Opkomen voor de waarheid
Wereldwijde devotional voor jongvolwassenen
Zondag 21 mei 2023
President Dallin H. Oaks: Bedankt voor die prachtige muziek. En dank u, commissaris Gilbert, voor die fijne introductie.
Geliefde jongvolwassenen, onder wie ook leerlingen die straks klaar zijn met de middelbare school, mijn vrouw en ik houden van jullie en spreken jullie graag in deze belangrijke devotional toe. Dit zijn stressvolle tijden voor ons allemaal. Maar het evangelie van Jezus Christus geeft ons genoeg reden om goede moed te hebben. God roept ons bij monde van zijn profeet op om bij tegenspoed te volharden. De leringen van Jezus Christus geven het pad aan om onze goddelijke bestemming, het eeuwige leven, te bereiken.
I.
President Russell M. Nelson schreef toehoorders zoals jullie eens het volgende voor: ‘Naarmate de wereld steeds wereldser en minder geestelijk ingesteld wordt, zouden jullie steeds geestelijker en minder werelds moeten worden. Sta pal voor principes en streef niet naar populariteit.’
Toen gaf hij deze uitdaging, die we als titel van onze devotional overnemen: ‘Ken de waarheid en kom ervoor op, zelfs als de waarheid politiek niet populair is.’1
Ons doel in het sterfelijk leven en het pad dat we moeten volgen om het te bereiken, zijn vervat in het heilsplan en, meer recent, in ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’. Sta eens stil bij het perspectief in deze waardevolle samenvatting door president Nelson:
‘Het leven is geen eenakter. Er is echt een voorsterfelijke periode. En er is echt leven na de dood. De voorsterfelijke en sterfelijke fasen vormen slechts een voorspel op ons nasterfelijke leven. De kennis over de drie graden van heerlijkheid die aan de profeten is geopenbaard, geeft ons inzicht in onze nasterfelijke mogelijkheden. Het eeuwige leven is luisterrijk en de inspanning meer dan waard.’2
Als heiligen der laatste dagen zijn we gezegend met hedendaagse openbaring die ons meer inzicht geeft in het doel van dit sterfelijke leven. Zoals president Nelson heeft gezegd, zien we het niet als een eenakter. Voor ons zijn er minstens drie fasen in onze eeuwige reis. De eerste fase is ons voorsterfelijke bestaan. Daarna komt ons huidige sterfelijke bestaan, als tweede fase. Ons leven na de dood is de derde fase. Die laatste fase omvat de letterlijke opstanding van allen die ooit geleefd hebben, en een laatste oordeel en toewijzing naar een koninkrijk van heerlijkheid waarvoor we door onze daden, keuzes en verlangens in aanmerking komen.
Het herstelde evangelie van Jezus Christus geeft ons unieke toegang tot de waarheid over het heilsplan van onze liefdevolle hemelse Vader voor zijn kinderen.
Het doel van ons leven op aarde, de tweede fase, is dat we naar onze bestemming, het eeuwige leven, toegroeien. Dat doen we door te overwinnen wat het Boek van Mormon tegenstelling in alle dingen noemt. Daar vallen ook veel verleidingen om de geboden van God te overtreden onder. Verleiding ondergaan en overwinnen, en door goede keuzes en bekering van verkeerde keuzes nader tot God komen, draagt bij aan de eeuwige vooruitgang die het doel van het sterfelijk leven van Gods kinderen is.
Wij hebben de gave van de Heilige Geest en zijn verlicht door hedendaagse openbaring. Daarom zijn we gezegend met veel inzichten. Het Boek van Mormon belooft bijvoorbeeld dat wie ijverig zoeken, zullen ‘vinden; en de verborgenheden van God zullen hun door de macht van de Heilige Geest worden ontvouwd’.3 Ik bid dat allen die ik liefheb – en dat sluit alle kinderen van God binnen het gehoor van mijn stem in – gaan handelen naar die uitnodiging om de waarheid te vinden en kennen.
II.
De eerste waarheid betreft het huwelijk. Het huwelijk staat centraal in het doel van het sterfelijk leven en het hiernamaals. Wij zijn kinderen van een liefdevolle hemelse Vader die ons heeft geschapen met het vermogen om zijn gebod te volgen ons te vermenigvuldigen en de aarde te vervullen. Die scheppingsmacht is een van de waardevolste gaven die we in het sterfelijk leven hebben. Maar bij die gave staat de wet van kuisheid centraal: het gebod dat ons voortplantingsvermogen alleen binnen het huwelijk tussen man en vrouw gebruikt dient te worden. Dat gebod staat centraal in het evangelie van Jezus Christus. Die realiteit verklaart waarom we andere waarden hebben en ons onthouden van gedrag dat we overal om ons heen zien.
