Enos

Door geloof in Jezus Christus ontvangen we vergeving van onze zonden

Heb je je weleens afgevraagd hoe je vergeving van zonden kunt ontvangen? Enos, de zoon van Jakob en kleinzoon van Lehi, riep God ‘in machtig gebed’ (Enos 1:4) voor vergeving van zijn zonden aan. Deze les is bedoeld om je te helpen geloof in Jezus Christus te oefenen en je te bekeren om vergeving te ontvangen.

Nadenken over wat vergeving voor jou betekent

Stel je voor dat je een vriend(in) hebt met vragen over bekering en vergeving. Denk erover na hoe je de volgende vragen zou beantwoorden:

• Hoe weet je of je ergens voor moet worden vergeven?

• Hoe ontvang je vergeving van zonden?

• Hoe weet je of je nadat je je bekeerd had vergeving van zonden hebt ontvangen?

Bedenk wat je tegen je vriend(in) zou kunnen zeggen. Denk na over wat je van vergeving weet, welke ervaring je met vergeving hebt en wat je beter wilt gaan begrijpen.

Let tijdens je studie van het verhaal van Enos in deze les op wat hij deed om vergeving van zijn zonden te ontvangen en hoe dit op jou van toepassing is.

Vergeving begint met diepgaande gesprekken tussen jou en God

Enos, de zoon van Jakob en kleinzoon van Lehi, riep God ‘in machtig gebed’ voor vergeving van zijn zonden aan.

Lees Enos 1:1–8 en markeer woorden en zinsneden die je meer inzicht geven in vergeving ontvangen.

De tijd nemen om belangrijke zinnen te overpeinzen, is een nuttige schriftstudievaardigheid. Hierdoor kan de Heilige Geest je met meer begrip zegenen. Denk na over de betekenis van een bepaalde zin en zoek woorden op die je beter wilt begrijpen in de Gids bij de Schriften of het trefwoordenregister. Denk erover na waarom Enos een bepaalde zin gebruikte en of je ooit een vergelijkbare ervaring hebt gehad.

Kies hieronder een aantal zinnen of kies andere zinsneden uit die je hebt gevonden. Neem de tijd om na te denken wat je daardoor te weten komt.

• ‘De worsteling die ik heb gehad voor het aangezicht van God’ (vers 2)

• ‘Drongen tot diep in mijn hart door’ (vers 3)

• ‘Mijn ziel hongerde’ (vers 4)

• ‘Machtig gebed en smeking’ (vers 4)

• ‘Uw zonden zijn u vergeven’ (vers 5)

• ‘Mijn schuld [was] weggevaagd’ (vers 6)

• ‘Heer, hoe is het geschied?’ (vers 7)

• ‘Door uw geloof in Christus’ (vers 8)

1. Beantwoord de volgende vragen:

   • Welke woorden en zinsneden vielen je op? Waarom?

   • Wat kwam je te weten door deze zinsneden te overpeinzen?

   • Wat denk je dat God je met de ervaring van Enos wil leren?

Een belangrijk beginsel dat we door Enos te weten komen, is dat we vergeving van onze zonden ontvangen en kunnen genezen als we ons bekeren en geloof in Jezus Christus oefenen. Noteer dit beginsel eventueel in je studiedagboek.

Lees het volgende citaat van ouderling Dieter F. Uchtdorf van het Quorum der Twaalf Apostelen.

Als we ons eenmaal oprecht hebben bekeerd, zal Christus de schuldenlast van onze zonden wegnemen. Dan kunnen we te weten komen dat we vergeven en gezuiverd zijn. De Heilige Geest zal dat aan ons openbaren, want Hij is de Heiligmaker. Er is geen groter getuigenis van vergeving te vinden. (Dieter F. Uchtdorf, ‘Het punt van veilige terugkeer’, , mei 2007, 101.)

• Wat gebeurt er als iemand vergeving zoekt zonder zich te bekeren en geloof in Jezus Christus te oefenen? Waarom?

• Op welke manieren probeerde Enos zich te bekeren en geloof in Jezus Christus te oefenen?

• Wat betekent het volgens jou om gezond gemaakt te worden?

Het kan nuttig zijn om te zien welke vragen van het begin van de les je met behulp van het verhaal van Enos kunt beantwoorden.

We kunnen nog steeds ervaringen zoals Enos hebben

Voor de meeste mensen komt vergeving niet op zo’n directe of ingrijpende manier als bij Enos het geval was. Maar als we geloof in Jezus Christus oefenen en ons net als Enos bekeren, kunnen ook wij vergeving ontvangen en gezond worden gemaakt.

Denk na over je inspanningen om geloof in Jezus Christus te oefenen en je te bekeren. Overweeg daarbij het volgende:

• Denk na over wat je weet over Jezus Christus en zijn verlangen om je te vergeven en te helpen. Wat wil Hij dat je doet om geloof in Hem te oefenen en je te bekeren?

• Denk aan de laatste keer dat je geloof in Jezus Christus oefende en je bekeerde. Was dat kortgeleden? Waarom wel of niet?

• Plan een moment in om met meer geloof in Jezus Christus te bidden. Hoe zou je anders dan gewoonlijk kunnen bidden? Hoe kun je tonen dat je net als Enos vergeving van de Heer verlangt?

Facultatief: Wil je meer weten?

Wat moet ik nog meer over geloof in Jezus Christus weten?

President Dallin H. Oaks van het Eerste Presidium heeft gezegd:

Geloof in de Heer is vertrouwen op de Heer. We kunnen niet echt op de Heer vertrouwen als we niet volledig op zijn wil en timing vertrouwen. Bijgevolg kan ons geloof, hoe groot het ook is, geen resultaat opleveren dat ingaat tegen de wil van God in wie wij ons geloof hebben gesteld. Denk daaraan als uw gebeden niet beantwoord lijken te worden op de manier of op de tijd dat u dat verlangt. Het oefenen van geloof in de Heer Jezus Christus is altijd onderworpen aan de regels van de hemel, aan de goedheid, wil, wijsheid en timing van de Heer. Wanneer we dat soort geloof en vertrouwen in de Heer hebben, hebben we echte zekerheid en helderheid. (Dallin H. Oaks, ‘The Atonement and Faith’ [toespraak gehouden in een seminar voor nieuwe zendingspresidenten, juni 2001].)

Hoe kan ik beter bidden?

Ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

Onze gebeden zijn niet bedoeld om een lijstje met wensen of verzoeken op te sommen, maar om voor onszelf en voor anderen de zegeningen veilig te stellen die God ons graag wil geven, naar zijn wil en op zijn tijd. Elk oprecht gebed wordt door onze hemelse Vader gehoord en verhoord, maar niet altijd zoals wij dat willen, noch op de tijd of op de wijze die wij willen. […]

Gebed is een voorrecht en de oprechte wens van de ziel. We kunnen onze routineuze en wensgebeden achter ons laten en ons verheugen in zinvol gebed, wanneer wij in geloof bidden en handelen, geduldig de beproeving van ons geloof doorstaan en nederig de wil van God herkennen en accepteren. (David A. Bednar, ‘Bidden in geloof’, , mei 2008, 97.)