Aanhangsel A

Hoe getuigt de Geest tot mij dat het Boek van Mormon waar is?

U bent misschien op de hoogte van Moroni’s belofte aan allen die het Boek van Mormon lezen: ‘Indien u vraagt met een oprecht hart, met een eerlijke bedoeling en met geloof in Christus, zal Hij de waarheid [van het Boek van Mormon] aan u openbaren door de macht van de Heilige Geest’ (Moroni 10:4). Maar wat betekent het om de waarheid ‘door de macht van de Heilige Geest’ te kennen? Hoe kunt u weten wanneer de Heilige Geest tot u spreekt?

Bedenk dat de Heilige Geest heel anders met ons communiceert dan we in onze communicatie met elkaar gewend zijn. Maar uw hemelse Vader wil u helpen om de Geest te leren herkennen. Hij heeft u het Boek van Mormon gegeven, waarin diverse trouwe dienstknechten hun ervaringen met de stem van de Heer beschrijven.

Zo wees Nephi zijn broers erop dat de Heer ‘met een stille, zachte stem’ tot hen gesproken had, hoewel ze die stem niet per se met hun oren konden horen. Nephi zei dat zijn broers ‘gevoelloos geworden’ waren en ‘zijn woorden niet [konden] voelen’ (1 Nephi 17:45, cursivering toegevoegd). Enos schreef dat het antwoord op zijn gebeden als ‘de stem van de Heer […] in [z]ijn binnenste’ klonk (Enos 1:10). Overdenk ook de volgende woorden die de stem uit de hemel beschrijven toen de herrezen Heiland in het land Overvloed verscheen: ‘Het was geen scherpe stem, evenmin was het een luide stem; maar toch, […] doordrong [zij] hen tot in de ziel en deed hun hart branden’ (3 Nephi 11:3).

Misschien hebt u ook dergelijke of juist andere ervaringen gehad. De Heilige Geest communiceert op uiteenlopende manieren en ieder van ons kan op eigen wijze openbaring ontvangen. Wanneer de Geest in ons leven werkzaam is, merken wij zijn invloed op ons op allerlei manieren. De apostel Paulus sprak over ‘de vrucht van de Geest’ – gevoelens van onder meer ‘liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing’ (Galaten 5:22–23).

Hier zijn nog enkele leringen en voorbeelden uit het Boek van Mormon over de Heilige Geest. U ziet onder het lezen hopelijk in dat de Heilige Geest meer tot u gesproken heeft dan u beseft, en tot u getuigt dat het Boek van Mormon werkelijk het woord van God is.

Dankbaarheid en vreugde

Het Boek van Mormon begint ermee dat de profeet Lehi een wonderbaarlijk visioen zag. Hij kreeg in dit visioen een boek en een uitnodiging om het te lezen. Er staat in de kroniek ‘dat hij al lezende vervuld werd met de Geest van de Heer.’ Dit zette Lehi ertoe aan om God te loven voor zijn ‘macht en goedheid en barmhartigheid’. Vervolgens staat er: Lehi’s ‘ziel verheugde zich, en zijn gehele hart was vervuld’ (1 Nephi 1:12, 14–15).

Hebt u zoiets ook wel eens meegemaakt? Is uw hart door het Boek van Mormon te lezen ooit met dankbaarheid voor Gods goedheid en barmhartigheid vervuld? Heeft uw ziel zich ooit naar aanleiding van passages in het Boek van Mormon verheugd? Die gevoelens zijn de invloed van de Geest. Ze getuigen tot u dat de woorden die u leest van God komen en zijn waarheid overbrengen.

Een veranderd hart

Nadat koning Benjamin een opmerkelijke toespraak over de verzoening van Jezus Christus voor zijn volk had uitgesproken (zie Mosiah 2–4), wilde hij weten of zij ‘de woorden geloofden die hij tot hen had gesproken’. Zij gaven te kennen dat zij zijn boodschap inderdaad geloofden. Waarom? ‘Dankzij de Geest van de almachtige Heer, die een grote verandering in ons, ofwel in ons hart, heeft teweeggebracht, waardoor wij niet meer geneigd zijn om kwaad te doen, maar wél om voortdurend goed te doen’ (Mosiah 5:1–2).

Misschien hebt u in uw hart ook zoiets bespeurd terwijl u het Boek van Mormon aan het lezen was. U hebt zich misschien geïnspireerd gevoeld om een betere persoon te worden, u van zonde af te keren of iets goeds voor iemand te doen. Dit is het geestelijke getuigenis waar u naar op zoek bent dat het boek door God geïnspireerd is. Want zoals Mormon aangaf, ‘is alles wat uitnodigt en verlokt om goed te doen en God lief te hebben en Hem te dienen, door God ingegeven’ (Moroni 7:13; zie ook 2 Nephi 33:4, 10; Alma 19:33; Ether 4:11–12).

Een verlicht verstand

Toen Alma de Zoramieten wilde helpen om ‘[z]ijn woorden te beproeven’ en voor zichzelf te weten of zijn getuigenis waar was, vergeleek hij het woord van God met een zaadje: ‘Indien u plaats inruimt, zodat er een zaadje in uw hart kan worden gezaaid,’ legde hij uit, ‘dan zal het […] in uw boezem gaan zwellen; en wanneer u die zwelling bemerkt, zult u bij uzelf beginnen te zeggen: Het moet wel een goed zaadje zijn, ofwel een goed woord, want het begint mijn ziel te verruimen; ja, het begint mijn verstand te verlichten, ja, het begint heerlijk voor mij te zijn’ (Alma 32:27–28).

U ruimt plaats voor de woorden van het Boek van Mormon in uw hart in wanneer u er iets mee wilt doen en uw keuzes erop wilt afstemmen. Hoe zullen die woorden dan uw ‘ziel [gaan] verruimen’ en uw ‘verstand [gaan] verlichten’? U merkt misschien dat u geestelijk sterker wordt. U bent misschien liefdevoller en opener jegens anderen. U merkt misschien ook dat u dingen beter begrijpt, met name geestelijke dingen – bijna alsof er licht in uw verstand schijnt. U ervaart dan mogelijk ook dat de leer in het Boek van Mormon ‘heerlijk’ is. Zulke gevoelens doen u beseffen dat u werkelijk een geestelijk getuigenis van waarheid hebt ontvangen, zoals Alma verklaarde: ‘O, is dat dan geen werkelijkheid? Ik zeg u: Ja; want het is licht; en alles wat licht is, is goed, omdat het waarneembaar is; daarom moet u wel weten dat het goed is’ (Alma 32:35).

U hoeft zich niet af te vragen

Dit zijn slechts enkele manieren waarop de Geest communiceert. Maar er zijn er nog veel meer. Blijf letten op de stem van de Geest en u zult zijn voortdurende, bevestigende getuigenis van de waarachtigheid van het Boek van Mormon ontvangen.

President Russell M. Nelson heeft beloofd: ‘U hoeft zich niet af te vragen wat waarheid is. U hoeft zich niet af te vragen wie u werkelijk kunt vertrouwen. U kunt door persoonlijke openbaring zelf een getuigenis ontvangen dat het Boek van Mormon het woord van God is, dat Joseph Smith een profeet is en dat dit de kerk van de Heer is. Wat anderen ook zeggen of doen, niemand kan u een getuigenis in uw hart en uw verstand over wat waar is, afnemen.’ (‘Openbaring voor de kerk, openbaring voor onszelf’, Liahona, mei 2018, 95.)