Onze houding jegens de definitie van het huwelijk en jegens het huwelijk zelf is daar een voorbeeld van. De leiders van de Kerk van Jezus Christus maken zich in het bijzonder zorgen over recente veranderingen in de aard en omvang van het huwelijk in de Verenigde Staten. Dat geldt onder meer voor de groeiende tendens onder Amerikaanse burgers, ook sommige trouwe jonge heiligen der laatste dagen, om het huwelijk uit te stellen. Laten we die tendens eens bekijken aan de hand van wat statistieken. Hoewel deze cijfers voor de Verenigde Staten gelden, duiden ze op een wereldwijd probleem.
Hier zien we dat het percentage inwoners van de Verenigde Staten dat ooit getrouwd is, aanzienlijk aan het dalen is. In de afgelopen dertig jaar is dat voor zowel mannen als vrouwen 8 tot 9 procent. Het huwelijk in de Verenigde Staten raakt duidelijk in verval.
En hier zien we een gerelateerde toename in de huwelijksleeftijd van jonge heiligen der laatste dagen. Dit geeft de gemiddelde leeftijd van heiligen der laatste dagen op het moment van hun eerste huwelijk weer. We zien dat die gemiddelde leeftijd met ongeveer 5 jaar is gestegen voor zowel mannen als vrouwen.4
Bedenk wat jongvolwassen heiligen der laatste dagen mislopen als ze hun huwelijk opzettelijk een aanzienlijke periode uitstellen: gemiste kansen en uitgestelde zegeningen. Het betekent vertraagde persoonlijke groei die voortkomt uit de relatie tussen man en vrouw, groei qua eigenschappen zoals opoffering en nederigheid. Het betekent minder gelegenheden om het koninkrijk van God samen op te bouwen. En het betekent vooral dat er minder kinderen worden geboren die met de zegeningen van het evangelie opgroeien. Jullie weten dit allemaal. Weet ook dat jullie leiders weten dat veel alleenstaanden niet eerder trouwen om redenen die ze zelf niet in de hand hebben. Daar kom ik later op terug.
Kristen, wil je daar iets aan toevoegen?
Zuster Kristen M. Oaks: Oké. Het huwelijk is in feite een geschenk. Niet alleen biedt het huwelijk ons de kans op kinderen, het geeft ons ook de kans en de motivatie om samen een pad van groei in te slaan. We leren op unieke wijze offers te brengen en te dienen.
Toen ik alleenstaand was, zocht ik altijd naar gelegenheden om te dienen. Nu zit mijn dienstbetoonproject elke avond tegenover mij aan tafel. Ik leer hoe ik mijn man beter kan liefhebben en helpen; ik heb een vriend met wie ik kan lachen en huilen. En ik heb een voorspraak, leraar en cheerleader die mij op zijn beurt helpt. Het huwelijk is een uitgelezen gelegenheid om te leren communiceren en ons perspectief te verbreden. Ik wil dat je weet dat het leven beter wordt als ons huwelijk wordt verbonden met iets dat groter is dan wijzelf en dichter bij onze Heiland. En dat willen we voor jullie allemaal.
De musical Les Misérables bevat deze regel: ‘Iemand liefhebben is het aangezicht van God zien.’5 Nergens gebeurt dat beter dan in het huwelijk.
President Oaks: In seculier opzicht is het uitstellen – en zelfs devalueren – van kinderen duidelijk te zien in een recent gepubliceerde trend in een gerespecteerde landelijke peiling. Daaruit blijkt dat het belang dat volwassenen hechten aan kinderen krijgen in de afgelopen 25 jaar van 66 procent naar 33 procent is gedaald.6
Kristen en ik dachten aan de gevolgen voor de herstelde kerk van deze landelijke devaluatie van kinderen toen Kristens zus een opmerking van haar kleinzoontje aanhaalde. Ze lazen samen de Vriend en keken naar een afbeelding van Jezus. Zij verbaasde zich dat de Heiland de kinderen tot Hem liet komen. Anders, 4 jaar oud, reageerde met deze geïnspireerde verklaring: ‘Begrijp je het niet? Jezus houdt van kinderen.’
