Het licht van zijn aanschijn bescheen hen, Gary L. Kapp

7–13 oktober: ‘Zie, mijn vreugde is overvloedig’

3 Nephi 17–19

Jezus Christus had net een dag aan bedieningswerk in het land Overvloed besteed. Hij had zijn evangelie uiteengezet, de mensen de tekens in zijn herrezen lichaam laten zien en voelen, en getuigd dat Hij de beloofde Heiland was. Nu was het tijd om te vertrekken. ‘Mijn tijd is nabij’, zei Hij (3 Nephi 17:1). Hij zou terugkeren naar zijn Vader en Hij wist dat de mensen tijd nodig hadden om te overdenken wat Hij had gezegd. Met de belofte dat Hij de volgende dag terug zou komen, stuurde Hij de menigte naar huis. Maar niemand ging weg. Ze maakten hun gevoelens niet kenbaar, maar Jezus voelde die wel aan: zij hoopten dat Hij ‘nog wat langer bij hen [zou] blijven’ (3 Nephi 17:5). Hij had andere belangrijke dingen te doen, maar barmhartigheid aan Gods kinderen tonen is voor Hem altijd een hoge prioriteit. Jezus bleef dus nog wat langer. Wat daarna gebeurde, is misschien wel het tederste voorbeeld van bediening dat in de Schriften is opgetekend. Zij die erbij waren, konden alleen zeggen dat het onbeschrijflijk was (zie 3 Nephi 17:16–17). Jezus vatte deze spontane geestelijke uitstorting zelf met deze eenvoudige en krachtige woorden samen: ‘Nu zie, mijn vreugde is overvloedig’ (3 Nephi 17:20).

Studietips voor thuis en in de kerk

3 Nephi 17; 18:24–25, 30–32

De Heiland is mijn volmaakte voorbeeld van bediening.

Toen de Heiland verscheen, waren er ruim 2500 mensen aanwezig, maar Hij vond een manier om ze allemaal afzonderlijk te bedienen. Wat valt je op aan de manier waarop Hij diende in 3 Nephi 17; 18:24–25, 28–32? In welke behoeften voorzag zijn bediening? Welke eigenschappen maakten zijn bediening effectief? Je kunt ook bedenken hoe Hij jou bedient. Hoe kun je zijn voorbeeld volgen? (Zie ook 3 Nephi 18:24–25 en 28–32.)

Zie ook ‘Jesus Christ Has Compassion and Heals the People’ (video), Evangeliebibliotheek.

3 Nephi 17:13–22; 18:15–25; 19:6–9, 15–36

De Heiland heeft mij leren bidden.

Stel je voor hoe het zou zijn om de Heiland voor jou te horen bidden. Wat voor invloed zou zo’n ervaring op je gebeden hebben? Denk hierover na bij je studie van 3 Nephi 17:13–22; 18:15–25 en 19:6–9, 15–36. Wat leer je uit het voorbeeld en de leringen van Jezus Christus over het gebed? Zoek eventueel naar inzichten over hoe, wanneer, waar, voor wie en waarom je moet bidden. Welke inzichten haal je nog meer uit deze verzen?

Zie ook Leer en Verbonden 10:5.

3 Nephi 18:1–12

Ik kan met de Geest vervuld worden wanneer ik van het avondmaal neem.

Als we iets vaak doen, gaan we het soms routinematig of nonchalant doen. Soms doen we het zelfs zonder na te denken. Hoe kun je ervoor zorgen dat dit niet met de wekelijkse verordening van het avondmaal gebeurt? Bedenk bij het lezen van 3 Nephi 18:1–12 hoe je elke keer dat je aan het avondmaal deelneemt geestelijk ‘verzadigd’ kunt worden (zie ook 3 Nephi 20:1–9). Wat zijn volgens vers 5–7, 11 enkele dingen die je ‘altijd’ moet doen? Je kunt ook overwegen waarom Jezus ons de verordening van het avondmaal heeft gegeven – en of het avondmaal zijn doeleinden in jouw leven verwezenlijkt. Waarom is het avondmaal heilig voor jou?

In zijn boodschap ‘Hem altijd indachtig zijn’ (Liahona, februari 2018, 4–5) gaf president Henry B. Eyring drie suggesties van ‘onderwerpen waarover [je] kunt nadenken als [je] ’s zondags aan het avondmaal deelneemt’. Wat valt je op aan zijn suggesties? Wat kun je doen om je aanbidding tijdens het avondmaal en doordeweeks te verbeteren?

