Oude Testament 2022
27 december–2 januari. Mozes 1; Abraham 3: ‘Dit is mijn werk en mijn heerlijkheid’


‘27 december–2 januari. Mozes 1; Abraham 3: “Dit is mijn werk en mijn heerlijkheid”’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Oude Testament 2022 (2021)

‘27 december–2 januari. Mozes 1; Abraham 3’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2022

sterren in het heelal

27 december–2 januari

Mozes 1; Abraham 3

‘Dit is mijn werk en mijn heerlijkheid’

Als u leest wat God tegen Mozes en Abraham zei, bedenk dan wat Hij tot de kinderen in uw klas zou zeggen. Hoe kunt u ervoor zorgen dat ze zijn liefde voor hen voelen?

Schrijf uw ingevingen op

Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Soms kunnen de kinderen door een liedje onthouden wat ze leren. Speel of neurie een paar tonen van ‘Ik ben een kind van God’ (Kinderliedjes, p. 2–3), en laat de kinderen raden welk liedje het is. Bedenk samen op welke manieren hun ouders en anderen hen leiden, helpen en alles leren wat ze moeten doen om ‘tot Hem weder’ te keren.

Onderwijs (pictogram)

Kleine kinderen in de leer onderwijzen

Mozes 1:1–4, 6

Ik ben een kind van God.

Wat leert u van Mozes 1:1–4, 6 over uw band met uw hemelse Vader? Hoe kunt u de kinderen duidelijk maken wat een kind van God zijn betekent?

Mogelijke activiteiten

  • Lees de kinderen voor wat God tegen Mozes zei: ‘U bent mijn zoon’ (Mozes 1:4). Vraag een kind voor de klas te komen en zeg samen met de kinderen: ‘[Naam van kind], je bent een kind van God.’ Herhaal dit met ieder kind in de klas.

  • Laat enkele afbeeldingen van kinderen zien en vraag de klas of dit allemaal kinderen van God zijn. Benadruk dat iedereen een kind van God is. Laat de kinderen om de beurt in een spiegel kijken en getuig dat zij ook kinderen van God zijn.

  • Zing samen ‘Ik ben een kind van God’ (Kinderliedjes, p. 2–3). Laat de kinderen de doe-pagina van deze week inkleuren, en aan de hand daarvan vertellen wat ze van dit liedje leren.

    Jezus Christus tussen sterren

    Christus en de schepping, Robert T. Barrett

Abraham 3:22–28

Ik woonde vóór mijn geboorte bij mijn hemelse Vader.

Kennis van ons voorsterfelijk leven kan ons inspireren om beslissingen te nemen die op eeuwige beginselen zijn gebaseerd. Overweeg bij het lezen van Abraham 3:22–28 hoe u de kinderen over hun eeuwige identiteit wilt leren.

Mogelijke activiteiten

  • Gebruik ‘Vóór het Oude Testament’ (in Verhalen uit het Oude Testament) om de kinderen over het voorsterfelijk bestaan te vertellen. Vraag de kinderen na afloop om het verhaal aan u te vertellen. Waarom heeft onze hemelse Vader ons naar deze aarde gezonden? Lees Abraham 3:25 voor zodat de kinderen het antwoord op die vraag kunnen ontdekken.

  • Zing met de klas een liedje over Gods plan voor ons, zoals ‘Ik werk mee aan Gods plan voor mij’ (Kinderliedjes, p. 86–87). Bespreek de eeuwige beginselen die in het liedje voorkomen.

Mozes 1:39

Mijn hemelse Vader wil dat ik weer bij Hem kom wonen.

Hoe zijn de leringen in Mozes 1:39 u tot zegen geweest? Wat kunt u doen zodat de kinderen die zegeningen ook kunnen genieten?

Mogelijke activiteiten

  • Wijs de zinsdelen ‘dit is mijn werk’ en ‘het eeuwige leven’ in Mozes 1:39 aan, en laat de kinderen die nazeggen. Vertel de kinderen over het werk dat u elke dag doet. Leer ze dat ’t het werk onze hemelse Vader is om ons te helpen het eeuwig leven te verkrijgen. Dat betekent zoals Hij worden en bij Hem terugkeren.

  • Laat een ouder naar de les komen en vertellen hoe hij of zij zich voelt als een kind thuiskomt nadat het weg is geweest (bijvoorbeeld voor een studie of op zending), of vertel de kinderen over uw eigen ervaringen hiermee. Gebruik dit voorbeeld om de kinderen duidelijk te maken hoezeer onze hemelse Vader ernaar uitziet dat wij bij Hem terugkeren.

Onderwijs (pictogram)

Grote kinderen in de leer onderwijzen

Mozes 1:4, 30, 37–39; Abraham 3:22–28

Ik ben een kind van God en Hij wil me helpen om bij Hem terug te keren.

In Mozes 1:4, 37–39 en Abraham 3:22–28 staan prachtige leringen over onze relatie met God en zijn redenen om ons naar de aarde te sturen. Overdenk hoe u de kinderen die leringen kunt bijbrengen.

Mogelijke activiteiten

  • Lees samen Mozes 1:4, 37–39 en Abraham 3:24–25. Geef ze de kans om vragen te stellen en vertel ze wat uw lievelingswoorden of zinsneden in deze verzen zijn. Wat leren we uit deze verzen over onze hemelse Vader, en over onszelf?

  • Laat de kinderen afbeeldingen zien van scheppingen van onze hemelse Vader. Lees Mozes 1:30 en leg uit dat Mozes God vragen stelde over het doel van die scheppingen. Zoek samen in vers 39 naar Gods antwoord. Getuig dat het Gods doel is om ieder kind naar het eeuwige leven te leiden.

  • Bedenk met de kinderen situaties waarin ze moeten kiezen of ze ‘alles zullen doen wat de Heer hun God ook zal gebieden’ (Abraham 3:25). Laat ze hun reacties in die situaties oefenen of bespreken. Hoe helpt de Heiland ons wanneer we een verkeerde keus maken?

Mozes 1:12–26

Ik kan Satans verleidingen weerstaan.

Let bij uw studie van Mozes 1:12–26 op wat Mozes deed om Satan te weerstaan. Hoe kunnen de kinderen door Mozes’ voorbeeld beter op verleiding reageren?

Mogelijke activiteiten

  • Vat Mozes’ belevenis in Mozes 1:12–26 in uw eigen woorden samen, of vraag dit aan een van de kinderen. (Zie de video ‘Ik ben een zoon van God’ [KerkVanJezusChristus.org].) Laat de kinderen die verzen bestuderen om te ontdekken hoe Mozes Satan kon overwinnen. (Als ze hulp nodig hebben, wijs ze dan op vers 13, 15, 18, 20–22, 26.)

    2:3
  • Neem een gereedschapskist (of afbeeldingen van gereedschap) mee en geef elk stuk gereedschap een label met een manier waarop we verleiding kunnen weerstaan (zoals bidden, een lofzang zingen, de Schriften lezen of anderen dienen). Laat ieder kind een stuk gereedschap kiezen en een situatie beschrijven waarin we het hulpmiddel op het label kunnen gebruiken om verleiding te weerstaan. Lees samen vers 25–26 en getuig dat God ons helpt als we met verleiding te maken hebben.

Abraham 3:22–28

Ik woonde vóór mijn geboorte bij mijn hemelse Vader.

Door deze verzen over Abrahams visioen van ons voorbestaan kunnen de kinderen beter antwoord vinden op de vragen: ‘Waar kom ik vandaan?’ en ‘Waarom ben ik hier?’ Hoe kunt u ze helpen om antwoorden te vinden?

Mogelijke activiteiten

  • Schrijf op het bord vragen met betrekking tot Abraham 3:22–28, zoals Wat gebeurde er met ons voor onze geboorte? Wie waren daar? Waarom is de aarde geschapen? Laat de kinderen die verzen lezen om antwoorden te vinden.

  • Als er een baby in de wijk is, vraag de ouders dan om hem of haar mee naar de les te nemen en te vertellen hoe ze het vinden om dit kindje in deze wereld te verwelkomen. (U kunt ook een afbeelding van een pasgeboren baby laten zien.) Bespreek met de kinderen waar de geest van deze baby was voordat hij of zij naar de aarde kwam. Waarom is het belangrijk dat deze baby leert dat hij of zij een kind van God is?

  • Zing liedjes over Gods plan voor ons zoals ‘Ik weet dat Jezus leeft’ of ‘Ik werk mee aan Gods plan voor mij’ (Kinderliedjes, p. 8, 86–87). Laat de kinderen tekeningen bij de woorden maken. Laat de kinderen hun tekening gebruiken om elkaar de leringen in de liedjes uit te leggen.

Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Overweeg hoe het leerproces in uw jeugdwerkklas het leren van de kinderen thuis kan stimuleren, ondersteunen of versterken. U kunt de kinderen bijvoorbeeld vragen om de doe-pagina van deze week thuis te laten zien.

Ons onderwijs verbeteren

Kinderen leren op verschillende manieren. Ze leren graag door nieuwe en afwisselende ervaringen. Laat ze bewegen, hun zintuigen gebruiken en nieuwe dingen uitproberen. (Zie Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 25–26.)