Oude Testament 2022
11 december. Zet ik de dingen van God wel op de eerste plaats? Haggaï; Zacharia 1–3; 7–14


‘11 december. Zet ik de dingen van God wel op de eerste plaats? Haggaï; Zacharia 1–3; 7–14’, Kom dan en volg Mij – voor Aäronische-priesterschapsquorums en jongevrouwenklassen: leerstellige onderwerpen 2022 (2021)

‘11 december. Zet ik de dingen van God wel op de eerste plaats?’, Kom dan en volg Mij – voor Aäronische-priesterschapsquorums en jongevrouwenklassen: leerstellige onderwerpen 2022

Afbeelding
mensen bij de tempel

11 december

Zet ik de dingen van God wel op de eerste plaats?

Haggaï; Zacharia 1–3; 7–14

Afbeelding
met elkaar overleggen (pictogram)

Met elkaar overleggen

Onder leiding van een lid van het quorum- of klaspresidium; 10–20 minuten

Zeg eerst samen het jongevrouwenthema of het thema Aäronische-priesterschapsquorums op. Breng daarna aan de hand van een of meer van de onderstaande vragen een gesprek over het werk van heil en verhoging op gang. Je kunt ook zelf vragen bedenken. (Zie Algemeen handboek, 10.2, 11.2, ChurchofJesusChrist.org.) Stel een actieplan op om het besprokene uit te voeren.

  • Het evangelie naleven. Wat heeft de bisschap in de jongerenwijkraad besproken? Wat voor actie kunnen we op basis daarvan ondernemen?

  • Voor de behoeftigen zorgen. Hoe kunnen we als goede christenen iets voor andere mensen betekenen als we een behoefte zien en niet weten wat we moeten zeggen?

  • Allen uitnodigen om het evangelie te ontvangen. Wat hebben we in het evangelie van Jezus Christus gevonden dat ons vreugde brengt? Hoe kunnen we die vreugde doorgeven?

  • Gezinsleden voor eeuwig verenigen. Wat doen we om namen te vinden van onze voorouders die de tempelverordeningen nog moeten ontvangen? Hoe kunnen we anderen helpen om de namen van hun voorouders te vinden?

Doe aan het eind van de les eventueel het volgende:

  • Getuig van de behandelde beginselen.

  • Herinner de quorum- of klasleden aan de plannen en uitnodigingen die je tijdens de les besproken hebt.

Afbeelding
teach the doctrine icon

In de leer onderwijzen

Onder leiding van een volwassen leider of jongere; 25–35 minuten

Je geestelijke voorbereiding

Het leven zit vol belangrijke dingen. Als we niet oppassen, kan het dagelijks leven ons zo in beslag nemen dat we het doel van het leven vergeten. We weten wel dat we de Heiland en zijn evangelie de hoogste prioriteit moeten geven, maar we worden makkelijk afgeleid. Dat is misschien de reden dat de Schriften ons goede raad geven, zoals ‘baan het spoor voor je voet’ (Spreuken 4:26), ‘let aandachtig op uw wegen’ (Haggaï 1:5) en ‘onderzoek uzelf of u in het geloof bent’ (2 Korinthe 13:5).

De Israëlieten in de tijd van de profeet Haggaï konden deze aansporingen goed gebruiken. In hun ijver om Jeruzalem weer op te bouwen, hadden ze de wederopbouw van de tempel op de lange baan geschoven. Hoe kunnen we de waarschuwingen van de Heer in Haggaï 1 op onszelf toepassen? Hoe kun je de jongeren in je klas of quorum laten nadenken over hun inzet om de dingen van God op de eerste plaats te zetten? Lees eventueel de toespraak van ouderling Dale G. Renlund ‘Standvastige toewijding aan Jezus Christus’ (Liahona, november 2019, 22–25) of de leringen van president Ezra Taft Benson in ‘Het grote gebod – de Heer liefhebben’ (in Leringen van kerkpresidenten: Ezra Taft Benson [2014], 39–47).

Afbeelding
jongevrouwenklas

We kunnen de dingen van God de hoogste prioriteit geven.

Samen leren

Breng een bespreking op gang door zinsneden uit Haggaï 1:6 op het bord te schrijven. Bijvoorbeeld: veel zaaien maar weinig binnenbrengen, eten maar niet verzadigd worden, of loon ontvangen en het in een doorboorde buidel stoppen. Wat leren we hieruit over tijd en energie aan andere dingen besteden dan wat de Heer wil? De Heer vraagt niet van ons dat wij een tempel bouwen, maar wat vraagt Hij dan wél van ons? Hoe kunnen we die dingen de hoogste prioriteit geven? Aan de hand van de volgende activiteiten kunnen de jongeren zich afvragen of ze genoeg hun best doen om de dingen van God op de eerste plaats te zetten.

  • Wekelijks aan het avondmaal deelnemen, is de perfecte gelegenheid om onze toewijding aan Jezus Christus onder de loep te nemen. Hoe kunnen we het avondmaal gebruiken om te evalueren of we meer op de Heiland gaan lijken? Misschien kunnen de jongeren vertellen hoe ze dat doen. Ze kunnen ook een lijst maken van vragen die ze zichzelf tijdens het avondmaal kunnen stellen. Laat ze daarbij gebruikmaken van de leesopdracht van deze week of andere bronnen in het ‘Aanvullend materiaal’.

  • In zijn toespraak ‘De belangrijkste dingen’ (Liahona, november 2010, 19–22) gaf president Dieter F. Uchtdorf de jongeren de goede raad om ‘aandachtig op [hun] wegen’ te letten (Haggaï 1:5). Laat de jongeren alleen of in groepjes de laatste drie delen van de toespraak lezen (vanaf ‘De kracht van grondbeginselen’) en opzoeken wat het betekent om de Heiland in ons leven centraal te stellen. Waartoe worden ze geïnspireerd om meer toewijding aan Jezus Christus te tonen?

  • Veel mensen hebben het druk met goede dingen. Maar dat zijn niet altijd de beste dingen. Verduidelijk dit beginsel aan de hand van het eerste gedeelte van de toespraak van president Dallin H. Oaks ‘Goed, beter, best’ (Liahona, november 2007, 104–108). Je kunt de jongeren ook vragen om een lijst te maken van hun dagelijkse bezigheden. Laat ze evalueren welke activiteiten ‘goed’, ‘beter’ en ‘het beste’ zijn. Wanneer is een activiteit ‘het beste’? Laat de jongeren elkaar vertellen wat ze van deze zelfevaluatie leren.

In geloof handelen

Spoor de quorum- of klasleden aan om te bedenken hoe ze met de ingevingen die ze vandaag hebben gekregen aan de slag willen gaan. Moedig ze aan om hun plan op te schrijven. Als ze dat willen, mogen ze vertellen wat ze van plan zijn. Laat ze zich afvragen hoe hun band met onze hemelse Vader en Jezus Christus wordt versterkt als ze naar hun ingevingen handelen.

Aanvullend materiaal

Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland

‘Om iemand te beroeren is het niet nodig alles in een lesperiode te behandelen – vaak zijn een of twee kernpunten al genoeg’ (Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland7).

Afdrukken