Seminarie
Helaman 13–16: De profeten van de Heer begrijpen


‘Helaman 13–16: De profeten van de Heer begrijpen’, Het Boek van Mormon — cursistenboek (2024)

‘Helaman 13–16’, Het Boek van Mormon — cursistenboek

Helaman 13–16

De profeten van de Heer begrijpen

Samuel de Lamaniet op de muur

Hoe vind je het dat mensen vraagtekens bij profeten plaatsen of kritiek op ze uiten? Wanneer Samuel de Lamaniet op de muur staat en het volk tot bekering roept, reageren ze verschillend op zijn woorden. Mensen reageren tegenwoordig net zo op profeten. Door deze les ga je de rol van profeten en hoe ze ons kunnen helpen beter begrijpen.

Vertrouwen op de profeten van de Heer

opschrijven (pictogram)Teken het volgende in je studiedagboek:

afbeelding met iemand onder kopje zij die profeten geloven en volgen, en iemand anders onder kopje zij die profeten niet geloven en zelfs bekritiseren.

Noteer rond beide poppetjes redenen waarom mensen profeten geloven en profeten volgen, of profeten niet geloven en zelfs bekritiseren.

Neem even de tijd om te bedenken wat je al over profeten hebt geleerd en weet waardoor jij en anderen kunnen geloven dat ze door God geroepen zijn. Je hebt bij je studie over Nephi in Helaman 7–10 misschien een lijst opgesteld met waarheden over profeten.

In Helaman 13 stuurt de Heer nog een profeet: Samuel de Lamaniet. Deze les is een overzicht van zijn leringen (zie Helaman 13–16). Je kunt bij je studie je lijst met waarheden over profeten desgewenst uitbreiden. Let op inzichten die iemand die het moeilijk vindt om te geloven kunnen helpen.

Samuel predikt tot de Nephieten

Lees Helaman 13:1–7; 14:9 en kijk wat je in Samuel aanspreekt.

  • Wat heb je van Samuels voorbeeld over profeten geleerd? (Voeg eventueel gevonden waarheden aan je lijst toe.)

Een van de waarheden die je misschien gevonden hebt, is dat de boodschap van een profeet niet van hemzelf, maar van de Heer afkomstig is. Markeer eventueel zinsneden in Helaman 13:5, 7; 14:9 die deze waarheid staven. Lees eventueel ook Helaman 7:29 en Leer en Verbonden 1:38; 21:4–5 als kruisverwijzingen en link ze aan de verzen in Helaman 13.

  • Hoe kan begrip van deze waarheid beïnvloeden hoe we naar profeten luisteren?

  • Wat hebben we eraan als we in de verleiding komen om ze in twijfel te trekken of te bekritiseren?

opschrijven (pictogram)
  1. Doe het volgende:

    Neem een paar minuten de tijd om een gedeelte van een recente conferentietoespraak van de profeet door te nemen. Denk aan de Heer en aan zijn bekommernis om jou. Probeer de toespraak te lezen alsof het een boodschap van de Heer is. Bereid een van de volgende zaken voor:

    • Zoek een specifieke zinsnede of lering op die volgens jou door de Heer is geïnspireerd. Vertel waarom.

    • Beschrijf wat je kunt doen om een persoonlijk getuigenis te ontvangen dat een boodschap van de profeet van de Heer komt.

De Nephieten reageren op de profeten

Lees Helaman 13:24–29; 14:10 en let op de houding van de Nephieten jegens profeten.

  • Wat leren we uit deze verzen over profeten?

Misschien heb je de volgende waarheid gevonden: De profeten van de Heer zijn niet populair bij de goddelozen. Noteer deze waarheid desgewenst bij deze verzen.

  • In welke opzichten zie je dat in deze tijd bewaarheid?

  • In hoeverre zijn zij die profeten bekritiseren en weerstaan ‘dwaze en blinde leidslieden’? (Helaman 13:29.)

  • Als we niet tot de Heiland komen om ons te bekeren en te verbeteren, in hoeverre verkiezen we dan ‘duisternis boven licht’? (Helaman 13:29.)

President Spencer W. Kimball (1895–1985) heeft gezegd:

Profeten kunnen […] de boodschap van de Heer niet aanpassen alleen maar om de mensen zich meer op hun gemak te laten voelen. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Ik ben erg dankbaar dat profeten niet naar populariteit verlangen. (Spencer W. Kimball, ‘Listen to the Prophets’, Ensign, mei 1978, 77.)

opschrijven (pictogram)
  1. Schrijf een reactie in minstens drie zinnen op het volgende scenario:

    Stel je voor dat iemand gelooft dat hij alles moet kunnen doen ‘wat [zijn] hart ook verlangt’ (Helaman 13:27). Bijgevolg is hij boos als de profeten hem aansporen zich te bekeren. Bereid op basis van wat je hebt geleerd een reactie op deze denkwijze of kritiek voor.

De Heer beschermt Samuel

Kijk goed naar de afbeelding aan het begin van de les. Je ziet daarop wat er aan het eind van Samuels toespraak gebeurt.

Lees Helaman 16:1–8 en zoek en markeer bewijzen van de waarheid dat Gods macht met zijn profeten is. (Voeg die waarheid eventueel aan je lijst toe.)

  • Waaruit blijkt dat God met Samuel is?

Hoewel niet alle profeten op die manier worden beschermd, beschermt God zijn profeten wel degelijk totdat ze hun werk hebben voltooid (zie Mosiah 13:1–4; Leer en Verbonden 122:9).

  1. Doe de volgende twee activiteiten en beantwoord de daaropvolgende vraag:

    Kies een profeet uit de Schriften of de kerkgeschiedenis. Som bewijzen op dat God met die profeet was. Verwijs eventueel naar de volgende voorbeelden van Noach, Mozes, Petrus en Joseph Smith.

    Noach en de ark met dieren

    (zie Genesis 7:7, 10–13, 17, 23)

    Mozes splijt de Rode Zee

    (zie Exodus 14:21–30)

    Een engel bevrijdt Petrus uit de gevangenis

    (zie Handelingen 12:4–11)

    Elia herstelt de sleutels van het priesterschap

    (zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:15–25)

    Som nu bewijzen op dat God ook met zijn hedendaagse profeten is. Enkele voorbeelden: hoe de leringen of aansporingen van hedendaagse profeten ons helpen om met de moeilijkheden van deze tijd om te gaan.

    • Waarom is het nuttig om die bewijzen in gedachten te houden?

Net zoals het volk van Nephi hebben wij de macht om te kiezen of we de leringen van de profeet aannemen of met kritiek en boosheid reageren. Noteer in je studiedagboek wat je over profeten hebt geleerd en wat je daarvan vindt. Blijf je deze week verdiepen in de geïnspireerde leringen van Samuel de Lamaniet en streef er onder gebed naar om ze toe te passen.