‘1–7 juni. Alma 5–7: “Hebt u die machtige verandering in uw hart ondervonden?”’ Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Boek van Mormon 2020 (2020)
‘1–7 juni. ‘Hebt u die machtige verandering in uw hart ondervonden?’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2020
1–7 juni
Alma 5–7
‘Hebt u die machtige verandering in uw hart ondervonden?’
Bid over Alma 5–7 om te weten welke beginselen nuttig zijn voor de kinderen in uw klas.
Schrijf uw ingevingen op
Meedoen stimuleren
Vraag de kinderen wat ze nog weten van de les over Alma de jonge van enkele weken eerder. Leg uit dat Alma het volk na zijn bekering belangrijke dingen over het evangelie leerde. Vraag de kinderen wat ze weten van de dingen die hij onderwees.
Kleine kinderen in de leer onderwijzen
Ik kan zelf een getuigenis door de Heilige Geest krijgen.
De kinderen in uw klas kunnen zelf een sterk getuigenis ontwikkelen, ook al zijn ze nog klein.
Mogelijke activiteiten
-
Gebruik een afbeelding van Alma de jonge (zie Evangelieplatenboek, nr. 77) om de kinderen eraan te herinneren hoe er een engel aan hem verscheen (zie Mosiah 27). Laat de kinderen vertellen wat een getuigenis is, en help ze daar zo nodig bij. Leg uit dat Alma na het bezoek van de engel moeite deed om een getuigenis te ontwikkelen. Lees Alma 5:46 een paar keer langzaam, en vraag de kinderen wat Alma deed en hoe hij wist wat de waarheid was. (Leg zo nodig uit dat vasten inhoudt dat iemand niets eet of drinkt.)
-
Toon afbeeldingen van dingen die geleidelijk groeien en voortdurend verzorging nodig hebben, zoals een plant of een dierenjong. Vraag de kinderen hoe we voor die dingen zorgen en ze helpen groeien. Wijs erop dat we ook voortdurend voor ons getuigenis moeten zorgen.
-
Gebruik een lege ballon om een getuigenis voor te stellen, en blaas hem op terwijl u dingen opnoemt waardoor een getuigenis groeit. Knoop de ballon dicht en geef hem door, en laat de kinderen iets noemen waardoor ze hun getuigenis kunnen laten groeien. Laat de kinderen een zelfportret tekenen waarin ze iets doen wat hun getuigenis versterkt.
De Heiland heeft al mijn zonden, pijnen en smart op Zich genomen.
De waarheden in Alma 7:10–13 laten de kinderen inzien dat Jezus Christus om hen geeft en hen kan helpen.
Mogelijke activiteiten
-
Laat de kinderen een plaat van Jezus zien. Leg uit dat Hij weet wat het is om gekwetst, verdrietig of bang te zijn. Lees in Alma 7:11–13 enkele woorden voor die beschrijven hoe de Heiland heeft geleden, en zorg ervoor dat de kinderen alle woorden begrijpen. Wijs erop dat Jezus ons kan helpen en troosten als we verdrietig zijn. Vertel hoe de Heiland u heeft geholpen en getroost.
-
Laat de kinderen vertellen over situaties waarin ze ziek waren, pijn hadden of verdrietig waren omwille van een ander probleem. Getuig dat de Heiland die dingen ook heeft meegemaakt, en dat Hij weet hoe Hij ons kan helpen.
Het pad terug naar onze hemelse Vader en Jezus Christus is recht.
Hoe kunt u Alma’s beschrijving van het pad terug naar onze hemelse Vader gebruiken om de kinderen goede keuzes te leren maken?
Mogelijke activiteiten
-
Lees Alma 7:19 voor. Leg uit dat wij, als we goede keuzes maken, ons op het pad terug naar onze hemelse Vader bevinden. Leg de kinderen een reeks keuzes of handelingen voor, zoals familieleden onvriendelijk behandelen of hen dienen. Laat ze telkens vertellen of het een goede keuze is die naar God leidt, of een slechte keuze die van Hem weg leidt.
