‘11–17 oktober. Leer en Verbonden 115–120: “Zijn offer zal Mij heiliger zijn dan zijn toename”’, Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen: Leer en Verbonden 2021 (2020)
‘11–17 oktober. Leer en Verbonden 115–120’, Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen: 2021
Far West, Al Rounds
11–17 oktober
Leer en Verbonden 115–120
‘Zijn offer zal Mij heiliger zijn dan zijn toename’
De Heer wil tot u spreken. Vraag Hem tijdens uw Schriftstudie in gebed om u te helpen zijn boodschappen voor u te ontdekken.
Schrijf uw ingevingen op
Er was reden om in juli 1838 optimistisch te zijn over de nieuwe vergaderplek van de heiligen: Far West, in de staat Missouri. De stad groeide snel, er leek een overvloed aan grond beschikbaar te zijn, en uit een openbaring bleek dat ten noorden van die stad Adam-ondi-Ahman lag, een plek met grote geestelijke betekenis (zie Leer en Verbonden 107:53–56; 116). Toch moet het voor de heiligen moeilijk geweest zijn om niet te denken aan wat ze waren kwijtgeraakt. Ze waren uit Independence verdreven, uit het middelpunt van Zion, en de kans dat ze er spoedig zouden terugkeren leek klein. Bovendien hadden de heiligen Kirtland (Ohio) moeten ontvluchten en hun geliefde tempel al na twee jaar moeten achterlaten. En dit keer waren het niet alleen vijanden van de kerk die problemen veroorzaakten – veel vooraanstaande leden hadden zich tegen Joseph Smith gekeerd, inclusief de drie getuigen van het Boek van Mormon en vier leden van de Twaalf. Sommigen hebben zich misschien afgevraagd of Gods koninkrijk werkelijk sterker werd, of juist zwakker.
Maar de getrouwen lieten zich niet door dergelijke vragen tegenhouden. In plaats daarvan begonnen ze in Far West een nieuwe heilige plek op te bouwen. Ze maakten plannen voor een nieuwe tempel. Er werden vier nieuwe apostelen geroepen, van wie er twee, John Taylor en Wilford Woodruff, later president van de kerk zouden worden (zie Leer en Verbonden 118:6). De heiligen leerden dat Gods werk doen niet betekent dat we nooit vallen; het betekent dat we ‘weer opstaan’. En hoewel we bepaalde dingen moeten opgeven, zijn die opofferingen God heilig, ja, ‘heiliger […] dan [uw] toename’ (Leer en Verbonden 117:13).
Zie Saints, 1:296–299; ‘Far West and Adam-ondi-Ahman’, Revelations in Context, 235–241.
Ideeën voor individuele Schriftstudie
De naam van de kerk was door de Heer aangegeven.
President Russell M. Nelson heeft gezegd dat de naam van de kerk ‘een belangrijke kwestie’ is. (‘De correcte naam van de kerk’, Liahona, november 2018, 87.) Bedenk bij het lezen van Leer en Verbonden 115:4–6 waarom dit belangrijk is. Wat heeft de naam van de kerk met haar werk en zending te maken?
Zie ook 3 Nephi 27:1–11.
Zion en haar ringen zijn ‘een toevlucht voor de storm’.
Ondanks de ontberingen die de heiligen in 1838 ondergingen, had de Heer toch nog hoge verwachtingen van ze. Zoek in Leer en Verbonden 115:5–6 naar woorden die onderstrepen welke rol de Heer wil dat zijn kerk en haar leden in de wereld vervullen. Wat vindt u bijvoorbeeld dat u moet doen om op te staan en uw licht te laten schijnen? (Zie vers 5.) Welke geestelijke stormen ziet u om u heen, en hoe kunnen we door ons te vergaderen daar ‘toevlucht’ voor zoeken? (Vers 6.)
Zie ook 3 Nephi 18:24.
Mijn offers zijn de Heer heilig.
Het moet voor mensen zoals Newel K. Whitney vooral moeilijk zijn geweest om Kirtland te verlaten, want hij had er voor zijn gezin een welvarend bestaan opgebouwd. Wat staat er in Leer en Verbonden 117:1–11, waardoor ze dit offer misschien makkelijker konden brengen? Hoe geven deze verzen u een andere kijk op de vraag wat werkelijk belangrijk is?
