test in ons leven is of we ons aan Gods wil zullen onderwerpen of naar onze eigen wil handelen. Ouderling Neal A. Maxwell van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft lang geleden gezegd: ‘De onderwerping van onze wil is in feite het enige écht persoonlijke wat we op Gods altaar kunnen leggen.’12

Maar wat houdt de bereidwilligheid om Gods wil te doen in? Op grond van wat onze Heiland in de hof van Gethsémané heeft meegemaakt, denk ik dat we onderwerping aan Gods wil ten dele zó moeten begrijpen dat jij en ik bereid zijn om tot het einde toe te ondergaan en te verduren wat God ook van ons vraagt. En dat geldt zelfs voor alles wat we buiten onze eigen schuld moeten verduren. Denk bijvoorbeeld aan lichamelijke beperkingen of neigingen, onterechte beschuldigingen, oordelen of terechtwijzingen door misleide vrienden, leidinggevenden of zelfs familieleden.

Onze hemelse Vader vroeg onze Heiland in de hof van Gethsémané een bittere beker van zonden en leed leeg te drinken die niet de zijne waren. Jezus raakte ‘ontdaan’ over de last die op Hem wachtte. Hij was ‘bedroefd, tot de dood toe’, en bad dat, ‘als het mogelijk was, dat uur aan Hem voorbij zou gaan’. Hij zei tot de Vader: ‘Alle dingen zijn mogelijk voor U; neem deze drinkbeker van Mij weg.’ Maar daar voegde Hij dit aan toe: ‘Maar niet wat Ik wil, maar wat U wilt.’13 In deze tijd heeft de Heiland in een openbaring aan Joseph Smith gezegd: ‘Ik wilde dat Ik de bittere beker niet behoefde te drinken, en kon terugdeinzen – niettemin, ere zij de Vader, en Ik dronk en volbracht mijn voorbereidingen voor de mensenkinderen.’14

Onze beker drinken en de voorbereidingen volbrengen die de Vader voor ons in petto heeft, hoe bitter ook, maakt deel uit van het plan van de Vader om ons eeuwigdurende vreugde te schenken. Denk je of geloof je dat je hemelse Vader je tegen momenten van pijn en leed beschermt die je nodig hebt om meer zoals Hij te worden? President John Taylor heeft de profeet Joseph Smith horen zeggen: ‘Je zult allerlei beproevingen moeten doorstaan. […] God zal naar je zoeken, je vastgrijpen en je tot in het diepst van je ziel raken.’ Als discipel van Jezus Christus zijn we ‘onderworpen, zachtmoedig, ootmoedig, geduldig, vol liefde, gewillig [ons] te onderwerpen aan alles wat de Heer goeddunkt [ons] op te leggen’.15

Onze geliefde profeet, president Russell M. Nelson heeft onlangs gezegd dat ‘ons moeilijke tijden te wachten staan. Het zal in de toekomst zelden gemakkelijk of populair zijn om een getrouwe heilige der laatste dagen te zijn. We zullen allemaal beproefd worden. […] Zij die de Heer in de laatste dagen ijverig volgen, “[zullen] vervolgd worden”.16 Die vervolging kan je in je stille zwakheid verpletteren of je motiveren om in je dagelijks leven nog voorbeeldiger en moediger te zijn. Hoe je met de beproevingen van het leven omgaat, hangt deels af van de ontwikkeling van je geloof.’17

De apostel Paulus stelde deze vraag: ‘Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of zwaard?’18 In hedendaagse bewoordingen zouden we kunnen zeggen: ‘Laat ik me er door de moeite om een huwelijkspartner te vinden, of een verlangen om te gaan samenwonen, of een gebeurtenis uit de kerkgeschiedenis, of een fout van een of andere leider of leerkracht, of mijn wereldse verlangens, of het verlies van een baan, of een hevige ziekte, of een verpletterende angst van weerhouden om de Heiland ijverig te volgen en volop in zijn kerk mee te doen?’

Al je zonden, al je pijnen, benauwingen en zwakheden maken deel uit van wat ouderling Maxwell ‘de afschuwelijke berekening’ van de verzoening van Jezus Christus noemt,19 een berekening die volgens hem alleen gemaakt kan worden door wat gruwelijk is met oneindigheid te vermenigvuldigen.20 Jouw ongemak of moeilijkheden door de beproevingen van het leven zullen nooit erger zijn dan Hij heeft moeten doorstaan. De vraag van de hemel aan jou is dan ook of je in het voetspoor van de Heiland treedt en met Hem zegt: ‘Maar niet zoals Ik wil, maar zoals U wilt.’21

Je zou het ook zo kunnen stellen: ‘Stel ik vertrouwen in God en ook in zijn plan voor mijn leven?’

