‘Jezus Christus leeft’, Vriend, maart 2024, 2–3.
Van het Eerste Presidium
Jezus Christus leeft
Naar ‘Zijn Geest bij u hebben’, Liahona, mei 2018, 86–89; en ‘Hij is opgewekt’, Liahona, april 2013, 4–5.
In deze tijd van het jaar gedenken we het zoenoffer van de Heiland en zijn opstanding uit het graf.
Ik stond op een dag samen met mijn vrouw bij een graftombe in Jeruzalem. Binnenin zagen we een stenen bank tegen de muur.
Maar ik moest aan iets anders denken. Ik dacht aan Maria bij het lege graf. Ze huilde omdat de Heiland gestorven was. Ze wist niet waar zijn lichaam was.
Toen ‘keerde zij zich naar achteren en zag Jezus staan, maar zij wist niet dat het Jezus was’ (Johannes 20:14). Maria dacht dat Hij de tuinman was.
Maar toen zei Jezus ‘tegen haar: Maria!’ (Johannes 20:16). Plots herkende Maria Hem. Ze wist dat Hij was opgestaan.
Omdat Jezus Christus de dood heeft overwonnen, zullen alle kinderen van onze hemelse Vader opstaan met een lichaam dat nooit meer zal sterven.
Ik ben onze hemelse Vader dankbaar dat Hij zijn geliefde Zoon heeft gegeven. Ik ben dankbaar dat ik weet dat Hij verzoening voor onze zonden heeft gebracht en is opgestaan. Ik getuig dat Jezus de herrezen Christus is, onze Heiland, ons volmaakte voorbeeld.
Draaischijf met het paasverhaal
Knip de cirkels uit en leg de eerste op de tweede. Maak een gaatje in het midden en houd ze met een speld of splitpen op hun plaats. Draai vervolgens aan de bovenste cirkel om het paasverhaal te vertellen.
Het paasverhaal
-
Jezus ging op Palmzondag Jeruzalem binnen (zie Markus 11:7–11).
-
Jezus gaf zijn discipelen het avondmaal (zie Mattheüs 26:26–28).
-
Jezus bad in de hof van Gethsémané (zie Markus 14:32–36).
-
Jezus stierf voor ons aan het kruis (zie Lukas 23:46).
-
Zijn lichaam lag drie dagen lang in een graftombe (zie Mattheüs 27:59–64).
-
Jezus stond uit de dood op. Hij leeft! (Zie Mattheüs 28:6–9.)