Nieuwe Testament 2023
13–19 november. Jakobus: ‘Wees daders van het Woord en niet alleen hoorders’


‘13–19 november. Jakobus: “Wees daders van het Woord en niet alleen hoorders”’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Nieuwe Testament 2023 (2022)

‘13–19 november. Jakobus’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2023

Afbeelding
jongeren maken een muur schoon

13–19 november

Jakobus

‘Wees daders van het Woord en niet alleen hoorders’

In de brief van Jakobus staat veel wat de kinderen in uw klas tot zegen kan zijn. Volg de Geest om te bepalen wat u behandelt. De ideeën in dit lesschema kunnen u daarbij helpen.

Afbeelding
Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Vraag de kinderen wat ze de afgelopen week thuis over het evangelie hebben geleerd, en wat ze nog weten over de les van¬vorige week. Laat telkens een kind antwoorden en een ander kind het antwoord samenvatten.

Afbeelding
Onderwijs (pictogram)

Kleine kinderen in de leer onderwijzen

Jakobus 1:5–6

Ik kan onze hemelse Vader vragen om mij te helpen ontdekken wat waar is.

Maak de kinderen duidelijk dat ze zich tot onze hemelse Vader kunnen wenden om wijsheid te ontvangen. Als ze dat leren, wordt dat een enorme zegen voor hen wanneer ze met moeilijke vragen te maken krijgen.

Mogelijke activiteiten

  • Help de kinderen deze zin na te zeggen: ‘Als iemand van u in wijsheid tekortschiet, laat hij die dan vragen aan God’ (Jakobus 1:5). Hoe kunnen we God vragen stellen? Hoe geeft Hij ons antwoord?

  • Toon een afbeelding van het eerste visioen (Evangelieplatenboek, nr. 90), of vertoon de video ‘Joseph Smith’s First Vision’ (ChurchofJesusChrist.org). Vertel dat Joseph Smith, toen hij Jakobus 1:5 had gelezen, besloot om onze hemelse Vader om een antwoord te vragen (zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:1–20). Getuig dat God gebeden beantwoordt en dat de kinderen tot Hem kunnen bidden als ze vragen hebben. Laat de kinderen tekenen dat Joseph Smith Jakobus 1:5 leest en tot onze hemelse Vader bidt.

Jakobus 3:1–13

Ik kan vriendelijk praten.

Jakobus getuigde dat we meer op Jezus Christus gaan lijken als we leren om alleen maar vriendelijke dingen te zeggen (zie Jakobus 3:2).

Mogelijke activiteiten

  • Laat afbeeldingen van iets zoets en iets bitters zien. Leg uit dat onze hemelse Vader verwacht dat we zoete (of vriendelijke) en geen bittere (of onvriendelijke) dingen zeggen (zie Jakobus 3:10). Bedenk samen wat voor vriendelijke dingen we tegen anderen kunnen zeggen.

  • Geef elk kind een eenvoudige tekening van iemand die praat. Laat de kinderen die tekening in de lucht steken als u iets vriendelijks noemt wat we met onze woorden kunnen doen, zoals de waarheid vertellen, een complimentje geven of aanbieden om iemand te helpen. Laat ze de tekening neerleggen als u iets noemt wat we niet met onze tong moeten doen, zoals liegen, iemand uitschelden of weigeren te gehoorzamen.

  • Zing samen een liedje over vriendelijk zijn, zoals ‘Ik wil zo graag lief zijn’ (Kinderliedjes, p. 83) om de boodschap in Jakobus 3:1–13 kracht bij te zetten.

Jakobus 5:7–11

Zegeningen van God vergen geduld.

Geduldig zijn is soms moeilijk, vooral voor kinderen. Hoe kunt u de raad van Jakobus gebruiken om de kinderen meer geduld bij te brengen?

Mogelijke activiteiten

  • Vraag de kinderen of ze weleens moesten wachten op iets wat ze graag wilden. Vertel over een keer dat u ergens op moest wachten. Leg uit dat we geduld tonen als we zonder te klagen ergens op wachten.

  • Vat Jakobus 5:7 in uw eigen woorden samen, en toon een afbeelding van een zaadje of een kiemplantje. Waarom moeten we geduldig zijn als we planten kweken? Wat zou er gebeuren als we aan het plantje trokken om het sneller te doen groeien? Bespreek ook wat het betekent om geduldig met anderen en onszelf te zijn. Getuig dat God ons geduld kan bijbrengen.

  • Vertel het verhaal van Job, die in Jakobus 5:11 wordt aangehaald als een toonbeeld van geduld. (Zie ‘Job’, in Verhalen uit het Oude Testament, of de bijbehorende video op ChurchofJesusChrist.org.) Hoe werd Job gezegend voor zijn geduld?

