Nieuwe Testament 2023
6–12 november. Hebreeën 7–13: ‘Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen’


‘6–12 november. Hebreeën 7–13: “Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen”’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Nieuwe Testament 2023 (2022)

‘6–12 november. Hebreeën 7–13’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2023

Melchizedek zegent Abram

Melchizedek zegent Abram, Walter Rane Geschonken door de kunstenaar

6–12 november

Hebreeën 7–13

‘Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen’

Let bij het doornemen en overdenken van dit overzicht op de ingevingen die u over de kinderen in uw klas ontvangt. De Geest zal u ingeven welke boodschappen Hebreeën 7–13 voor hen bevat.

Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Vraag de kinderen hoe ze bij hen thuis aan evangeliestudie doen. Laat ze vertellen wat ze leuke manieren van evangeliestudie met het gezin vinden.

Onderwijs (pictogram)

Kleine kinderen in de leer onderwijzen

Hebreeën 7:1–6

Het priesterschap kan ons op allerlei manieren helpen.

U kunt Hebreeën 7:1–6 gebruiken om de kinderen over de zegeningen van het priesterschap te vertellen.

Mogelijke activiteiten

  • Leg in het kort uit wie Abraham was. Vertel vervolgens aan de hand van Hebreeën 7:1–6 dat Abraham aan Melchizedek tiende betaalde. (Zie ook Bijbelvertaling van Joseph Smith, Genesis 14:36–40 [in Aanhangsel van de tripelcombinatie].) Leg uit dat Melchizedek het priesterschap droeg. Met die macht van God zegende Melchizedek Abraham. De kinderen kunnen het verhaal naspelen met eenvoudige attributen, zoals een kroon en een tiende-envelop.

  • Nodig een Aäronisch-priesterschapsdrager en een Melchizedeks-priesterschapsdrager uit. Laat ze vertellen hoe ze dankzij hun priesterschap anderen tot zegen zijn geweest. Laat vervolgens afbeeldingen van priesterschapsverordeningen zien, zoals plaat 103–108 in het Evangelieplatenboek. Bespreek telkens met de kinderen welk priesterschap voor die verordening vereist is, en geef de afbeelding vervolgens aan de juiste priesterschapsdrager.

Hebreeën 11:1–32

Geloof is vertrouwen op dingen die we niet zien.

Ook al kunnen we onze hemelse Vader en Jezus Christus niet zien, we kunnen toch geloof in Hen en hun beloften ontwikkelen in navolging van de gelovige mensen in Hebreeën 11.

Mogelijke activiteiten

  • Laat een afbeelding van Jezus zien. Leg op verschillende plaatsen in de klas voorwerpen die ‘bewijzen’ dat Hij echt bestaat, ook al zien we Hem niet, zoals de Schriften, een afbeelding van het eerste visioen en een foto van de aarde. Laat de kinderen de voorwerpen zoeken en vertel dan hoe die ons geloof kunnen versterken dat Jezus leeft.

  • Neem een waaier mee en zorg dat de kinderen de wind langs hun gezicht voelen blazen. Leg uit dat wij lucht niet kunnen zien, maar wel voelen. Zo kunnen wij ook onze hemelse Vader en Jezus Christus niet zien, maar wel hun liefde voelen en erop vertrouwen dat Zij echt bestaan.

  • Vertel het verhaal van een of meer personen die in Hebreeën 11:4–32 worden genoemd. Er staan ook verhalen over die mensen in Verhalen uit het Oude Testament. Hoe gaven die mensen uiting aan hun geloof in iets wat ze niet konden zien? Vertel welke zegeningen u hebt ontvangen vanwege uw geloof.

Hebreeën 13:5–6

Onze hemelse Vader en Jezus Christus helpen ons. Ze zullen ons nooit in de steek laten.

Met welke beproevingen krijgen kinderen te maken? Hoe kan de boodschap in Hebreeën 13:5–6 ze tot nut zijn?

Mogelijke activiteiten

  • Herinner de kinderen aan enkele verhalen uit het Nieuwe Testament die ze dit jaar hebben besproken en waarin de Heiland andere mensen hielp. Denk bijvoorbeeld aan de genezing van de verlamde man (zie Lukas 5:18–26) of het voeden van de vijfduizend (zie Mattheüs 14:15–21). Leg uit wat ‘De Heere is voor mij een Helper’ (Hebreeën 13:6) betekent.

  • Laat de kinderen een tekening maken over een situatie waarin ze bang waren en iemand ze geruststelde. Lees Hebreeën 13:5–6 voor. Getuig dat onze hemelse Vader ons helpt en ons nooit in de steek laat. Laat de kinderen een hartje uit papier knippen dat groot genoeg is om hun tekening te bedekken. Hoe kunnen wij ons dichter bij onze hemelse Vader voelen? Schrijf enkele van hun antwoorden op de hartjes.