Wat kun je nog meer doen om betekenisvoller te aanbidden? Je kunt jezelf vragen stellen als: Hoe beïnvloedt het offer van de Heiland mijn dagelijks leven? Wat doe ik goed als zijn discipel en wat kan ik verbeteren?

Zie ook Mattheüs 26:26–28; Jeffrey R. Holland, ‘Zie het Lam van God’, Liahona, mei 2019, 44–46; ‘Jezus Christus stelt het avondmaal in’ (video), Evangeliebibliotheek; Gospel Topics, ‘Sacrament’, Evangeliebibliotheek.

Neem de tijd om te overpeinzen. Soms is Schriftstudie een combinatie van lezen, bidden en overpeinzen. Als je de tijd neemt om stil na te denken en met God te communiceren over de dingen die je leert, kan de macht van zijn woord in je leven toenemen.

3 Nephi 18:22–25

Ik kan het licht van Jezus Christus omhoog houden.

Stel dat je een vriend(in) hebt die niets over Jezus Christus weet behalve dat jij een van zijn volgelingen bent. Welke conclusies zou je vriend(in) aan de hand van jouw daden over Hem trekken? Wat betekent het voor jou om je ‘licht omhoog [te houden], opdat het voor de wereld zal schijnen’? (3 Nephi 18:24.) Welke andere uitnodigingen gaf de Heiland in 3 Nephi 18:22–25 om dat licht omhoog te houden?

Zie ook Bonnie H. Cordon, ‘Zodat zij kunnen zien’, Liahona, mei 2020, 78–80.

3 Nephi 18:36–37; 19:6–22

Discipelen streven naar de gave van de Heilige Geest.

Denk na over je recente gebeden. Wat zeggen je gebeden over je diepste verlangens? Nadat de menigte een dag in de nabijheid van de Heiland had vertoefd, ‘baden [zij] om hetgeen zij het meest verlangden’, namelijk de gave van de Heilige Geest (3 Nephi 19:9). Waarom is de gave van de Heilige Geest zo begeerlijk? Sta bij het lezen van deze passages stil bij je eigen verlangen naar het gezelschap van de Heilige Geest. Hoe kun je oprecht naar dat gezelschap streven?

Zie voor meer ideeën de Liahona en Voor de kracht van de jeugd van deze maand.

Ideeën voor onderwijs aan kinderen

3 Nephi 17:7, 20–25

De Heiland houdt van alle kinderen van onze hemelse Vader.

• Je kunt een afbeelding zoals die in deze les of de video ‘Jesus Christ Prays and Angels Minister to the Children’ (Evangeliebibliotheek) gebruiken om je kinderen het verhaal in 3 Nephi 17 te laten visualiseren. Lees zinsneden of verzen uit 3 Nephi 17 voor waarin de liefde van de Heiland voor de mensen naar voren komt (zoals vers 7 en 20–25). Laat de kinderen dan zichzelf samen met Jezus tekenen. Bedenk intussen samen manieren waarop Jezus zijn liefde voor hen toont.

Ziet uw kleinen, Gary L. Kapp

3 Nephi 18:1–12

Ik kan aan Jezus denken als ik aan het avondmaal deelneem.

• Laat je kinderen vertellen wat er tijdens het avondmaal gebeurt. Lees vervolgens 3 Nephi 18:1–12 en laat je kinderen een hand opsteken als ze iets horen wat vergelijkbaar is met wat we tegenwoordig doen. Wat verwacht Jezus Christus dat wij indachtig zijn of waar we aan denken tijdens het avondmaal? (Zie 3 Nephi 18:7, 11.)

3 Nephi 18:15–24; 19:6–9, 15–36

Jezus heeft mij geleerd hoe ik moet bidden.

• Een liedje over het gebed zingen, zoals ‘Gebed van een kind’ (Kinderliedjes, p. 6–7), is een goede manier om je kinderen te laten nadenken over de redenen dat we bidden. Jullie kunnen dan 3 Nephi 18:18–21 lezen en bespreken wat Jezus over het gebed zei. Als je je kinderen vraagt hoe ze zich voelen als ze bidden, kunnen ze hun getuigenis van het gebed geven.

• De kinderen kunnen op schattenjacht gaan naar enkele zegeningen van het gebed. Je kunt de volgende tekstverwijzingen op strookjes papier schrijven en die verbergen: 3 Nephi 18:15; 3 Nephi 18:20; 3 Nephi 18:21; 3 Nephi 19:9 en 3 Nephi 19:23. Je kinderen kunnen dan de papiertjes zoeken, de verzen lezen, en letten op wat Jezus Christus of zijn discipelen over het gebed hebben gezegd.

Zie voor meer ideeën de Vriend van deze maand.

Engelen dienden hen, Walter Rane.