Balsem van Gilead, Annie Henrie

30 oktober–5 november

Hebreeën 1–6

Jezus Christus, ‘oorzaak van eeuwige zaligheid’

Als u geestelijke indrukken opschrijft, herkent u beter wat de Heilige Geest u duidelijk wil maken. Handel naar die indrukken, dan toont u het geloof dat ze echt zijn.

Schrijf uw indrukken op

We moeten allemaal wel iets opgeven om het evangelie van Jezus Christus aan te nemen: slechte gewoonten, verkeerde geloofsopvattingen, ongezonde relaties of iets anders. Voor mensen uit andere volken die zich tot de vroegchristelijke kerk bekeerden, betekende dat vaak dat ze afgoden moesten afzweren. Voor de Hebreeën (Joden) bleek tot inkeer komen zo niet moeilijker, dan toch wel gecompliceerder. Hun gekoesterde geloofsopvattingen en tradities waren immers al duizenden jaren op de aanbidding van de ware God en de leringen van zijn profeten gestoeld. Toch predikten de apostelen dat de wet van Mozes in Jezus Christus was vervuld. De hogere wet was voortaan de norm voor de gelovigen. Betekende bekering tot het christendom dat de Hebreeën hun eerdere geloof en geschiedenis moesten opgeven? De brief aan de Hebreeën gaat op die vragen in. Er staat onder meer in dat de wet van Mozes, de profeten en de verordeningen allemaal belangrijk zijn, maar dat Jezus Christus daar boven staat (zie Hebreeën 1:1–4; 3:1–6; 7:23–28). Al die dingen wijzen in feite op en getuigen van Christus als de Zoon van God en de beloofde Messias op wie de Joden hadden gewacht.

Tot inkeer komen betekent, zowel toen als nu, Jezus Christus tot het middelpunt van onze aanbidding en ons leven maken. Het betekent vasthouden aan de waarheid en loslaten wat ons van Hem afleidt, want Hij is ‘voor allen die Hem gehoorzamen, een oorzaak van eeuwige zaligheid’ (Hebreeën 5:9).

Ideeën voor individuele Schriftstudie

Wie schreef de brief aan de Hebreeën?

Sommige deskundigen vragen zich af of Paulus de brief aan de Hebreeën wel heeft geschreven. De literaire stijl van Hebreeën wijkt namelijk iets van Paulus’ andere brieven af. Ook werd er in de eerste versies van de tekst geen auteur genoemd. De denkbeelden in Hebreeën komen evenwel overeen met Paulus’ andere leringen. Heiligen der laatste dagen nemen overeenkomstig de algemene christelijke traditie aan dat Paulus in elk geval bij het schrijven van deze brief betrokken was.

Zie ook Gids bij de Schriften, ‘Brieven van Paulus’.

Hebreeën 1–5

Jezus Christus is ‘de afdruk’ van onze hemelse Vader.

Veel Joden hadden er moeite mee om Jezus Christus als de Zoon van God aan te nemen. Merk op hoe de brief aan de Hebreeën van Hem getuigt. U kunt bijvoorbeeld bij het lezen van de eerste vijf hoofdstukken een lijst van Jezus Christus’ titels, rollen, eigenschappen en werken bijhouden. Wat komt u daardoor over de Heiland te weten? En wat leert u over onze hemelse Vader?

Wat voegt het volgende citaat van ouderling Jeffrey R. Holland aan de leringen in deze hoofdstukken toe? ‘Jezus [kwam] om de mening van de mens over God te verbeteren, en om ze te verzoeken hun hemelse Vader net zo lief te hebben als Hij hen altijd liefheeft. […] Dus toen Hij de hongerigen voedde, de zieken genas, schijnheiligheid bestrafte en het geloof verdedigde, liet Hij ons de werkwijze van de Vader zien.’ (‘De grootheid Gods’, Liahona, november 2003, 72.)

Hebreeën 2:9–18; 4:12–16; 5:7–8

Jezus Christus heeft alle dingen geleden zodat Hij mij kan begrijpen en helpen.

