Kerkleerbeheersing: 3 Nephi 11:10–11

‘Ik [heb] Mij in alle dingen aan de wil van de Vader onderworpen vanaf het begin’

Bij je studie van 3 Nephi 11 heb je geleerd dat Jezus Christus aan de Nephieten is verschenen. Hij zei dat Hij de wil van zijn hemelse Vader had volbracht door de zonden van de wereld op Zich te nemen. In deze les ga je de Schrifttekst kerkleerbeheersing en kerngedachte van 3 Nephi 11:10–11 uit het hoofd leren, de leer erin uitleggen, en beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis op praktijksituaties toepassen.

De cursisten in de gelegenheid stellen om hun getuigenis te geven. Zorg ervoor dat de cursisten begrijpen dat een getuigenis niet met bepaalde woorden hoeft te beginnen of alleen in een formele setting kan worden gegeven. Maak ze duidelijk dat ze getuigen wanneer ze op eenvoudige, oprechte wijze uiten wat ze geloven dat waar is.

Voorbereiding van de cursist: Laat de cursisten een familielid of kerkleider vragen waarom hij of zij ervoor heeft gekozen om Jezus Christus te volgen.

Mogelijke leeractiviteiten

Deze les kerkleerbeheersing wordt gegeven na ‘3 Nephi 11:1–11’, de contextuele les voor de Schrifttekst kerkleerbeheersing 3 Nephi 11:10–11. Als deze les kerkleerbeheersing naar een andere week moet worden verplaatst, zorg dan dat u de bijbehorende contextuele les ook in die week geeft.

Uit het hoofd leren en uitleggen

De kerngedachte van 3 Nephi 11:10–11 is: ‘Ik [heb] Mij in alle dingen aan de wil van de Vader onderworpen vanaf het begin.’ Markeer deze zinsnede uit vers 11 op zo’n manier dat deze tussen de rest van het vers opvalt.

Help de cursisten om de tekstverwijzing en kerngedachte van 3 Nephi 11:10–11 uit het hoofd te leren en uit te leggen. Laat bijvoorbeeld de volgende afbeeldingen van Jezus Christus zien, waarop Jezus Christus wordt afgebeeld die de wil van de Vader vervult door onze zonden op Zich te nemen.

Laat de cursisten de tekstverwijzing en kerngedachte meerdere keren opzeggen. Moedig de cursisten terwijl ze die uit het hoofd leren aan om niet alleen naar de woorden te kijken, maar ook naar de afbeeldingen. Laat ze nadenken over de betekenis van de woorden van de Heiland die ze uit het hoofd leren.

In een vorige les heb je het gehad over de waarheid in 3 Nephi 11:11 dat Jezus Christus de wil van de Vader deed door de zonden van de wereld op Zich te nemen.

Stel, iemand weet weinig over Jezus Christus en vraagt je te vertellen wat jij over Hem weet.

• Hoe zou je aan de hand van die waarheid en de kerngedachte uitleggen wat Jezus Christus voor ons heeft gedaan en waarom dat belangrijk is?

Praktische toepassing

Kijk de beginselen voor het verkrijgen van geestelijke kennis in alinea 5–12 in de sectie ‘Geestelijke kennis verkrijgen’ in het Basisdocument kerkleerbeheersing (2023) nog eens vlug door.

Stel de cursisten in de gelegenheid om te laten zien dat ze de beginselen van het verkrijgen van geestelijke kennis begrijpen. Zet bijvoorbeeld de drie beginselen op het bord en vraag enkele cursisten de beginselen in één zin op te schrijven of uit te leggen.

Het volgende scenario kan de cursisten helpen om de beginselen van het verkrijgen van geestelijke kennis en de leer in 3 Nephi 11:10–11 toe te passen. Toon eventueel het scenario, zodat de cursisten er tijdens de rest van de les steeds een blik op kunnen werpen.

Jessica brengt sinds kort meer tijd met een nieuwe groep vrienden door. Deze vrienden volgen Jezus Christus niet, maar ze lijken gelukkig te zijn zonder God. Jessica heeft geleerd om in Jezus Christus te geloven en Hem te volgen. Ze dacht altijd dat geluk voortvloeit uit gehoorzaamheid aan Jezus Christus, maar nu begint ze zich af te vragen hoe belangrijk het is om Hem te volgen.

De beginselen van het verkrijgen van geestelijke kennis zijn nuttig in vergelijkbare situaties.

Ideeën en vragen vanuit een eeuwig perspectief onderzoeken

Neem het volgende schema over in je studiedagboek zodat je beter begrijpt hoe Jessica haar vraag vanuit een eeuwig perspectief kan onderzoeken. Noteer in het schema alle redenen en uitkomsten die je voor beide kolommen kunt bedenken. Neem in de rechterkolom leerstellingen uit 3 Nephi 11:10–11 op.

De cursisten kunnen het volgende schema in kleine groepjes of klassikaal invullen.

Geef de cursisten het gevoel dat ze veilig hun mening kunnen uiten. Als de cursisten hulp nodig hebben bij het invullen van het schema, kunt u specifiekere vragen stellen, zoals: Waarom zou Jessica meer op haar nieuwe vrienden willen lijken? Waartoe leidt dit op de korte en lange termijn? Wat weet je over Jezus Christus dat het de moeite waard maakt om Hem te volgen? Welke zegeningen zou Jessica kunnen ontvangen als ze ervoor kiest om Jezus Christus te volgen?

	Anderen volgen	Jezus Christus volgen
Redenen:	Anderen volgen	Jezus Christus volgen
Gevolgen:	Anderen volgen	Jezus Christus volgen

Als de cursisten het schema hebben ingevuld, vraag ze dan wat ze hebben geleerd. Stel desgewenst de volgende vraag als onderdeel van deze bespreking:

• Wat heb je eraan gehad om op deze manier bij Jessica’s keuzes stil te staan?

  Stel de volgende vragen om de cursisten duidelijk te maken wat Jessica heeft aan de andere beginselen van het verkrijgen van geestelijke kennis.

• Welke andere door God aangewezen bronnen kunnen Jessica, naast 3 Nephi 11:10–11, nog meer het belang duidelijk maken van het volgen van Jezus Christus?

  Terwijl de cursisten de vorige vraag bespreken, kunnen ze hun nieuwe inzichten in het juiste vakje in de tweede kolom van hun schema zetten. Als de cursisten hulp nodig hebben bij het vinden van relevante door God aangewezen bronnen, kunt u ze verwijzen naar Schriften zoals Johannes 14:6; Handelingen 4:12 en 2 Nephi 25:20.

• Hoe kan Jessica haar geloof in Jezus Christus vergroten en gewilliger zijn om Hem te volgen?

Bedenk hoe de dingen die je vandaag hebt geleerd jou of iemand die je kent tot zegen kunnen zijn. Geef gehoor aan eventuele geestelijke ingevingen die je tijdens de les hebt gehad.

Herhaling kerkleerbeheersing

Laat in een toekomstige les een of twee afbeeldingen zien van het bezoek van Jezus Christus aan de Nephieten. Laat de cursisten de tekstverwijzing en kerngedachte bij deze afbeeldingen opzeggen. Als de cursisten hulp nodig hebben, zet u wat informatie op het bord om hun geheugen op te frissen. Zet bijvoorbeeld op het bord: 3 ________ 11:10– _____: ‘Ik [heb] _______________ in alle dingen _____________ van de _____ vanaf het ________________.’