Nieuwe Testament 2023
30 oktober–5 november. Hebreeën 1–6: ‘Jezus Christus, “oorzaak van eeuwige zaligheid”’


‘30 oktober–5 november. Hebreeën 1–6: “Jezus Christus, ‘oorzaak van eeuwige zaligheid’”’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Nieuwe Testament 2023 (2022)

‘30 oktober–5 november. Hebreeën 1–6’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2023

Christus staat bij een meisje

Balsem van Gilead, Annie Henrie

30 oktober–5 november

Hebreeën 1–6

Jezus Christus, ‘oorzaak van eeuwige zaligheid’

Welke leringen in Hebreeën 1–6 zijn volgens u nuttig voor de kinderen in uw klas? Let bij uw voorbereiding op de influisteringen van de Geest en schrijf ze op.

Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Hebben de kinderen aan een Schrifttekst gedacht, zoals u aan het einde van de vorige les had gevraagd? Zo ja, laat ze er dan over vertellen. Zo niet, zoek dan samen iets wat ze onlangs uit de Schriften hebben geleerd.

Onderwijs (pictogram)

Kleine kinderen in de leer onderwijzen

Hebreeën 1:1–10; 2:8–10, 17–18

Ik geloof in Jezus Christus.

In deze verzen komen de kinderen meer over Jezus Christus te weten, zodat hun band met Hem sterker wordt.

Mogelijke activiteiten

  • Zoek in Hebreeën 1:1–10; 2:8–10, 17–18 waarheden over Jezus Christus op en schrijf die op strookjes papier. Verstop de strookjes in het lokaal en laat de kinderen ze zoeken. Lees samen wat er op de strookjes staat en bespreek wat ermee bedoeld wordt. Leg zo nodig uit dat Jezus de Zoon van God wordt genoemd, omdat onze hemelse Vader de vader van zijn geest en ook van zijn lichaam is.

  • Houd een afbeelding van de Heiland omhoog en vertel waarom u dankbaar voor Hem bent. Laat ieder kind om de beurt de afbeelding vasthouden en vertellen waarom hij of zij dankbaar voor Jezus Christus is.

Hebreeën 3:8

Onze hemelse Vader wil niet dat we ons hart verharden.

In Hebreeën 3 staat dat de Israëlieten hun hart verhardden en de zegeningen van de Heer verwierpen. Dat is voor ons allemaal een waarschuwing om ons hart niet te verharden.

Mogelijke activiteiten

  • Neem iets absorberends (zoals een spons of vaatdoek) en iets hards (zoals een steen) mee naar de klas. Laat de kinderen de voorwerpen aanraken en beschrijven hoe ze aanvoelen. Giet enkele druppels water op elk voorwerp en wijs erop dat het absorberende voorwerp beter water opneemt dan de steen. Leg uit dat ons hart zacht en niet hard moet zijn, zodat de leringen en liefde van onze hemelse Vader tot ons kunnen doordringen.

  • Knip een hartje uit zacht materiaal, zoals een stuk stof, en eentje uit harder materiaal, zoals karton. Bespreek met de kinderen het verschil tussen een zacht en een hard hart. Geef voorbeelden van mensen in de Schriften die een zacht of een hard hart hadden. Mogelijke voorbeelden: Nephi, Laman en Lemuel (1 Nephi 2:16–19), Paulus (Handelingen 9:1–22) of Joseph Smith (Geschiedenis van Joseph Smith 1:11–20). Laat de kinderen bij elk voorbeeld naar het hartje van het zachte materiaal of het harde materiaal wijzen.

Mozes ordent Aäron

Aäron werd ‘door God […] geroepen’ (Hebreeën 5:4). Mozes roept Aäron tot de bediening, Harry Anderson

Hebreeën 5:4

Priesterschapsdragers zijn door God geroepen.

Hebreeën 5:4 is een belangrijk vers, omdat er duidelijk in staat dat priesterschapsdragers door God geroepen moeten worden. Dat geldt ook voor anderen die geroepen worden om in de kerk van de Heer te dienen.

Mogelijke activiteiten

  • Lees Hebreeën 5:4 voor. Laat een priesterschapsdrager uitleggen wat het priesterschap is. Hij kan ook vertellen hoe hij anderen van dienst is door zijn taken te vervullen. Vraag ook een zuster in de wijk naar haar ervaring met de aanstelling voor een kerkroeping. Laat haar vertellen hoe de Heer haar in staat heeft gesteld om haar roeping te vervullen.

  • Laat de kinderen zinsneden uit het vijfde geloofsartikel uit het hoofd leren. Getuig dat mensen die worden geroepen om Gods werk te doen, door middel van openbaring worden geroepen.