-
Lees Alma 7:20 voor, en zorg dat de kinderen de woorden begrijpen die het pad terug naar God beschrijven. Teken op het bord een recht pad van ons naar onze hemelse Vader. Teken dan een kronkelend pad met doodlopende weggetjes die van God wegleiden. Laat de kinderen beide paden volgen met hun vingers. Welk pad is het beste? Bedenk samen welke goede keuzes ertoe bijdragen dat ze op het rechte pad blijven.
Grote kinderen in de leer onderwijzen
Alma 5:12–14, 27–28, 57; 7:14–24
Ik moet opnieuw geboren worden en het pad terug naar God volgen.
Hoe kunt u de kinderen duidelijk maken wat wedergeboren worden inhoudt?
Mogelijke activiteiten
-
Laat een foto van een baby zien, en vraag de kinderen hoe een pasgeboren baby zich gedraagt. Laat een kind Alma 5:14 voorlezen. Om de kinderen duidelijk te maken wat het inhoudt om ‘geestelijk uit God geboren’ te zijn, vraagt u ze hoe Alma de jonge was voordat hij zich bekeerde. Hoe was hij na zijn bekering? (Zie Mosiah 27:23–32 en Alma 36:12–24.) Leg uit: als wij geloof in Jezus Christus hebben en zijn evangelie naleven, is het alsof we aan een nieuw leven beginnen, net als een baby.
-
Lees samen Alma 7:19, en leg uit dat we na onze wedergeboorte ‘het pad dat naar het koninkrijk van God voert’ moeten volgen. Schrijf de volgende tekstverwijzingen op blaadjes papier, en verstop ze in het lokaal: Alma 5:12–13, 27–28, 57; 7:14–16, 23–24. Laat de kinderen de blaadjes zoeken, de Schriftteksten opzoeken, en vertellen wat we volgens die verzen moeten doen om naar God terug te keren.
Ik kan zelf een getuigenis door de Heilige Geest krijgen.
Alma werd door een engel bezocht, maar zijn getuigenis werd hem ‘door [de] Heilige Geest geopenbaard’ (Alma 5:46).
Mogelijke activiteiten
-
Lees samen Alma 5:44–46. Wat deed Alma om zelf een getuigenis van het evangelie te krijgen? Geef elk kind een blaadje papier en laat ze zich tot doel stellen deze week iets te doen om hun getuigenis te versterken.
-
Geef een spiegel door en laat de kinderen naar hun spiegelbeeld kijken terwijl u Alma 5:14 voorleest. Wat houdt het in om het beeld van de Heiland in ons gelaat te ontvangen? Vertel over situaties waarin iemand iets zei of deed dat u aan de Heiland deed denken, en laat de kinderen hetzelfde doen.
De Heiland heeft al mijn zonden, pijnen en smart op Zich genomen.
Overdenk bij uw studie van Alma 7 hoe u het geloof van de kinderen in Jezus Christus kunt versterken, zodat ze zich tot Hem wenden als ze worden beproefd.
Mogelijke activiteiten
-
Laat de kinderen Alma 7:11–13 lezen en opzoeken hoe Jezus Christus heeft geleden. Misschien zijn ze bereid om te vertellen over situaties waarin ze pijn hadden, ziek of verdrietig waren. Waarom was de Heiland volgens deze verzen bereid om al die dingen te doorstaan?
-
Vertel de kinderen over een ziekte, verwonding of aandoening die u hebt gehad, en vraag of ze iets soortgelijks hebben meegemaakt. Lees samen Alma 7:11–13 en vestig de aandacht op alles wat Jezus voor ons heeft doorstaan. Bedenk samen met de kinderen wanneer de Heiland die dingen heeft doorstaan, zoals toen Hij werd verzocht (zie Mattheüs 4:1–11) of toen hij in Gethsémané leed. Wat hebben wij eraan om te weten dat Jezus onze problemen begrijpt? Getuig van Jezus’ macht om ons te troosten, helpen en genezen.
Thuisstudie stimuleren
Moedig de kinderen aan om een plaat van Jezus op te hangen waar ze die vaak zien, om ze eraan te herinneren wat ze vandaag over Hem hebben geleerd.