Bedenk dat een liefdevolle hemelse Vader een plan voor zijn jongvolwassenen heeft, en een huwelijk en kinderen maken daar deel van uit.
Nu nemen we jullie, gewoon voor de lol, mee terug naar wat we vroeger over uitgaan en rondhangen hebben gezegd. Dit is een video uit 2005, toen de oudste jongvolwassenen onder ons nog maar een jaar of 12 waren, en de rest nog kinderen of niet eens geboren.
De kerk moedigt onze jongeren al jaren aan om niet voor hun 16e te daten. Sommige jongvolwassenen, vooral mannen, trekken die raad wellicht te ver door, en wachten tot na hun 26e of 36e. Laten we nu samen naar deze video uit het jaar 2005 kijken.
President Oaks [video]: ‘Mannen, als je van zending bent teruggekeerd en nog steeds met meisjes omgaat zoals je dat op je 15e deed, dan is het nu tijd om volwassen te worden. Trek je stoute schoenen aan en zoek iemand om mee uit te gaan. Begin met verschillende afspraakjes met verschillende jonge vrouwen. Als dat een goede kandidaat oplevert, is het tijd voor verkering. Dan komt trouwen in beeld. Dat is wat de Heer van zijn jongvolwassen zoons en dochters verwacht. De mannen horen het initiatief te nemen, dus mannen: ga aan de slag. Als je niet weet wat een afspraakje is, kan de volgende definitie nuttig zijn. Ik heb die van mijn 18-jarige kleindochter. Een afspraakje moet aan de volgende eisen voldoen: (1) van tevoren gepland, (2) betaald en (3) met z’n tweeën. […]
‘Ongehuwde jonge vrienden, we raden jullie aan om zo met het andere geslacht om te gaan dat je afspraakjes tot een huwelijk kunnen leiden, en niet om gewoon rond te hangen, wat alleen maar leidt tot een groep jonge mensen in elkaars friendzone. Het huwelijk is geen groepsactiviteit – in ieder geval niet totdat er kinderen komen.’7
[einde video]
Zusters, jullie hebben kennelijk genoten van die aanwijzingen aan de ongehuwde mannen. Nu gaat Kristen iets tot de ongehuwde vrouwen zeggen.
Zuster Oaks: President Oaks, die video over daten is echt gedateerd, maar het beginsel blijft hetzelfde: daten gaat nog steeds aan het huwelijk vooraf.
Omdat ik 53 was toen ik trouwde, weet ik hoe het wachten op een goede partner voelt, en het verlangen, het hartzeer en de tranen op mijn kussen die daar vaak bij hoorden. Maar ik kan getuigen van de liefde van de Heer voor de moedige zusters die wachten, omdat ik die zelf heb gevoeld. En mijn hart gaat ook uit naar de trouwe broeders met datzelfde verlangen. Het is niet altijd makkelijk. Daten en zelfs niet daten kan stressvol zijn.
Toen mijn geloof en toekomstperspectief op de proef werden gesteld – toen ik me afvroeg waarom het leven zo moeilijk leek terwijl ik mijn best deed om het evangelie na te leven – dacht ik soms dat er iets mis met me was. Maar ik deed niets verkeerds.
Zuster Michelle D. Craig heeft gezegd: ‘Beproevingen betekenen niet dat het plan is mislukt.’ Het plan omvat groei en is bedoeld om ons te helpen God te zoeken. Ze voegde daaraan toe: ‘[Onze] hemelse Vader [is] meer geïnteresseerd in [je] groei als discipel van Jezus Christus dan [je] comfort.’8
Als je je tijd verdoet met wachten op een huwelijksaanzoek, stop daar dan mee en pak je leven op. Bereid je voor op het leven door studie, ervaring en planning. Wacht niet af tot het geluk in je schoot valt. Zoek mogelijkheden voor dienstbaarheid en scholing. Vertrouw bovenal op de Heer en zorg dat je ‘de naam van de Heer dagelijks aanroept en standvastig bent in het geloof in datgene wat zal komen’.9 Ik beloof dat het geluk je dan toevalt.
