Kom dan en volg Mij
22–28 april. Mattheüs 18; Lukas 10: “Wat moet ik doen om het eeuwige leven te beërven?”


‘22–28 april. Mattheüs 18; Lukas 10: “Wat moet ik doen om het eeuwige leven te beërven?”’ Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Nieuwe Testament 2019 (2019)

‘22–28 april. Mattheüs 18; Lukas 10’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2019

De barmhartige Samaritaan

De barmhartige Samaritaan, Dan Burr

22–28 april

Mattheüs 18; Lukas 10

‘Wat moet ik doen om het eeuwige leven te beërven?’

Welke beginselen in Mattheüs 18 en Lukas 10 moeten de kinderen leren? Luister naar de ingevingen van de Heilige Geest terwijl u deze hoofdstukken leest.In Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen vindt u meer uitleg over de leer. En in dit lesschema staan lesideeën.

Schrijf uw ingevingen op

Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Vraag de kinderen hoe ze met Pasen de verzoening van Jezus Christus gevierd hebben.

Onderwijs (pictogram)

In de leer onderwijzen

Kleine kinderen

Mattheüs 18:21–35

Ik moet anderen altijd vergeven.

Lees Mattheüs 18:21–35 en denk aan uw eigen ervaringen met vergeving. Overweeg wat de kinderen over dit beginsel moeten weten.

Mogelijke activiteiten

  • Lees Mattheüs 18:21 en laat de kinderen zeven keer ‘Ik vergeef je’ zeggen. Vraag: ‘Is iemand zeven keer vergeven genoeg?’ Lees vers 22 en leg uit dat Jezus ons vraagt om anderen altijd te vergeven.

  • Vertel de gelijkenis van de onbarmhartige knecht (zie Mattheüs 18:23–35). Leg zo nodig uit dat als iemand onaardig is, we waarschijnlijk boos of gekwetst zijn. Maar door hem of haar te vergeven, krijgen we weer vrede. (U kunt tegen de kinderen zeggen dat ze, als iemand ze pijn doet, dat moeten vertellen aan hun ouders of een volwassene die ze vertrouwen.)

  • Zet Ik vergeef je op het bord. Leg uit dat die woorden een droevige situatie weer leuk kunnen maken. Teken een droevig gezicht op het bord en geef een paar voorbeelden van kinderen die elkaar vergeven. Laat na elk voorbeeld een kind het droevige gezicht blij maken.

  • Zing samen ‘Help mij, o Vader’, Kinderliedjes, 52. Laat ze opstaan telkens als ze het woord help horen. Getuig dat onze hemelse Vader ons helpt om anderen te vergeven.

Lukas 10:25–37

Jezus zegt dat iedereen mijn naaste is en dat ik van iedereen moet houden.

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan is een gedenkwaardig verhaal dat de kinderen leert wie hun naasten zijn. Bedenk hoe u de kinderen kunt motiveren om het voorbeeld van de barmhartige Samaritaan te volgen (zie Lukas 10:37).

Mogelijke activiteiten

  • Vraag ieder kind: ‘Wie is je naaste?’ Leg uit dat Jezus gezegd heeft dat iedereen onze naaste is, zelfs als hij of zij niet naast ons staat. We moeten lief zijn voor iedereen.

  • Lees Lukas 10:25–37 en laat de kinderen de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan uitbeelden. Laat ze verschillende rollen spelen. Na elk optreden vraagt u hoe ze het voorbeeld van de barmhartige Samaritaan kunnen volgen.

  • Schrijf een paar situaties op waarin iemand hulp nodig heeft. Verstop de blaadjes in het lokaal. Laat de kinderen de blaadjes zoeken en uitleggen hoe ze in die situatie lief voor die persoon kunnen zijn.

  • Zing samen ‘Jezus zegt: wees altijd lief’ en ‘Ik wil zo graag lief zijn’, Kinderliedjes, 39, 83. Deel de klas in groepjes van twee op. Laat ieder groepje een paar manieren bedenken waarop ze lief voor anderen kunnen zijn. Vraag ieder groepje te vertellen wat ze bedacht hebben.

