Seminarie
Jakob 4: ‘Ons geloof [wordt] onwankelbaar’


‘Jakob 4: “Ons geloof [wordt] onwankelbaar”’, Boek van Mormon – leerkrachtenboek (2024)

‘Jakob 4’, Boek van Mormon – leerkrachtenboek

Jakob 4

‘Ons geloof [wordt] onwankelbaar’

gouden platen

Het was niet makkelijk om woorden op metalen platen te graveren (zie Jakob 4:1). Waarom heeft Jakob dan toch de moeite gedaan? Hij kende de Heiland en hij wilde ons helpen tot Hem te komen. In deze les leer je om je geloof in Jezus Christus te versterken door de beginselen en waarheden die Jakob onderwijst te vinden, noteren en overpeinzen.

Leerstellingen en beginselen in de Schriften vinden. Help de cursisten leerstellingen en beginselen in de Schriften te vinden door zorgvuldige inspanning en oefening. Soms zijn die duidelijk verwoord, maar soms zitten ze in een Schriftuurverhaal verpakt. Naarmate de cursisten deze vaardigheid ontwikkelen, zullen ze sneller geneigd zijn de Schriften te raadplegen voor leiding en antwoorden op vragen.

Voorbereiding van de cursist: Vraag de cursisten Jakob 4:7–14 te lezen en zich voor te bereiden om over een beginsel of waarheid te vertellen die de wereld volgens hen nodig heeft.

Mogelijke leeractiviteiten

Waarover zou jij schrijven?

Voor de volgende schrijfactiviteit laat u de cursisten in Jakob 4:1–3 lezen hoe moeilijk het volgens Jakob was om op de platen te schrijven. Laat de cursisten vervolgens met een voorwerp (geen pen of potlood) een stukje tekst in aluminiumfolie of een vel papier graveren. Hierdoor gaan ze de moeite die Jakob heeft gedaan om zijn woorden voor ons op te tekenen wellicht meer waarderen.

Jakob gaf gehoor aan het gebod voor toekomstige generaties (zie Jakob 4:1–3) op de kleine platen ‘enkele van de dingen te schrijven die [hij] hoogst kostbaar achtte’ (Jakob 1:2). Stel je voor dat je bent gevraagd om een korte boodschap voor mensen in de toekomst te schrijven.

Schrijf voor je toekomstige kinderen en kleinkinderen in één alinea je belangrijkste kennis of ervaringen op.

Nodig vrijwilligers uit om een deel van wat ze hebben opgeschreven aan de klas voor te lezen.

Jakobs boodschap aan ons

Tijdens je studie van de boodschap die Jakob inspireert om Jakob 4 te schrijven, zodat mensen in deze tijd die zouden kunnen lezen, heb je de kans om te oefenen met nuttige studievaardigheden. Die vaardigheden zijn:

  1. Beginselen en waarheden vinden en noteren

  2. Overpeinzen en vragen stellen, waardoor je de waarheden en beginselen beter begrijpt

Wanneer je deze vaardigheden gebruikt, zul je tijdens je Schriftstudie de Heilige Geest vaker voelen en meer van Hem leren.

Het volgende gedeelte van de les is een voorbeeld van een manier waarop de cursisten deze studievaardigheden kunnen gebruiken.

1. Beginselen en waarheden vinden en opschrijven

Het is nuttig om tijdens je Schriftstudie even de tijd te nemen om de waarheden die je leert in het kort te noteren. Je kunt je eigen woorden, of woorden en zinsneden uit de Schriften gebruiken.

Oefen zo met het vinden van beginselen en waarheden:

  • Lees Jakob 4:1, 4–6 en ga na wat Jakob over de Heiland wilde opschrijven.

  • Markeer woorden en zinnen die je belangrijk vindt.

  • Noteer in je studiedagboek of in je Schriften wat volgens jou de belangrijkste boodschappen zijn in deze verzen.

Laat de cursisten vertellen welke beginselen of waarheden ze hebben gevonden. Bespreek het vetgedrukte beginsel in de volgende alinea als de cursisten een voorbeeld nodig hebben.