President Oaks: Kristen heeft de zusters waardevolle raad gegeven. Haar raad is niet gedateerd. In feite is mijn raad aan alleenstaande mannen evenmin gedateerd. Leiders van de Kerk van Jezus Christus zijn nog net zo bezorgd over het huwelijk als 20 jaar geleden. Onze zorg betreft ook de oorzaken, zoals het tekort aan betaalbare woonruimte voor jonggehuwden en de oplopende studieschulden.
Zoals jullie, jongvolwassenen, maar al te goed weten, zijn jullie niet de oorzaak, maar het slachtoffer van die omstandigheden. Wat kun je dan doen? Ga voorwaarts in geloof en doe je best, ook al zijn de omstandigheden op de huizenmarkt minder gunstig dan voor mij en je grootouders in onze beginjaren. En houd vooral je studieschuld zo laag mogelijk.
In Gods plan kunnen we alles wel hebben, maar niet in de volgorde die de wereld lijkt voor te schrijven. We herinneren je graag aan Gods plan en de goede voorbeelden van wie ons voorgingen. De pioniers verlieten hun huis en bezittingen om hun gezin in het gebergte in het westen in geestelijke veiligheid te brengen. We sporen je nu aan om die geestelijke veiligheid en het gezin niet op te geven om materiële bezittingen na te jagen.
III.
Nu wil ik enkele kwesties behandelen waarmee ook onze dierbare leerlingen aan de middelbare school te maken hebben.
In het hele land kampen je leeftijdsgenoten met angsten, vatbaarheid voor drugs en verslaving aan sociale media, en zoeken ze massaal therapeutische hulp. Die invloeden laten je niet koud, maar voor jullie overtreft het goede nieuws dat alles.
Je weet dat je een kind van God bent, met een uniek, goddelijk erfgoed. God houdt van je. Hij is de beste Mentor en heeft beloofd je te helpen als je Hem maar zoekt zoals Hij je heeft bijgebracht. Prent jezelf in en verweef in je persoonlijke prioriteiten de krachtige waarheid dat je een geliefd kind van God bent. Zijn liefde begiftigt je met het zelfrespect, de kracht en de motivatie om alle problemen in je leven tegemoet te treden. En vergeet nooit dat zijn dienstknechten van je houden. Wij houden van jullie.
Ik kreeg pas een veelbetekenende brief van een 16-jarig meisje uit een staat waar we maar weinig leden hebben. Ik zal haar Amy noemen. Haar brief is belangrijk omdat ze gevoelens verwoordt die bij jonge mensen in de hele kerk voorkomen. Amy’s lange brief bevat onder meer het volgende. Ik heb een van jullie gevraagd om haar woorden voor te lezen.
Amy: ‘Ik krijg naar mijn idee soms tegenstrijdige en verwarrende boodschappen van de kerk. In mijn dagelijks leven zie ik leden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen op sociale media doen alsof ze geen deel van dit evangelie uitmaken. […] Ik heb het idee dat ik de enige jongevrouw in mijn wijk ben die ziet wat er mis is met de wereld. […] Ik begrijp echt niet waarom zoveel jongeren in onze kerk er geen enkel probleem in zien dat mensen om de dag van geslacht veranderen, daten met iemand van hetzelfde geslacht of zich als genderloos identificeren. […]
‘Op jongerenactiviteiten van de wijk of ring wordt naar mijn voornaamwoorden gevraagd, en op school wordt van mij verwacht dat ik dans met een meisje dat zich een jongen waant. Ik weet dat we iedereen moeten liefhebben en respecteren, en dat doe ik ook altijd. Ik heb [alleen] het gevoel dat er een grens wordt overschreden. […] Ik zou graag meer van kerkleiders over dit probleem horen.’10
President Oaks: Dit is een brief van een jongevrouw met ongeveer de leeftijd van de laatstejaars scholieren onder ons. Waarom raakt haar brief me zo? Ze wil graag het goede doen, maar voelt zich omringd door waarden en gedrag die ze verkeerd vindt, en ze weet gewoon niet wat ze eraan moet doen. Ze wil voor de waarheid opkomen, maar ze weet niet hoe ze dat liefdevol moet doen. In een devotional voor jongvolwassenen aan het Ensign College beschreven ouderling Clark G. Gilbert en ik deze uitdaging om met liefde standvastig te zijn en de waarheid te verkondigen. We kunnen best van anderen houden en naar raakvlakken zoeken zonder de waarheden die we kennen geweld aan te doen.11
Amy schrijft in haar brief over kerkvrienden die twijfels over hun geslacht, ofwel een geslachtsidentiteitsstoornis, hebben. Die twijfels of verwarring kan op verschillende momenten in iemands leven verschillende vormen aannemen. Betrokkenen en familieleden moeten dan ook de lange termijn voor ogen houden en op eeuwige beginselen leren vertrouwen en ernaar handelen. Ik heb een tijd over dit onderwerp nagedacht. Met de liefde die ik voel voor wie met dergelijke thema’s te maken hebben, heeft de Geest me ingegeven om kostbare waarheden in het evangelie van Jezus Christus te beklemtonen die bij die verwarring kunnen helpen.