Onderwijs (pictogram)

Grote kinderen in de leer onderwijzen

Hebreeën 1:1–10; 2:8–10, 17–18

Ik geloof in Jezus Christus.

De brief aan de Hebreeën is geschreven om het geloof van de Hebreeuwse heiligen in Jezus Christus te versterken. Die brief kan hetzelfde effect hebben op de kinderen.

Mogelijke activiteiten

  • Wijs ieder kind enkele verzen in Hebreeën 1:1–10; 2:8–10, 17–18 toe, en laat ze in die verzen nagaan wat er over Jezus Christus wordt gezegd. Laat ze over hun bevindingen vertellen of die op het bord schrijven. Wat weten we nog meer over Jezus Christus? De kinderen kunnen inspiratie opdoen uit liederen zoals ‘Ik weet dat mijn Verlosser leeft’ (Lofzangen, nr. 92) of ‘Hij zond zijn Zoon’ (Kinderliedjes, p. 20–21).

  • Laat de kinderen een zelfportret met hun ouders erbij tekenen. Vraag ze waarin ze op hun ouders lijken. In Hebreeën 1:3 staat dat Jezus Christus ‘de afstraling [en afdruk] van Gods heerlijkheid’ is. Leg uit dat dit betekent dat Jezus Christus en onze hemelse Vader dezelfde kenmerken en eigenschappen bezitten. Bespreek met de kinderen hoe we door Jezus Christus te volgen dichter bij onze hemelse Vader komen.

Hebreeën 3:7–19

Als we de leiding en zegeningen van onze hemelse Vader willen ontvangen, moeten wij ons hart niet verharden.

In Hebreeën 3 staat het verhaal van de Israëlieten in de woestijn, waaruit blijkt dat het belangrijk is om ons hart niet te verharden. Hoe kunt u de kinderen die boodschap aan de hand van dat verhaal duidelijk maken?

Mogelijke activiteiten

  • Laat de kinderen bedenken welke dingen hard of zacht zijn. (Neem eventueel wat voorbeelden mee naar de les.) Lees samen Hebreeën 3:8. Wat betekent het om een verhard hart te hebben? Waarom wil God dat wij een zacht hart hebben?

  • Vertel in uw eigen woorden het verhaal van de Israëlieten die in de woestijn hun hart tegen de Heer verhardden (zie Numeri 14:1–12; Hebreeën 3:7–19). Laat de kinderen het verhaal uitbeelden. Wat gebeurt er als wij ons hart tegen de Heer en zijn evangelie verharden?

  • Laat de kinderen Mattheüs 13:15, Hebreeën 3:15, Mosiah 11:29 en Mozes 6:27 lezen. Laat ze de lichaamsdelen die in deze verzen worden vermeld, op het bord tekenen. Wat betekent het om geestelijk slechte oren, verblinde ogen en een verhard hart te hebben? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat onze oren, onze ogen en ons hart ontvankelijk zijn voor de stem van de Geest?

Hebreeën 5:1–4

Priesterschapsdragers zijn door God geroepen.

Hebreeën 5 is een goede aanleiding om te bespreken wat het priesterschap inhoudt (de macht en het gezag om in Gods naam te handelen) en hoe iemand het ontvangt.

Mogelijke activiteiten

  • Toon de plaat Mozes verleent Aäron het priesterschap (Evangelieplatenboek, nr. 15) en laat intussen een kind Hebreeën 5:4 lezen. Leg uit dat het Aäronisch priesterschap naar Aäron is vernoemd. Bedenk samen wat de taken van Aäronisch-priesterschapsdragers zijn, zoals dopen, het avondmaal zegenen en ronddienen, en anderen uitnodigen om tot Christus te komen (zie Leer en Verbonden 20:46–48, 59).

  • Bedenk samen verschillende manieren waarop mensen gezag verwerven. Hoe verwerft een leerkracht, een dokter of een politiek leider gezag? Hoe verleent God zijn gezag? Laat de kinderen over die vragen nadenken terwijl ze Hebreeën 5:4 en het vijfde geloofsartikel lezen. Laat de kinderen denken aan mensen in de wijk die gezag van God hebben, bijvoorbeeld priesterschapsdragers, en mannen en vrouwen die voor een bepaalde roeping zijn aangesteld.

Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Moedig de kinderen aan om tijdens de thuisavond te vertellen over een Schrifttekst, liedje of activiteit waar in de les aandacht aan is besteed.

Ons onderwijs verbeteren

Kinderen kunnen de invloed van de Geest herkennen. Leer de kinderen dat de gemoedsrust, liefde en warmte die ze voelen als ze over Jezus Christus en zijn evangelie praten of zingen, van de Heilige Geest afkomstig zijn.