Illustratie van Rebekka, Dilleen Marsh

21–27 februari

Genesis 24–27

Het verbond is hernieuwd

Denk aan de kinderen in uw klas bij uw studie van Genesis 24–27 en uw voorbereiding op de les. Wat zouden ze moeten leren? Welke activiteiten zouden zinvol voor ze zijn? Op basis van hun behoeften kunt u de activiteiten hierin of in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen aanpassen.

Schrijf uw ingevingen op

Meedoen stimuleren

Leg onder de stoel van ieder kind een vraag over een gebeurtenis of beginsel in Genesis 24–27. Laat de kinderen de vragen beantwoorden voor zover ze dat kunnen, of laat ze tijdens de les opletten of ze antwoorden horen.

Kleine kinderen in de leer onderwijzen

Genesis 24:10–21

Ik kan vriendelijk voor anderen zijn.

Abrahams dienstknecht was onder de indruk van de opmerkelijke vriendelijkheid van Rebekka, die niet alleen hem maar ook zijn tien kamelen van water voorzag. Zij is een goed voorbeeld voor de kinderen van iemand die vriendelijk was voor iedereen.

Een bron in het oude Berseba waar Abraham en Izak putten groeven.

Mogelijke activiteiten

• Laat de plaat van Rebekka op de doe-pagina van deze week zien. Wijs op details in de afbeelding terwijl u in het kort vertelt hoe vriendelijk Rebekka voor de dienstknecht van Abraham was (zie Genesis 24:10–21). Leg uit dat haar vriendelijke woorden en hulp het teken waren dat ze degene was die God als vrouw voor Abrahams zoon Izak had gekozen. Laat de kinderen doen alsof ze de dienstknecht zijn die met zijn kamelen aankomt, of Rebekka die water voor ze put. Geef ze zinnetjes uit de Schriften die ze daarbij kunnen gebruiken, zoals ‘Laat mij toch wat water […] drinken’ (vers 17) en ‘Ik zal ook voor uw kamelen water putten’ (vers 19). Waarom is het belangrijk om vriendelijk voor elkaar te zijn?

• Vertel een verhaal waarin de Heiland vriendelijk voor iemand was. Laat de kinderen vertellen hoe ze zelf vriendelijk voor anderen zijn geweest.

• Noem enkele scenario’s waarin een kind vriendelijk kan zijn, zoals tijdens het spelen met vriendjes of als er een nieuw kind op school komt. Vraag de kinderen hoe ze in die situaties vriendelijk kunnen zijn.

• Zing met de klas een liedje over vriendelijkheid, zoals ‘Ik wil zo graag lief zijn’ of ‘Ik wil graag als Jezus worden’ (Kinderliedjes, p. 80, 40–41). Laat de kinderen opstaan als ze het woord ‘vriendelijk’, ‘lief’ of een dergelijk woord horen. Hoe kan ik vriendelijk zijn voor anderen? U kunt de doe-pagina van deze week voor dit gesprek gebruiken.

Genesis 25:29–34

Ik kan kiezen wat het belangrijkst is.

Omdat Ezau het oudste kind thuis was, zou hij bijzondere taken en voorrechten krijgen. Dat noemen we een eerstgeboorterecht. Op een dag had Ezau honger en ruilde hij zijn eerstgeboorterecht met zijn broer Jakob voor eten. Uit dit verhaal kunnen kinderen leren dat we blijvende zaken boven tijdelijk genoegen moeten verkiezen.

Mogelijke activiteiten

• Neem wat voorwerpen mee naar de les die passen bij het verhaal van Ezau die zijn eerstgeboorterecht verkoopt, zoals een soepkom en een afbeelding van iemand die een priesterschapszegen krijgt. Laat de kinderen de voorwerpen gebruiken om u te vertellen wat ze van het verhaal weten. U kunt daarbij ‘Jakob en Ezau’ (in Verhalen uit het Oude Testament) gebruiken. Lees samen Genesis 25:34 en leg uit dat degene die het eerstgeboorterecht kreeg, bijzondere voorrechten en taken zou hebben om voor de rest van de familie te zorgen.

• Toon de kinderen twee afbeeldingen: iets van grote geestelijke waarde (zoals een tempel) en iets wat slechts tijdelijk genoegen verschaft (zoals een spel, speelgoedje of snoep). Vraag ze aan welk van beide ze het meeste hebben om terug naar hun hemelse Vader te keren. Herhaal dit met andere afbeeldingen.