Jongemannen en jongevrouwen, jullie leidinggevenden en leerkrachten in de kerk en in het seminarie en instituut alsook je ouders hebben de taak en de inspiratie om je in de waarheden van het herstelde evangelie van Jezus Christus te onderwijzen. Jullie hebben het waardevolle boekje Voor de kracht van de jeugd, dat is gegrond op de beginselen van het heilsplan van onze hemelse Vader, de verzoening van Jezus Christus en de verbonden die we bij onze doop hebben gesloten en die we elke sabbat met het avondmaal hernieuwen. De eerste pagina’s bevatten deze belofte: ‘Met deze waarheden als leidraad kun je geïnspireerde keuzes maken die je […] in de eeuwigheid tot zegen zullen zijn.’12
Toen men Jezus vroeg wat het grote gebod was, noemde Hij er twee. Ten eerste: God liefhebben, wat we tonen door zijn geboden te onderhouden. Ten tweede: onze naaste liefhebben.13 We moeten allebei doen, en dat is niet makkelijk. Velen van ons zijn geneigd minder aandacht te schenken aan onze naaste liefhebben en te veel nadruk te leggen op de wet (geboden) onderhouden. Dat is in elk geval mijn neiging vanwege mijn juridische achtergrond. God liefhebben en onze liefde voor God tonen door zijn geboden te onderhouden is tenslotte het eerste grote gebod. En uiteraard is het makkelijker om onszelf en anderen te beoordelen naar onze gehoorzaamheid aan de wet. Maar het is ook essentieel dat we het tweede gebod, dat ‘daaraan gelijk’ is,14 onderhouden: onze naasten liefhebben zoals Jezus ons liefheeft.15
Mijn favoriete goddelijke voorbeeld van het combineren en onderhouden van deze twee grote geboden is wat de Heiland deed toen Hij met deze kwestie geconfronteerd werd. In Johannes 8 staat dat een groepje Schriftgeleerden en Farizeeën een vrouw bij Jezus brachten om haar te veroordelen. Hun motief was de Heiland in de val te lokken en ofwel de wet van Mozes ofwel de wet van Rome tegen te spreken. Die laatste wet stond namelijk de doodstraf niet toe zoals wel in de wet van Mozes was bepaald in een dergelijke situatie. Maar de manier waarop Jezus de valstrik vermeed, is vooral een waardevolle les voor ons in het toepassen van beide grote geboden.
Ten eerste ontwapende de Heiland doeltreffend wie de wet meteen wilden toepassen. Hij deed dat door ze tot zelfonderzoek aan te zetten. Hij zei: ‘Wie van u zonder zonde is, laat die als eerste de steen op haar werpen.’16 Toen de menigte beschaamd afdroop, paste de Heiland de kracht van liefde toe. Hij weigerde barmhartig om de vrouw te veroordelen, en die liefdevolle daad verhief haar tot een nieuw leven. De toepassing van de wet zou pas later komen, wanneer haar hele leven in het oordeel zou worden afgewogen, inclusief bekering. Maar bij die eerdere gelegenheid legde de Heiland liefde en barmhartigheid aan de dag door haar niet te veroordelen. Vervolgens onderschreef Hij de wet door te zeggen: ‘Ga heen en zondig niet meer.’17
De noodzaak om zowel de wet als de liefde te combineren en toe te passen, met geïnspireerde timing, is er altijd. Ouderling Christofferson heeft ons op het hart gedrukt: ‘Het eerste gebod op de eerste plaats stellen, vermindert of beperkt niet ons vermogen om het tweede gebod in acht te nemen. Integendeel, het vergroot en versterkt het. […] Onze liefde voor God vergroot ons vermogen om anderen vollediger en volmaakter lief te hebben, omdat we in wezen met God samenwerken in de zorg voor zijn kinderen.’18
Denk eens na over deze twee citaten, een van een recente spreker op de BYU en het andere in een eerdere toespraak van een algemeen autoriteit.