De Heer verlangde van Oliver Granger een ander offer: de Heer gaf hem opdracht om in Kirtland te blijven en de financiële kwesties van de kerk af te handelen. Het was een zware taak, en hoewel hij de kerk integer vertegenwoordigde, lukte het hem uiteindelijk niet om veel geld terug te krijgen. Bedenk hoe u de woorden van de Heer in de verzen 12–15 kunt toepassen op de dingen die de Heer van u verlangt.
Zie ook Mattheüs 6:25–33; Boyd K. Packer, ‘Een van deze mijn minste broeders’, Liahona, november 2004, 86–88; ‘Far West and Adam-ondi-Ahman’, Revelations in Context, 239–240.
Newel K. Whitney kreeg opdracht om naar Adam-ondi-Ahman te verhuizen, zie de afbeelding.
Als ik tiende betaal, help ik met de opbouw en het ‘heilig […] houden’ van ‘het land Zion’.
De instructies in de afdelingen 119 en 120 lijken op de manier waarop het werk van de Heer in onze tijd wordt bekostigd. Tegenwoordig geven de heiligen ‘jaarlijks een tiende deel van al hun opbrengsten [waaronder we nu inkomen verstaan]’ (Leer en Verbonden 119:4). Deze geldmiddelen worden beheerd door een raad die uit het Eerste Presidium, het Quorum der Twaalf en de Presiderende Bisschap bestaat. Denk bij het bestuderen van deze afdelingen over de volgende vragen na:
-
Hoe ‘heilig[t]’ u ‘het land Zion’ door u aan de wet van tiende te houden? Hoe draagt deze wet ertoe bij dat de plek waar u woont ‘een land Zion voor u’ is? (Leer en Verbonden 119:6.)
-
Wat vindt u belangrijk aan de zinsnede ‘door mijn eigen stem tot hen’ in Leer en Verbonden 120?
Zie ook Maleachi 3:8–12; David A. Bednar, ‘De vensters van de hemel’, Liahona, november 2013, 17–20; ‘The Tithing of My People’, Revelations in Context, 250–255.
Ideeën voor Schriftstudie in gezinsverband en op de thuisavond
-
Leer en Verbonden 115:4–6.Kunt u het zo regelen dat u met uw gezin naar een zonsopgang kijkt terwijl u deze verzen leest? Het kan nuttig zijn om te bespreken wat dit betekent: ‘Sta op en laat uw licht schijnen’ (vers 5). Of bespreek hoe het is om tijdens een storm ergens te schuilen. Hoe zou dat net zoiets kunnen zijn als ‘toevlucht’ in de kerk zoeken? (Vers 6.) U kunt vervolgens manieren bespreken waarop uw gezinsleden anderen kunnen helpen om toevlucht in de kerk te zoeken.
-
Leer en Verbonden 117:1–11.Laat uw gezinsleden een ‘druppel’ vergelijken met iets ‘gewichtiger[s]’ (vers 8), zoals een kan water. Dat zou tot een bespreking kunnen leiden over de manier waarop minder belangrijke zaken ons ervan weerhouden om Gods overvloedige zegeningen te ontvangen.
-
Leer en Verbonden 119.Zing een lied over tiende, zoals ‘Mijn tiende’ (Liahona, oktober 2006, K13). Wat leren we uit het lied en uit afdeling 119 over de reden waarom we tiende betalen? Voor kleine kinderen zou aanschouwelijk onderwijs misschien goed zijn: geef ze kleine voorwerpen, help ze om daar een tiende van uit te rekenen, en leg uit waarom u tiende betaalt. (Zie ook Trouw aan het geloof, 163–164.)
U vindt meer ideeën voor onderwijs aan kinderen in de lesideeën van deze week in Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk.
Aanbevolen lied: ‘Mijn tiende’, Liahona, oktober 2006, K13.
Ons onderwijs verbeteren
Moedig zelfredzaamheid aan. ‘Als [gezinsleden] een vraag hebben, is het soms beter hun te leren hoe zij zelf het antwoord daarop kunnen vinden.’ (Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 28.)
Als we tien procent als tiende aan de Heer geven, bevorderen we zijn verlossingswerk.