  • Leer de kinderen een liedje over de liefde en hulp die onze hemelse Vader en Jezus ons bieden, zoals ‘Zeg mij toch, Heer’ (Kinderliedjes, p. 75). Hoe weten we dat onze hemelse Vader en Jezus Christus dicht bij ons zijn? Vertel over een situatie waarin u voelde dat ‘de Heere […] voor [u] een Helper’ was.

Onderwijs (pictogram)

Grote kinderen in de leer onderwijzen

Hebreeën 7:1–4

Kerkleiders volgen de Heiland.

Hoe kunt u de kinderen aan de hand van deze verzen duidelijk maken dat mensen die in de kerk van de Heer geroepen zijn om te dienen, getrouw horen te zijn en anderen horen te dienen zoals Hij dat deed?

Mogelijke activiteiten

  • Maak samen een lijst van alles wat de kinderen over de twee grote leiders Abraham en Melchizedek weten. Daarbij kunnen ze Hebreeën 7:1–4; Abraham 1:1–2 en Genesis 14:25–40 in de Bijbelvertaling van Joseph Smith (in Aanhangsel van de tripelcombinatie) raadplegen. Welke christelijke eigenschappen droegen ertoe bij dat die mannen hun priesterschap hooghielden?

  • Laat de kinderen Hebreeën 7:1–2 lezen en zoeken naar titels die Melchizedek beschrijven. In welk opzicht doen deze titels ons aan Jezus Christus denken? Bedenk samen waarom Jezus een ‘koning van de vrede’ was. Laat ze over andere priesterschapsdragers praten die ook een goed voorbeeld in het volgen van de Heiland zijn.

  • Vertel over een situatie waarin uw geloof door de inzet van een rechtschapen priesterschapsdrager werd gesterkt. Laat de kinderen zich afvragen hoe het priesterschap ze tot zegen is.

Hebreeën 11

Onze hemelse Vader beloont mensen die geloof hebben.

In Hebreeën 11 staan veel voorbeelden van mensen die werden gezegend omdat ze in geloof handelden. Welke verhalen vindt u het nuttigst voor de kinderen?

Mogelijke activiteiten

  • Laat de kinderen op het bord een lijst maken van wat ze in Hebreeën 11:1–3, 6 over geloof te weten komen. Geef ieder kind de naam van een persoon die in Hebreeën 11 wordt vermeld, en laat de kinderen lezen wat er over die persoon wordt gezegd. Laat ze de andere kinderen hints geven zodat ze kunnen raden over wie het gaat. Hoe toonden die mensen geloof, en hoe beloonde onze hemelse Vader ze? (U vindt afbeeldingen van deze mensen in het gedeelte over het Oude Testament in het Evangelieplatenboek.)

  • Na de bespreking van de getrouwe voorbeelden in Hebreeën 11 vraagt u de kinderen om iets op te schrijven over een bekende van hen die geloof heeft getoond. Laat enkele kinderen vertellen wat ze hebben opgeschreven.

Hebreeën 12:5–11

De Heer vermaant wie Hij liefheeft.

Deze verzen kunnen de kinderen duidelijk maken dat onze hemelse Vader, hun ouders en anderen hen terechtwijzen omdat ze van hen houden, en zodat ze van hun fouten kunnen leren.

Mogelijke activiteiten

  • Lees samen Hebreeën 12:5–11 en vraag de kinderen waarom onze hemelse Vader ons vermaant (bestraft of terechtwijst). Wat kunnen we daaruit leren over de reden waarom aardse ouders hun kinderen terechtwijzen? Hoe moeten we op een liefdevolle correctie reageren?

  • Geef voorbeelden van mensen in de Schriften die door de Heer werden vermaand en zich bekeerden (zie bijvoorbeeld 1 Nephi 16:25–27; Ether 2:13–15). In welke opzichten zijn zij een goed voorbeeld van de beginselen in Hebreeën 12:5–11?

  • Laat de kinderen na de bespreking van Hebreeën 12:5–11 enkele dingen opschrijven waar ze aan kunnen denken als iemand ze op hun fouten wijst.

Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Laat de kinderen iets schrijven of tekenen over wat ze in de les hebben geleerd. Moedig ze aan om daarmee thuis te vertellen wat ze hebben geleerd.

Ons onderwijs verbeteren

Gebruik de doe-pagina’s. Terwijl de kinderen met de doe-pagina bezig zijn, kunt u de beginselen in de les herhalen.