Seminarie
3 Nephi 15–16: ‘Eén kudde […] en één herder’


‘3 Nephi 15–16: “Eén kudde […] en één herder”’, Het Boek van Mormon — cursistenboek (2024)

‘3 Nephi 15–16’, Het Boek van Mormon — cursistenboek

3 Nephi 15–16

Eén kudde […] en één herder

Christus houdt liefdevol een lam in zijn armen

Toen Jezus Christus de mensen in het land Overvloed onderwees, toonde Hij zijn liefde voor elke persoon. Ieder werd uitgenodigd om te komen en zijn liefde te voelen (zie 3 Nephi 11). Vervolgens maakte Hij ze duidelijk dat Hij al Gods kinderen op dezelfde wijze liefheeft. Hij wil dat ieder individu, waar dan ook, onder zijn schapen wordt gerekend. Deze les is bedoeld om je inzicht te geven in het verlangen van de Heiland om jou en alle mensen tot Hem te vergaderen.

Namen en titels voor Christus

Het Boek van Mormon is een testament van Jezus Christus waarin veel verschillende namen en titels voor Hem staan. Dit zijn enkele voorbeelden:

opschrijven (pictogram)
opschrijven (pictogram)
  1. Beantwoord de volgende vragen:

  • Welke naam of titel voor Hem vind je het mooist? Wat zegt die naam of titel over Hem?

De schapen van de Heiland

In 3 Nephi 15–16 onderwijst Jezus de mensen bij de tempel in het land Overvloed verder. Hij legt uit dat de wet van Mozes in Hem is vervuld. Vervolgens noemt Hij een titel voor Zichzelf waardoor wij onze relatie met Hem beter kunnen begrijpen.

Lees 3 Nephi 15:17 en markeer de titel die Jezus Zichzelf gaf.

We worden vaak vergeleken met schapen die regelmatig van Jezus afdwalen, en verdwaald en verstrooid raken. Denk er eens over na of deze vergelijking weleens op jou van toepassing is geweest. Ben je weleens van je Herder, Jezus Christus, afgedwaald of heb je dierbaren die zijn afgedwaald?

  • Hoe kan iemand hoop houden om bij Jezus terug te keren als hij de gevoelens van Jezus jegens zijn verstrooide schapen begrijpt?

‘Andere schapen’

schapen in schaapskooi

In de tijd van de Heiland bouwden herders vaak schaapskooien (zoals die op deze afbeelding) om hun schapen tegen roofdieren en ander gevaar te beschermen. De kerk van de Heiland is een voorbeeld van een schaapskooi waarin Hij ons tegen gevaren van de wereld beschermt.

opschrijven (pictogram)
  1. Lees de volgende drie Schriftteksten en beantwoord de bijbehorende vragen:

Johannes 10:14–16 (Jezus spreekt tot zijn ‘schapen’ in het oude Israël)

  • Wat betekent het volgens jou dat Jezus zijn schapen kent en door hen wordt gekend?

3 Nephi 15:13–17, 21 (Jezus spreekt tot zijn ‘schapen’ in het oude Amerika)

3 Nephi 16:1–3 (Met deze ‘schapen’ bedoelde Hij ook ‘de verloren stammen van Israël’ [3 Nephi 17:4].)

  • Wat kom je door het gebod van onze hemelse Vader in deze verzen over Hem te weten?

De goede Herder

We komen door deze hoofdstukken onder meer het volgende te weten: Onze hemelse Vader en Jezus Christus willen iedereen tot de kudde van de Heiland vergaderen.

  • Tegen welke hedendaagse gevaren beschermt Jezus ons in zijn kudde?

Lees 1 Nephi 22:25, 28 en 3 Nephi 16:11–13. Let op de beschrijvingen van het werk van de vergadering van onze Herder in onze tijd.

  • Welke woorden en zinsneden beschrijven welke mensen onze Herder wil vergaderen? Wat moeten wij doen om zijn liefdevolle uitnodiging aan te nemen?

Tot de kudde van de Heiland vergaderen

Houd bij je studie van deze sectie een vriend(in) in gedachten, die momenteel niet de volledige zegeningen ondervindt die de Heiland aan de mensen in zijn kudde (de kerk) biedt. Misschien is hij of zij van zijn kerk afgedwaald, of is hij of zij nog niet gedoopt.

Lees de volgende Schriftteksten en uitspraak van ouderling Dale G. Renlund van het Quorum der Twaalf Apostelen. Je kunt ook de video ‘Onze goede Herder’ vanaf tijdcode 3:13 tot 4:44 op ChurchofJesusChrist.org bekijken. Let op dingen die je zou willen dat je vriend(in) over onze Herder weet.

15:21

Jezus Christus is de goede Herder, en Hij beschouwt ziekte in zijn schapen als iets dat behandeling, verzorging en mededogen nodig heeft. Deze Herder, onze goede Herder, is blij als zijn zieke schapen vooruitgang maken en genezen. […]

De aardse bediening van de Heiland werd gekenmerkt door liefde, mededogen en empathie. Hij liep niet minachtend over de stoffige wegen van Galilea en Judea, en deinsde niet terug voor zondaars. Hij vermeed ze niet vol afschuw. Nee, Hij ging bij ze eten. Hij hielp ze, zegende ze en bouwde ze op. Hij verving hun angst en wanhoop met vreugde en hoop. En als goede Herder gaat Hij naar ons op zoek en biedt Hij ons hulp en hoop. (Dale G. Renlund, ‘Onze goede Herder’, Liahona, mei 2017, 30.)

  1. Beantwoord de volgende vragen:

  • Wat wil je dat je vriend(in) uit deze teksten en de uitspraak van ouderling Renlund over onze Herder weet? Waarom?

  • Wat zijn voorbeelden van hoe de Heiland mensen tot Hem heeft vergaderd? (Die voorbeelden kunnen gaan over een bekende, mensen uit de Schriften of zelfs jezelf.)