Afbeelding
Onderwijs (pictogram)

Grote kinderen in de leer onderwijzen

Jakobus 1:5–6

Mijn hemelse Vader helpt mij waarheid te ontdekken als ik Hem om hulp vraag.

De kinderen in uw klas zijn maar een paar jaar jonger dan Joseph Smith was toen hij Jakobus 1:5 las en erdoor werd geïnspireerd om onze hemelse Vader in gebed aan te roepen. Hoe kunt u het vertrouwen van de kinderen versterken dat God ze zal helpen als ze in wijsheid tekortschieten?

Mogelijke activiteiten

  • Laat de kinderen het verhaal van Joseph Smiths eerste visioen in hun eigen woorden vertellen. (Zie Geschiedenis van Joseph Smith 1:5–20; zie ook de video ‘Joseph Smith’s First Vision’ op ChurchofJesusChrist.org.) Hoe heeft de tekst in Jakobus 1:5 Joseph geholpen? Vraag de kinderen welke andere mensen in de Schriften een antwoord op hun gebed ontvingen. Mogelijke antwoorden: Nephi (zie 1 Nephi 11:1–6) en de broer van Jared (zie Ether 2:18–3:9). Wat kunnen we onze hemelse Vader in gebed vragen?

  • Lees samen Geschiedenis van Joseph Smith 1:10–14. Vraag wat Joseph deed om antwoord op zijn vragen te ontvangen. Hoe kunnen we het voorbeeld van Joseph volgen als we vragen hebben?

Jakobus 1:22–27; 2:14–26

‘Geloof zonder werken is dood.’

Hoe kunt u de kinderen het verband laten zien tussen wat ze geloven en wat ze doen?

Mogelijke activiteiten

  • Toon een zaklamp zonder batterijen, een potlood zonder grafiet, of iets anders wat nutteloos of ‘dood’ is. Laat de kinderen Jakobus 2:14–17 lezen. Hoe illustreren deze voorwerpen wat er in die verzen staat?

  • Laat sommige kinderen Jakobus 1:22–27 doorlezen en andere kinderen 2:14–18. Vraag ze hoe ze kunnen laten zien dat ze daders van het woord zijn. Hoe komen ze bijvoorbeeld hun doopverbond na? Kennen ze iemand die ziek of eenzaam is aan wie ze een bezoekje kunnen brengen? Hoe kunnen ze hun gezins- of familieleden meer van dienst zijn? Herinner ze eventueel ook aan woorden die ze tijdens de avondmaalsdienst hebben gehoord. Hoe kunnen we daders van die woorden zijn?

Afbeelding
Abraham bidt buiten zijn tent

‘Abraham geloofde God’ (Jakobus 2:23). Abraham op de vlakten van Mamre, Grant Romney Clawson

Jakobus 3:1–13

Ik kan ervoor kiezen om vriendelijk te spreken.

Wat we tegen elkaar zeggen lijkt soms onbelangrijk, maar Jakobus getuigde dat onze woorden een krachtige invloed kunnen hebben, zowel in positieve als in negatieve zin.

Mogelijke activiteiten

  • Is er iemand in de wijk of in uw klas die iets van paarden of boten afweet? U kunt hem of haar vragen om te verduidelijken wat Jakobus 3:3–4 met vriendelijke woorden te maken heeft. Of vertel iets vanuit uw eigen inzicht. Wat komen we hierdoor over het beheersen van onze tong te weten?

  • Laat de kinderen Jakobus 3:1–13 lezen en iets tekenen wat met het beheersen van onze tong te maken heeft. Geef ze de tijd om hun tekeningen aan elkaar te laten zien en te vertellen wat ze hebben geleerd. Zing met de klas een lied over vriendelijke woorden gebruiken, zoals ‘Zie, uw pad wordt schoon en licht’ (Lofzangen, nr. 157).

  • Neem samen Jakobus 3:1–13 door en bespreek vervolgens de normen voor taalgebruik in Voor de kracht van de jeugd ([boekje, 2022], 12). Stel samen met de kinderen een doel om hun taalgebruik te verbeteren, en moedig ze aan hun hemelse Vader daarbij om hulp te vragen.

Afbeelding
Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Vraag de kinderen om deze week iets in praktijk te brengen wat ze in de les hebben geleerd. Bijvoorbeeld tot onze hemelse Vader om een antwoord bidden of geduldiger zijn. Laat ze in de volgende les vertellen hoe dat is gegaan.

Ons onderwijs verbeteren

Laat de kinderen actief bezig zijn. ‘Laat kinderen, tijdens uw onderwijs, bouwen, tekenen, kleuren, schrijven en knutselen. Deze activiteiten zijn niet alleen leuk – zij zijn fundamenteel voor het leerproces.’ (Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 25.)

Afdrukken