Als je moeilijkheden en beproevingen ondergaat, weet dan dat God alle macht heeft om je bij te staan – ook als de omstandigheden om je heen niet veranderen. Hij belooft dat Hij in je grootste zielenleed ‘de lasten [zal] verlichten die op [je] schouders zijn gelegd, zodat [je] ze zelfs niet op [je] rug kunt voelen, […] opdat [je] zeker zult weten dat Ik, de Here God, omzie naar mijn volk in hun ellende.’22 Twijfel er nooit aan dat de Heer elke doeltreffende deur kan openen. Hij kan je over geloofsvragen geruststellen. Hij kan je van werk, een opleiding en kracht voorzien om rechtschapen te leven, of van wat je verder ook nodig hebt om je volledige potentieel te bereiken. De Heiland heeft beloofd dat Hij voor een weg zal zorgen.23 Kan iemand of iets anders je diezelfde belofte geven? Vertrouw erop dat Hij je instrueert en steunt als je je nederig aan zijn wil onderwerpt.

President Henry B. Eyring heeft jaren geleden deze indringende woorden gesproken: ‘Als het fundament van geloof niet in ons hart is gevestigd, zal de kracht om te volharden niet toereikend zijn.’24 Geloof is een actiebeginsel en geloof is een keuze. Geloof wordt niet afgemeten aan het aantal bijeenkomsten dat we bijwonen of de rituelen die we in acht nemen. Geloof is zelfs niet de erkenning dat God en Jezus Christus leven. Je geloof is de mate van je vertrouwen in, en volledige overgave aan, God en je Heiland, Jezus Christus. We volharden of bezwijken allemaal naar de mate van ons persoonlijke vertrouwen in en overgave aan Hen.

Om geloof in Hen aan te kweken, moet je alle gedrag dat je goedpraat uit je leven bannen. Je moet het heft in eigen handen nemen, en je daden en keuzes niet door anderen laten voorschrijven. Je geeft zelf richting aan jouw visie, houding, reacties, gevoelens, gedachten en geloofsovertuiging. Aanstoot nemen en je afkeren zijn niet van God. Zijn stem nodigt ons altijd uit: ‘Volg Mij!’ God is bereid om iedere vraag te beantwoorden, elke moeilijkheid te verzachten en alle mensen te redden. Er is geen fout of moeilijkheid die niet door Hem recht te zetten is. Alle zoekopdrachten op het internet op de bijna anderhalve miljard websites in deze wereld kunnen je niet vertellen of deze kerk waar is of dat Jezus Christus leeft. Alleen God kan dat aan jou openbaren. Het komt uiteindelijk hier op neer: God zal jou niet het ene als waarheid vertellen en mij iets anders. We krijgen allemaal dezelfde antwoorden als we Hem oprecht en met geloof zoeken en vragen. Dat doe je deels door al je goedpraterij te laten varen.

Ik was jaren geleden voor een opdracht in Afrika. Daar hoorde ik over een man die twee giraffes in zijn vrachtwagen vervoerde, die behoorlijk in lengte verschilden. Op een gegeven moment reed hij op de snelweg onder een brug door, maar de brug was voor de langere giraffe niet hoog genoeg. Toen de vrachtwagen onder de brug door reed, raakte de kop van de langere giraffe de brug en was die op slag dood. De chauffeur kreeg later de vraag waarom hij niet beter had opgelet om de dood van de giraffe te voorkomen. Hij zei: ‘Dat is niet mijn fout. Ze hebben de brug te laag gebouwd.’

De zelfrechtvaardiging van deze man lijkt misschien belachelijk, maar ben jij soms niet net zo irrationeel in het goedpraten van je eigen slechte keuzes? Geef lage bruggen niet de schuld van de stand van zaken. Maak liever je volledige potentieel waar door aanspraak te maken op de hemelse machten, zegeningen en wonderen, en door in volhardend geloof of vertrouwen in Hem te groeien. De Heer zei tegen Joseph Smith: ‘Hoe dikwijls […] bleef u gehoor geven aan de overredingen van mensen. […] U had de mens niet meer moeten vrezen dan God. Want hoewel de mensen de raadgevingen van God als niets achten en zijn woorden verachten – toch had u getrouw moeten zijn; en Hij zou zijn arm hebben uitgestrekt en u hebben beschermd tegen al de brandende pijlen van de tegenstander; en Hij zou in alle tijden van nood bij u zijn geweest.’25