• Zing met de klas een liedje over goede keuzes, zoals ‘Kies het goede’ (Kinderliedjes, p. 82). Getuig dat we gezegend worden en gelukkig zijn als we het goede kiezen.

Grote kinderen in de leer onderwijzen

Genesis 24:1–28

Ik word gezegend als ik in geloof handel en vriendelijk voor andere mensen ben.

Abrahams dienstknecht toonde veel geloof toen hij erop vertrouwde dat God hem naar een vrouw voor Izak zou leiden. Rebekka behandelde Abrahams dienstknecht heel vriendelijk. Hoe kunt u de kinderen helpen om het voorbeeld van Abrahams dienstknecht en van Rebekka te volgen?

Mogelijke activiteiten

• Lees Genesis 24:1–28 samen en zoek met de kinderen naar voorbeelden van geloof en vriendelijkheid (zie bijvoorbeeld vers 12–14 en 17–20). Hoe werden Abrahams dienstknecht en Rebekka gezegend doordat ze geloof toonden en vriendelijk waren? Zet op het bord: Wij kunnen geloof tonen door … en Wij kunnen vriendelijk zijn door …. Vraag de kinderen naar ideeën om die zinnen af te maken.

• Schrijf op strookjes papier dingen die Abrahams dienstknecht zei of deed en dingen die Rebekka zei of deed in Genesis 24:1–28. Laat ieder kind een strookje papier kiezen en laat ze van elkaar raden wie die dingen zei of deed. (Ze kunnen naar de Schriftteksten verwijzen als de anderen hulp nodig hebben.) Wat leren we uit dit verhaal over vriendelijkheid? Wat leren wij ervan over geloof? Andere voorbeelden van geloof en vriendelijkheid zijn te vinden in Genesis 24:29–33, 58–61.

• Laat de kinderen denken aan een vriendelijke daad die ze hebben gezien. Laat ze dat opschrijven en aan de klas of aan hun gezinsleden thuis vertellen. Hoe voelen we ons als iemand vriendelijk voor ons is?

Genesis 25:21–34

Ik zal meer waarde hechten aan eeuwige zaken dan aan tijdelijke zaken.

Ezau ruilde iets van grote waarde (zijn eerstgeboorterecht) in voor iets van minder waarde (wat brood en een kom soep). Overdenk bij het lezen van deze verzen hoe u de kinderen zaken van eeuwige waarde voorrang kunt leren geven.

Mogelijke activiteiten

• Lees samen het verhaal van Jakob en Ezau in Genesis 25:21–34. Laat de kinderen onder het lezen iets uit het verhaal kiezen dat ze gaan tekenen. Laat ze het verhaal vervolgens met behulp van hun tekeningen in hun eigen woorden navertellen. Als ze niet begrijpen wat een eerstgeboorterecht is, laat ze dat dan opzoeken in de Gids bij de Schriften (KerkVanJezusChristus.org). Laat de kinderen zich voorstellen dat Ezau hun zou vragen of het een goed idee was om zijn eerstgeboorterecht voor soep te ruilen. Wat zouden ze tegen hem zeggen?

• Vertel over een situatie waarin u iets goeds moest opofferen voor iets van grotere waarde. Of toon de video ‘Ga voort in geduld’ (KerkVanJezusChristus.org). Wat heeft uw verhaal of het verhaal in de video met de keuze van Ezau in Genesis 25:29–34 te maken? Laat de kinderen zegeningen bedenken die hun hemelse Vader hun wil geven (zoals een sterker getuigenis, tempelzegens of eeuwig leven bij Hem). Laat ze bedenken wat ze zouden opofferen om deze waardevolle zegeningen te ontvangen.

Thuisstudie stimuleren

Moedig de kinderen aan om voor zichzelf een doel te stellen met betrekking tot een beginsel waarover ze vandaag in het jeugdwerk hebben geleerd. Ze kunnen zich bijvoorbeeld ten doel stellen om thuis vriendelijk tegen iedereen te zijn.

Ons onderwijs verbeteren

Kinderen vertellen graag over wat ze leren. Ze zijn misschien jong, maar ze kunnen toch het gezin waartoe ze behoren sterken. Moedig ze aan om thuis iets te vertellen wat ze in het jeugdwerk hebben geleerd. (Zie Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 30.)