Hebt u het gevoel dat u ‘met vrijmoedigheid […] tot de troon van de genade’ kunt naderen om barmhartigheid te vragen? (Hebreeën 4:16.) We leren in de brief aan de Hebreeën dat we God ondanks onze zonden en zwakheden kunnen benaderen en zijn genade kunnen ontvangen. Wat in Hebreeën 2:9–18; 4:12–16; 5:7–8 sterkt uw vertrouwen dat Jezus Christus u in uw aardse moeilijkheden zal bijstaan? Noteer uw gedachten en gevoelens over wat de Heiland voor u gedaan heeft eventueel in een dagboek.

Zie ook Mosiah 3:7–11; Alma 7:11–13; 34; Matthew S. Holland, ‘De uitzonderlijke gave van de Zoon’, Liahona, november 2020, 45–47.

Hebreeën 3:7–4:11

De zegeningen van God zijn beschikbaar voor wie hun ‘hart niet [verharden]’.

Paulus haalde het verhaal van de oude Israëlieten nog eens aan. Daarmee hoopte hij de Joden voor de fout van hun voorouders te behoeden: wegens ongeloof Gods zegeningen verwerpen. (Het verhaal waar Paulus op zinspeelde, staat in Numeri 14:1–12, 26–35.)

Overweeg hoe Hebreeën 3:7–4:11 op u van toepassing kan zijn. Denk daarbij over de volgende of soortgelijke vragen na:

• Hoe tartten de Israëlieten de Heer? (Zie Hebreeën 3:8–11.) Wat zijn de gevolgen als ons hart verhard is?

• Wanneer was mijn hart verhard? Zijn er zegeningen die God voor mij in petto heeft die ik wegens gebrek aan geloof niet ontvang?

• Wat kan ik doen om een verzacht en berouwvol hart te ontwikkelen? (Zie Ether 4:15; Spreuken 3:5–6; Alma 5:14–15.)

Zie ook 1 Nephi 2:16; 15:6–11; Jakob 1:7–8; Alma 12:33–36; Neill F. Marriott, ‘De overgave van ons hart aan God’, Liahona, november 2015, 30–32.

Ideeën voor Schriftstudie in gezinsverband en de thuisavond

Hebreeën 1:8–9.Hoe heeft Jezus getoond dat Hij rechtschapenheid liefheeft en ongerechtigheid haat? Hoe kunnen wij onrechtvaardige verlangens veranderen als we die hebben?

Hebreeën 2:1–4.Breng uw gezin met aanschouwelijk onderwijs bij wat het betekent om vast te houden aan de evangelieleringen ‘die door ons gehoord’ zijn. Illustreer dit bijvoorbeeld met een voorwerp dat moeilijk vast te houden is. Hoe zijn onze inspanningen om ons getuigenis te behouden met het pakken en vasthouden van dit voorwerp te vergelijken? Hoe kunnen wij ervoor zorgen dat we ‘wat door ons gehoord is’ niet van ons laten ‘afdrijven’ (vers 1)?

Hebreeën 2:9–10.Ga dieper op de woorden ‘Leidsman van hun zaligheid’ in. Bespreek bijvoorbeeld eerst wat een leidsman doet. Wat houdt zaligheid in? In welke opzichten is Jezus Christus een leidsman voor ons en ons heil?

Hebreeën 5:1–5.Bespreek aan de hand van deze verzen wat het betekent om door God en iemand met het juiste gezag geroepen te zijn. Wat leren we uit het voorbeeld van Jezus Christus over roepingen krijgen en vervullen?

‘Niemand neemt die eer voor zichzelf, maar men wordt er door God toe geroepen, zoals Aäron’ (Hebreeën 5:4). Mozes roept Aäron tot de bediening, Harry Anderson

U vindt meer ideeën voor onderwijs aan kinderen in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk.

Aanbevolen lofzang: ‘Gij zijt mijn hoogste Goed’, Lofzangen, nr. 67.

Uw individuele studie verbeteren

Probeer verschillende benaderingen. Probeer de Schriften op verschillende manieren te bestuderen. Zie ‘Ideeën om uw individuele Schriftstudie te verbeteren’ in het begin van dit boek.

Licht van de wereld, Walter Rane