Ik wil niet alleen spreken over zelfonderzoek. Ik getuig dat een verbondsleven en onderwerping aan Gods wil ook de bereidheid inhoudt om naar buiten te treden en te doen wat de Heer tegen Petrus zei, namelijk ‘je broeders versterken’. President Nelson heeft onlangs gezegd: ‘We moeten bouwers van […] geloof in de Heer Jezus Christus en geloof in zijn kerk zijn. […] We moeten de kerk en het koninkrijk van God op aarde opbouwen.’26 Hij heeft ook getuigd: ‘Er gebeurt nu niets in deze wereld wat belangrijker is dan [de vergadering van Israël]. Niets heeft meer betekenis. Echt helemaal niets. Deze vergadering moet alles voor jou betekenen. Dat is de zending waarvoor je naar de aarde bent gestuurd.’27 Zo vroeg de Heiland ook aan Petrus: ‘Houdt u van Mij?’ En zei toen: ‘Weid mijn schapen.’28

We lezen in het evangelie van Johannes dat Maria en Martha de Heiland ontboden toen hun broer, Lazarus, ernstig ziek werd. Zijn discipelen smeekten Hem om niet te gaan, omdat de Joden Hem naar het leven stonden. Maar Jezus ging toch naar het graf van Lazarus. Daar weende onze Heiland en treurde Hij met zijn dierbaren. Toen gebood Hij Lazarus met de macht van God om uit de dood op te staan. Hij zei: ‘Lazarus, kom naar buiten!’ In de Schriften staat verder: ‘En de gestorvene kwam naar buiten, gebonden aan handen en voeten met grafdoeken. […] [En] Jezus zei tegen hen: Maak hem los en laat hem weggaan.’29

Lieve vrienden, niets geeft het leven meer zin dan het licht van Christus en van zijn evangelie uitdragen. Niets anders dan het evangelie van Christus kan vrede onder de volken brengen, de wereld van armoede redden en anderen tot blijvend geluk verheffen. Organisaties die volgens andere beginselen te werk gaan, welke dan ook, zullen tekortschieten. Alleen het evangelie kan de ‘grafdoeken’ bij de mensen om je heen wegnemen. Nodig anderen tot zijn licht uit. God belooft dan dat je ‘redding brengt voor [je] ziel’,30 dat je zonden vergeven worden,31 en dat zijn ‘engelen rondom [je zullen] zijn om [je] te schragen’.32

Hoop

Ik ben me terdege bewust dat, ondanks je eigen of andermans goede bedoelingen, de druk om de mening van de wereld te volgen in plaats van de geboden van de Heer enorm kan zijn. Petrus zei met absolute vastberadenheid tegen Jezus: ‘Al zouden zij ook allen aanstoot aan U nemen, ik zal nooit aanstoot aan U nemen. […] Al moest ik ook met U sterven, ik zal U beslist niet verloochenen!’33 Maar kort daarna wankelde Petrus en verloochende hij de Heiland drie keer. Wat kun je hieruit leren?

De Heer wil je volgens mij laten weten dat Hij begrijpt dat onderwerping aan zijn wil, leven naar je verbonden of volledig tot inkeer komen, een proces en geen eenmalige gebeurtenis is. Jezus gaf zijn leven zodat wij ons leven niet aan onze zwakheden of onvolmaaktheden zouden afmeten. Nee, Hij maakt het mogelijk dat we ons dagelijks kunnen bekeren en door bekering in kracht tot onwankelbaar geloof kunnen toenemen. Koester deze verhelderende uitspraak van ouderling Jeffrey R. Holland tijdens de algemene aprilconferentie van 2016:

‘We kunnen enige troost putten uit het feit dat als God alleen zou belonen wie volkomen getrouw is, er voor Hem weinig uit te delen viel. Denk er dus morgen, en alle dagen daarna, aan dat de Heer zegent wie zich willen verbeteren, die de behoefte aan geboden inzien en proberen ernaar te leven, die christelijke deugden koesteren en er zo goed als ze kunnen naar streven om ze aan te kweken. Als je bij dat streven struikelt, wat iedereen overkomt, dan helpt de Heiland je voort. Als je valt, doe dan een beroep op zijn kracht.’34

Lynette en ik zaten naast ouderling Holland in Johannesburg toen een jonge alleenstaande zuster die pas van zending was teruggekeerd, opstond en getuigde: ‘Ik ben niet helemaal tot hier gekomen om niet verder dan hier te komen.’ Bedenk dat het ‘niet uitmaakt welke beproeving je momenteel doormaakt, […] blijf doorgaan. Blijf het proberen. Blijf vertrouwen. Blijf geloven. Blijf groeien. […] De hemel moedigt je vandaag, morgen en voor eeuwig aan.’35 Je bent in Gods handpalm gegraveerd en Hij kan je uit elke ziedende oven verlossen.

