Oude Testament 2022
Goed om in gedachten te houden: ‘Jezus zal tegen heel Israël zeggen: “Kom naar huis”’


‘Goed om in gedachten te houden: “Jezus zal tegen heel Israël zeggen: ‘Kom naar huis’”’, Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen: Oude Testament 2022 (2021)

‘Goed om in gedachten te houden: “Jezus zal tegen heel Israël zeggen: ‘Kom naar huis’”’, Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen: 2022

gedachten (pictogram)

Goed om in gedachten te houden

‘Jezus zal tegen heel Israël zeggen: “Kom naar huis”’

In de Sinaïwoestijn vergaderde Mozes de kinderen van Israël aan de voet van een berg. Daar zei de Heer dat Hij van die groep pasbevrijde slaven een machtig volk wilde maken. ‘U dan, u zult voor Mij een koninkrijk van priesters en een heilig volk zijn’, zei Hij (Exodus 19:6). Hij beloofde dat ze zouden gedijen en dat ze voorspoedig zouden zijn, zelfs als ze door talrijkere, krachtigere vijanden omringd zouden zijn (zie Deuteronomium 28:1–14).

Dit alles zou niet gebeuren omdat de Israëlieten talrijk of sterk of vaardig waren. Het zou gebeuren, legde de Heer uit, ‘als u nauwgezet Mijn stem gehoorzaamt en Mijn verbond in acht neemt’ (Exodus 19:5). Het was niet uit zichzelf maar door God dat ze machtig zouden worden.

Toch gehoorzaamden de Israëlieten niet altijd zijn stem, en na verloop van tijd hielden ze zich helemaal niet meer aan zijn verbond. Velen van hen begonnen andere goden te aanbidden en de praktijken van culturen om hen heen over te nemen. Zij verwierpen hetgeen hen een volk had gemaakt dat anders was dan alle andere: hun verbondsrelatie met de Heer. Zonder Gods macht om ze te beschermen (zie 2 Koningen 17:6–7) kon niets hun vijanden meer tegenhouden (zie 2 Kronieken 36:12–20).

De verstrooiing

Tussen 735 en 720 v.C. vielen de Assyriërs het noordelijk koninkrijk Israël binnen, waar tien van de twaalf stammen gevestigd waren, en ze voerden duizenden Israëlieten gevankelijk weg naar verschillende delen van het Assyrische keizerrijk (zie 2 Koningen 17:1–7).1 Die Israëlieten werden later ‘de verloren stammen’ genoemd, deels omdat ze uit hun thuisland verwijderd en onder andere volkeren verstrooid waren. Maar ze waren ook in een ander opzicht verloren: in de loop van de tijd waren ze hun identiteitsgevoel als Gods verbondsvolk kwijtgeraakt.

Omdat het zuidelijk koninkrijk Juda soms rechtschapener was dan het noordelijk koninkrijk hield het langer stand.2 Maar uiteindelijk keerden ook de mensen daar zich van de Heer af. De Assyriërs vielen het grootste deel van het zuidelijk koninkrijk aan en veroverden het; alleen Jeruzalem werd wonderbaarlijk gespaard (zie 2 Koningen 19; Jesaja 10:12–13). Later, tussen 597 en 580 v.C., vernietigden de Babyloniërs Jeruzalem, inclusief de tempel, en voerden veel inwoners gevankelijk weg (zie 2 Koningen 24–25; 2 Kronieken 36; Jeremia 3952). Ongeveer 70 jaar later mocht een overblijfsel van Juda naar Jeruzalem terugkeren en de tempel herbouwen. Maar velen bleven in Babylon.3

Met het voorbijgaan van de generaties werden Israëlieten van alle stammen verstrooid, ‘met een storm weggeblazen naar alle heidenvolken, die zij niet kenden’ (Zacharia 7:14; zie ook Amos 9:8–9). Sommigen waren al door de Heer naar andere landen geleid (zie 2 Nephi 1:1–5; Omni 1:15–16). Anderen hadden Israël verlaten om niet in gevangenschap te raken (zie 2 Koningen 25:22–26; Jeremia 42:13–19; 43:1–7), of om politieke of economische redenen.4

We noemen die gebeurtenissen de verstrooiing van Israël. En het is om diverse redenen belangrijk om van de verstrooiing af te weten. Ten eerste is het een belangrijk onderwerp in het Oude Testament: veel oudtestamentische profeten waren getuige van de neerwaartse spiraal die tot de verstrooiing van Israël leidde. Ze voorzegden de verstrooiing en waarschuwden ervoor, en sommigen van hen maakten die persoonlijk mee.5 Dat is nuttig om in gedachten te houden wanneer u de boeken Jesaja, Jeremia, Amos en veel andere boeken in het laatste stuk van het Oude Testament leest. Als u met die context in gedachten hun profetieën aangaande Assyrië en Babylon, afgoderij en gevangenschap, verwoesting en uiteindelijk herstelling leest, weet u waar ze het over hebben.