  • Laat de kinderen op strookjes papier opschrijven hoe ze lief voor anderen kunnen zijn. Maak met de strookjes een papieren ketting. Laat de kinderen de ketting thuis ophangen, zodat ze eraan denken om lief te zijn.

Onderwijs (pictogram)

In de leer onderwijzen

Grote kinderen

Mattheüs 18:21–35

Onze hemelse Vader vergeeft mij als ik anderen vergeef.

Naarmate kinderen ouder worden, wordt vergeven moeilijker. De gelijkenis van de onbarmhartige knecht kan een gedenkwaardige manier zijn om ze te leren dat onze hemelse Vader wil dat we iedereen vergeven.

Mogelijke activiteiten

  • Lees samen Mattheüs 18:23–35. Leg uit dat de heer of koning onze hemelse Vader voorstelt, dat wij de slaaf zijn en dat de medeslaaf de mensen voorstelt die ons kwetsen. Vraag: ‘Wanneer vond je het moeilijk om iemand te vergeven? Hoe heb je die nare gevoelens kunnen loslaten? Wanneer wilde jij vergeving krijgen omdat je iets fouts gedaan had?’

  • Toon de video ‘Forgive Every One Their Trespasses: The Parable of the Unmerciful Servant’ (LDS.org), zodat de kinderen zich de gelijkenis kunnen voorstellen.

  • Zet 70 × 7 op het bord en bedenk samen de uitkomst. Laat iemand Mattheüs 18:21–22 voorlezen. Leg uit dat Jezus ons aan de hand van die getallen leert dat we elkaar altijd moeten vergeven.

  • Geef iedereen een blad papier. Laat de kinderen een tekening maken van een kind dat tegen een ander kind onaardig is. Laat ze de bladen uitwisselen en op de achterkant tekenen hoe ze anderen kunnen vergeven.

  • Bedenk samen enkele situaties waarin iemand een ander moet vergeven. Laat de kinderen uitbeelden hoe ze de mensen in die situaties zouden vergeven.

  • Zing samen ‘Help mij, o Vader’, Kinderliedjes, 52. Zorg ervoor dat de kinderen de tekst van het liedje begrijpen en leg uit wat we eruit kunnen leren over vergeving.

Lukas 10:30–37

Ik kan van anderen houden en ze dienen, vooral de mensen die hulp nodig hebben.

Denk na over een moment waarop iemand een ‘barmhartige Samaritaan’ voor u geweest is. Hoe kunt u de kinderen motiveren om een ‘barmhartige Samaritaan’ te zijn?

Mogelijke activiteiten

  • Laat ieder kind een deel van het verhaal van de barmhartige Samaritaan tekenen. Vraag ze hun tekeningen in de juiste volgorde te leggen en het verhaal te vertellen.

  • Leg uit dat de Joden een vreselijke hekel aan de Samaritanen hadden. Als ze van Jeruzalem naar Galilea reisden, namen ze een omweg, zodat ze niet door Samaria moesten. (Zie Bijbelkaarten, nr. 1, ‘Kaart van het Heilige Land’.) Waarom koos Jezus in dit verhaal een Samaritaan als voorbeeld van vriendelijkheid? Wat leren we uit dit verhaal over mensen in nood helpen? (Zie ook Mosiah 4:16–22.)

  • Laat de kinderen vertellen over een situatie waarin iemand een ‘barmhartige Samaritaan’ voor hen was.

  • Spoor de kinderen aan zich tot doel te stellen om deze week het voorbeeld van de barmhartige Samaritaan te volgen. Kennen ze bijvoorbeeld iemand die ziek of eenzaam is? Of iemand die niet vaak naar de kerk gaat? Vraag hoe ze die persoon kunnen helpen.

Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Laat de kinderen thuis vertellen over hun doel om deze week het voorbeeld van de barmhartige Samaritaan te volgen.

Ons onderwijs verbeteren

Leer de kinderen om ingevingen vast te leggen. Als kinderen er een gewoonte van maken om ingevingen vast te leggen, zullen ze de Geest beter kunnen herkennen en volgen. Ze kunnen ingevingen vastleggen door bijvoorbeeld Schriftteksten te markeren, een tekening te maken of in hun dagboek te schrijven.

doe-pagina: ik toon mijn liefde