‘Aanhangsel B: Duidelijke en waardevolle waarheden’, Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen: Boek van Mormon 2020 (2020)
‘Aanhangsel B’, Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen: 2020
Aanhangsel B
‘Duidelijke en waardevolle waarheden’
Het Boek van Mormon werd opgetekend om tijdens de laatste dagen tevoorschijn te komen, in een tijd van wijdverspreide verwarring over de leer, oftewel Gods eeuwige waarheid. Het goddelijke doel van dat boek, zoals Nephi dat voorzag, is onder meer ‘de waarheid bevestigen van de [Bijbel]’, ‘de duidelijke en waardevolle dingen bekendmaken’ die door de eeuwen heen verloren zijn gegaan, en ‘alle geslachten, talen en volken bekendmaken dat het Lam van God de Zoon is van de eeuwige Vader en de Heiland van de wereld’ (1 Nephi 13:40).
Het Boek van Mormon openbaart eeuwige waarheden die tijdens de afval verloren zijn gegaan. Het voegt tevens een tweede, verklarend getuigenis aan de vele waarheden in de Bijbel toe. Hier zijn enkele van die waarheden. Let op deze en andere duidelijke en waardevolle waarheden terwijl u het Boek van Mormon bestudeert.
De Godheid
-
Onze hemelse Vader, Jezus Christus en de Heilige Geest zijn afzonderlijke personen, maar één in doel (zie 3 Nephi 11:32, 36).
-
De herrezen Heiland heeft een tastbaar lichaam (zie 3 Nephi 11:10–17).
Aanvullende Schriftteksten over de Godheid: 2 Nephi 31:6–8; Ether 12:41
De verzoening van Jezus Christus
-
Jezus Christus heeft voor onze zonden en benauwingen geleden, zodat Hij zou weten hoe Hij ons te hulp kan komen (zie Alma 7:11–13).
-
We kunnen door de genade van Jezus Christus vervolmaakt worden (zie Moroni 10:32–33).
Aanvullende Schriftteksten over de verzoening van de Heiland: 1 Nephi 10:6; 2 Nephi 2:6–9; Jakob 4:11–12; Mosiah 3:1–19; Alma 34:8–16
Het heilsplan
-
De val van Adam en Eva was een essentieel onderdeel van het plan van onze hemelse Vader (zie 2 Nephi 2:22–27).
-
Tegenstellingen zijn noodzakelijk zodat we onze keuzevrijheid kunnen gebruiken (zie 2 Nephi 2:11–16).
-
We zullen naar onze daden en de verlangens van ons hart geoordeeld worden (zie Alma 41:3–7).
-
De ‘poel van vuur en zwavel’ staat symbool voor de smart van de onbekeerlijken (zie 2 Nephi 9:16–19; Mosiah 3:24–27).
Aanvullende Schriftteksten over het heilsplan: 2 Nephi 9:11–26; Alma 22:12–14; 34:31–35; 42:1–26
De afval en de herstelling
-
De grote afval vond plaats wegens goddeloosheid en ongeloof (zie Mormon 8:28, 31–41).
-
Het Boek van Mormon bevestigt de waarheden in de Bijbel (zie 1 Nephi 13:19–41; 2 Nephi 3:12).
-
Christus’ kerk moet met zijn naam aangeduid worden (zie 3 Nephi 27:3–9).
Aanvullende Schriftteksten over de afval: 1 Nephi 13:1–9, 24–29; 2 Nephi 27–28
Aanvullende Schriftteksten over de herstelling: 1 Nephi 14:7–12; 22:7–11; 2 Nephi 3:7–24; 25:17–18
Profeten en openbaring
-
Alle profeten getuigen van Jezus Christus (zie Mosiah 13:33–35).
-
Kennis van geestelijke waarheid komt door de Heilige Geest (zie Alma 5:45–47).
-
De Bijbel bevat niet alle woorden van God (zie 2 Nephi 29:10–13).
-
Openbaring van God is in deze tijd niet opgehouden (zie Mormon 9:7–9).
Aanvullende Schriftteksten over profeten: 1 Nephi 22:1–2; Mosiah 8:16–18; Helaman 13:24–33
Aanvullende Schriftteksten over openbaring: Jakob 4:8; Alma 12:9–11; 17:2–3; Moroni 10:5
Priesterschap
-
Priesterschapsdragers zijn vanaf de grondlegging van de wereld geroepen en voorbereid (zie Alma 13:1–3).
-
Iemand moet gezag van God ontvangen om het evangelie te prediken (zie Mosiah 23:17).
Aanvullende Schriftteksten over het priesterschap: Mosiah 18:17–20; Alma 13; Helaman 10:7
Verordeningen en verbonden
-
De doop is essentieel om het eeuwige leven te ontvangen (zie 2 Nephi 31:4–13, 17–18).
-
De doop moet door onderdompeling verricht worden (zie 3 Nephi 11:23–27).
-
Kleine kinderen hoeven niet gedoopt te worden (zie Moroni 8:8–12).
-
Verordeningen moeten volgens de geboden van Christus door iemand met het juiste gezag bediend worden (zie Mosiah 18:17–18; 3 Nephi 11:21–27; Moroni 4:1).
Aanvullende Schriftteksten over verordeningen: Mosiah 18:8–17; 21:33–35; Alma 13:16; 3 Nephi 18:1–11; Moroni 2–6; 8:4–26
Aanvullende Schriftteksten over verbonden: 2 Nephi 11:5; Mosiah 5:1–9; Alma 24:17–18
Huwelijk en gezin
-
Man en vrouw dienen van elkaar te houden (zie Jakob 3:5–7).
-
Ouders dienen hun kinderen voor de Heer groot te brengen (zie 1 Nephi 7:1).
Aanvullende Schriftteksten over huwelijk en gezin: 1 Nephi 1:1; 2 Nephi 25:26; Jakob 2:23–28; Enos 1:1; Mosiah 4:14–15; 3 Nephi 18:21
Geboden
-
De Heer zal een weg bereiden zodat wij zijn geboden kunnen volbrengen (zie 1 Nephi 3:7).
-
God belooft ons te zegenen als we zijn geboden onderhouden (zie Mosiah 2:22–24).
Aanvullende Schriftteksten over geboden: 1 Nephi 17:3; 22:30–31; Alma 37:13, 35; 50:20