Kerkleerbeheersing: Mosiah 4:9

‘Geloof in God’

Bij je studie van Mosiah 4:9–10 heb je geleerd hoe belangrijk het is om in God te geloven. In deze les ga je de tekstverwijzing en kerngedachte van Mosiah 4:9 uit het hoofd leren, de leer uitleggen, en beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis op een praktijksituatie toepassen.

Uit het hoofd leren en uitleggen

Denk terug aan je ervaring tijdens het bestuderen van Mosiah 4:9–10 waarin koning Benjamin zijn volk uitnodigt om in God te geloven. Neem deze verzen en het schema in je studiedagboek uit de vorige les zo nodig nog eens door.

• Welke belangrijke eigenschappen van God wil koning Benjamin zijn volk graag laten geloven?

• Hoe kan geloof in deze goddelijke eigenschappen van God je leven beïnvloeden?

Kies een van de genoemde eigenschappen van God in Mosiah 4:9–10 die koning Benjamin zijn volk leert geloven. Vertel hoe je dit kunt uitleggen aan iemand die niet begrijpt wat het betekent.

De kerngedachte van Mosiah 4:9 is: ‘Geloof in God; […] geloof dat Hij alle wijsheid […] bezit.’ De volgende activiteit helpt je deze tekstverwijzing en kerngedachte uit het hoofd te leren.

Schrijf in je studiedagboek het woord geloof met grote letters op. Schrijf daaronder de zinsnede in God, en daaronder geloof dat Hij alle wijsheid bezit. Zet vervolgens de tekstverwijzing Mosiah 4:9 met grote letters onderaan. Zeg elke regel van boven naar beneden op terwijl je naar het woord, de zinsnede of de verwijzing wijst. Herhaal deze activiteit meerdere keren tot je alles uit het hoofd kent.

Praktische toepassing

Kijk de beginselen in alinea 5–12 van ‘Geestelijke kennis verkrijgen’ in het Basisdocument kerkleerbeheersing (2022) nog eens vlug door. Probeer de drie beginselen uit je hoofd op te sommen. Noteer vervolgens in je studiedagboek hoe je deze beginselen hebt gebruikt of kunt gebruiken.

Lees het volgende scenario en denk aan situaties in je leven waarin je geloof in God werd betwist of niet zo sterk was als je zou willen.

Myra zit in een klas waar de leerkracht godsdienst belachelijk maakt en niet in God gelooft. Myra had eerst moeite met die opmerkingen, maar na een paar maanden in de klas begon ze zich af te vragen of haar leerkracht misschien gelijk had. Ze had altijd in God geloofd, maar nu merkt ze dat ze aan Gods bestaan begint te twijfelen.

Je kunt je voorbereiden om de beginselen van geestelijke kennis verkrijgen in Myra’s situatie toe te passen door de video ‘His Grace: Choosing to Believe in God’ (4:07) op ChurchofJesusChrist.org te bekijken. Let dan op hoe de jongeman in deze video de beginselen van geestelijke kennis verkrijgen gebruikt en hoe die op Myra van toepassing kunnen zijn.

Pas de beginselen van geestelijke kennis verkrijgen en de leer in Mosiah 4:9 toe om Myra in haar situatie te helpen, of in een ander scenario met betrekking tot geloof in God dat relevanter voor je is.

Denk na over je antwoorden op de volgende vragen terwijl je bedenkt hoe je Myra zou helpen.

In geloof handelen

• Welke geloofsdaden kan iemand verrichten als hij of zij moeite heeft om in God te geloven?

• Wat heeft de betrokkene daar aan?

Ideeën en vragen vanuit een eeuwig perspectief onderzoeken

• Welke leringen uit Mosiah 4:9 kunnen iemand in deze situatie helpen om een eeuwig perspectief te hebben?

• Hoe kan iemands beslissing om wel of niet in God te geloven toekomstbepalend zijn?

Naar meer inzicht streven met behulp van bronnen die God heeft aangewezen

• Welke andere Schriftteksten of ervaringen (van jezelf of anderen) kunnen iemand met deze uitdaging helpen?

• Waar kunnen mensen in deze situatie nog meer informatie vinden? Zoek minstens één andere bron op en leg uit hoe die kan helpen.

1. Vertel hoe je de beginselen van geestelijke kennis verkrijgen en de leer in Mosiah 4:9 zou gebruiken om Myra in haar situatie te helpen.