Een voorbeeld van een beginsel in vers 6: Oprecht de woorden van de profeten onderzoeken, zal mijn geloof in Jezus Christus versterken. Noteer dit beginsel eventueel in je studiedagboek of in je Schriften naast vers 6.

2. Overpeinzen en vragen stellen

Door overpeinzing ga je de gevonden beginselen en waarheden begrijpen en toepassen. Overpeins bijvoorbeeld vragen zoals de volgende:

Toon of geef de cursisten een kopie van de volgende vragen. Hierdoor helpt u ze beter begrijpen hoe ze deze studievaardigheid gebruiken. Ook kunnen ze er op die manier later in de les op terugvallen wanneer ze zelf met deze vaardigheid aan de slag gaan.

  • Waarom hebben mensen in deze tijd kennis van deze waarheid nodig?

  • Hoe is dit op mij van toepassing?

  • Wat wil de Heer dat ik doe met wat ik heb geleerd?

Vraag de cursisten, nadat ze tijd hebben gehad om te overpeinzen, wat ze hebben geleerd toen ze over het beginsel of de waarheid in deze tekst nadachten. Vertel eventueel hoe een waarheid in deze tekst u tot zegen is geweest.

Het volgende gedeelte is bedoeld om de cursisten te laten oefenen met het vinden, noteren en overpeinzen van wat ze uit de Schriften leren. Vraag de cursisten of ze deze activiteit individueel of met een klasgenoot willen doen.

Studievaardigheden oefenen

Oefen als volgt de vaardigheden om beginselen en waarheden te vinden, noteren en overpeinzen:

  1. Bestudeer Jakob 4:7–14 en zoek naar belangrijke leringen die Jakob over de Heiland opschreef.

  2. Noteer in je studiedagboek of Schriften beginselen of waarheden die mensen volgens jou dienen te begrijpen.

    Vraag vóór de volgende stap eerst vrijwilligers om een gevonden beginsel of waarheid op het bord te zetten. Hierdoor hebben de minder ervaren cursisten enkele voorbeelden van beginselen en waarheden.

  3. Overpeins het belang van je bevindingen. Stel vragen waardoor je die beter kunt begrijpen en toepassen. (In ‘Overpeinzen en vragen stellen’ staan voorbeelden van vragen die je kunt overpeinzen.)

    Vertel de cursisten dat ze een paar minuten de tijd hebben om het volgende te bespreken: de gekozen beginselen of waarheden, in welke verzen ze die hebben gevonden en waarom ze die belangrijk vinden. Laat ze zich voorbereiden om de andere cursisten te vertellen wat ze hebben geleerd. Ze kunnen hun gedachten ook op een andere manier delen, bijvoorbeeld door een meme of tekening te maken of een bericht op sociale media voor te bereiden. Toon de volgende punten om de cursisten bij hun voorbereiding te helpen.

    Let op cursisten die hulp nodig hebben en geef die. Overweeg relevant materiaal uit ‘Toelichting en achtergrondinformatie’ en ‘Aanvullende leeractiviteiten’ te bespreken.

  • Hoe het beginsel of de waarheid in kwestie een tiener kan helpen om zijn of haar geloof in Jezus Christus te versterken

  • Andere Schriftteksten of citaten van kerkleiders waardoor je dit beginsel of deze waarheid beter begrijpt.

  • Zaken die je kunt overpeinzen en vragen die je kunt stellen om dit beginsel of deze waarheid beter te gaan begrijpen.

  • Manieren waarop je het geleerde kunt toepassen om je geloof in Jezus Christus te versterken.

  • Ervaringen waarbij jou of bekenden zegeningen zijn toegevloeid door de woorden van Jakob toe te passen.

Laat de cursisten door het lokaal lopen en geef ze ongeveer twee minuten om met een andere cursist te bespreken wat ze hebben voorbereid. Als de tijd het toelaat, kunnen de cursisten om de beurt met een andere cursist hun voorbereide stuk bespreken.

Laat de cursisten na hun bespreking in hun studiedagboek noteren wat ze hebben geleerd en willen gaan toepassen. Moedig ze aan om de vaardigheden die ze vandaag tijdens de les hebben geoefend tijdens hun persoonlijke Schriftstudie te gebruiken.