Ouderling Holland noemde nog een tedere barmhartigheid en geruststelling van de Heer die je vast diep in je hart wilt bewaren:

‘De Geest laat Zich niet tegenhouden door een virus, door landsgrenzen of door medische prognoses. [Er zijn] gaven uit de hemel die niet worden gehinderd door problemen in het land of ziekte in de lucht. […] Hij die deze prachtige wereld waarin we leven geschapen heeft, kan tot elk van de elementen erin zeggen: “Tot hier en niet verder.” Dat zal Hij ook zeggen tegen deze plaag die ons teistert. In de tegenwoordigheid van zijn majesteit moeten zelfs maaksels van sub-atomaire omvang zich buigen – al is het maar figuurlijk – en elk op eigen wijze “belijden” dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, de grote Verlosser van allen. Onder leiding van zijn Vader heeft de Heiland de bestemming van deze wereld in handen. We zijn in zeer veilige, liefhebbende handen.’36

Tot besluit

Ik wil graag eindigen waarmee ik begonnen ben. Ik geloof dat jullie de beste generatie jongvolwassenen in de geschiedenis van de kerk zijn. Jullie zijn wellicht ook de generatie die voor de grootste moeilijkheden staat. Als je nadenkt over de moeilijkheden die je omringen, bedenk dan dat God heeft gezegd: ‘Want Ik, de Heer, zal alle mensen oordelen naar hun werken, naar het verlangen van hun hart.’37 De Geest kan je helpen om je verlangens te verfijnen, maar jij kiest zelf waar je verlangens naar uitgaan. Jij bent ook als enige rekenschap aan God verschuldigd voor die keuze. Hij heeft ook verklaard dat ‘het [je] naar [je] verlangens [zal] geschieden’.38 Je kunt dus maar ‘beter de gevolgen willen van wat [je] verlangt!’39

Ik besluit met een ervaring en getuigenis uit mijn eigen leven. Ik was jaren geleden als tweedejaarsstudent in mijn eentje in een appartement voor mijn examens aan het studeren. Het was een warme dag en onder het studeren begon er een mug voor mijn neus te zoemen. Het aanhoudende gezoem van de mug begon me danig te irriteren. Uiteindelijk had ik er genoeg van. Ik hief beide handen op, klapte ze tegen elkaar en doodde de mug. Ik kan tot op de dag van vandaag nog steeds niet verklaren wat er daarna gebeurde: ik keek naar de dode mug in de palm van mijn hand en had groot medelijden. Ik zei tegen mezelf: die mug had niet hoeven sterven. Ze is alleen maar dood door mijn frustratie en ongeduld. Toen knielde ik in gebed en vroeg of God me wilde vergeven en de mug weer laten leven. Toen ik klaar was met bidden, vloog de mug uit mijn hand weg.

Ik heb me jarenlang afgevraagd waarom God dat voor me had gedaan. Daar zijn veel antwoorden op gekomen, maar dit is het belangrijkste: Hij wilde me ervan doordringen dat Hij alle macht heeft om mij of wie dan ook, zelfs de minste, te verheffen. Hij wilde me laten weten dat Hij onze zwakheden goed begrijpt en dat Hij zelfs de haren op ons hoofd heeft geteld. Als Hij zelfs een mug tot leven wekt, zal Hij jou zeker nooit in de steek laten – hoe je er ook voor mag staan.

Wees niet zoals de Laodicenzen en laat je niet door zelfgenoegzaamheid regeren. Dat is mijn getuigenis aan jullie. Zet je goedpraterij en trots opzij, zoek en luister naar zijn stem en niet naar die van jezelf, en handel volgens zijn wegen, dan zul je de dingen zien zoals ze werkelijk zijn. Doe oprecht je best om tot inkeer te komen, leef naar je verbonden en niet zoals het je uitkomt, en onderwerp je aan Gods wil terwijl je anderen versterkt. Dan zul je alle zegeningen en wonderen deelachtig worden om in dit leven te slagen, in staat worden gesteld om bij je Vader in de hemel terug te keren en eeuwige vreugde ontvangen.

Jezus Christus is onze Heiland. Hij leeft. Dit is zijn kerk, de kerk die de Heiland bij zijn wederkomst zal ontvangen. Onze hemelse Vader is geen afwezige Vader. Zijn plan is het enige plan van geluk. Door de Heilige Geest kun je de waarheid van alle dingen kennen en altijd weten wat je moet doen. Ik bid dat je de moed zult hebben om je van onrechtschapen verlangens te bekeren en er goddelijke verlangens voor in de plaats te stellen, zodat je naar je verbonden wilt leven en je met volharding aan zijn verfijnende hand wilt overgeven. Ik getuig tot jullie in je jeugd, zoals Alma tot zijn zoon, Helaman, in diens jeugd getuigde: ‘Ik weet dat wie ook hun vertrouwen in God stellen, zullen worden geschraagd in hun beproevingen en in hun moeilijkheden en in hun benauwingen, en ten laatsten dage zullen worden verhoogd.’40

Ik bid dat God jullie allemaal zal zegenen. In de naam van Jezus Christus. Amen.