‘9–15 september. 2 Korinthe 1–7: “Laat u met God verzoenen”’ Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen: Nieuwe Testament 2019 (2019)
‘9–15 september. 2 Korinthe 1–7’, Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen: 2019
9–15 september
2 Korinthe 1–7
‘Laat u met God verzoenen’
Noteer enkele evangeliebeginselen die u in de brieven van Paulus aan de Korinthiërs tegenkomt. Denk erover na hoe u die beginselen kunt toepassen.
Schrijf uw ingevingen op
Soms moet iemand als kerkleider moeilijke dingen zeggen. Dat was in de tijd van Paulus zo en dat geldt nu ook. Kennelijk bevatte een eerdere brief van Paulus aan de Korinthische heiligen vermanende woorden die gekwetste gevoelens opriepen. In deze brief, 2 Korinthe genoemd, probeerde hij de drijfveer achter zijn harde woorden uit te leggen: ‘In veel verdrukking en benauwdheid van hart heb ik u geschreven, onder veel tranen, niet opdat u bedroefd zou worden, maar opdat u de liefde zou leren kennen die ik overvloedig voor u heb’ (2 Korinthe 2:4). Als u door een leidinggevende terecht wordt gewezen, bedenk dan dat dit door christelijke liefde is ingegeven. En zelfs in gevallen waar dat niet zo is, kunnen we anderen zien met de liefde die Paulus voelde. Dan zijn we beter in staat om gepast op een onheuse bejegening te reageren. Ouderling Jeffrey R. Holland heeft de volgende raad gegeven: ‘Wees […] mild met menselijke zwakheid – die van uzelf en van hen met wie u in een door vrijwilligers geleide kerk dient. Behalve zijn eniggeboren, enige volmaakte Zoon heeft God het vanaf het begin der tijd altijd moeten doen met onvolmaakte mensen.’ (‘Ik geloof, Heere’, Liahona, mei 2013, 94.)
Ideeën voor individuele Schriftstudie
2 Korinthe 1:3–7; 4:6–10, 17–18; 7:4–7
Mijn beproevingen kunnen een zegen zijn.
Paulus kreeg in zijn bediening met veel beproevingen te maken. Het is dan ook niet verwonderlijk dat hij veel over de doeleinden en zegeningen van beproevingen schreef. Lees 2 Korinthe 1:3–7; 4:6–10, 17–18; en 7:4–7. In welke opzichten kunnen uw beproevingen een zegen zijn? Overdenk bijvoorbeeld hoe God u ‘troost in al [uw] verdrukking’ en hoe u, op uw beurt, hen kunt ‘troosten die in allerlei verdrukking zijn’ (2 Korinthe 1:4). U kunt ook stilstaan bij het licht van Jezus Christus dat ‘in onze harten’ schijnt als wij ‘verdrukt’ en ‘in twijfel’ zijn (2 Korinthe 4:6–10).
Zie ook Mosiah 24:13–17; Trouw aan het geloof: evangeliewijzer, ‘Tegenslag’, lds.org/manual/true-to-the-faith?lang=nld.
Ik ontvang zegeningen en ben anderen tot zegen als ik vergeef.
We weten niet veel over de man die Paulus in 2 Korinthe 2:5–11 noemde. We weten alleen dat hij overtredingen had begaan (zie de verzen 5–6) en dat Paulus de heiligen vroeg om hem te vergeven (zie de verzen 7–8). Waarom ‘bevestigen’ we onze liefde soms niet voor iemand die ons iets heeft aangedaan (vers 8)? Hoe schaden we onszelf en anderen als we niet willen vergeven? (Zie de verzen 7, 10–11.) Wat betekent het dat ‘satan op ons […] voordeel zou behalen’ (vers 11) als we anderen niet vergeven?
Zie ook Leer en Verbonden 64:9–11.
Dankzij de verzoening van Jezus Christus kan ik met God verzoend worden.
Paulus wist als geen ander hoe het was om ‘een nieuwe schepping’ te worden. Hij werd van christenvervolger een onverschrokken voorvechter van Christus. Hij wist uit eigen ervaring dat Jezus, die ‘geen zonde gekend heeft’, onze zonden kan wegnemen en ons zijn ‘gerechtigheid’ kan geven, zodat wij met God verzoend kunnen worden. Overweeg bij het lezen van deze verzen wat het betekent om met iemand verzoend te worden. Hoe begrijpt u daardoor beter wat het betekent om met God te worden verzoend? Overpeins wat u mogelijk van God verwijdert. Wat moet u doen om nog meer met Hem te worden verzoend?
Zie ook 2 Nephi 10:23–25.
Droefheid overeenkomstig de wil van God leidt tot bekering.
We zien droefheid meestal niet als iets positiefs. Maar Paulus sprak over ‘droefheid overeenkomstig de wil van God’ als noodzakelijk onderdeel van bekering. Wat leert u in de volgende teksten over droefheid overeenkomstig de wil van God? 2 Korinthe 7:8–11; Alma 36:16–21; Mormon 2:11–15; en Trouw aan het geloof: evangeliewijzer, ‘Bekering’, lds.org/manual/true-to-the-faith?lang=nld. Wanneer hebt u droefheid overeenkomstig de wil van God gevoeld? Wat voor invloed had dat op u?
Ideeën voor Schriftstudie in gezinsverband en de gezinsavond
Als u thuis samen de Schriften leest, kan de Geest u ingeven welke beginselen u moet beklemtonen en bespreken om in de behoeften van uw gezin te voorzien. Hier zijn enkele suggesties:
Hebben uw gezinsleden ooit iemand om een aanbevelingsbrief gevraagd voor bijvoorbeeld een sollicitatie of opleiding? Vraag ze daar iets over te vertellen en wat de brief over hen zei. Paulus schreef dat het leven van de heiligen een aanbevelingsbrief voor het evangelie van Christus zelf was, ‘geschreven niet met inkt, maar door de Geest van de levende God’. Lees gezamenlijk 2 Korinthe 3:1–3. Bespreek hoe ons voorbeeld een aanbevelingsbrief voor het evangelie is, die kan worden ‘gekend en gelezen door alle mensen’. Misschien kan ieder gezinslid in een ‘brief’ uitleggen hoe een ander gezinslid een goed voorbeeld als discipel van Jezus Christus is. Laat ze hun brief eventueel voorlezen en aan het gezinslid geven over wie die gaat. Waarom is het belangrijk om te begrijpen dat ons leven een ‘brief van Christus’ is?
Wat houdt ‘wandelen door geloof, niet door aanschouwing’ in? Waaruit blijkt dat we geloven in dingen die we niet kunnen zien?
Kunt u met het gezin voorbeelden in de natuur bedenken – of vinden – van iets wat een opmerkelijke verandering ondergaat en een nieuwe schepping wordt? (Zie de foto’s in dit schema.) Wat zeggen deze voorbeelden ons over hoe wij door het evangelie van Jezus Christus kunnen veranderen?
Wat houdt ‘dienaars van God’ zijn volgens deze verzen in?
Hoe kunnen we Paulus’ raad ‘Ga daarom uit [het] midden [van de goddelozen] weg en zonder u af’ opvolgen en toch een goed voorbeeld voor de mensen om ons heen zijn?
Zie voor meer ideeën voor onderwijs aan kinderen de lesideeën van deze week in Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk.