‘Geloofsdruppels’, Vriend, maart 2024, 30–31.
Geloofsdruppels
Jacob had een probleem: hij was altijd zo moe!
Dit verhaal speelde zich af in Brazilië.
‘Jacob, weet jij het antwoord?’ vroeg juf Lelis.
Jacob deed zijn ogen open en keek op. Al zijn klasgenoten keken naar hem. Zijn leerkracht staarde hem ook aan. Zijn wangen begonnen te gloeien. Hij was weer in slaap gevallen in de klas!
‘Het spijt me, juf Lelis’, zei hij. ‘Kunt u de vraag herhalen?’
‘Natuurlijk. Maar doe alsjeblieft geen dutjes meer tijdens de les.’
Hij zakte onderuit op zijn stoel. ‘Ja, juf.’
Jacob ging nog maar enkele weken naar zijn nieuwe school. Hij leerde graag, en zijn klasgenoten waren lief. Maar hij had één probleem: hij was altijd zo moe! Zijn nieuwe school was ver weg, dus hij moest heel vroeg opstaan om op tijd te zijn.
In het begin was het makkelijk om op te letten. Maar het werd steeds moeilijker. Soms was Jacob zo moe dat hij in slaap viel.
De volgende dag nodigde de directrice Jacob en zijn ouders voor een gesprek uit. Ze glimlachte en verwelkomde hen in haar kantoor.
‘Ik ben blij dat we kunnen praten’, zei ze. ‘Jacob is een geweldige leerling. Maar zijn leerkracht zegt dat hij geen interesse in de les heeft. Soms let hij niet op en hij lijkt erg moe. Is alles wel in orde?’
Zijn moeder knikte. ‘Jacob heeft erg zijn best gedaan om hier naar school te kunnen gaan, maar het is een heel eind van ons huis. Hij moet elke dag vroeg opstaan. Daardoor is hij tijdens de ochtendlessen moe.’
‘O, is dat alles?’ vroeg de directrice. ‘Dan moet u beslist eens koffiedruppels proberen! Doe elke ochtend een paar druppels sterke koffie in Jacobs drinken. Dat zal hem wel wakker houden.’
Jacob fronste. ‘Maar wij drinken geen koffie, mevrouw.’
De directrice keek verbaasd. ‘Het zal niet makkelijk zijn om te leren als je telkens in slaap valt. Overweeg het op zijn minst.’
Toen ze het kantoor van de directrice verlieten, was Jacob in de war. Hij wilde beter opletten, maar hij wilde ook de geboden onderhouden.
Die avond lazen ze als gezin in de Schriften over het woord van wijsheid.
Toen Jacob aan de beurt was, las hij: ‘En alle heiligen die eraan denken deze woorden te bewaren en na te komen, […] zullen wijsheid vinden en grote schatten aan kennis. […] En zullen snellen en niet moe worden, lopen en niet mat worden.’*
Toen kreeg hij een idee!
Hij stond op van zijn stoel. ‘In plaats van koffiedruppels ga ik geloofsdruppels proberen!’
‘Hoe bedoel je?’ vroeg zijn vader.
Jacob glimlachte. ‘Elke ochtend vóór het ontbijt kunnen we bidden en onze hemelse Vader vragen om me te zegenen, zodat ik niet zo moe ben. Onze gebeden zijn dan geloofsdruppels!’
Mama en papa glimlachten nu ook. ‘Wat een goed idee!’ zei papa.
De volgende ochtend knielde het gezin neer. Ze baden dat Jacob de energie zou hebben om wakker te blijven. Dat deden ze de volgende dag ook. En de dag daarna ook. Jacob probeerde elke avond ook vroeg naar bed te gaan. En elke ochtend geloofde het hele gezin dat onze hemelse Vader hem zou helpen.
Na een tijdje begonnen hun geloofsdruppels te werken. Jacob kon de hele dag opletten! God had hun gebeden verhoord. En Jacob wist dat Hij trots op hem was omdat hij het woord van wijsheid naleefde.
‘Klaar voor de les, Jacob?’ vroeg juf Lelis op een ochtend toen hij het lokaal binnenging.
Jacob knikte met een grijns van hier tot ginder. Hij had vóór school zijn geloofsdruppels ingenomen. Hij kon de hele wereld aan!