Kerkleerbeheersing: Alma 7:11–13

‘En Hij zal uitgaan en pijnen en benauwingen en allerlei verzoekingen doorstaan’

Je hebt bij je studie van Alma 7:1–13 geleerd wat de Heiland als onderdeel van zijn verzoening heeft geleden, zodat ‘Hij naar het vlees zal weten hoe zijn volk te hulp te komen’ (Alma 7:12). In deze les ga je de tekstverwijzing en kerngedachte van Alma 7:11–13 uit het hoofd leren, de leer erin uitleggen, en beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis op praktijksituaties toepassen.

Uit het hoofd leren en uitleggen

De kerngedachte van Alma 7:11–13 is: ‘En Hij zal uitgaan en pijnen en benauwingen en allerlei verzoekingen doorstaan.’ Als je deze zinsnede nog niet in je Schriften gemarkeerd hebt, overweeg dan om dat nu te doen.

De volgende activiteit helpt je de tekstverwijzing en kerngedachte uit het hoofd te leren. Schrijf de tekstverwijzing en kerngedachte zo goed mogelijk uit het hoofd op. Als dat bij de eerste poging niet lukt, lees de verwijzing en kerngedachte dan nog eens door en probeer ze nogmaals op te schrijven. Blijf doorlezen en schrijven tot je alles uit het hoofd kunt opschrijven.

In een eerdere les heb je uit Alma 7:11–13 geleerd dat Jezus Christus heeft geleden om jou van zonde en de dood te redden, en je door aardse moeilijkheden heen te loodsen.

Stel dat een vriend(in) je een berichtje stuurt over iets moeilijks dat hij of zij doormaakt. Je denkt dat de boodschap in Alma 7:11–13 je vriend(in) wel kan helpen, maar bent bang dat hij of zij die niet zal lezen als je alleen de tekstverwijzing stuurt.

1. Beantwoord de volgende vraag:

   • Hoe zou je Alma 7:11–13 zo samenvatten dat je vriend(in) er baat bij heeft?

Praktische toepassing

Zoek de genoemde beginselen in ‘Geestelijke kennis verkrijgen’ in het Basisdocument kerkleerbeheersing (2022) op. Noteer deze beginselen als kopjes met wat ruimte ertussen in je studiedagboek, zodat je er later in de les vragen over kunt beantwoorden.

Bedenk hoe de beginselen van geestelijke kennis verkrijgen en de leer in Alma 7:11–13 in het volgende scenario van nut kunnen zijn.

Sinds Peters ouders enkele jaren geleden zijn gescheiden, is zijn leven er naar zijn idee steeds moeilijker op geworden. Hij vindt het op school moeilijk en sommige vrienden lijken minder met hem om te gaan dan voorheen. Peter gaat bijna niet meer naar de kerk, en ook lezen in de Schriften en bidden gebeurt nog maar weinig. Op een dag spreekt Peter met een van zijn vrienden over zijn moeilijkheden. Hij zegt: ‘Ik wil graag dat alles beter wordt, maar ik weet niet waar ik terecht kan. Ik voel me zo eenzaam en zie geen uitweg.’

Stel je voor dat je de vriend bent met wie Peter spreekt en dat hij jou advies vraagt om met zijn moeilijke situatie om te gaan. Gebruik de leringen in Alma 7:11–13 en de beginselen van geestelijke kennis verkrijgen om Peter met zijn uitdaging te helpen.

In geloof handelen

Lees alinea 5–7 van ‘Geestelijke kennis verkrijgen’ in het Basisdocument kerkleerbeheersing. Markeer eventueel wat je nuttig vindt.

2. Beantwoord ten minste een van de volgende vragen:

   • Wat kun je Peter over Jezus Christus en zijn verzoening bijbrengen waardoor hij in geloof kan handelen?

   • Wat kan Peter doen om de hulp te ontvangen die Jezus Christus kan geven?

Ideeën en vragen vanuit een eeuwig perspectief onderzoeken

Lees alinea 8 van ‘Geestelijke kennis verkrijgen’ in het Basisdocument kerkleerbeheersing. Markeer eventueel wat je nuttig vindt.

3. Beantwoord ten minste een van de volgende vragen:

   • Hoe zou onze hemelse Vader Peter tegen zijn situatie aan willen laten kijken?

   • Waarom zou het voor Peter nuttig zijn om zijn situatie vanuit een eeuwig perspectief te zien?

Naar meer inzicht streven met behulp van bronnen die God heeft aangewezen

Lees alinea 11–12 van ‘Geestelijke kennis verkrijgen’ in het Basisdocument kerkleerbeheersing en let op leringen waar Peter wat aan heeft.

4. Beantwoord ten minste twee vragen in dit gedeelte:

   • Naar wat voor bronnen die God heeft aangewezen kun je Peter verwijzen voor de hulp die hij nodig heeft?

   Alma 7:11–13 is een belangrijke bron die God heeft aangewezen in deze situatie. Lees deze verzen nog eens door en zoek naar leringen waar Peter iets aan heeft.

   • Wat wil je dat Peter van deze verzen opsteekt?

   • Ken je nog andere Schriftteksten waarin staat wat onze hemelse Vader Peter wil laten weten?