‘3 Nephi 24: De wet van tiende van de Heer’, Het Boek van Mormon — cursistenboek (2024)
‘3 Nephi 24’, Het Boek van Mormon — cursistenboek
3 Nephi 24
De wet van tiende van de Heer
Wat heeft de Heer ons beloofd als we tiende betalen? De Heiland haalt de woorden van Maleachi aan om de Nephieten de wet van tiende en de zegeningen van dit gebod uit te leggen. In deze les word je gesterkt in je verlangen om tiende te betalen.
Jouw ervaringen
Lees de volgende scenario’s en bedenk welke het meest relevant zijn voor jou of de jongeren in jouw omgeving:
-
Carlos spaart voor een telefoon. Het komt niet in hem op om tiende te betalen.
-
Toen Sita jonger was, betaalde ze altijd tiende. Maar nu ze een baan heeft en meer geld verdient, vindt ze dat moeilijker.
-
Al het geld dat Oneka verdient, gaat naar haar familie. Ze vraagt zich af of ze tiende moet betalen terwijl haar familie het geld nodig heeft.
-
Anjum verdient niks, dus vraagt hij zich af hoe en of de wet van tiende op hem van toepassing is.
-
Welk scenario is voor jou het meest relevant? Waarom?
-
Welke vragen hebben jongeren wellicht over tiende?
Denk na over je eigen ervaringen met en kennis van tiende. Betaal je tiende of ben je bereid om tiende te betalen? Waarom, of waarom niet? Wat ben je door je ervaring met tiende te weten gekomen? Zoek bij je studie van deze les de leiding van de Heilige Geest, zodat Hij je deze wet kan helpen gehoorzamen.
De wet van tiende van de Heer
Jezus onderwijst de Nephieten en gebiedt ze de woorden op te schrijven die Maleachi ongeveer vierhonderd jaar daarvoor heeft opgeschreven. Maleachi profeteerde over de wederkomst van Jezus Christus en de rol die de Heiland bij het oordeel van de goddelozen zal spelen (zie 3 Nephi 24:1–6).
Lees 3 Nephi 24:7 en ga na met welk probleem het volk in de tijd van Maleachi te maken had.
-
In welk opzicht zouden de Nephieten op het volk in de tijd van Maleachi hebben geleken?
-
Wat beloofde de Heer het volk als het tot Hem zou terugkeren?
De Heer moedigt het volk aan tot Hem terug te keren en zich op zijn komst voor te bereiden. Hij haalt Maleachi aan om in tiende te onderwijzen.
Lees 3 Nephi 24:8–12 en markeer wat de Heer over de wet van tiende zegt. ‘Kaalvreter’ (vers 11) kan op ongedierte, droogte, overstromingen of zelfs op Satan slaan.
-
Wat valt je in deze verzen op?
-
In welk opzicht is tiende weigeren te betalen hetzelfde als God beroven?
-
Hoe zou je de volgende zin afmaken: ‘Als we de wet van tiende van de Heer gehoorzamen …’?
Je kunt de zin als volgt hebben afgemaakt: Als we de wet van tiende van de Heer gehoorzamen, zal Hij zegeningen op ons uitstorten.
In de tijd van Maleachi en de Nephieten betaalden de heiligen waarschijnlijk tiende door een tiende deel van hun voedsel of goederen te geven. Tegenwoordig ‘geven kerkleden een tiende van hun inkomen via de kerk aan de Heer. Dit geld wordt gebruikt om de kerk op te bouwen en het werk van de Heer over de hele wereld te bevorderen.’ (Gospel Topics, ‘Tithing’, topics.ChurchofJesusChrist.org.) Als iemand geen inkomen heeft, hoeft hij geen tiende te betalen, maar moet hij wel bereid zijn om dat later te doen.
De Heer sprak met krachtige, levendige woorden over tiende: ‘Beproef [of test] Mij […] of Ik dan niet voor u de vensters van de hemel zal openen en zegen over u zal uitgieten, zodat er niet voldoende plaats zal zijn om die te ontvangen’ (3 Nephi 24:10).
-
Wat wilde de Heer volgens jou met deze woorden en zinsneden benadrukken? Wat kom je over Hem te weten?
Persoonlijke toepassing
Denk na over alles wat je vandaag hebt geleerd en gevoeld terwijl je de volgende uitspraak van ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen leest:
Het betalen van een eerlijke tiende is veel meer dan een plicht; het is een belangrijke stap in het persoonlijke heiligingsproces. Ik wil de mensen die tiende betalen graag prijzen.
Degenen die op dit moment niet de wet van tiende gehoorzamen, nodig ik uit om uw levenswijze te herzien en u te bekeren. Ik getuig dat uw gehoorzaamheid aan deze wet van de Heer ertoe zal leiden dat de vensters van de hemel voor u opengaan. (David A. Bednar, ‘De vensters van de hemel’, Liahona, november 2013, 20.)