‘30 september–6 oktober: “Ik ben de wet en het licht.” 3 Nephi 12–16’, Kom dan en volg Mij – voor thuis en in de kerk: Boek van Mormon 2024 (2023)
‘30 september–6 oktober. 3 Nephi 12–16’, Kom dan en volg Mij – voor thuis en in de kerk: 2024 (2023)
30 september–6 oktober: ‘Ik ben de wet en het licht’
3 Nephi 12–16
De mensen die bij de tempel in Overvloed bijeen waren gekomen, hadden net zoals Jezus’ discipelen die op de berg in Galilea waren samengekomen om de Bergrede te horen, de wet van Mozes nageleefd. Zij hadden die wet gevolgd omdat deze hun ziel op Christus richtte (zie Jakob 4:5). Nu stond Christus dan vóór hen en kondigde Hij een hogere wet aan. Maar zelfs wie de wet van Mozes nooit hebben nageleefd, kunnen wel inzien dat de norm die Jezus voor zijn discipelen vaststelde hoog is. ‘Ik wil dat u volmaakt bent’, verklaarde Hij (3 Nephi 12:48). Als je je daardoor tekort voelt schieten, bedenk dan dat Jezus ook heeft gezegd: ‘Gezegend zijn de armen van geest die tot Mij komen, want van hen is het koninkrijk van de hemel’ (3 Nephi 12:3). Deze hogere wet is een uitnodiging, waarmee Hij in feite zegt: ‘Kom dus tot Mij en laat u redden’ (3 Nephi 12:20). Deze wet wijst ons net zoals de wet van Mozes op Christus – de Enige die ons kan redden en vervolmaken. Hij zei: ‘Zie, Ik ben de wet en het licht. Vertrouw op Mij en volhard tot het einde, en u zult leven’ (3 Nephi 15:9).
Studietips voor thuis en in de kerk
Ik kan een waar discipel van Jezus Christus zijn.
Hier volgt een mogelijke manier om te bestuderen en toe te passen wat de Heiland in 3 Nephi 12–14 uiteenzet: Kies een reeks verzen en vat de leringen erin samen in één zin die begint met ‘Ware discipelen van Jezus Christus …’ 3 Nephi 13:1–8 kan bijvoorbeeld worden samengevat met ‘Ware discipelen van Jezus Christus streven er niet naar om publiekelijk geprezen te worden voor hun goede daden.’ Doe hetzelfde met deze passages:
Waartoe voel je je na het bestuderen van deze verzen geïnspireerd om Jezus Christus te volgen?
Het gebod in 3 Nephi 12:48 kan overweldigend en zelfs onmogelijk lijken. Wat leer je van ouderling Jeffrey R. Hollands toespraak ‘Weest u dan volmaakt – uiteindelijk’ (Liahona, november 2017, 40–42) over de woorden van de Heiland in dit vers? Wat maakt het volgens Moroni 10:32–33 mogelijk om volmaakt te worden zoals de Heiland?
Zie ook Dallin H. Oaks, ‘Opdracht tot wording’, Liahona, januari 2001, 40–43; Gospel Topics, ‘Become like Jesus Christ’, Evangeliebibliotheek; ‘U wil ik volgen, Heer’, Lofzangen, nr. 153; ‘Jezus Christus legt de hogere wet uit’ (video), Evangeliebibliotheek.
3 Nephi 12:1–2; 15:23–24; 16:1–6
Gezegend zijn zij die geloven zonder te zien.
Er zijn maar heel weinig kinderen van God die de Heiland gezien en zijn stem gehoord hebben, zoals dat het volk in Overvloed was vergund. De meesten van ons lijken meer op de mensen in 3 Nephi 12:2; 15:23 en 16:4–6. Welke beloften krijgen zulke mensen in deze verzen? Hoe zijn deze beloften in jouw leven in vervulling gegaan?
Zie ook Johannes 20:26–29; 2 Nephi 26:12–13; Alma 32:16–18.
3 Nephi 12:21–30; 13:1–8, 16–18; 14:21–23
Ik kan ernaar streven om de verlangens van mijn hart te zuiveren.
Misschien valt je in deze hoofdstukken onder meer op dat de Heiland ons uitnodigt om een hogere wet na te leven – om niet alleen in onze daden maar ook in ons hart rechtschapen te zijn. Let op dit thema wanneer de Heiland spreekt over onenigheid (3 Nephi 12:21–26), onzedelijkheid (3 Nephi 12:27–30), gebed (3 Nephi 13:5–8) en vasten (3 Nephi 13:16–18). Welke voorbeelden vind je nog meer? Wat kun je doen om de verlangens van je hart te zuiveren?