‘Het hele heilsplan, met als hoogtepunt het grote zoenoffer van de Heer Jezus Christus, is bedoeld om ons in staat te stellen liefdevolle mensen te worden in de diepste vorm van verbinding met anderen. […]
‘Dit leert ons dat geboden en [alle profetische leiding] – waaronder de kostbare waarheden in de proclamatie over het gezin – ons in de wegen van God leiden, opdat wij liefdevolle wezens kunnen worden.’19
Dan de andere toespraak:
‘Als we anderen proberen te behagen voordat we God behagen, keren we het eerste en tweede grote gebod om. Dan vergeten we welke kant we op kijken. En toch hebben we allemaal die fout begaan, door onze angst voor andere mensen. […]
‘De Heiland, ons grote voorbeeld, kijkt altijd naar zijn Vader. Hij had zijn medemensen lief en diende hen, maar zei: “Eer van mensen neem Ik niet aan” (Johannes 5:41). Hij wilde dat de mensen die naar Hem luisterden, Hem ook volgden. Maar Hij vroeg niet om hun goedkeuring.’20
Deze beschrijvingen van de liefde en de wet geven beide duidelijk aan wat God ons heeft geboden. Ik heb het eerder eens gehad over onze ‘voortdurende pogingen om de tweeledige geboden van de liefde en de wet in evenwicht te brengen’.21 Inmiddels geloof ik dat dit doel beter verwoord kan worden als proberen beide geboden vollediger na te leven. Wie mensen met een genderidentiteitsprobleem niet met liefde en waardigheid behandelt, leeft niet in overeenstemming met de leringen van de twee grote geboden. Wat Gods wet betreft, moeten we evenwel bedenken dat God keer op keer heeft geopenbaard dat Hij man en vrouw heeft geschapen.22 En over onze plicht om onze naaste lief te hebben, moeten we bedenken dat God ons heeft geboden ook hen lief te hebben die niet alle geboden onderhouden.
Als jij, een familielid of vriend(in) worstelt met deze identiteitsverwarring, spoor ik je aan om zowel de wet van het evangelie als de liefde en barmhartigheid van onze Heiland en Verlosser toe te passen. Die zullen je helpen en leiden als je geduldig zijn paden bewandelt. Jezus Christus zegt dat Hij het ‘Licht der wereld’ is23 en leert ons welk pad we moeten volgen om de grootste zegeningen van onze hemelse Vader te ontvangen. Hij onderwijst ons door middel van de Schriften, door zijn profeten en door persoonlijke openbaring. Hij houdt van ons en zal ons leiden als we ernaar streven te volgen waar Hij ons naartoe leidt.
IV.
Een aanverwante en bekendere kwestie is romantische gevoelens voor iemand van hetzelfde geslacht. Uiteraard zijn dergelijke gevoelens geen zonde als we er niet naar handelen. Maar hoe gaan we met dergelijke gevoelens om, bij onszelf of bij anderen?
Mijn eerste advies: bedenk dat onze Vader in de hemel van ons allemaal houdt, met al onze eigen variaties in de verscheidenheid van zijn scheppingen. In zijn volmaakte plan van geluk is er voor ieder een plek. We tonen onze liefde voor Hem door zijn geboden te onderhouden, waaronder zijn kinderen liefhebben.