Als u de verstrooiing van Israël begrijpt, dan begrijpt u het Boek van Mormon ook beter, want het Boek van Mormon is een kroniek van een tak van het verstrooide Israël (zie 1 Nephi 15:12). De kroniek begint met de vlucht van de familie van Lehi uit Jeruzalem in 600 v.C., vlak voordat de Babyloniërs aanvielen. Lehi was een van de profeten die aangaande de verstrooiing van Israël profeteerden.6 En zijn familie hielp met de vervulling van die profetie, want ze brachten hun tak van het huis van Israël over naar de andere kant van de wereld, en plantten die in Amerika.

mensen verlaten een brandende stad

De verwoesting van Jeruzalem door Nebuzaradan, William Brassey Hole, © Providence Collection/licentie van goodsalt.com

De vergadering

De verstrooiing van Israël is echter niet het hele verhaal. De Heer vergeet zijn volk niet, noch laat Hij ze helemaal in de steek, zelfs als ze Hem in de steek hebben gelaten. De vele profetieën dat Israël verstrooid zou worden, werden vergezeld van veel beloften dat God ze ooit zou vergaderen.7

Die tijd is nu aangebroken – in onze tijd. De vergadering is al begonnen. In 1836, duizenden jaren nadat Mozes de kinderen van Israël aan de voet van de berg Sinaï had vergaderd, verscheen Mozes in de Kirtlandtempel om Joseph Smith ‘de sleutels van de vergadering van Israël uit de vier delen van de aarde’ te verlenen (Leer en Verbonden 110:11). Nu worden de stammen van Israël vergaderd onder leiding van hen die deze sleutels dragen, uit elke natie waar de dienstknechten van de Heer naartoe mogen.

President Russell M. Nelson heeft deze vergadering ‘het belangrijkste wat er nu op aarde gebeurt’ genoemd. ‘Niets is zo veelomvattend, niets is zo belangrijk, niets is zo majestueus. En als je ervoor kiest, als je wilt, kun jij er een groot aandeel in hebben.’8

Hoe doet u dat? Wat betekent het om Israël te vergaderen? Betekent het dat de twaalf stammen het land terugkrijgen dat ze ooit bewoonden? Het betekent in feite iets veel belangrijkers, iets eeuwigers. President Nelson heeft uitgelegd:

‘Als we het over de vergadering hebben, hebben we het over deze fundamentele waarheid: ieder kind van onze hemelse Vader, aan beide kanten van de sluier, verdient het om de boodschap van het herstelde evangelie te horen. […]

Elke keer dat je iets doet waarmee je iemand – aan deze of de andere kant van de sluier – helpt om een stapje te zetten in de richting van hun verbonden met God en hun noodzakelijke doop- en tempelverordeningen, help je Israël vergaderen. Zo makkelijk is het.’9

Volgens Jesaja gebeurt dit ‘één voor één’ (Jesaja 27:12) – of, zoals Jeremia voorspelde, ‘één uit een stad en twee uit een geslacht’ (Jeremia 3:14).

Israël vergaderen, betekent Gods kinderen weer tot Hem brengen. Het betekent hun verbondsrelatie met Hem herstellen. Het betekent het ‘heilig volk’ weer vestigen dat Hij zo lang geleden beloofde te vestigen (Exodus 19:6).

Kom naar huis

Als iemand die zich aan zijn verbond houdt, behoort u tot het huis van Israël.10 U bent vergaderd, en u bent een vergaderaar. Het epische, eeuwenlange verhaal dat begon met een verbond tussen God en Abraham is naar een climax toe aan het werken, en u speelt er een voorname rol in. Nu is de tijd waarin ‘Jezus tegen heel Israël [zal] zeggen: “Kom naar huis”’.11

Dit is de boodschap aan de vergaderaars: kom naar huis, naar het verbond. Kom naar huis, naar Zion. Kom naar huis, naar Jezus Christus, de Heilige van Israël, en Hij zal u naar het huis van God, uw Vader, brengen.