Mijn hemelse Vader zal mij goede dingen geven als ik vraag, zoek en klop.
Lees in 3 Nephi 14:7–11 over de uitnodiging van de Heiland om te vragen, zoeken en kloppen. Bedenk om welke ‘goede gaven’ Hij je wil laten vragen. In de volgende aanvullende Schriftteksten staat hoe je kunt vragen, zoeken en kloppen. Ze geven ook aan waarom sommige gebeden niet altijd verhoord worden zoals je verwacht: Jesaja 55:8–9; Helaman 10:4–5; Moroni 7:26–27, 33, 37 en Leer en Verbonden 9:7–9; 88:64. Hoe kunnen deze passages van invloed zijn op de manier waarop je bidt, zoekt en klopt?
Zie ook Milton Camargo, ‘Bid, zoek en klop’, Liahona, november 2020, 106–108.
Ideeën voor onderwijs aan kinderen
Ik kan een goed voorbeeld zijn door Jezus te volgen.
-
Soms beseffen kinderen niet in welke mate hun voorbeeld anderen tot zegen is. Moedig de kinderen met 3 Nephi 12:14–16 aan om hun licht te laten schijnen. Je kunt je kinderen naar zichzelf laten wijzen als ze in deze verzen de woorden ‘u’ of ‘uw’ horen. Vertel de kinderen over het licht dat je in hen ziet als ze Jezus Christus volgen en hoe dat jou inspireert om Hem ook te volgen. Jullie kunnen ook samen een liedje zingen waarin de kinderen worden aangemoedigd hun licht te laten schijnen, zoals ‘Ik schijn als een ster’ (Kinderliedjes, p. 84).
-
Om je kinderen aan te moedigen hun licht niet te verbergen (zie 3 Nephi 12:15), laat je ze om de beurt een lamp of ander licht verbergen of bedekken. Ze kunnen het licht tevoorschijn brengen als ze iets noemen wat ze kunnen doen om een goed voorbeeld voor anderen te zijn.
‘Verzamel u schatten in de hemel.’
-
Deze verzen kunnen leiden tot een bespreking van de dingen die we koesteren. Misschien kun je je kinderen op schattenjacht laten gaan naar dingen die ze aan schatten van eeuwige waarde doen denken.
Mijn hemelse Vader beantwoordt mijn gebeden.
-
Lees 3 Nephi 14:7, en laat je kinderen daarbij gebaren maken die de uitnodigingen van de Heiland in dit vers uitbeelden. Ze kunnen bijvoorbeeld hun hand opsteken (vraag), een verrekijker nabootsen (zoek) of doen alsof ze op een deur kloppen (klop). Bedenk samen dingen die de kinderen in hun gebed kunnen zeggen en vragen.
-
Je kinderen vinden het misschien leuk om een spel te spelen waarbij ze om iets vragen en dan iets heel anders ontvangen. Wat wilde de Heiland ons in 3 Nephi 14:7–11 over onze Vader in de hemel laten weten?
De Heiland wil dat ik naar zijn woorden luister en doe wat Hij zegt.
-
Bedenk hoe je je kinderen de gelijkenis in deze verzen kunt helpen visualiseren. Laat ze tekeningen maken, dingen doen of iets bouwen op een stevig en een zanderig fundament. Ze kunnen ook ‘een verstandig man’ in 3 Nephi 14:24–27 vervangen door hun eigen naam of ‘De wijze en de dwaze man’ (Kinderliedjes, p. 132) zingen. Of ze kunnen opstaan als ze het woord ‘doet’ in 3 Nephi 14:21–27 en 15:1 horen.
-
Je kunt aanschouwelijk onderwijs gebruiken. Laat de kinderen zich voorstellen dat een van hun benen staat voor de woorden van de Heiland horen en dat het andere been staat voor doen wat de Heiland heeft gezegd. Laat je kinderen proberen op alleen hun been voor ‘horen’ te balanceren. Wat zou er gebeuren als er een harde wind door de kamer waaide? Dan kun je met je kinderen zoeken naar specifieke dingen die de Heiland ons heeft geleerd om te doen: zie 3 Nephi 12:3–12, 21–26; 13:5–8.