Als mensen en hun familieleden dergelijke gevoelens hebben, moeten ze voorzichtig zijn met labelen. President Russell M. Nelson heeft daar vorig jaar in de wereldwijde devotional over gesproken. Hij zei dat labelen universeel beperkend is, want dat schept verdeeldheid en werkt beperkend op hoe mensen over zichzelf en elkaar denken. Hij zei vervolgens dat ‘geen enkele aanduiding de plaats kan innemen van of voorrang kan krijgen boven deze drie blijvende aanduidingen: “kind van God”, “verbondskind” en “discipel van Jezus Christus”.’ Vervolgens waarschuwde hij:
‘Elk label dat niet verenigbaar is met die drie basisaanduidingen zal uiteindelijk als een zeepbel uit elkaar spatten. Andere labels zullen in de loop der tijd op een teleurstelling uitdraaien, omdat ze niet de macht hebben om je dichter bij het eeuwige leven in het celestiale koninkrijk van God te brengen.’24
Wat wel de macht heeft om ons tot het eeuwige leven en het celestiale koninkrijk te brengen, zijn de verbonden die we sluiten. President Nelson heeft vorig jaar nog gezegd:
‘Als u en ik eenmaal een verbond met God hebben gesloten, wordt onze relatie met Hem veel hechter dan vóór het sluiten van ons verbond. We zijn nu met elkaar verbonden. Vanwege ons verbond met God zal Hij het nooit moe worden ons te helpen, en zullen wij zijn barmhartige geduld met ons nooit uitputten. God heeft voor ons allemaal een speciaal plekje in zijn hart.’25
Een paar maanden geleden herinnerde president Nelson ons er nogmaals aan dat het ‘leven er in feite makkelijker op wordt als [we] verbonden […] nakomen! Ieder die verbonden […] sluit […], krijgt daarmee meer toegang tot de macht van Jezus Christus.’26
De geweldige lering van onze Heiland dat we te midden van de moeilijkheden van het sterfelijk leven ‘goede moed’ moeten hebben,27 voegt nog toe aan de persoonlijke kracht die voortvloeit uit het nakomen van verbonden.
Enkele maanden geleden herinnerde ouderling Jeffrey R. Holland ons er in een wereldwijde devotional aan dat Jezus die lering aan de vooravond van zijn kruisiging gaf. Hoe kon Jezus praten over goede moed te midden van alle kwellingen die Hij nog moest doorstaan? Ouderling Holland zei verder:
‘Zelfs in de sombere stemming die bij het laatste avondmaal moet hebben geheerst, herinnert Christus zijn discipelen toch nog aan de reden en hun plicht om “goede moed” te hebben [Johannes 16:33]. […]
‘Deze manifestatie van zijn geloof, van zijn hoop en naastenliefde komt, omdat Hij het einde van het verhaal kent. Hij weet dat rechtschapenheid zal zegevieren als de eindrekening wordt opgemaakt. Hij weet dat licht altijd duisternis overwint, voor eeuwig en eeuwig en altijd.’28
Kristen, wil je deze dierbare groep nog wat slotwoorden meegeven?
Zuster Oaks: Alles wat hier is gezegd, kan ons tot zegen zijn. We kennen allemaal het verhaal over de Israëlieten die in de woestijn door giftige slangen werden aangevallen. Maar vanavond is het ook jullie verhaal. Mozes maakte op Gods bevel een staf die onze Heiland, Jezus Christus, symboliseerde. Toen spoorde Mozes iedereen aan om op te kijken en hun wonden zouden genezen.
Vanavond worden we, net als de Israëlieten, aangevallen om verschillende geloofsovertuigingen die ons heilig zijn. Ik vraag jullie ook om naar God op te zien en te leven. Let op de woorden die vanavond zijn gesproken, de woorden van onze profeet, de Schriften, het heilsplan en je patriarchale zegen. Bid en de Heer zal met je zijn. Dat wil niet zeggen dat we allemaal ongedeerd zullen blijven, maar wel dat we er niet alleen voor staan. We gaan geleid en beschermd tegen het kwaad om ons heen voorwaarts. Het wil zeggen dat we de waarheid kennen en de Geest genieten. Ik vraag jullie om naar God op te zien en te leven.
V.
President Oaks: We hebben het over het heilsplan gehad – de drie fasen die zijn geopenbaard, en vooral het doel van dit sterfelijk leven.
We hebben het over de rol en timing van het huwelijk en kinderen gehad.
We hebben geleerd dat we er ijverig naar moeten streven om Jezus Christus te leren kennen, zijn liefde te voelen, en geloof in Hem en zijn liefdevolle leiding te hebben op het verbondspad naar onze eeuwige bestemming toe.
We hebben het over de twee grote geboden gehad – God en onze naasten liefhebben – en dat we beide dienen te onderhouden.
We sporen je aan om in al je zorgen en bij het doorstaan van al je moeilijkheden goede moed te hebben, want Hij heeft de wereld overwonnen. Dat kunnen wij ook. Bedenk dat het plan van onze Vader een plan van geluk is.
Ik getuig van onze Heiland Jezus Christus, die de Weg, de Waarheid en het Leven is. In zijn heilige naam, de naam van Jezus Christus. Amen.