‘2 Nephi 17–19: De titels en rollen van Jezus Christus’, Het Boek van Mormon — cursistenboek (2024)
‘2 Nephi 17–19’, Het Boek van Mormon — cursistenboek
2 Nephi 17–19
De titels en rollen van Jezus Christus
Waarom is de Heiland Jezus Christus iemand die je kunt vertrouwen? In deze hoofdstukken moedigt de Heer twee koningen die door sterke legers bedreigd worden aan om op Hem te vertrouwen. Jesaja profeteert vervolgens van de Heiland Jezus Christus en noemt een aantal van zijn titels en eigenschappen. Deze les is bedoeld om je te helpen op Jezus Christus te vertrouwen door zijn eigenschappen en titels te bestuderen en te begrijpen.
Mogelijke leeractiviteiten
Wat kunnen wij van titels leren?
Stel je voor dat je de volgende vier mensen nooit hebt ontmoet, maar hun titel wel kent:
-
Dokter
-
Politieagent
-
Bisschop
-
Jongevrouwenpresidente
-
Wie van die mensen zou je om hulp vragen als iemand je wilde beroven? Als je een probleem met je gezondheid had? Voor geestelijke raad?
-
In welke andere situaties zijn deze mensen bij uitstek in staat om hulp te bieden?
-
Hoe begrijp je door hun titel wat voor hulp ze kunnen bieden?
Neem even de tijd om over situaties of moeilijkheden na te denken waar je hulp bij nodig hebt.
Jezus Christus heeft veel rollen en titels. Die vertellen ons allemaal iets belangrijks over Hem en zijn vermogen om ons te helpen. Let bij je studie vandaag op zijn titels en rollen en bedenk hoe Hij vooral in staat is je te helpen.
De woorden van de Heer tot twee koningen van Juda
In de tijd van Jesaja kregen koning Achaz van Juda en daarna zijn zoon, koning Hizkia, met uitermate moeilijke situaties te maken: machtige natiën dreigden hen aan te vallen. In beide gevallen spoorde de Heer de koningen en hun volk aan om op Hem te vertrouwen in plaats van bondgenootschappen met andere landen aan te gaan. Lees de volgende verzen en let op zinsneden die aangeven dat de Heer ze vraagt op Hem te vertrouwen.
-
2 Nephi 17:3–7. Koning Achaz werd bedreigd door koning Rezin van Syrië en koning Pekah van Israël, die van plan waren een nieuwe koning op de troon te zetten.
-
2 Nephi 18:11–13, 17. Koning Hizkia werd door de Assyriërs overvallen en wist dat zijn leger niet sterk genoeg was om ze tegen te houden. (Het woord samenzwering verwijst naar een bondgenootschap met andere landen om zich te verdedigen.)
-
Wat heb je gevonden?
-
Waarom kan het voor een koning en zijn volk moeilijk zijn om op de Heer te vertrouwen in plaats van een bondgenootschap met een andere natie aan te gaan?
-
Wat zouden ze over de Heer moeten weten om op Hem te vertrouwen?
Overpeins bij je verdere studie wat het betekent om op de Heer te vertrouwen in de moeilijkheden waarmee jij te maken hebt.
Titels van de Heiland
In een vers dat je hebt bestudeerd, gebruikte Jesaja een titel voor Jezus Christus die deze koningen en hun volk, als ze dat begrepen, kon helpen op Hem te vertrouwen. Neem 2 Nephi 18:13 door en markeer deze titel eventueel.
Als we de titels van de Heiland herkennen en begrijpen, leren we Hem beter kennen, liefhebben en vertrouwen. De betekenis van de titel ‘Heer der heerscharen’ vind je in de Gids bij de Schriften.
De profetieën van Jesaja
Jesaja profeteerde ook tot deze koningen en hun volk over de geboorte en millenniaanse heerschappij van de Heiland. Lees 2 Nephi 17:14–15; 19:2, 6–7 en let op wat Jesaja over Jezus Christus uiteenzette. Let vooral op zijn titels.
Meer titels van de Heiland in het Boek van Mormon tot nu toe vind je in de volgende verzen: 1 Nephi 10:4–6; 12:18; 13:41; 15:14–15; 17:30; 19:12; 2 Nephi 1:10; 2:6, 10; 9:5, 46; 10:3, 14; 15:16. Er staan ook titels en tekstverwijzingen in de Gids bij de Schriften, onder ‘Jezus Christus’.
Op de Heer vertrouwen
Helaas kozen koning Achaz en velen van het volk van Juda ervoor om Jesaja niet te geloven. Ze vertrouwden ook niet op de Heer voor bescherming. Zijn volk werd aangevallen en velen werden gevangengenomen en in slavernij gebracht. (Zie 2 Koningen 16; 2 Kronieken 28.) In tegenstelling tot zijn vader koos koning Hizkia er wel voor om op de Heer te vertrouwen en de raad van Jesaja op te volgen. De Heer verdedigde daarop het volk in Jeruzalem door een engel te sturen die met het aanvallende leger afrekende. (Zie 2 Koningen 19:15–20, 32–35.)
Sta stil bij alles wat je in deze les over Jezus Christus hebt geleerd en gevoeld. Noteer in je studiedagboek hoe je meer op Hem kunt gaan vertrouwen. Schrijf bijvoorbeeld een bepaalde titel of rol op die Hij heeft, en hoe je Hem in die rol meer zou willen vertrouwen.